Base description which applies to whole site

Artikel 47 Integratie niet-westerse migranten

47 Algemene doelstelling

Integratie heeft zowel betrekking op de voorwaarden voor deelname als de feitelijke deelname aan het economische, sociale, culturele leven. In het integratieproces moeten achterstanden worden ingelopen en afstanden worden overbrugd. Er is substantiële vooruitgang op een aantal terreinen, maar op andere terreinen is er nog achterstand. Zo is vooruitgang geboekt voor wat betreft instroom en deelname van niet-westerse migranten in het hoger onderwijs, de arbeidsmarktdeelname, het beroepsniveau en het eigen woningbezit. Tegelijkertijd is er nog veel schooluitval, is de sociale segregatie eerder toe- dan afgenomen en is de arbeidsmarktpositie van jongeren van niet-westerse afkomst nog altijd slechter. De arbeidsmarktpositie van deze jongeren staat verder onder druk door een oplopende jeugdwerkloosheid. Jongeren van Antilliaans- en Marokkaans-Nederlandse afkomst verlaten hun school relatief vaker zonder startkwalificaties, zijn vaker werkloos en ook vaker verdacht van een misdrijf dan hun leeftijdsgenoten. Ook speelt discriminatie nog altijd een rol op terreinen als de arbeidsmarkt, leefomgeving en horeca. Daarvoor is integratiebeleid nodig.

Doelbereiking en maatschappelijke effecten

De aangekondigde maatregelen van de minister voor WWI zijn voor een belangrijk deel gerealiseerd. Het slagingspercentage van het aantal mensen dat het inburgeringsexamen heeft gehaald is hoger dan verwacht werd voor 2011. Conform toezegging is het taalniveau van het inburgeringsexamen buitenland verhoogd van niveau A 1min naar niveau A 1. Gemeenten zijn ondersteund bij het terugdringen van de overlast, criminaliteit, schooluitval en werkloosheid van risicojongeren van Marokkaans Nederlandse en Antilliaans Nederlandse afkomst en met name ten aanzien van het punt van overlastbestrijding zijn er positieve veranderingen zichtbaar. Op het terrein van discriminatie is in 2011 uitvoering gegeven aan het actieprogramma bestrijding van discriminatie.

Budgettaire gevolgen van beleid

47.1 Integratie niet-westerse migranten

Budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)

       

Realisatie

Vastgestelde ISB begroting

Verschil

 

2007

2008

2009

2010

2011

2011

2011

Verplichtingen

     

399 930

323 079

345 962

– 22 883

               

Uitgaven

425 434

442 593

409 750

424 447

335 677

351 962

– 16 285

47.1 Bewerkstelligen dat oud- en nieuwkomers hun inburgeringsexamen halen

       

283 372

288 559

– 5 187

47.2 Versterken van de maatschappelijke emancipatie en het vergroten van de sociale integratie van niet-westerse migranten

       

52 305

63 403

– 11 098

               

Ontvangsten

 

 

 

 

141 356

58 937

82 419

Financiële toelichting

Op het artikel Integratie niet-westerse migranten is minder uitgegeven dan begroot. Onderstaand volgt een toelichting op artikelonderdeel om dit inzichtelijk te maken.

Verplichtingen

De gerealiseerde verplichtingen zijn lager uitgevallen dan begroot. De voornaamste oorzaak van het verschil tussen stand vastgestelde ISB begroting en realisatie wordt bij de uitgaven toegelicht.

Uitgaven

47.1 Er is minder uitgegeven dan geraamd. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat het voor 2011 geplande deel van het Deltaplan Inburgering, vanwege gewijzigd kabinetsbeleid, niet geheel tot uitvoering is gekomen en inmiddels is afgelopen. Daarnaast zijn er door een technische correctie middelen vrijgekomen die deels zijn gebruikt in het kader van uitvoering van de Wet inburgering. Ook zijn bij voorjaarsnota middelen vrijgemaakt voor de afrekening van de Brededoeluitkering Sociaal, Integratie en Veiligheid (BDU-SIV) 2005–2009.

47.2 Er is minder uitgegeven dan geraamd. Bij najaarsnota is de raming bijgesteld nadat bleek dat de verwachte stijging in het beroep op de Remigratiewet niet op gang kwam. Daarnaast is de integratievisie later dan verwacht vastgesteld waardoor later is begonnen met de uitvoering. Dit heeft geleidt tot lagere uitgaven in 2011.

