Base description which applies to whole site

ARTIKEL IV

De Wet op de loonbelasting 1964 wordt met ingang van 1 januari 2027 als volgt gewijzigd:

A

In artikel 32ba, eerste lid, wordt «57,7%» vervangen door «64%».

B

Na artikel 32bb wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 32bc

  • 1. In afwijking in zoverre van het overigens bij of krachtens deze wet bepaalde, wordt de waarde van een door een inhoudingsplichtige aan een of meer werknemers ook voor privédoeleinden ter beschikking gestelde fossiele personenauto aangemerkt als loon dat als een eindheffingsbestanddeel wordt belast naar een tarief van 12%.

  • 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt woon-werkverkeer geacht voor privédoeleinden plaats te vinden.

  • 3. Voor de toepassing van het eerste en tweede lid wordt verstaan onder:

    a. een fossiele personenauto:

    een personenauto als bedoeld in artikel 2, onderdeel c, van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992, waarvan niet uit het kentekenregister blijkt dat de CO2-uitstoot 0 gram per kilometer is;

    b. de waarde van een fossiele personenauto:

    de catalogusprijs in de zin van artikel 9 van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 vermeerderd met de belasting van personenauto’s en motorrijwielen ingevolge de artikelen 9 tot en met 9c van die wet, met dien verstande dat de waarde van een auto die meer dan 25 jaar geleden voor het eerst in gebruik is genomen, wordt gesteld op de waarde in het economische verkeer;

    c. ter beschikking stellen:

    ter beschikking stellen als bedoeld in artikel 13bis, eerste lid

  • 4. Indien een personenauto slechts een deel van een kalendermaand ook voor privédoeleinden ter beschikking is gesteld, wordt deze geacht die gehele kalendermaand ook voor privédoeleinden ter beschikking te zijn gesteld.

  • 5. De verschuldigde belasting, bedoeld in het eerste lid, wordt, in afwijking van artikel 27a, tweede lid, uiterlijk aangegeven en voldaan tegelijk met de aangifte, onderscheidenlijk afdracht, over het tweede loontijdvak van het volgende kalenderjaar. Ingeval de inhoudingsplicht is geëindigd in de loop van het kalenderjaar wordt voor het tweede loontijdvak van het volgende kalenderjaar, bedoeld in de eerste volzin, gelezen: het loontijdvak waarin de inhoudingsplicht is geëindigd.

C

Na artikel 39i wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 39j

Artikel 32bc is tot 17 september 2030 niet van toepassing met betrekking tot personenauto’s die door de inhoudingsplichtige vóór 1 januari 2027 voor het eerst aan een of meer werknemers ter beschikking zijn gesteld.

Licence