Base description which applies to whole site

ARTIKEL III

De Wet op de loonbelasting 1964 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 13ter wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Indien de fiets niet meer dan bijkomstig bij het woon- of verblijfadres van de werknemer wordt gestald, wordt het voordeel in afwijking van het eerste lid gesteld op nihil. Van stallen wordt geacht geen sprake te zijn indien de werknemer in de periode waarin de fiets zich bij het woon- of verblijfadres bevindt niet de beschikkingsmacht over de fiets heeft.

B

De in artikel 20a, eerste lid, opgenomen tabel en de in artikel 20b, eerste lid, opgenomen tabel worden als volgt gewijzigd:

1. Het in de eerste en tweede kolom laatstvermelde bedrag wordt verhoogd met € 1.143.

2. In de laatste kolom wordt:

a. het als eerste vermelde percentage verlaagd met 0,12%-punt;

b. het als tweede vermelde percentage verhoogd met 0,08%-punt.

C

Artikel 22a, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het in onderdeel b als tweede vermelde bedrag wordt verhoogd met € 25.

2. Het in onderdeel c als tweede vermelde bedrag wordt verhoogd met € 27.

D

Aan artikel 31a, tweede lid, onderdeel e, wordt toegevoegd «, met dien verstande dat voor zover de vergoeding of verstrekking ziet op de periode waarin de werknemer in Nederland arbeid verricht dan wel in Nederland verblijft en in een ander land arbeid verricht de volgende kosten worden uitgezonderd:

  • 1°. uitgaven van levensonderhoud;

  • 2°. uitgaven voor gesprekskosten voor privédoeleinden».

E

Artikel 32ba wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «52%» vervangen door «57,7%».

2. In het achtste lid, tweede zin, wordt na «op» ingevoegd «de som van» en aan die zin wordt toegevoegd «en € 300.» Voorts wordt een zin toegevoegd, luidende: Indien de vervanging tot een ander bedrag leidt, geldt dat bedrag bij toepassing van het zevende lid niet met betrekking tot maanden uit op dat moment reeds verstreken kalenderjaren.

4. Onder vernummering van het negende en tiende lid tot tiende en elfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 9. Bij het begin van het kalenderjaar wordt het in het achtste lid, tweede zin, laatstgenoemde bedrag bij ministeriële regeling vervangen door een ander bedrag. Dit bedrag wordt berekend door het te vervangen bedrag te vermenigvuldigen met de contractloonontwikkelingsfactor, bedoeld in artikel 10.2b, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, en vervolgens de nodig geachte afronding aan te brengen. Indien in het voorafgaande jaar een dergelijke afronding is toegepast, kan bij vervanging worden uitgegaan van het niet-afgeronde bedrag.

Licence