Base description which applies to whole site

21 CONTRATERRORISME- EN NATIONAAL VEILIGHEIDSBELEID

Realisatie begrotingsuitgaven Veiligheid en Justitie € 11.467,3 miljoen art. 21 Contraterrorisme- en nationaal veiligheidsbeleid 0,7 %

Realisatie begrotingsuitgaven Veiligheid en Justitie € 11.467,3 miljoen art. 21 Contraterrorisme- en nationaal veiligheidsbeleid 0,7 %

Algemene doelstelling

Het voorkomen van en prepareren op dreigingen tegen de nationale veiligheid en zorgen dat burgers, bedrijfsleven en overheidsorganisaties goed voorbereid zijn op mogelijke crises.

Doelbereiking en maatschappelijke effecten

Om meer robuust de weerbaarheid van Nederland te kunnen versterken, zijn in 2012 drie bestaande organisatieonderdelen met taken op gebied van nationale veiligheid samengevoegd tot één Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). Met de ontwikkelde producten is in 2012 de weerbaarheid tegen extremisme, terrorisme en andere bedreigingen van de nationale veiligheid versterkt, evenals de preparatie op calamiteiten. Zo is geïnvesteerd in oefeningen en opleidingen en zijn burgers en bedrijfsleven door voorlichtingscampagnes zich meer bewust geworden van hun eigen verantwoordelijkheid in het kader van de nationale veiligheid en de risico’s die aan de orde zijn.

Externe factoren

De belangrijke voorwaarde voor het realiseren van een samenleving waarin de burgers en bedrijven goed worden beschermd tegen grootschalige dreigingen is de steun, inzet en samenwerking van en tussen de partners in veiligheid.

De verwevenheid van ICT in de hele samenleving zorgt er bovendien voor dat publiek-private, civiel-militaire en (inter)nationale samenwerking noodzakelijk is om de digitale veiligheid te verhogen. Deze samenwerking is nodig op alle aspecten van de cyber veiligheidsketen. Deze onderdelen zijn: awareness, verhogen van de weerbaarheid, de mogelijkheden om te detecteren, vroegtijdig alerteren, adequate respons en crisisbeheersing, opsporing en vervolging. Iedere partner (publiek en privaat) heeft hierin zijn eigen rol en verantwoordelijkheden. Door te investeren in samenwerking in de gehele cyberketen ontstaat synergie.

Voor wat contra-terrorisme (CT) betreft heeft de in 2011 geformuleerde CT-strategie een versterking van de samenwerking tussen diverse organisaties en diensten op dit domein gerealiseerd. De voortgang is mede afhankelijk van de diverse samenwerkingspartners, zoals politie en AIVD, en staat onder coördinatie van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid. De gezamenlijke voortgangsbesprekingen bieden een structuur voor diepgaander overleg, uitwisseling van expertise en nauwere samenwerking.

Realisatie meetbare gegevens bij de algemene doelstelling

De maatschappelijke effecten in het kader van crisisbeleid en terrorismebestrijding laten zich door het grote aantal activiteiten en instrumenten en de afhankelijkheid van derden bij de realisatie van de doelstellingen niet in kwantitatieve maar kwalitatieve termen uitdrukken.

Budgettaire gevolgen van beleid x € 1.000
           

Realisatie

Begroting

Verschil

   

2008

2009

2010

2011

2012

2012

 

Verplichtingen

0

0

90.680

59.107

63.248

55.406

7.842

                 

Apparaatsuitgaven

             

21.4.1

NCTb

       

22.415

10.615

11.800

               

Programmauitgaven

0

0

85.415

70.217

51.507

44.791

6.716

                 

21.1

Nationale veiligheid

0

0

19.409

4.621

9.906

9.763

143

21.1.1

Nationale veiligheid

0

0

19.409

4.621

9.906

9.763

143

                 

21.2

Nationaal CrisisCentrum

0

0

19.217

19.535

9.785

8.349

1.436

21.2.1

Nationale veiligheid

0

0

19.217

19.535

9.785

8.349

1.436

                 

21.3

Onderzoeksraad voor veiligheid

0

0

9.415

11.587

11.380

11.175

205

21.3.1

Nationale veiligheid

0

0

9.415

11.587

11.380

11.175

205

                 

21.4

Terrorismebestrijding

0

0

37.374

34.474

20.436

15.504

4.932

21.4.1

NCTb

0

0

37.374

34.474

20.436

15.504

4.932

                 

Ontvangsten

0

0

134

1.427

262

262

Toelichting

Uitgaven

21.4.1 Apparaatsuitgaven NCTb:

Naar aanleiding van de departementale herschikking zijn de apparaatsuitgaven van de organisatie- onderdelen die van BZK zijn overkomen tijdelijk op dit artikel verantwoord. Hierdoor is een bedrag van € 11,8 mln. aanvullend verantwoord op dit artikel.