Ontvangsten

Er is meer ontvangen dan geraamd. De in 2010 geraamde ontvangsten van gemeenten in het kader van afrekening BDU-SIV 2005–2009 zijn bij voorjaarsnota doorgeschoven naar 2011. Tegelijkertijd zijn de ontvangsten naar beneden bijgesteld doordat gemeenten meer inburgeringstrajecten hebben afgewikkeld dan voorzien. Bij najaarsnota werd verwacht dat door bezwaar- en beroepprocedures afrekening voor een deel pas in 2012 zou plaatsvinden. Uiteindelijk zijn deze ontvangsten alsnog in 2011 gerealiseerd.

Specifiek voor inburgering

Externe factoren

Alle gemeenten hebben in 2011 uitvoering gegeven aan de Wet Inburgering. In 2011 hebben 25 037 inburgeringsplichtigen hun inburgeringsdiploma behaald.

Specifiek voor realisatie integratieprogramma

In 2011 is regelmatig met maatschappelijke partners gesproken over de wijze waarop zij kunnen bijdragen aan het stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid van migranten voor hun integratie. Vanuit generiek beleid is het van belang dat het bereik van instellingen effectief is voor alle bevolkingsgroepen. Met gemeenten wordt gesproken over de wijze waarop zij dit kunnen bevorderen.

Realisatie meetbare gegevens

47.2 Kengetallen voor integratie

Percentage netto arbeidsparticipatie van de bevolking 15–64 jaar

2007

2008

2009

2010

Streefwaarde in 2011

Realisatie 2011

Niet-westerse migranten

53,6

56,9

55,2

52,8

 

53,5

Autochtone Nederlanders

68,7

70,0

69,9

69,4

 

69,6

Verschil

– 15,1

– 13,1

– 14,7

– 16,6

Afname

16,1

Percentage met startkwalificatie van de niet schoolgaande bevolking 15–64 jaar

           

Niet-westerse migranten 2e generatie

68,1

67,1

67,4

67,2

 

69,5

Autochtone Nederlanders

70,5

71,4

72,2

72,9

 

72,4

Verschil

– 2,4

– 4,3

– 4,8

– 5,7

Afname

– 2,9

Aantal verdachten per 10 000 van de bevolking van 12 jaar en ouder

           

Niet-westerse migranten

478

460

397

   

nnb

Autochtone Nederlanders

126

116

100

   

nnb

Verschil

352

344

297

 

Afname

nnb

Bron: CBS kernindicatoren. Jaarlijkse aanlevering conform onderzoeksopdracht WBI

47 Operationele doelstelling 1

Bewerkstelligen dat oud- en nieuwkomers hun inburgeringsexamen halen

Doelbereiking

De ambitie voor 2011 was dat 32 552 mensen zouden slagen voor hun inburgeringsexamen en dat het slagingspercentage 65% zou zijn. Op basis van de gegevens uit het Informatiesysteem Inburgering (ISI) van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) per begin februari 2012 kan geconcludeerd worden dat het aantal mensen dat voor hun inburgeringsexamen is geslaagd 25 037 bedraagt en daarmee lager was dan verwacht. Ten opzichte van 2010 is sprake van een lichte afname van het aantal deelnemers aan het inburgeringsexamen. Reden hiervoor is dat inburgeringstrajecten langer duren dan vooraf voorzien was. Daarnaast is het slagingspercentage licht gedaald naar 69%, maar wel hoger dan voor 2011 was geraamd. Het aantal inburgeraars dat in 2011 voor het staatsexamen NT2 (dit is een hoger niveau dan het inburgeringsexamen) slaagde is wel toegenomen ten opzichte van 2010. In 2011 lag dit aantal op 4 524 (in 2010: 3 754).

Wet inburgering

Instrumenten

In 2011 is een aanvang gemaakt met de vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van de nieuwkomers. Hiertoe is op 14 november 2011 een wetsvoorstel tot wijziging van de Wet Inburgering e.a. ingediend in de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 33 086). Het wetsvoorstel beoogt de eigen verantwoordelijkheid van vreemdelingen voor de inburgering te versterken. De inburgeringsplichtige dient zelf het initiatief te nemen om ten minste de taalvaardigheden en kennis te verwerven die nodig zijn voor deelname aan de samenleving en dient zelf de kosten hiervan te dragen. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan het voornemen in het Regeerakkoord dat migranten en asielgerechtigden zelf zorg dragen voor hun inburgering in ons land.

