Base description which applies to whole site

3.2 Verantwoording beleidsprioriteiten

In de ontwerpbegroting IXB 2012 zijn de beleidsprioriteiten van het kabinet op het terrein van het ministerie van Financiën voor 2012 gepresenteerd. In deze paragraaf is een tabel met toelichting opgenomen met daarin de prestaties die in 2012 zijn behaald.

Tabel beleidsprioriteiten
 

Beleidsprioriteit

Hoofddoelstelling

Prestaties in 2012

Hoofddoelstelling behaald

 

IXB

     

1

Houdbare financiering van beleidsprioriteiten

Het terugdringen van het overheidstekort en de overheidsschuld. Handhaven van de begrotingsregels

Het tekort is ten opzichte van 2011 verbeterd; de schuld is daarentegen ten opzichte van 2011 verder verslechterd. De begrotingsregels zijn gehandhaafd.

Deels

2

Sobere en effectieve EU-begroting

Begroting waarbij de afdrachten evenwichtiger en transparanter worden verdeeld.

Een beperkte stijging van de begroting mede dankzij de Nederlandse inzet.

Grotendeels

3

Centralisatie auditdiensten: op weg naar één auditdienst voor het Rijk

Eén effectieve en efficiënte Auditdienst.

Alle beoogde departementen die zouden aansluiten, zijn ook aangesloten.

Ja

4

Re-regulering van de financiële sector

Maatregelen die bevorderen dat activiteiten van financiële instellingen zich richten op het leveren van betrouwbare dienstverlening aan burgers en bedrijven.

Mede met het oog op de hoofddoelstelling is het Actieplan financiële sector opgesteld en naar de Kamer gestuurd. Deze is gerealiseerd, met uitzondering van MiFID (Markets in Financial Instruments Directive) waarover in Europa nog wordt onderhandeld (zie toelichting).

Grotendeels

5

Financieel beheer interventies financiële sector

Substantiële reductie van de belangen in de financiële sector waarbij gestreefd wordt naar het volledig terug verdienen van de publieke middelen.

Bij de meeste belangen is in 2012 voortgang geboekt met een verantwoorde exit. Belangrijke uitzondering betreft SNS.

Deels

6

Herstellen en bewaken stabiliteit eurozone

De Europese schuldencrisis heeft aanleiding gegeven tot wijziging en uitbreiding van afspraken omtrent economische beleidscoördinatie (o.a. versterkt Stabiliteits- en Groeipact).

In 2012 zijn de onderhandelingen voor het «two pack» in ver gevorderd stadium en de Nederlandse inzet voor de van Rompuy werkgroep is geformuleerd. Als sluitstuk van versterkte economische beleidscoördinatie in de Eurozone, kunnen de Europese noodmechanismen financiële steun verstrekken aan landen in nood onder strikte beleidscondities, in samenwerking met het IMF.

Deels

7

Fiscale Agenda

Een eenvoudiger, meer solide en fraudebestendiger belastingstelsel en tegelijkertijd het terugdringen van de administratieve lasten.

Een groot deel van de doelstellingen uit de Fiscale Agenda is inmiddels gerealiseerd.

De Fiscale Agenda blijft waar mogelijk leidraad voor toekomstig beleid. Zodra daartoe de mogelijkheid bestaat zal de realisering van deze doelstellingen (opnieuw) worden opgepakt.

Grotendeels

8

Digitale dienstverlening

Digitalisering is vanuit een oogpunt van eigentijdse en klantgerichte dienstverlening als van uit efficiency een speerpunt in het beleid.

Zichtbare ontwikkelingen zijn de Vooraf Ingevulde Aangifte (VIA) en de Versnelling Definitieve Aanslag (VDA). Andere ontwikkelingen zijn nog in de proeffase.

Ja

9

Fraudebestrijding

Belastingplichtigen moeten er op kunnen vertrouwen dat de overheid al het mogelijke doet iedereen aan zijn fiscale verplichtingen te laten voldoen

Resultaten zijn geboekt bij de aanpak van systeemfraude, onbekend buitenlands vermogen en carrouselfraude.

