Base description which applies to whole site

2.1 Artikel 2

Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid 2e Incidentele suppletoire begroting 2021 artikel 2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet (bedragen x 1.000)

Stand ontwerpbegroting 2021 incl. NvW en amendementen

Stand na suppletoire begroting (inclusief ISB's)

Mutaties 3e ISB

Stand 3e ISB

Verplichtingen:

8.243.719

8.559.212

1.405

8.557.807

Uitgaven:

8.261.204

8.574.872

1.405

8.573.467

waarvan juridisch verplicht

99,60%

Inkomensoverdrachten

8.190.148

8.493.693

7.405

8.486.288

Macrobudget participatiewet uitkeringen

6.845.226

6.463.382

7.405

6.455.977

en intertemporele tegemoetkoming

Bijstand zelfstandigen bedrijfskrediet en Tozo

475.029

1.194.542

1.194.542

AIO

365.962

351.687

0

351.687

Toeslagenwet

496.673

479.107

0

479.107

Bijstand overig

960

960

0

960

Onderstand en re-integratie (Caribisch Nederland)

6.298

4.015

0

4.015

Subsidies

26.489

35.615

6.000

41.615

Europees fonds meestbehoeftigen

100

100

0

100

SBCM

2.800

2800

0

2.800

Nibud

314

314

0

314

Overige subsidies algemeen

8.704

17500

0

17.500

Armoedeschulden

1.140

1280

0

1.280

Alle kinderen doen mee

13.431

13.431

0

13.431

Regionale kansen kinderen

0

190

0

190

Waarborgfonds Saneringskredieten

0

0

6.000

6.000

Opdrachten

33.089

34.086

0

34.086

Bekostiging

1.297

1.297

0

1.297

ZonMw

1.297

1.297

0

1.297

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

172

172

0

172

ZonMw

172

172

0

172

Bijdrage B&S fondsen

10.000

10.000

0

10.000

Pensioenfonds PRWI

10.000

10.000

0

10.000

Bijdrage aan internationale organisaties

9

9

0

9

Contributie CASS

9

9

0

9

Ontvangsten

4.415

962.709

0

962.709

Toelichting

Tijdelijke transitie BBZ

Gemeenten worden gefinancierd voor de uitkeringslasten van het Bbz 2004 via het Macrobudget Participatiewetuitkeringen. Eerder is een effect op het deelbudget Bbz van het Macrobudget ingeboekt onder de veronderstelling dat de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) per 1juli 2021 stopgezet zou worden. Het stopzetten van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) zorgt naar verwachting voor een verhoogde instroom in de reguliere bijstand voor zelfstandigen (het besluit bijstandverlening zelfstandigen, Bbz). De uitkeringslasten van het Bbz zullen toenemen. Voor de periode 1juli 31december 2021 werd toen 92 miljoen geraamd. Nu de Tozo per 1oktober 2021 wordt stopgezet, wordt het eerdere effect van 92 miljoen uitgeboekt en overschreven met een nieuwe raming, die in samenhang is gemaakt met tijdelijke beleidsmatige aanpassingen van het Bbz voor het vierde kwartaal van 2021.

Om de overgang van de Tozo naar het Bbz voor de uitvoering bij de gemeenten behapbaar te maken heeft het kabinet besloten het Bbz gedurende het vierde kwartaal van 2021 tijdelijk te vereenvoudigen (zoals vermeld in de Kamerbrief over het steun- en herstelpakket vanaf het vierde kwartaal van 2021). Door het stopzetten van de Tozo en de tijdelijke wijzigingen van het Bbz neemt het aantal zelfstandigen met recht op een Bbz-uitkering toe. De budgettaire gevolgen voor het vierde kwartaal van 2021 worden geraamd op 22 miljoen voor het overstappen op de maandsystematiek en op 63 miljoen voor de verwachte hogere instroom in het tijdelijk vereenvoudigde Bbz. Het totale effect van voorgaande mutaties bedraagt -/- 7 miljoen (som van 92 + 22 + 63 miljoen).

Met ingang van 1januari 2022 zal het Bbz weer zonder wijzigingen worden uitgevoerd. Een deel van de zelfstandigen zal ook dan nog gebruik maken van het Bbz 2004. Voorlopige inschatting is dat de Bbz-uitgaven in 2022 daardoor met 125 miljoen toenemen. Deze mutatie wordt budgettair verwerkt via de SZW-begroting 2022, omdat dit een mutatie voor begrotingsjaar 2022 betreft.

Bodemstorting waarborgfonds

De motie Segers (Kamerstukken II 2020/21, 35570 nr. 24) verzoekt het kabinet om te komen tot een Waarborgfonds dat garant staat voor saneringskredieten. Het kabinet heeft hiervoor 30 miljoen euro beschikbaar gesteld. Voor een periode van maximaal vijf jaar wordt er via een subsidie een bodemstorting van maximaal 6 miljoen per jaar gedaan aan de Stichting Toegang Bemiddeling Beheer Gelden van de NVVK. Deze stichting zal het Waarborgfonds beheren. De eerste bodemstorting wordt gedaan in 2021. In een Kamerbrief wordt binnenkort de vormgeving van het fonds verder toegelicht.

Licence