Wet inburgering in het buitenland

Conform de Wet inburgering in het buitenland moeten bepaalde groepenvreemdelingen die zich in Nederland willen vestigen slagen voor het basisexamen inburgering in het buitenland om een machtiging tot voorlopig verblijf te verkrijgen. Conform het Regeerakkoord is per 1 april 2011 het taalniveau van het examen verhoogd van niveau A1min naar niveau A1 van het Europese raamwerk voor vreemde talen. Tevens is per die datum een toets Geletterdheid en Begrijpend lezen toegevoegd op niveau A1 en is het zelfstudiepakket Naar Nederland ontwikkeld.

Realisatie meetbare gegevens

47.3 Prestatie-indicatoren inburgering Nederland

Prestatie-indicatoren inburgering Nederland

2007

2008

2009

2010

Begroting 2011

Realisatie 2011

Aantal deelnemers dat voor het inburgeringsexamen is geslaagd

696

7 373

18 006

27 425

32 552

25 037

Slagingspercentage

85%

81%

75%

72%

65%

69%

Bron: Informatiesysteem Inburgering (ISI) van DUO, stand per ultimo 2007, 2008, 2009, 2010 en 2011

(Peildatum 14 februari 2012).

47 Operationele doelstelling 2

Het versterken van de maatschappelijke emancipatie en het vergroten van de sociale integratie van niet-westerse migranten

Doelbereiking

Uitgangspunt van het integratiebeleid van het kabinet is dat het reguliere beleid op de terreinen van onderwijs, werk, gezondheid, welzijn en sport, justitie en openbare orde voor iedereen even effectief werkt. Waar het reguliere beleid onvoldoende niet westerse migranten bereikt en voldoende effectief is, zijn aanvullend flankerende dan wel specifieke, afzonderlijke maatregelen en acties nodig. In dit verband zijn op de terreinen aanpak risicojongeren, rechtstaat, jeugdbeleid, aanpak rassendiscriminatie, remigratie, huwelijksmigratie diverse maatregelen in 2011 genomen, waarvan een flink deel is gerealiseerd. Voor een specificatie daarvan wordt verwezen naar de toelichting op de instrumenten die hierna volgt.

Risicojongeren

Instrumenten

Het Rijk kiest ervoor om problematiek via generiek beleid aan te pakken. De financiële ondersteuning van gemeenten die samenwerken bij het terugdringen van de oververtegenwoordiging van Antilliaans- en Marokkaans Nederlandse risicojongeren op de terreinen voortijdig schoolverlaten, werkloosheid en criminaliteit wordt daarom in 2012 beëindigd.

Jaarlijks wordt voor de deelnemende gemeenten de stand van zaken in beeld gebracht met een monitor. Bij de in 2011 uitgevoerde meting was nog geen duidelijke verbetering waarneembaar op de terreinen voortijdig schoolverlaten, werkloosheid en criminaliteit. Dit was in lijn met de verwachtingen omdat veel maatregelen pas in 2010 zijn ingevoerd en de effecten nog nauwelijks in de resultaten tot uitdrukking konden komen. (Kamerstukken II, 2011–2012, 31 268, nr. 53)

De gemeenten uit het samenwerkingsverband Marokkaans-Nederlandse risicojongeren geven aan positieve veranderingen te zien met name op het punt van overlastbestrijding. Daarom zijn zij bereid te blijven investeren in de ontwikkelde aanpak en nemen (elementen van) de specifieke aanpak over in hun reguliere beleid.

Samen met gemeenten is het afgelopen jaar een start gemaakt met het inbedden van kennis en elementen uit het specifieke beleid in het reguliere beleid.