Ja

10

Verantwoord begroten

Een begrotingspresentatie die inzichtelijk maakt op welke resultaten een minister nu daadwerkelijk is aan te spreken en hoe het geld daartoe wordt ingezet.

Voor een deel zijn de begrotingstukken in 2012 overgegaan op Verantwoord Begroten. In 2013 wordt de invoering ervan afgerond.

Ja

Toelichting beleidsprioriteiten IXB

1. Houdbare financiering van beleidsprioriteiten

Het lichte herstel van de Nederlandse economie in 2010 en 2011 heeft zich afgelopen jaar niet doorgezet. In 2012 werd Nederland voor een derde keer in korte tijd geconfronteerd met economische krimp. Dit heeft een fikse weerslag op de overheidsfinanciën. Ten opzichte van 2011 is het EMU-saldo in 2012 weliswaar (licht) verbeterd, maar het EMU-saldo is met – 4,1 procent bbp in 2012 wel aanzienlijk achtergebleven bij het verwachte EMU-saldo van – 2,9 procent bbp ten tijde van de Miljoenennota 2012. De EMU-schuld is in 2012 uitgekomen op 71,2 procent bbp, dus ook de schuld is ten opzichte van de raming bij Miljoenennota 2012 (65 procent bbp) behoorlijk verslechterd.

Beleidsmatige conclusie

Het jaar 2012 werd gekenmerkt door een kabinetswisseling. De verslechtering van de Nederlandse economie heeft eraan bijgedragen dat de door het kabinet gestelde budgettaire doelstellingen slechts deels zijn gehaald. De budgettaire kaders zijn gehandhaafd, maar het is niet gelukt om reeds in 2012 een tekort te realiseren dat voldoet aan de eisen uit het Stabiliteit- en Groeipact. Daarentegen wordt het houdbaarheidstekort sterk geredresseerd door de maatregelen waartoe in 2012 is besloten in zowel het begrotings- als het regeerakkoord.

2. Sobere en effectieve EU-begroting

De minister van Financiën heeft zich in 2012 ingezet voor een sobere en effectieve EU-begroting. Mede dankzij de inspanningen van de minister van Financiën is de oorspronkelijke EU-begroting 2012 bevroren met slechts een beperkte inflatiecorrectie (+1,9%). Deze inzet heeft niet kunnen voorkomen dat de Europese Raad in 2012 alsnog een forse aanvullende begroting heeft aangenomen. Alleen Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Zweden stemden tegen. De minister van Financiën heeft eveneens actief tegen een sterke stijging van de begroting 2013 gepleit. De Europese Commissie wilde deze laten stijgen met 6,9% ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2012. Mede dankzij de inspanningen van de minister van Financiën is dit percentage fors naar beneden gebracht, naar +2,9%. Dit bleef nog onvoldoende voor de minister van Financiën om te kunnen instemmen. Tezamen met de minister president en de minister van Buitenlandse Zaken, heeft de minister van Financiën zich in 2012 ook ingezet voor een voor Nederland gunstige afronding van de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader, te weten een substantiële vermindering van de afdrachten en een moderne begroting. De onderhandelingen hebben in 2012 niet tot een akkoord geleid. De gezamenlijke inzet van de minister president, de minister van Financiën en de minister van Buitenlandse Zaken heeft wel een goede basis gecreëerd voor een voor Nederland gunstige afronding in 2013. Tijdens de Europese Raad van 7/8 februari jl. is dankzij deze inzet dan ook alsnog een akkoord bereikt. Nederland heeft daarin wederom een korting op de afdrachten weten te bedingen van ruim € 1 mld. Ook hebben de budgetten voor onderzoek en innovatie aan relatief belang gewonnen ten opzichte van de klassieke posten als landbouw- en cohesiebeleid. Voor een compleet overzicht van de resultaten wordt verwezen naar de Kamerbrieven.

Beleidsmatige conclusie

Mede dankzij de gedane inspanningen is de groei van de EU-begroting 2012 en 2013 binnen de perken gebleven en is een goede basis gecreëerd voor een sobere en effectieve EU-begroting voor de jaren 2014–2020.

