Base description which applies to whole site

2.2 Budgettaire gevolgen

Bedragen (x € 1 000)

Functionele uitgaven van de Koning

     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2008

2009

2010

2011

2011

2011

Verplichtingen

n.v.t.

n.v.t.

26 818

26 735

26 407

328

Uitgaven

n.v.t.

n.v.t.

26 818

26 735

26 407

328

Ontvangsten

n.v.t.

n.v.t.

116

824

0

824

Ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting is er een verschil bij zowel de uitgaven als de ontvangsten. De hogere uitgaven zijn veroorzaakt door de loon- en prijsbijstelling vanuit de aanvullende posten arbeidsvoorwaarden en prijsbijstelling, terwijl de ontvangsten voortvloeien uit de einddeclaratie van de functionele uitgaven 2010 zoals verwerkt bij de eerste suppletoire begroting van de Koning 2011 (Kamerstuk 32 780 I, nr. 2).

Onderstaande tabel maakt het verloop van de verschillende onderdelen binnen dit begrotingsartikel inzichtelijk. De realisatie betreft de gegevens zoals deze door de Dienst van het Koninklijk Huis zijn verantwoord in de eindafrekening over 2011. Om een volledig inzicht te geven in de uitputting worden deze gegevens afgezet tegen het geautoriseerde budget inclusief de mutaties die bij eerste en tweede suppletoire begroting zijn verwerkt. Zoals in de leeswijzer is gemeld, betreffen deze bedragen dus niet de begrotingsbelasting van de begroting van de Koning in 2011. Deze eindafrekening zal leiden tot een ontvangst op de begroting van de Koning in 2012, die bij de eerste suppletoire begroting zal worden verwerkt.

Functionele uitgaven 2011 (bedragen x € 1 000)
 

Realisatie (1)

Geautoriseerde budget (2)

Verschil (1)–(2)

Personeel Dienst van het Koninklijk Huis

16 177

17 631

– 1 454

Materieel Dienst van het Koninklijk Huis

9 243

7 870

1 373

Uitgaven voor luchtvaartuigen

544

1 107

– 563

Onderhoud Groene Draeck

47

47

0

Bezoeken aan het Caribische deel van het Koninkrijk

423

80

343

Totaal

26 434

26 735

– 301

Per saldo laten de functionele uitgaven over 2011 een onderschrijding zien van € 301 000. Per onderdeel van de functionele uitgaven wordt een nadere toelichting gegeven.

Personeel Dienst van het Koninklijk Huis

Deze personeelsuitgaven hebben betrekking op 247 fte; dit is exclusief 16 post-actieven. Tevens is dit exclusief de personeelsleden die worden betaald uit de B-component.

De uitgaven voor actief personeel betreffen de personeelsinzet ten behoeve van o.a. het departement van de hofmaarschalk, het koninklijk huisarchief, het koninklijk staldepartement (chauffeurs/monteurs, koetsiers en onderhoudspersoneel) en de personeelsinzet voor de facilitaire functies voor de in de Wet financieel statuut van het koninklijk huis aangewezen paleizen (paleis Huis ten Bosch, paleis Noordeinde en het Koninklijk Paleis te Amsterdam). De lagere personele uitgaven zijn het gevolg van een lagere personeelsbezetting door het aanhouden van vacatures. Dit wordt deels opgevangen door uitbesteding.

Materieel Dienst van het Koninklijk Huis

De materiële uitgaven hebben betrekking op uitgaven voor de instandhouding van het rijtuigenpark (auto’s, paarden en rijtuigen) en voor de gebruikskosten voor de eerder genoemde paleizen (inclusief de verwarming en verlichting voor de drie hiervoor genoemde locaties). Daarnaast bevatten zij de uitgaven voor telecommunicatie, advisering en de accountantscontrole, alsmede de uitgaven van facilitaire aard zoals voor bureauvoorzieningen. Tenslotte bevat het een tegemoetkoming in de infrastructuurkosten van Kroondomein Het Loo. De hogere materiële uitgaven zijn deels het gevolg van de eerder gemelde hogere uitbesteding/inhuur voor het opvangen van de onderbezetting op personeelsgebied. Daarnaast zijn er hogere uitgaven in het kader van de digitalisering van de dossiers.

Uitgaven voor luchtvaartuigen

De uitgaven voor luchtvaartuigen (met uitzondering van staatsbezoeken en werkbezoeken aan het Caribische deel van het Koninkrijk) betreffen de uitgaven voor vliegkosten van de Koning alsmede de uitgaven voor privévliegkosten (m.u.v. die van de Koning en zijn echtgenote, die altijd in het kader van het openbaar belang zijn) beperkt tot de zogenaamde uitkeringsgerechtigde leden van het koninklijk huis krachtens de Wet financieel statuut van het koninklijk huis (te weten de toekomstige Koning, de afgetreden Koning en echtgenoten) tot aan het maximum van de franchise. Het betreft zowel de uitgaven voor de inzet van het regeringsvliegtuig en andere luchtvaartuigen in beheer bij het Rijk, alsmede civiele inhuur.

Vliegkosten 2011 (bedragen x € 1 000)
 

Realisatie (1)

Vastgestelde begroting (2)

Verschil (1)–(2)

Openbaar belang

     

Inzet regeringsvliegtuig (PH-KBX)

281

294

– 13

Vastvleugelige inzet (Gulfstream)

0

34

– 34

Helikopterinzet (Alouette)

72

121

– 49

Inhuur civiele luchtvaartuigen

53

335

– 282

Subtotaal

406

784

– 378

Privé

     

Inzet regeringsvliegtuig (PH-KBX)

90

122

– 32

Vastvleugelige inzet (Gulfstream)

0

75

– 75

Helikopterinzet (Alouette)

0

37

– 37

Inhuur civiele luchtvaartuigen

48

76

– 28

Subtotaal

138

310

– 172

       

Totaal

544

1 094

– 550

Groene Draeck

De Groene Draeck is in 1957 door de Nederlandse bevolking aan de toenmalige kroonprinses geschonken. De Staat gaf bij deze gelegenheid mede het onderhoud van de Groene Draeck als geschenk. Het bedrag dat hiermee samenhangt wordt in deze verantwoording toegelicht. Het betreft de kosten van het reguliere onderhoud aan de Groene Draeck.

Bezoeken aan het Caribische deel van het Koninkrijk

De uitgaven die samenhangen met bezoeken aan het Caribische deel van het Koninkrijk in de vorm van reis- en verblijfkosten (inclusief de vliegkosten) vormen ook een deel van de uitgaven die binnen dit begrotingsartikel worden verantwoord. In navolging van de brief van de minister-president over de nieuwe opzet van begroting I van de Rijksbegroting (Kamerstuk 31 700 I, nr. 5), gebaseerd op de aanbevelingen van de Stuurgroep herziening stelsel kosten koninklijk huis, is in de begrotingen van de afgelopen jaren aangegeven dat de middelen voor de werkbezoeken aan het Caribische deel van het Koninkrijk vrijvallen als er geen werkbezoek heeft plaatsgevonden. Als er wel een werkbezoek zou plaatsvinden zou er eventueel een suppletoire begroting worden ingediend.

In 2011 heeft een bezoek plaatsgevonden aan alle eilanden die deel uitmaken van het Caribische deel van het Koninkrijk. De uitgaven die hiermee samenhangen worden nu verantwoord en deze vallen binnen het totaal van begrotingsartikel 2.

Licence