21.4.1 Programmauitgaven Terrorismebestrijding:

Er is een bedrag van € 2,4 mln. meer uitgegeven ten behoeve van de realisatie van de rijkscrisisuitwijk. Daarnaast is een bedrag van € 2,4 mln. meer uitgegeven voor investeringen op het gebied van beveiliging.

Operationele doelstelling 21.1

Het systematisch identificeren en beoordelen van mogelijke dreigingen op de nationale veiligheid en het in kaart brengen en waar nodig versterken van de strategische capaciteiten die nodig zijn om de dreigingen op de nationale veiligheid te voorkomen dan wel om er mee om te gaan.

Doelbereiking

De werkwijze van de Strategie Nationale Veiligheid heeft het mogelijk gemaakt om een breed en divers palet aan mogelijke risico’s in kaart te brengen en onderling te vergelijken. Op basis daarvan zijn keuzes gemaakt voor de te nemen maatregelen om gericht de capaciteiten te versterken die nodig zijn om de dreigingen op de nationale veiligheid te voorkomen.

Instrumenten

Identificeren van dreigingen en versterken van capaciteiten

De Nationale Risicobeoordeling (NRB) is ook in 2012 uitgevoerd door het analistennetwerk; een netwerk van kennisinstellingen en inlichtingendiensten. Op basis van de uitkomsten van de NRB is inzichtelijk gemaakt waar en hoe concreet versterking van de weerbaarheid van Nederland (capaciteiten) moet plaats vinden. Dit gebeurde in samenwerking met bedrijfsleven, medeoverheden, operationele partners, maatschappelijke organisaties en internationale partners.

In de voortgangsbrief Nationale Veiligheid (TK 2011–2012. 30 821 nr. 16) zijn de belangrijkste uitkomsten van de NRB toegelicht en is aangegeven welke capaciteiten zouden kunnen worden versterkt om de kans en impact van dreigingen voor de nationale veiligheid te verminderen. Het kabinet heeft ervoor gekozen om te investeren in:

  • Het vermogen om (potentiële) sociale calamiteiten effectief te beheersen. Zo is er een team beschikbaar dat in bijzondere gevallen van maatschappelijke onrust gemeenten kan ondersteunen bij de aanpak.

  • Vergroten weerbaarheid tegen gevolgen satellietuitval door zonnestorm. Zo is gestart met het inrichten van een alarmeringsfunctionaliteit om tijdig te kunnen waarschuwen voor zonnestormen. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu rapporteert hier verder over.

  • Versterken van detectie van aanvallen op netwerken en informatiesystemen. Nader uitwerken van de aanpak van eenlingen. Dit is onder andere gebeurd door het trainen van eerstelijnsprofessionals om signalen te herkennen en te duiden.

  • Het vermogen om internationaal de nationale veiligheidsbelangen te beschermen. Daartoe richten de Ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie samen met VenJ een strategische monitorfunctie in, die tevens wordt gekoppeld aan de NRB om stelselmatig de ontwikkelingen in de wereld en de implicaties daarvan op de nationale veiligheid in kaart brengen.

Nafase

Het project nafase is in 2012 afgerond met de eindrapportage «Richting geven aan de laatste schakel: de nafase». In het Instellingsbesluit ministeriële commissie Crisisbeheersing (Stct. 2012 nr. 9310) is de nafase verankerd; de procedure ten aanzien van de nafase wordt opgenomen in het Nationaal Handboek Crisisbesluitvorming en in een draaiboek voor de nafase.

Verhogen weerbaarheid tegen spionage

Om de weerbaarheid tegen spionage bij de (rijks)overheid en het bedrijfsleven te vergroten is medio 2012 de e-learning module aan relevante sectoren beschikbaar gesteld, die onder andere kan worden gebruikt als middel om alertheid te verhogen. Daarnaast heeft de Minister van Veiligheid en Justitie de Inspectie Veiligheid en Justitie verzocht om in samenwerking met de rijksinspecties een specifiek onderzoek te verrichten naar de voortgang van weerbaarheidsverhoging tegen spionage binnen de rijksoverheid. Dit onderzoek is van start gegaan; de resultaten worden begin 2013 verwacht.