3. Centralisatie auditdiensten: Op weg naar één auditdienst voor het Rijk

Met de start op 1 mei 2012 van de Auditdienst Rijk (ADR) is de verdere centralisatie van de auditfunctie een feit. De ADR heeft de krachten gebundeld van de auditdiensten van de ministeries van Buitenlandse Zaken, EL&I9, I&M, OCW, SZW en de Rijksauditdienst (Financiën). In de loop van 2013 gaan ook de auditdiensten van het ministerie van Veiligheid en Justitie en het ministerie van Defensie over naar de ADR.

Beleidsmatige conclusie

Door centralisatie van de auditfunctie kunnen de ministeries op een efficiëntere wijze worden gecontroleerd en wordt een bijdrage geleverd aan een kleinere en efficiëntere rijksdienst.

4. Re-regulering van de financiële sector

Activiteiten van financiële instellingen dienen zich te richten op het leveren van betrouwbare dienstverlening aan burgers en bedrijven. Mede met het oog daarop is in 2011 het Actieplan financiële sector opgesteld en naar de Kamer gestuurd10. Het Actieplan financiële sector behelst voor een belangrijk deel de uitvoering van aanbevelingen van de Tijdelijke Commissie Onderzoek Financieel Stelsel (TCOFS) van de Tweede Kamer. In 2012 is tweemaal gerapporteerd over de voortgang van de verschillende acties van het Actieplan en de aanbevelingen van de TCOFS11.

Het afgelopen jaar zijn de volgende resultaten geboekt met betrekking tot het Actieplan financiële sector (waarbij telkens de nummering van het Actieplan is weergegeven):

  • Met het oog op versterking van het toezicht is op 25 mei 2012 de Wet bijzondere maatregelen financiële ondernemingen in werking getreden (Stb. 2012, 241) waardoor het interventie-instrumentarium ten behoeve van banken in serieuze problemen voor DNB en de Minister van Financiën is verbeterd (nr. 1).

  • De invoering van de Wet aansprakelijkheidsbeperking DNB en AFM en bonusverbod staatsgesteunde ondernemingen met ingang van 1 juli 2012 (Stb. 2012, 265 en 289) moet ervoor zorgen dat de toezichthouders snel en doortastend kunnen reageren op plotselinge situaties op de financiële markten (nr. 5).

  • De Wet bankenbelasting is op 1 oktober 2012 in werking getreden (nr. 3).

  • Het conceptbesluit voor het depositogarantiefonds is voorgehangen bij de Tweede Kamer en behandeld (nr. 2).

  • Ten behoeve van het borgen van goed gedrag en een goede cultuur waarbij de klant centraal staat binnen financiële instellingen is in 2012 een wet tot stand gebracht op grond waarvan de verplichting tot het afleggen van een eed of belofte wordt ingevoerd voor personen bij financiële ondernemingen (nr. 4).

  • Daarnaast is door middel van de Wet tot introductie van de geschiktheidseis voor commissarissen de deskundigheidseis vervangen door een (ruimere) geschiktheidseis en is de doelgroep die onder de geschiktheidstoets valt verbreed (nr. 7).

  • Ten behoeve van een betere dienstverlening aan consumenten is in het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen een aantal belangrijke wijzigingen t.a.v. vakbekwaamheid in de financiële dienstverlening opgenomen (nr. 9).

  • Tot slot is de bekostigingssystematiek voor het toezicht op de financiële markten met ingang van 1 januari 2013 herzien (nr. 6) en is de aanscherping van de ken-uw-klant procedures verwerkt in de wet tot wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (nr. 8).

Met de implementatie van het Actieplan financiële sector is ook aan een belangrijk deel van de aanbevelingen van de TCOFS invulling gegeven.

Beleidsmatige conclusie

Het Actieplan financiële sector is – met uitzondering van MiFID, waarover in Europa nog wordt onderhandeld – gerealiseerd.

Er moet nog veel gebeuren om het vertrouwen in de financiële sector terug te winnen. De sector zelf heeft hierin een belangrijke verantwoordelijkheid. Waar nodig zal het Kabinet via wet- en regelgeving verdere sturing geven. In dit verband wordt verwezen naar de wetgevingsbrief die jaarlijks naar de Tweede Kamer wordt gestuurd.

