De overheid borgt voldoende dekking in sociale fondsen.
De uitgaven die worden gedaan vanuit de sociale fondsen worden hoofdzakelijk gefinancierd via premies. In een aantal gevallen vindt de overheid het heffen van premies niet wenselijk, bijvoorbeeld om te voorkomen dat premiepercentages blijvend toenemen en daarmee een evenwichtige koopkrachtontwikkeling in de weg staan. In andere gevallen vindt de overheid financiering van een regeling vanuit de algemene middelen passend, maar wordt de regeling wel betaald uit een van de sociale fondsen. In beide gevallen worden de inkomsten van de sociale fondsen aangevuld via een of meerdere rijksbijdragen.
De Minister financiert de sociale fondsen uit de rijksbegroting, al dan niet in aanvulling op premieheffing. De Minister is in deze rol verantwoordelijk voor:
– de vaststelling van de hoogte van de rijksbijdragen aan de desbetreffende sociale fondsen;
– het betalen van de rijksbijdragen aan de sociale fondsen.
Voor 2026 worden er geen beleidswijzigingen verwacht.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 31.203.175 | 29.154.352 | 32.633.056 | 34.210.189 | 35.386.645 | 37.696.345 | 40.046.045 |
Uitgaven | 31.203.175 | 29.154.352 | 32.633.056 | 34.210.189 | 35.386.645 | 37.696.345 | 40.046.045 | |
12.0 | Rijksbijdragen | 31.203.175 | 29.154.352 | 32.633.056 | 34.210.189 | 35.386.645 | 37.696.345 | 40.046.045 |
Bijdrage aan sociale fondsen | 31.203.175 | 29.154.352 | 32.633.056 | 34.210.189 | 35.386.645 | 37.696.345 | 40.046.045 | |
Kosten heffingskortingen AOW | 3.066.400 | 3.916.800 | 4.128.900 | 4.331.900 | 4.579.800 | 4.743.800 | 4.861.600 | |
Vermogenstekort Ouderdomsfonds | 27.828.000 | 24.940.300 | 28.203.600 | 29.574.600 | 30.498.900 | 32.644.600 | 34.876.500 | |
Tegemoetkoming arbeidsongeschikten | 202.575 | 185.081 | 186.563 | 188.266 | 191.077 | 191.077 | 191.077 | |
Zwangere zelfstandigen | 106.200 | 112.171 | 113.993 | 115.423 | 116.868 | 116.868 | 116.868 | |
Ontvangsten | 6.680 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Geschatte budgetflexibiliteit
2026 | |
---|---|
juridisch verplicht | 100% |
bestuurlijk gebonden | 0% |
beleidsmatig gereserveerd | 0% |
nog niet ingevuld / vrij te besteden | 0% |
De uitgaven op artikel 12 Rijksbijdragen zijn voor 100% juridisch verplicht voor het jaar 2026. Per financieel instrument wordt dit onderstaand toegelicht.
Bijdrage aan sociale fondsen
De bijdragen aan sociale fondsen zijn 100% juridisch verplicht. De rijksbijdrage in de kosten van heffingskortingen AOW en het vermogenstekort Ouderdomsfonds zijn juridisch verplicht volgens de Wet financiering sociale verzekeringen. De rijksbijdrage tegemoetkoming arbeidsongeschikten is juridisch verplicht volgens de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). De rijksbijdrage zwangere zelfstandigen is juridisch verplicht volgens de Wet arbeid en zorg. Hoofdstuk 7.1 Sociale fondsen SZW gaat nader in op de financiering van de sociale fondsen.
Bijdrage aan sociale fondsen
Rijksbijdrage in de kosten van heffingskortingen AOW
Deze rijksbijdrage compenseert de gewijzigde premieopbrengst die het gevolg is van de invoering van de Wet inkomstenbelasting 2001. De hoogte van deze rijksbijdrage wordt jaarlijks aangepast aan de geraamde omvang van de heffingskortingen en aan de verdeling van de heffingskortingen over de verschillende premies volksverzekeringen en de inkomstenbelasting.
Budgettaire ontwikkelingen
De BIKK AOW is in 2026 hoger dan in 2025. De totale omvang van de heffingskortingen neemt in 2026 toe doordat de bedragen geïndexeerd worden en doordat de arbeidskorting licht wordt verhoogd. Hierdoor stijgt ook de BIKK, die de gederfde opbrengst door de heffingskortingen deels moet compenseren. In 2026 daalt ook het tarief van de eerste schijf van de inkomstenbelasting. Ook hierdoor stijgt de BIKK AOW, omdat een groter deel van de kosten van de heffingskortingen daardoor wordt toegerekend aan de volksverzekeringen.
Rijksbijdrage vermogenstekort Ouderdomsfonds
De uitgaven uit het Ouderdomsfonds worden grotendeels gedekt door de premie-inkomsten. De hoogte van de AOW-premie is echter wettelijk gemaximeerd om te voorkomen dat de groeiende AOW-uitgaven leiden tot een alsmaar stijgende AOW-premie en een onevenwichtige koopkrachtontwikkeling. Dit leidt tot een jaarlijks exploitatietekort in het Ouderdomsfonds. De rijksbijdrage Ouderdomsfonds is bedoeld om het exploitatietekort in het Ouderdomsfonds aan te vullen zodat dat fonds gemiddeld genomen een neutrale vermogenspositie heeft.
Budgettaire ontwikkelingen
De rijksbijdrage voor het Ouderdomsfonds is in 2026 hoger dan in 2025. Dat komt voornamelijk omdat de geraamde premie-inkomsten in 2026 maar licht stijgen. De inkomsten van het Ouderdomsfonds nemen daardoor in 2026 minder toe dan de uitgaven aan AOW-uitkeringen stijgen. Via een hogere bijdrage vanuit het Rijk wordt dat gecompenseerd. zodat het Ouderdomsfonds naar verwachting eind 2026 geen vermogensoverschot of -tekort heeft.
Rijksbijdrage tegemoetkoming arbeidsongeschikten
De tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten is onderdeel van de WIA, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong), de WAZ en WAO. De tegemoetkomingen voor de categorieën WAO, WAZ, IVA en WGA worden gefinancierd uit een rijksbijdrage die in het Toeslagenfonds wordt gestort. Daarnaast financiert deze rijksbijdrage de uitvoeringskosten van UWV aan de tegemoetkoming. De tegemoetkomingen voor arbeidsongeschikten worden verantwoord op de beleidsartikelen 3 en 4.
Budgettaire ontwikkelingen
De rijksbijdrage stijgt mee met het aantal ontvangers van de betreffende uitkeringen. Daarnaast wordt de hoogte van de tegemoetkoming jaarlijks geïndexeerd.
Rijksbijdrage zwangere zelfstandigen
De regeling Zelfstandig en Zwanger (ZEZ) voorziet in een uitkering aan zelfstandigen voorafgaand aan en volgend op de bevalling (zie ook beleidsartikel 6). Deze regeling wordt gefinancierd via een rijksbijdrage aan het Arbeidsongeschiktheidsfonds. Ook de uitkeringen voor zwangere alfahulpen worden via deze rijksbijdrage gefinancierd. In deze rijksbijdrage zijn daarnaast de uitvoeringskosten van UWV opgenomen.
Budgettaire ontwikkelingen
De rijksbijdrage stijgt mee met de uitgaven aan de ZEZ-regeling. Deze uitgaven stijgen onder andere doordat de bedragen jaarlijks worden geïndexeerd.