Nationale cyber security strategie (NCSS)

In 2012 is door middel van publiek-private, civiel-militaire en (inter)nationale samenwerking het fundament gelegd voor een integrale Nederlandse cyber security aanpak. Enkele van de in 2012 gerealiseerde resultaten zijn:

  • Het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) is begin 2012 opgericht. Het NCSC is hét centrum waar publieke en private partijen en wetenschap samen werken aan een veiliger digitale samenleving. Dit heeft in 2012 geresulteerd in het afhandelen van 364 incidenten en de publicatie van 1.516 beveiligingsadviezen.

  • Er is een leidraad gepubliceerd voor (vitale) organisaties en overheden. Deze kunnen daarmee een beleid vaststellen voor het op verantwoorde wijze openbaar maken van ICT-kwetsbaarheden in informatiesystemen en softwareproducten.

  • Er is een traject gestart om een 24/7 nationaal detectie- en responsnetwerk op te richten dat in 2014 operationeel moet zijn. Hierdoor kunnen aanvallen en incidenten eerder en beter worden gesignaleerd en bestreden.

  • In 2012 is een Friends of the Presidency werkgroep opgericht waar Nederland aan deelneemt. Deze horizontale werkgroep adviseert de Europese Commissie over onder meer de EU cyber security strategie die in 2013 wordt gepubliceerd.

Evaluaties incidenten

Naar aanleiding van onder andere de evaluatierapporten van de Inspectie Veiligheid en Justitie en van de Onderzoeksraad voor Veiligheid met betrekking tot de brand in Moerdijk zijn verbeterpunten opgepakt. Deze hebben onder meer geleid tot de onder operationele doelstelling 21.2 beschreven afspraken. Verder zijn de gehouden oefeningen geëvalueerd.

Operationele doelstelling 21.2

Een effectieve nationale crisisresponsorganisatie voor de aansturing van crisisbeheersing.

Doelbereiking

Bij (bovenregionale) rampen en crises mag geen discussie ontstaan over wie de leiding heeft, wie informeert en op welke wijze wie met de bevolking communiceert en met welke boodschap. Het gaat om het gezamenlijk optreden van alle betrokken overheden dat leidt tot samenhangende crisisbeheersing. In 2012 zijn hierover – mede naar aanleiding van de ervaringen tijdens de brand bij het bedrijf Chemiepack in Moerdijk – afspraken gemaakt tussen rijksoverheid en de veiligheidsregio’s.

Herinrichting van de rijkscrisisstructuur

Instrumenten

De activiteiten van het herinrichtingstraject rijkscrisisstructuur zijn in 2012 beëindigd met de oplevering van het ICT instrument «informatieknooppunt». Het functioneren en zo nodig verder verbeteren van de rijkscrisisstructuur heeft de voortdurende aandacht.

Interdepartementaal informatieknooppunt

Het webportaal van het interdepartementale informatieknooppunt is opgeleverd in november 2012. De koppeling van de bestaande crisismanagementsystemen wordt in 2013 gerealiseerd.

Opleiden en oefenen

Voor de professionalisering van medewerkers binnen de nationale crisisorganisatie zijn door de academie van het Nationaal Crisis Centrum (NCC) verschillende leerprogramma’s ontwikkeld en gebundeld. Daarnaast zijn verschillende (bestuurlijke) oefeningen gehouden om het werken binnen de nationale crisisbesluitvormingsstructuur op departementaal en interdepartementaal niveau te oefenen. Ook is in samenwerking met een groot aantal partijen, waaronder veiligheidsregio’s en ministeries, de aanpak van een grootschalige natuurbrand beoefend, gebaseerd op de scenario’s uit de Nationale Risicobeoordeling. De uitkomsten van de evaluatie worden in het voorjaar van 2013 aangeboden aan de Tweede Kamer.

