Base description which applies to whole site

3. De eerste pijler van het GLB (markt- en prijsbeleid, inkomenssteun)

Het markt- en prijsbeleid richt zich op de stabilisatie van landbouwprijzen en -inkomens. Sinds 1992 is regelmatig sprake van hervormingen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. In hoofdlijnen kan worden gesteld dat de klassieke instrumenten als exportrestituties, productiesteun en interventie getransformeerd worden naar vormen van inkomenssteun. In 2006 heeft de ontkoppeling van de productie plaatsgevonden. Een groot aantal steunregelingen (zoals akkerbouw, dierlijke regelingen met uitzondering van de slachtpremies) zijn daarbij opgenomen in de bedrijfstoeslagregeling.

In november 2008 heeft de EU in het kader van de Health Check het landbouwbeleid opnieuw aangepast. Op voorstel van de Commissie is de EU verder gegaan op de weg die was ingeslagen in de Mid Term Review van 2003 met het doel het GLB verder te moderniseren en bij te sturen zodat de EU-landbouw beter in kan spelen op de groeiende vraag naar landbouwproducten. Het markt- en prijsbeleid wordt verder afgeslankt.

Artikel 68

Met het Health Check-akkoord is een zogenaamd artikel 68 geïntroduceerd waarmee een deel van de nationale enveloppe voor inkomenssteun kan worden herbestemd voor het stimuleren van bijvoorbeeld milieuvriendelijke landbouw, kwaliteitslandbouw en risicoverzekeringen. Van belang is daarbij dat gebruik van artikel 68 betekent dat de betreffende middelen behouden blijven in de eerste pijler. Afgesproken is dat het vanaf 2010 mogelijk wordt om artikel 68 toe te passen. Verschillende doelen, waaronder dierenwelzijnmaatregelen, kunnen met het nu gecreëerde artikel 68 worden gediend.

In 2011 hebben € 13,6 mln uitgaven plaatsgevonden in het kader van artikel 68. De wettelijke termijn voor uitbetaling is 30 juni 2011. Deze maatregelen worden in 2012 en 2013 voortgezet, aangevuld met maatregelen om diervriendelijke productiemethoden verder te stimuleren en maatregelen om precisielandbouw te bevorderen.

Zuivel

In 2011 zijn voor de zuivel in hoofdlijnen onderstaande aanpassingen doorgevoerd :

De interventiemechanismen voor boter en magere melkpoeder.

In de huidige regeling kan tegen vaste prijzen en voor een vastgestelde periode (1 maart tot en met 31 augustus) magere melkpoeder en boter ter interventie worden aangeboden tot max. 109 000 respectievelijk 30 000 ton (maxima voor de hele EU samen). Dit systeem kan (nadat voornoemde maximum hoeveelheden zijn aangeboden) aangevuld worden met interventie via een inschrijvingsprocedure waarbij het maximumprijsniveau niet het huidige interventieprijsiveau mag overschrijden.

In 2011 werd geen boter en geen magere melkpoeder uit de markt genomen. Er werd van de beschikbare voorraad melkpoeder bijna 14 000 ton verkocht. Aan het eind van het kalenderjaar was er nog ruim 3 500 ton in voorraad. Deze hoeveelheid is gereserveerdvoor toepassing van uitvoeringsverordening(EG)Nr.562/2011(financiële jaar 2012). Dit betreft de «minstbedeeldenregeling». Het melkpoeder zal worden overgedragen aan Italië (2750 ton), Slovenië (288 ton) en Finland (489 ton)

Particuliere opslagregeling voor boter

Particuliere opslag van boter is een regeling waarbij door natuurlijke of rechtspersonen met Dienst Regelingen contracten kunnen worden afgesloten om boter tijdelijk uit de markt te nemen en voor eigen rekening en risico op te slaan in vrieshuizen. De contractant ontvangt voor de opslag van Dienst Regelingen een vergoeding. Deze vergoeding bestaat uit een vast bedrag voor de inslag en uitslag én een bedrag per dag van opslag voor de opslagkosten (inclusief de rentekosten). De regeling kent een inslag- en uitslagperiode. Boter kan contractueel worden ingeslagen van 1 maart 2011 tot en met 15 augustus 2011. De uitslag kan plaatsvinden vanaf 16 augustus 2011 tot en met 29 februari 2012. In kalenderjaar 2011 werd bijna 30 000 ton boter ingeslagen en ruim 27 000 ton uitgeslagen. Van deze hoeveelheid heeft ruim 5 500 ton betrekking op boter die in 2010 (PO-regeling 2010/2011) werd ingeslagen. Aan het eind van het kalenderjaar was ruim 8 000 ton boter in de particuliere opslag aanwezig.

Afzetsteun voor melkeiwit

De steunmaatregel voor melkeiwit is door de goede marktsituatie in 2011 niet toegepast. De Europese Commissie heeft aangekondigd deze regeling per 2014 te willen beëindigen.

Melkquotering

Het besluit om de melkquotering te laten eindigen op 1 april 2015 is niet ter discussie gesteld. Wel heeft een aantal lidstaten informeel laten weten ook na 2015 een vorm van quotering te willen handhaven.

Door de quota jaarlijks uit te breiden wordt een zachte landing van het systeem bewerkstelligd. In het quotum jaar 2011/2012 is het melkquotum in Nederland met 1% verhoogd (116960 ton). Het totale quotum voor Nederland bedraagt daarmee 11 813 050 ton

Licence