Programma Diversiteit in het Jeugdbeleid

Migrantenjongeren zijn oververtegenwoordigd in de zwaardere vormen van jeugdzorg omdat de diagnose te laat gesteld wordt. In samenwerking met het ministerie van VWS, is daarom met het ZonMw-programma «Diversiteit in het jeugdbeleid van 2008–2012 gewerkt aan het duurzaam verbeteren van de interculturele kwaliteit van de jeugdsector. Het gaat er daarbij om dat de jeugdsector voortaan goed in staat is om migrantenjongeren en hun ouders met op hun situatie toegespitste effectieve aanpakken op tijd in de zorg en uit de problemen te krijgen.

Er is in 2011 verder vorm gegeven aan het programma. De belangrijkste resultaten die het programma Diversiteit inmiddels heeft opgeleverd zijn:

  • De NJi-databanken DEI, DIRK, NOJO, het webportaal JGZ van het RIVM /Centrum Jeugdgezondheid en de ZonMw-projectenpoort ( en zo mogelijk de databank Kinder- en Jeugdpsychiatrie) leveren interculturele kennis voor beleid, praktijk en wetenschap;

  • De ontwikkeling en actualisatie van scholing in interculturele competenties binnen opleidingen voor toekomstige jeugdprofessionals in zorg en welzijn op mbo-, hbo- en wo-niveau is in gang gezet. Hetzelfde geldt voor na- en bijscholing. Via een website het intercultureel scholingsaanbod en een bijbehorende kwaliteitskader ontsloten;

  • Aan de algemene gereedschapskist voor Centra Jeugd en Gezin is toegevoegd de handreiking interculturalisatie voor Centra voor Jeugd en Gezin;

  • In drie academische werkplaatsen werken universiteiten/hogescholen en kennisinstituten samen met praktijkinstellingen, jeugd- en migrantenorganisaties en gemeenten. Deze werkplaatsen leveren een concept voor verankering in bestuur, beleid en uitvoering van een ook voor migrantenjongeren effectief preventief jeugdbeleid op lokaal niveau.

De follow up van het programma wordt via het generieke beleid, ook in het kader van de stelselherziening jeugdzorg, verzekerd.

Rechtstaat en pluriformiteit

Onder het thema rechtsstaat en pluriformiteit is inzet geleverd om verschillende beleidsthema’s uit de nota «Integratie, binding en burgerschap» nader uit te werken. Zo is aan de Kamer onlangs het voorstel van Wet verbod gelaatsbedekkende kleding aangeboden. Eerder is ook het kabinetsstandpunt etnische registratie aan de Kamer verzonden. Op korte termijn kan de Kamer de agenda burgerschap tegemoet zien, waarin aandacht zal worden besteed aan de sociale stabiliteit in ons land en het belang van dialoog met de samenleving.

Aanpak rassendiscriminatie

In 2011 is het beleid met name gericht op de uitvoering van het actieprogramma bestrijding van discriminatie (Kamerstukken II, 2009–2010, 32 123 VII, nr. 74). Het beleid richtte zich onder andere op de bestrijding van discriminatie op het internet (handreiking moderatiebeleid), reguliere overleggen met partijen in het veld en voorbereidende werkzaamheden voor een nieuwe discriminatiemonitor en een conferentie over burgerschap en discriminatie.

Remigratiewet

De Remigratiewet biedt een uitweg aan migranten die ooit naar Nederland kwamen voor arbeid en vestiging, maar nu een dringende wens tot terugkeer hebben naar hun herkomstland en zelf hun remigratie niet kunnen bekostigen. Het betreft personen die ondanks hun inburgering en andere inspanningen tot integratie hier geen bestaans-perspectief meer zien of die oud zijn en geen uitzicht meer hebben op een zinvolle participatie in de Nederlandse samenleving. De wet kent twee voorzieningen: een eenmalige tegemoetkoming in de kosten voor verhuizing en een periodieke uitkering voor de bestaanskosten in het bestemmingsland voor personen vanaf 45 jaar die langdurig werkloos, arbeidsongeschikt of bijstandsgerechtigd zijn.