5. Financieel beheer interventies financiële sector

Als gevolg van de kredietcrisis heeft de Staat steun verleend aan ING en SNS12 door middel van Core Tier 1 securities. Deze securities zijn destijds door de instellingen uitgegeven om hun kapitaalpositie te versterken. De minister van Financiën heeft in 2012 met ING afgesproken dat het nog openstaande deel van de Core Tier 1 securities zal worden afgelost. Dit zal geschieden door betalingen van ING van in totaal € 4,5 mld. verspreid over de periode 2012–2015 in tranches van € 1,125 mld. per jaar. In 2012 heeft ING de eerste tranche van € 1,125 mld. betaald.

Het onderzoek naar mogelijke verplichtingen met betrekking tot de overdracht van RFS Holdings B.V. aan de Stichting Administratiekantoor Beheer Financiële Instellingen (NLFI) is in 2012 afgerond. Daarom heeft het ministerie van Financiën de aandelen in RFS Holdings B.V. overgedragen aan NLFI tegen uitgifte van certificaten in het kapitaal van de onderneming. Daarnaast heeft de tijdelijke deelneming ABN AMRO in 2012 een schikking getroffen met Ageas (het voormalige Fortis België) en de Staat over een aantal geschillen die tussen de Staat en Ageas zijn ontstaan bij de verwerving door de Staat van de Nederlandse onderdelen van Fortis en ABN AMRO. Het gaat hierbij om de verrekening van financiële instrumenten (mandatory convertible securities, financieringsprefs van Fortis Capital Company), een bij de verkoop afgegeven vermogensgarantie en over niet-geleverde preferente aandelen in Fortis Bank Nederland (Holding) N.V.. Middels het treffen van de schikking is er een einde gekomen aan alle nog uitstaande geschillen tussen de Nederlandse Staat en Ageas over de overname van de Nederlandse activiteiten van de voormalige Fortis-groep door de Nederlandse Staat op 3 oktober 2008.

Illiquid Assets Back-up Facility (IABF)

Door (vervroegde) aflossingen en afboekingen (verliezen) is de omvang van de Residential Mortgage Backed Securities (RMBS) portefeuille in 2012 teruggelopen tot € 11,1 mld. De dollars die zijn binnengekomen zijn gebruikt om (versneld) te voldoen aan de verplichting aan ING. Als gevolg daarvan is de gegarandeerde waarde in 2012 teruggelopen tot € 7,7 mld. per ultimo 2012. De buffer in de transactie is sinds het aangaan van de transactie toegenomen van 10% tot 31,9% van de nominale omvang van de portefeuille per ultimo 2012. Dit is inclusief het resultaat over 2012.

Beleidsmatige conclusie

De belangen in de financiële sector die ten tijde van het begin van de financiële crisis zijn ontstaan zijn gereduceerd. De Staat heeft wel begin 2013 SNS genationaliseerd.

6. Herstellen en bewaken stabiliteit eurozone

In 2012 was het herstellen en bewaken van de financiële stabiliteit van de eurozone een topprioriteit. De Europese schuldencrisis heeft aanleiding gegeven tot wijziging en uitbreiding van afspraken omtrent economische beleidscoördinatie (o.a. versterkt Stabiliteits- en Groeipact). Het huidige kabinet heeft op 30 november een visie op de toekomst van de EMU naar de Kamer gestuurd, die voortbouwt op de EMU-visie van het vorige kabinet. De brief met daarin de visie van het kabinet op de toekomst van de EMU/EU gaat in op stappen die wat het kabinet betreft van belang zijn voor de toekomst van de EMU/EU. Dit zijn voor een belangrijk deel stappen waarvan de implementatie verder gaat dan het lopende jaar en dat een proces van meerdere jaren zal bestrijken en aandacht zal vragen (voor sommige beleidswensen in deze visie is ook unanimiteit onder de lidstaten noodzakelijk om deze uit te kunnen voeren).