Bovenregionale samenwerking

Samen met het Veiligheidsberaad en de andere ministeries is in 2012 uitgewerkt hoe de bovenregionale samenwerking op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing kan worden verbeterd. De uitkomsten zijn in december 2012 opgeleverd en worden in 2013 geïmplementeerd. De voorstellen die op korte termijn gerealiseerd kunnen worden betreffen ondermeer verduidelijking van leiding en coördinatie in de aansturing en bevelvoering bij rampen en crises, eenduidigheid in de crisiscommunicatie en helderheid over de rol van de rijksoverheid.

Crisiscommunicatie

Om de crisiscommunicatie te professionaliseren is in 2012 onder andere het Nationaal Kernteam Crisiscommunicatie (NKC) opgericht. Hierdoor kan de crisiscommunicatie van de rijksoverheid sneller en eenduidiger opgepakt worden tijdens een crisis. Eerste stappen zijn gezet voor een bovenregionale crisiscommunicatiepool, te realiseren per 1 oktober 2013.

Verder is:

  • in juni 2012 de nieuwe website www.crisis.nl opgeleverd;

  • in 2012 gestart met het maken van omgevingsanalyses op basis van (onder andere) social media en is het NCC toegerust om zelf social media in te zetten;

  • de awareness-campagne Alert Online gerealiseerd.

Crisisplannen en Nationaal Handboek Crisisbesluitvorming

In het traject Crisisstructuur op Rijksniveau zijn in een samenwerking tussen de verschillende ministeries twee specifieke crisisplannen opgesteld, een crisisplan ICT-uitval en een crisisplan natuurbranden. In mei 2012 is het nieuwe instellingsbesluit ministeriële commissie Crisisbeheersing (MCCb) 2012 in werking getreden (Stct. 2012, 9310). De commissie is belast met de coördinatie van intersectorale crisisbeheersing en besluitvorming over de samenhangende aanpak daarvan. De MCCb is ingesteld om meer slagkracht en eenduidigheid te creëren bij crisisbesluitvorming op nationaal niveau. In interdepartementaal verband is – mede op basis van het nieuwe besluit MCCb – gewerkt aan een grondige herziening van het Nationaal Handboek Crisisbesluitvorming uit 2009. Deze is na verwerking van de uitkomsten van het project Bovenregionale Samenwerking, begin 2013 gereed.

NL – Alert

Het systeem voor rampen- en crisisinformatie per mobiele telefoon – NL-Alert – is in 2012 met een grote publiekscampagne opgeleverd.

Operationele doelstelling 21.3

Wegnemen van structurele veiligheidstekorten binnen het Koninkrijk door de uitvoering van onafhankelijk onderzoek naar ernstige ongevallen, rampen of dreiging daartoe.

Doelbereiking

De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) fungeert als onafhankelijk onderzoeksorgaan, dat op eigen gezag kan besluiten tot het doen van onderzoek naar de oorzaak van (ernstige) ongevallen en rampen of een dreiging daartoe. De aanbevelingen van de OVV zijn gericht aan overheden en bedrijfsleven om een bijdrage te leveren aan het vergroten van de structurele veiligheid binnen het Koninkrijk.

In de praktijk is de OVV actief binnen de sectoren: luchtvaart, scheepvaart, railverkeer, wegverkeer, defensie, gezondheid van mens en dier, industrie, buisleidingen en netwerken, bouw en dienstverlening, water en crisisbeheersing en hulpverlening.

Realisatie meetbare gegevens bij de operationele doelstelling

De werkzaamheden van de raad zijn gekoppeld aan het zich voordoen van een voorval of een reeks van voorvallen. De minister heeft een toezichthoudende rol als het gaat om de bij algemene maatregel van rijksbestuur of algemene maatregel van bestuur aangewezen voorvallen verplicht te onderzoeken.

De onderzoeken die zijn gedaan in 2012 zijn te vinden op www.onderzoeksraad.nl.

Operationele doelstelling 21.4

Het risico op en de vrees voor terroristische aanslagen in Nederland zo veel mogelijk verkleinen, alsmede het op voorhand beperken van schade als gevolg van een mogelijke aanslag.

Doelbereiking

In Nederland zijn ruim twintig instanties betrokken bij de bestrijding van terrorisme. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) heeft coördinatie, samenwerking en afstemming van beleid en uitvoering tussen deze organisaties gerealiseerd. Om dit te bereiken heeft de NCTV onder meer de instrumenten ontwikkeld en aan de partners ter beschikking gesteld.