Er is in 2011 gewerkt aan de voorgenomen wijzigingen van de Remigratiewet naar aanleiding van de moties Van Toorenburg en Dibi. De belangrijkste wijzigingen zijn vastgelegd in een wetsvoorstel. Dit betreft onder meer het voornemen tot afschaffing van de basisvoorzieningen en de verhoging van de leeftijd van 45 naar 55 jaar. Tevens worden de doelgroepen beperkt tot de eerste generatie en kunnen aanvragen voor de wet tot 1 januari 2025 worden ingediend )

Huwelijks- en gezinsmigratie

De aanpak huwelijks- en gezinsmigratie is er op gericht de succesvolle integratie van deze groep te verzekeren en deze migratie te reguleren, onder andere door een inzet op verhoging van inburgeringseisen voor komst naar Nederland, het aanscherpen van de toelatingseisen mede via aanpassing van de Europese gezinsherenigingsrichtlijn als ook de versterkte inzet op het tegengaan van huwelijksdwang. In 2011 zijn de taaleisen in het buitenland verhoogd en zijn migranten via voorlichting gewezen op hun bijzondere verantwoordelijkheid om hun inburgering voor en na komst actief op te pakken. Op Europees niveau is via het Groenboek gezinsherenigingsrichtlijn ingezet op aanpassing van de richtlijn. Preventie en bestrijding van huwelijksdwang is actief op gepakt via straf- en civielrechtelijke maatregelen. Preventieve maatregelen zijn in voorbereiding genomen en zullen in 2012 worden geïmplementeerd.

Realisatie meetbare gegevens

47.4 Gemeenschappelijke beleidsagenda

Gemeenschappelijke beleidsagenda

2007

2008

2009

2010

Streefwaarde 2011

Realisatie 2011

Percentage gemeenten dat deelneemt aan de gemeenschappelijke beleidsagenda voor het integratiebeleid.

0%

niet gemeten

34%

1

40%

45%

Bron: eindevaluatie rapport Twijnstra Gudde

1

nog niet bekend; betreft tweejaarlijkse meting.

47.5 Tabel Marokkaans-Nederlandse risicojongeren in 22 gemeenten

Marokkaans-Nederlandse risicojongeren

meting 2010

meting 2011

Meting 2013

Oververtegenwoordiging in schooluitval

27%

37%

Afname

Oververtegenwoordiging in werkloosheid(werkzoekenden)

95%

76%

Afname

Oververtegenwoordiging in criminaliteit

163%

174%

Afname

Bron: Monitor Antilliaans-Nederlandse en Marokkaans-Nederlandse risicojongeren; 2010 is de nulmeting;

47.6 Antilliaans-Nederlandse risicojongeren in 22 gemeenten

Antilliaans-Nederlandse risicojongeren

meting

2010

meting

2011

meting

2013

Oververtegenwoordiging in schooluitval

68%

72%

afname

Oververtegenwoordiging in werkloosheid(werkzoekenden)

120%

112%

afname

Oververtegenwoordiging in criminaliteit

136%

140%

afname

Bron: Monitor Antilliaans-Nederlandse en Marokkaans-Nederlandse risicojongeren; 2010 is de nulmeting.

47.7 Aanpak rassendiscriminatie

Aanpak rassendiscriminatie

2007

2008

2009

2010

2011

Aantal meldingen bij een antidiscriminatievoorziening van discriminatie op grond van ras.

1 835

2 003

2 363

2 376 

1

Bron: Kerncijfers 2008; landelijk overzicht van discriminatieklachten geregistreerd bij antidiscriminatiebureaus en meldpunten in Nederland opgesteld door Art.1, de landelijke vereniging ter voorkoming en bestrijding van discriminatie in samenwerking met de Universiteit van Utrecht.

1

Gegevens zijn naar verwachting medio 2012 beschikbaar.

Facilitering remigratie

2008

2009

2010

2011

Aantal remigranten met een éénmalige uitkering voor reis- en vervoerskosten en kosten hervestiging

339

279

289

292

Aantal remigranten met een periodieke uitkering per einde jaar

10 542

10 923

11 386

11 876

Bron: Jaarlijkse opgave van de Sociale verzekeringsbank (SVB) van het aantal rechthebbenden en de raming daarvan.

47.1 Overzicht onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van beleid.

47.8 beleidsdoorlichting

Onderwerp

AD/OD

A. Start

B Afgerond

Vindplaats

Beleidsdoorlichting

Deltaplan Inburgering

AD

A. 2011

 

B. 20121

 

Effecten onderzoek ex post

Jaarrapport integratie

OD 47.2

Jaarlijks

 SCP rapport 8 februari 2012 uit. www.scp.nl

1

Het onderzoek is gestart in 2011 en wordt in 2012 afgerond.

Licence