Desalniettemin geldt dat sinds het bekend maken van de visie van het kabinet op de toekomst van de EMU/EU ook in 2012 essentiële en concrete stappen zijn gezet op gebieden als begrotingstoezicht en het verder ingrijpen in bevoegdheden van programmalanden. Een voorbeeld hiervan is de «two pack» verordeningen, die onder meer verdergaand toezicht en monitoring door de Commissie op eurolanden die zich niet aan de afspraken houden of problemen hebben met de financiële stabiliteit, mogelijk maken. In 2012 zijn de onderhandelingen over het two pack gevoerd in de Raad en tussen Raad en Europees Parlement. Dit resulteerde uiteindelijk in een politiek akkoord in februari 2013.

Daarnaast hebben de staatshoofden en regeringsleiders op 2 maart 2012 het verdrag inzake Stabiliteit, Coördinatie en Bestuur in de EMU ondertekend. Dit verdrag is inmiddels in werking getreden omdat de drempelwaarde van ratificatie door minimaal 12 eurolanden die hiervoor in het verdrag is afgesproken, op 1 januari 2013 is bereikt. Dit verdrag zorgt onder meer voor een verdere versterking van de handhaving van de afspraken van het Stabiliteits- en Groeipact doordat alle deelnemende landen zich eraan verplichten Commissievoorstellen en -aanbevelingen bij tekorten hoger dan 3% bbp over te nemen tenzij een gekwalificeerde meerderheid onder de lidstaten zich tegen een Commissievoorstel uitspreekt. Het Stabiliteitsverdrag is op 1 januari 2013 in werking getreden.

Als sluitstuk van versterkte economische beleidscoördinatie in de Eurozone, kunnen de Europese noodmechanismen financiële steun verstrekken aan landen in nood onder strikte beleidscondities, in samenwerking met het IMF. In 2012 hebben de lidstaten van de eurozone de ratificatie van het ESM-Verdrag voltooid en op 8 oktober 2012 is het ESM-Verdrag en daarmee het permanente noodfonds in werking getreden. De tijdelijke noodfondsen, EFSF en het EFSM, zullen blijven bestaan totdat de laatste lening is afgelost, maar verstrekken vanaf juli 2013 geen nieuwe leningen meer.

Het EFSF en EFSM hebben in 2012 financiële steun verstrekt aan Ierland, Portugal en Griekenland (alleen EFSF-steun voor Griekenland). Het ESM heeft financiële steun verleend aan Spanje in 2012.

In 2012 is Griekenland een nieuwe leningenprogramma met het EFSF en IMF overeengekomen. Het EFSF zal in de programmaperiode 2012–2014 circa € 145 mld. bijdragen, dit is inclusief het overgehevelde deel van het bilaterale leningenprogramma van de euro-lidstaten (GLF). In juni 2012 heeft Spanje een aanvraag gedaan voor steun van het EFSF/ESM voor bankenherstructurering en herkapitalisatie. Spanje heeft in 2012 in totaal € 39,5 mld. aan steun ontvangen vanuit het ESM. Daarnaast heeft Cyprus in juni 2012 een aanvraag gedaan voor financiële steun bij de voorzitter van de Eurogroep. Op 25 maart 2013 is er een akkoord gesloten over het leningenprogramma.

Beleidsmatige conclusie

Geen afwijking van de planning, echter volledige realisatie conform visiebrief van het huidige kabinet was eind 2012 niet gerealiseerd.

7. Fiscale Agenda

In 2012 heeft bij de voorbereiding en totstandkoming van de fiscale wetgeving de nadruk gelegen op het op orde brengen van de overheidsfinanciën, met name het bijdragen aan het terugdringen van het EMU-tekort tot (minder dan) 3%. Hierdoor is bijvoorbeeld het aantal kleine belastingen, waarvan in een eerder stadium was voorzien dat deze zouden worden afgeschaft, beperkt. Een voorbeeld is het voornemen uit de Fiscale Agenda om de belasting op alcoholvrije dranken af te schaffen. De opbrengst als gevolg van het handhaven van die belasting draagt bij aan het terugdringen van het EMU-tekort. Desondanks is een groot deel van de voor 2012 voorgenomen maatregelen gerealiseerd door middel van afgeronde en aanvaarde wetgeving die deels al in 2012 in werking is getreden en deels in 2013. Waar mogelijk zal de realisering van de doelstellingen uit de Fiscale Agenda prioriteit blijven houden. Ook zal bij de vaststelling van nieuw beleid worden getoetst of dit beleid of de uitwerking daarvan zich verhouden tot de doelstellingen die zijn verwoord in de Fiscale Agenda.