Instrumenten

De instrumenten die zijn ingezet ten behoeve van terrorismebestrijding in Nederland zijn onder te verdelen in vijf pijlers, zoals verwoord in de Nationale Contraterrorismestrategie 2011–2015 (TK 29 754, nr. 203, vergaderjaar 2010–2011). Het gaat om de pijlers «verwerven», «voorkomen», «verdedigen», «voorbereiden» en «vervolgen». De werkzaamheden van de NCTV vallen binnen de eerste vier pijlers. Het opsporen en vervolgen van verdachten van terroristische handelingen gebeurde door de opsporingsdiensten, onder gezag van het OM.

Verwerven

Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland

Evenals in andere jaren is in 2012 viermaal het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) uitgebracht. Het DTN fungeert als inhoudelijke basis voor het contraterrorismebeleid en stelt de NCTV en zijn samenwerkingspartners in staat beleidsmatig en operationeel snel in te spelen op nieuwe ontwikkelingen.

Ook is het tweede Cyber Security Beeld Nederland (CSBN) gepubliceerd. Deze publicatie geeft een integraal dreigingsbeeld op het gebied van cyber security.

Voorkomen

Gewelddadig extremisme en reisbewegingen

Aangezien de dreigingsimpact van een terroristische aanslag of een extremistische daad zeer hoog is, is goede signalering en interventie belangrijk. Om deze reden ondersteunt de NCTV de (lokale) partners, zoals gemeenten, politie, hulpverlenings-instanties, gevangenissen, reclassering, bij het versterken van de benodigde kennis, kunde, en interventiemogelijkheden van betrokken organisaties, etc. Om dit doel te bereiken, zijn het afgelopen jaar een aantal producten/instrumenten ontwikkeld en ingezet, zoals:

  • Simulatiespel «Terrorismebestrijding op lokaal niveau», met als doel de informatiedeling, samenwerking en interventiemogelijkheden van de ketenpartners te verbeteren.

  • Informatiekaart, die partners in de bredere CT-keten inzicht biedt in de complexe informatiestromen rondom detectie.

  • Training signaleren radicalisering aan gemengde groepen van eerstelijns-professionals.

  • Training in herkennen van potentieel gewelddadige eenlingen (PGE) aan gemengde groepen van eerstelijns-professionals.

  • Handelingskader polarisatie en radicalisering.

Het afgelopen jaar zijn de instrumenten en deskundige professionals enkele tientallen malen – in samenspraak met lokale autoriteiten – ingezet, zowel bij vermoedens van radicalisering van islamitische signatuur als van extreemrechts. Er is vooral ingezet op het versterken van de integrale samenwerkingsverbanden, waar (politie)professionele invalshoeken worden aangevuld met een bestuurlijke aanpak van gemeentelijke instanties (bestuur, jeugdhulpverlening etc.) – zowel waar het gaat om detectie- als om interventiemogelijkheden.

Counter narrative

Nederland heeft zich ingezet tegen de verspreiding van jihadistische propaganda en voor de beperking van het effect van het jihadistisch discours. Dit gebeurde door in samenhang met de inzet van internationale partners tegengeluiden («counter narratives») te stimuleren. Daarnaast is nationaal en internationaal bestaand counternarrative materiaal verzameld, uitgewisseld en besproken.

Internet

In het Clean IT-project hebben overheden, IT-bedrijven en non-gouvernementele organisaties in 2012 algemene beginselen geformuleerd en best practices geïnventariseerd voor het monitoren en zo veel mogelijk tegengaan van misbruik van internet voor terroristische doeleinden. Het project wordt begin 2013 afgerond.

Beveiliging burgerluchtvaart – PNR

In april 2012 bereikte de JBZ Raad een «general approach» op basis waarvan de Raad gaat onderhandelen met het Europees Parlement (EP). Momenteel bepaalt het EP haar standpunt. Daarna worden de onderhandelingen tussen Raad, EP en Commissie gestart.

Verdedigen

Herkenning digitale informatie en fingerprinting

In 2012 zijn technieken ontwikkeld waarmee diensten uit de sector Openbare Orde en Veiligheid sneller en efficiënter relevante informatie kunnen detecteren in de digitale wereld. De ontwikkelde software applicaties zijn in gebruik genomen door het Internet Recherche Netwerk, een snel groeiend en innovatief computernetwerk waarmee opsporingsambtenaren aan internetsurveillance, -recherche, en -monitoring kunnen doen.

