Base description which applies to whole site

5.2 Artikel 10 Apparaat Kerndepartement

Inzet is de kerntaak van Defensie. De Bestuursstaf (BS) geeft hier namens de Minister sturing aan door het formuleren van het defensiebeleid, het toewijzen van middelen aan alle defensieonderdelen, het toezicht houden op de besteding daarvan, het opstellen van kaders voor de defensiebrede bedrijfsvoering en het bijdragen aan militaire pensioenen en uitkeringen.

Tabel 18 Budgettaire gevolgen niet- beleidsartikel 10 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

Art.

Verplichtingen

1.522.823

1.537.856

1.646.936

1.727.649

2.042.041

1.818.674

223.367

         
 

Uitgaven

1.517.171

1.529.926

1.627.051

1.712.070

1.991.550

1.825.317

166.233

         

10.2

Apparaatsuitgaven

1.517.171

1.529.926

1.627.051

1.712.070

1.991.550

1.825.317

166.233

 

Personele uitgaven

1.497.054

1.506.690

1.597.746

1.688.121

1.963.070

1.753.469

209.601

 

Eigen personeel

229.650

257.115

312.968

356.246

442.954

436.288

6.666

 

Externe Inhuur

9.192

10.205

14.758

26.089

34.603

5.018

29.585

 

Overige personele exploitatie

11.238

12.990

18.677

27.083

35.824

26.303

9.521

 

Uitkeringen (pensioenen en wachtgelden)

1.246.974

1.226.380

1.251.343

1.278.703

1.449.689

1.285.860

163.829

 

Materiële uitgaven

20.117

23.236

29.305

23.949

28.480

71.848

‒ 43.368

 

Instandhouding IT

605

0

0

0

0

0

0

 

Overige materiële exploitatie

19.512

23.236

29.305

23.949

28.480

71.848

‒ 43.368

         
 

Ontvangsten

42.212

34.397

10.205

10.222

9.142

7.853

1.289

         

Toelichting op de instrumenten

Verplichtingen

De verplichtingen zijn € 223,4 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door Uitkeringen (pensioenen en wachtgelden) met € 164,6 miljoen, wat grotendeels verband houdt met de hogere kasuitgaven die hieronder worden toegelicht. Daarnaast zijn er meerjarige verplichtingen onder Externe inhuur aangegaan (€ 83,0 miljoen). Tot slot is € 41,8 miljoen minder verplicht op de Materiële exploitatie, dat wederom samenhangt met de lagere kasuitgaven die eveneens verderop worden toegelicht. Het restant wordt verklaard door een verzameling van kleine afwijkingen.

Uitgaven

De realisatie op apparaatsuitgaven is € 166,2 hoger dan begroot. Dit is met name het gevolg van:

Eigen personeel, externe inhuur en overige personele kosten  

De realisatie Externe inhuur is € 29,6 miljoen hoger dan begroot. Vanwege de krappe arbeidsmarkt konden niet alle vacatures worden opgevuld. Om de groei van defensieactiviteiten te ondersteunen, is tijdelijke capaciteit ingezet via externe inhuur.

Pensioenen en uitkeringen

De post Uitkeringen is € 163,8 miljoen hoger dan begroot. Hiervan wordt € 78,4 miljoen verklaard door de doorwerking van nieuwe arbeidsvoorwaarden en € 14,7 miljoen door reguliere indexatie. Daarnaast is in december de factuur voor pensioenafdrachten (€ 103,2 miljoen) betaald, terwijl deze normaliter pas in januari 2025 zou worden betaald. In de ontwerpbegroting was hiermee geen rekening gehouden. Daarnaast is als gevolg van herziene ramingen van pensioenen en uitkeringen € 33,8 miljoen minder uitgegeven. Het verschil wordt veroorzaakt door meerdere kleine afwijkingen.

Materiële uitgaven

De Materiële uitgaven zijn € 43,4 miljoen lager uitgevallen dan begroot. Dit verschil wordt deels verklaard door een herschikking van € 14,6 miljoen naar externe inhuur en eigen personeel in het kader van het programma Defensie Open op Orde (DOO). Daarnaast is € 9,0 miljoen ingezet ter dekking van de defensiebrede problematiek, € 7,4 miljoen aan budget is overgeheveld naar het ministerie van Buitenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) ten behoeve van bedrijfsvoeringskosten en € 7,1 miljoen is een optelling van meerdere kleine posten die door verschillende redenen zijn vertraagd. Het implementatietempo van de organisatie groeit nog om de plannen tijdig te kunnen realiseren.

Licence