Beleidsmatige conclusie

Een groot deel van de doelstellingen uit de Fiscale Agenda is inmiddels gerealiseerd. De Fiscale Agenda blijft waar mogelijk leidraad voor toekomstig beleid. Zodra daartoe de mogelijkheid bestaat zal de realisering van deze doelstellingen (opnieuw) worden opgepakt.

8. Digitale dienstverlening

Zowel vanuit een oogpunt van een eigentijdse en klantgerichte dienstverlening aan burger en bedrijf als vanuit een oogpunt van efficiency is digitalisering een speerpunt in het beleid. Een aantal ontwikkelingen was in 2012 al zichtbaar, vooral voor de burger, andere ontwikkelingen bevonden zich het afgelopen jaar nog in de voorbereidende en proeffase. Zichtbare ontwikkelingen betroffen de VIA (vooraf ingevulde aangifte) en VDA (versnellen definitieve aanslag).

Bij de VIA werden in 2012 voor het eerst gegevens over hypotheken en lijfrenten vooringevuld. Deze door de banken en de verzekeraars aangeleverde gegevens zijn door de Belastingdienst verwerkt en geschikt gemaakt voor voorinvulling voor de burger. In dit eerste jaar van voorinvulling kon, vanwege het ontbreken van historie, maar een deel van de gegevens worden vooringevuld. Elk jaar wordt dat percentage hoger doordat de kwaliteit van de aanlevering en verwerking op basis van opgedane ervaringen beter wordt en meerjarige vergelijking van de aangiften toepassing van slimmere selectieregels mogelijk maakt.

Bij VDA hebben in 2012 bij wijze van proef 550.000 burgers en bedrijven voor het eerst direct een definitieve aanslag ontvangen, dus zonder een voorafgaande voorlopige aanslag. Bovendien zijn deze aanslagen opgelegd binnen de zogeheten garantietermijn (wie voor 1 april zijn aangifte indient, ontvangt voor 1 juli bericht). Voor de Belastingdienst brengt dit een besparing met zich mee (550.000 minder voorlopige aanslagen). In 2013 zal de proef worden uitgebreid naar ten minste 2,5 miljoen aanslagen.

De Belastingdienst wil op termijn de aanslagen digitaal beschikbaar stellen, waarbij de burger een melding krijgt dat er een bericht voor hem gereed staat. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van een generieke overheidsvoorziening, de Berichtenbox van www.mijnoverheid.nl. In 2012 zijn succesvolle proeven gedaan, waarbij eigen medewerkers van de Belastingdienst verschillende berichten in hun berichtenbox hebben ontvangen. Gewerkt wordt aan de voorbereiding van een landelijke uitrol eind 2013 bij de automatische continuering van toeslagenbeschikkingen.

Voor de communicatie tussen burger en Belastingdienst zijn portalen van belang. Bij Toeslagen kunnen burgers al gebruik maken van een portaal. Voor de belastingprocessen wordt gewerkt aan de realisatie van www.mijnbelastingdienst.nl. De voorbereidingen hiervan zijn zover gevorderd dat in 2013 pilots kunnen plaatsvinden met eigen medewerkers van de Belastingdienst.

Om deze ontwikkelingen ongestoord voortgang te doen vinden, moeten twee belangrijke randvoorwaarden worden vervuld: wetgeving om digitale communicatie te verankeren en een goed stelsel van authenticatie en autorisatie (e-IDstelsel). In het najaar van 2012 zijn de voorbereidingen voor wetgeving op dit terrein aangevangen. Om grootschalig, veilig gebruik van voorzieningen mogelijk te maken, wordt voortdurend gezocht naar hogere niveaus van beveiliging. In 2012 heeft de Belastingdienst samen met de beleidsverantwoordelijke departementen EZ en BZK gewerkt aan de invulling van een e-IDstelsel. Op basis daarvan kunnen publieke en private partijen aan de slag om software te ontwikkelen die aan burgers en bedrijven beschikbaar kan worden gesteld.