Bewaken en beveiligen – geradicaliseerde eenlingen

In het afgelopen jaar zijn diverse initiatieven genomen om de risico’s van potentieel gewelddadige eenlingen (PGE) te verkleinen. Er zijn verschillende wetenschappelijke onderzoeken gestart om meer zicht te krijgen op de achtergronden van het fenomeen: systeemhaat in relatie tot complottheorieën, neurobiologisch onderzoek naar de werking van het fight, flight or freeze-mechanisme, de bruikbaarheid van risicotaxatiemodellen en een evaluatie van het Project Dreigings Management (PDM) voor dreigers in het Rijksdomein. Ook zijn stappen gezet om de toegang tot geweldsmiddelen door PGE’en te bemoeilijken, onder meer door aan te sluiten bij initiatieven om het toezicht op de afgifte van wapenverloven te versterken en het herkennen van afwijkend- en risicogedrag van aanstaande en bestaande leden door schietverenigingen.

CBRN en zelfgemaakte explosieven (CBRN/E)

In 2012 is met het nationale CBRN/E programma, dat is gericht op het (doen) voorkomen van, effectief optreden tegen en/of beperken van de gevolgen van incidenten of (terroristische) aanslagen met chemische, biologische, radiologische of nucleaire middelen en/of (zelfgemaakte) explosieven (CBRN/E), onder meer het volgende gerealiseerd:

  • verhoging van de weerstand van instellingen met CBRN middelen (onderzoeksinstellingen, ziekenhuizen, laboratoria);

  • implementatie van de Nationale Strategie ter Voorkoming Misbruik Explosieven (2011–2015); Deze strategie is begin 2012 vastgesteld door het kabinet en beschrijft de NCTV, MinI&M, AIVD, MIVD, de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD), de Joint Taskforce Counter-IED, de politie, het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en andere publieke en private partijen (producenten, distributie, detailhandel, koepelorganisaties) die samenwerken om aanslagen met zelfgemaakte explosieven te voorkomen.

  • start implementatie van de EU verordening ter voorkoming misbruik precursoren voor explosieven (COM(2010)473) door Agentschap NL;

  • alle ketenpartners zijn in 2012 aangesloten op het nationale Bom Data Systeem;

  • Nederland heeft de organisatie van het gerenommeerde International Symposium Security and Analysis Explosives 2013 (ISADE2013) toegewezen gekregen;

  • de nucleaire sector is (wettelijk) verplicht zich te beveiligen tegen (vertrouwelijke) referentiedreigingen. In 2012 is hier een uitwerking voor cybersecurity voor opgesteld.

  • Nederland heeft in 2012 mede uitvoering gegeven aan het initiatief van het CBRN Centres of Excellence van de Europese Unie dat leidt tot verbetering van beveiliging van laboratoria en vergroting van het bewustzijn over mogelijke dual use-toepassingen en het risico op misbruik in biotechnologie.

  • Verder is in 2012 gestart met de voorbereidingen op de Nuclear Security Summit 2014, en heeft in dat kader onder andere de jaarlijkse grote internationale CBRN/E oefening @tomic2012 in Nederland plaatsgevonden.

Voorbereiden

Security awareness and performance

In 2012 zijn diverse e-learning modules en een serious game ontwikkeld, waaronder een film en e-learningmodule op het terrein van cyber security awareness. Een aantal onaangekondigde realistische fysieke- en cybertesten («red teaming») is bij een aantal vitale objecten uitgevoerd. De eventuele kwetsbaarheden en beperkingen worden gedeeld in een zogenoemde trusted community, waardoor de lessen uit één oefening een zo groot mogelijk bereik krijgen. Ook heeft in 2012 wederom een bijeenkomst over security awareness plaatsgevonden met CEO’s van bedrijven en instellingen die een vitale functie hebben in de Nederlandse samenleving.

Alertering

Het Alerteringssysteem Terrorismebestrijding (ATb) waarschuwt zowel decentrale als centrale operationele diensten alsmede bedrijfssectoren in geval van een verhoogde dreiging of bij een concrete aanslag. In 2012 is het systeem diverse malen beoefend om de werking te testen. Daarnaast is het systeem en het netwerk in overleg met de sectoren en ketenpartners verder ontwikkeld waarbij recente ontwikkelingen (bijvoorbeeld op gebied van de Veiligheidsregio’s) verder geoperationaliseerd zijn.

Licence