Beleidsmatige conclusie

De doelstellingen voor 2012 zijn nagenoeg volledig gerealiseerd. De ontwikkeling van digitale dienstverlening is een proces dat meerdere jaren vergt. Een aantal ontwikkelingen was in 2012 al concreet zichtbaar, zoals VIA en VDA, andere bevinden zich nog in de proeffase. De voor 2012 beoogde pilots met www.mijnbelastingdienst.nl vinden in 2013 plaats.

9. Fraudebestrijding

Fraudebestrijding heeft het hele verslagjaar hoog op de agenda van de Belastingdienst gestaan. Speerpunten in de uitvoering waren de aanpak van systeemfraude, onbekend buitenlands vermogen en de bestrijding van intracommunautaire btw-fraude (carrouselfraude).

Bestrijding van systeemfraude heeft een impuls gekregen door de maatregelen die in april 2011 zijn aangekondigd in de Fiscale agenda13. Onderdeel van de aanpak was de instelling van de zogeheten antifraudebox, waarin de uitvoering van de maatregelen tegen systeemfraude wordt gecoördineerd en waarin alle disciplines samenwerken (BelastingTelefoon, heffing, inning, toeslagen, centrale administratie, FIOD).

Over de resultaten van de bestrijding van de verschillende vormen van fraude is de Tweede Kamer tussentijds gerapporteerd bij de 10e Halfjaarsrapportage Belastingdienst mei 201214 en de 11e Halfjaarsrapportage Belastingdienst december 201215. In de toelichting hierna op artikel 1 wordt nader op deze resultaten ingegaan.

Beleidsmatige conclusie

Op de verschillende fraudeterreinen zijn concrete resultaten geboekt. Door de intensieve samenwerking binnen de Belastingdienst en met andere handhavingorganisaties worden fraudesituaties eerder ontdekt en ook voorkomen.

10. Verantwoord Begroten

Onder de naam Verantwoord Begroten hebben departementen bij de begrotingen over 2012 aanpassingen doorgevoerd in de begrotingspresentatie.

De kern van Verantwoord Begroten is dat er een duidelijke tweedeling wordt gemaakt tussen de apparaatsuitgaven en de programma-uitgaven en dat er meer inzicht wordt geboden in financiële instrumenten.

Zoals in september 2011 aangekondigd16 is dit proces met ingang van de begroting 2013 afgerond. De begrotingsstukken 2012 bevinden zich nog in een overgangssituatie.

In ieder geval zijn in alle begrotingen de apparaatsuitgaven opgenomen in een centraal apparaatsartikel en niet meer als integraal onderdeel van een beleidsartikel. De verantwoording 2012 over het centraal apparaatsartikel is dus over alle begrotingen conform Verantwoord Begroten. In enkele begrotingen over 2012 is de indeling binnen de beleidsartikelen al veranderd17 waardoor de Tweede Kamer al een eerste beeld heeft gekregen van de resultaten van de veranderde begrotingspresentatie. Per begroting 2013 zijn alle begrotingen volledig volgens Verantwoord Begroten ingericht waardoor de verantwoording over 2013 een eerst volledig beeld zal geven conform Verantwoord Begroten.

Beleidsmatige conclusie

Verantwoord begroten stelt de Kamer uiteindelijk beter in staat om te bepalen op welke resultaten een minister nu daadwerkelijk is aan te spreken en biedt meer financiële informatie ten behoeve van het uitoefenen van het budgetrecht van de Kamer.

Realisatie beleidsdoorlichtingen
 

Realisatie

Toelichting

Artikel

2010

2011

2012

 

1. Belastingen

       

Het genereren van inkomsten voor de financiering van overheidsbeleid. Solide, eenvoudige en fraudebestendige fiscale wet- en regelgeving is hiervoor de basis. Doeltreffende en doelmatige uitvoering van die wet- en regelgeving zorgen er voor dat burgers en bedrijven bereid zijn hun wettelijke verplichtingen ten aanzien van de Belastingdienst na te komen (compliance).

v

   

Kamerstukken II 2010/2011, 31 066, nr. 98

         

2. Financiële Markten

       

Randvoorwaarden te creëren die een integer en stabiel systeem bevorderen en er toe bijdragen dat de activiteiten van financiële instellingen gericht zijn op het leveren van betrouwbare dienstverlening aan burgers en bedrijven

 

v

 

Kamerstukken II 2010/2011, 32 013, nr. 16

         

3. Financieringen

       

Optimaal financieel resultaat bij de realisatie van publieke doelen bij investeren in en verwerven, afstoten en beheren van de financiële en materiële activa van de Staat.

   

v

«samengevoegd» met het IBO-onderzoek

         

4. Internationale Financiële Betrekkingen

       

Een bijdrage leveren aan een gezond en welvarend Europa en een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling.

v

   

Kamerstukken 2009/2010, 31 935, nr. 5

         

5. Export Krediet Verzekering 1

       

Het bieden van mogelijkheden voor verzekering van betalingsrisico’s die zijn verbonden aan export en investeringen in het buitenland, in aanvulling op de markt, en het creëren en handhaven van een gelijkwaardig speelveld voor bedrijven op dit vlak.

       
         

6. BTW-compensatiefonds

       

Gemeenten, provincies en Wgr-plusregio’s hebben de mogelijkheid om een evenwichtige keuze te maken tussen in- en uitbesteding. De btw speelt hierin geen rol.

v

   

Kamerstukken II 2009/10, 31 935, nr. 7

         

7. Beheer Materiële Activa

       

Een optimaal financieel resultaat bij het verwerven, beheren, ontwikkelen en afstoten van materiële activa van/voor het Rijk ten behoeve van de realisatie van rijksdoelstellingen.

v

 

v

Verschoven naar eerste kwartaal 2013

         

8. Centraal apparaatsartikel

       

Financieel en Economisch beleid van de overheid

v

   

Kamerstukken II 2009/10, 31 123. nr. 52, bijlage 59 6922

Projectdirectie Vastgoed

 

v

 

Uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst

1

De laatste doorlichting heeft in 2008/2009 plaatsgevonden. De eerstvolgende beleidsdoorlichting van artikel 5 staat voor 2014 gepland.

Toelichting:

3. Financieringen

Voor het jaar 2012 stonden in de begroting een tweetal beleidsdoorlichtingen gepland. De beleidsdoorlichting voor de Staatdeelnemingen (art. 3) is vanwege de samenloop met het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) «samengevoegd». De resultaten hiervan worden, naar verwachting, in het voorjaar naar de Kamer gestuurd.

7. Beheer Materiële Activa

In verband met de bij artikel 7 geschetste ontwikkelingen is besloten om de in de begrotingen voor 2012 en 2013 genoemde doorlichting m.b.t. «een optimaal financieel resultaat bij het verwerven, beheren, ontwikkelen en afstoten van materiële activa van/voor het Rijk ten behoeve van de realisatie van rijksdoelstellingen» voorlopig aan te houden.

De in de begroting 2011, het begrotingsjaarverslag 2011 en de begroting 2013 genoemde doorlichting m.b.t. het «efficiënt beheren en vervreemden van onroerende zaken van het rijk» gaat feitelijk op in de hierboven genoemde doorlichting met betrekking tot «een optimaal financieel resultaat bij het verwerven, beheren, ontwikkelen en afstoten van materiële activa van/voor het Rijk ten behoeve van de realisatie van rijksdoelstellingen» en komt daarom (als aparte doorlichting) te vervallen.

9

Door het tweede kabinet Rutte werd besloten om voor dit ministerie per november 2012 de naam «Ministerie van Economische Zaken» te gebruiken.

10

Kamerstukken II 2010/11, 31 980, nr. 38

11

Kamerstukken II 2011/12, 31 980, nr. 72 en Kamerstukken II 2011/12, 32 545, nr. 10

12

SNS is op 1 februari 2013 genationaliseerd.

13

Kamerstukken II, 2010/11, 32 740, nr. 1

14

Kamerstukken II, 2011/12, 31 066, nr. 131

15

Kamerstukken II, 2012/13, 31 066, nr. 154

16

Kamerstukken II, 2010/11, 31 865, nr. 34

17

Bijlage bij Kamerstukken II, 2010/11, 31 865, nr. 29

Licence