Base description which applies to whole site

JAARVERANTWOORDING BATEN-LASTENAGENTSCHAP PER 31 DECEMBER 2013

Het Centrum tot Bevordering van de Import (CBI) uit ontwikkelingslanden is sinds 1 januari 1998 een baten-lastenagentschap van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De hoofddoelstelling is het verrichten van diensten die de concurrentiepositie van exporteurs in ontwikkelingslanden op de internationale en met name de Europese markt helpt versterkten. Het agentschap CBI draagt bij aan het realiseren van de operationele doelstelling 4.3: «Nederland draagt bij aan ontwikkeling van de private sector die leidt tot duurzame economische groei en die bijdraagt aan verbetering van de uitgangspositie van de armen».

Staat van baten en lasten van de baten-lastenagentschap (Bedragen x EUR 1.000)

Omschrijving

(1)

Oorspronkelijk vastgestelde begroting 2013

(2)

Realisatie 2013

(3)=(2)-(1)

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting 2013

(4)

Realisatie 2012

Baten

       

Omzet moederdepartement

29.512

25.520

– 3.992

21.158

Omzet overige departementen

0

0

0

0

Omzet derden

2.685

1.424

– 1.261

386

Rentebaten

0

4

4

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

Totaal baten

32.197

26.948

– 5.249

21.544

         

Lasten

       

Apparaatskosten

       

– personele kosten

221

161

– 60

393

Waarvan eigen personeel

166

121

– 45

 

Waarvan externe inhuur

55

40

– 15

 

– materiële kosten

30.909

26.593

– 4.316

20.195

Waarvan apparaat ICT

200

397

197

 

Waarvan bijdrage aan SSO's

0

0

0

 

Afschrijvingskosten

       

– immaterieel

0

0

0

0

– materieel

212

232

20

317

Overige lasten

     

0

– dotaties voorzieningen

0

0

0

0

– rentelasten

0

0

0

1

– bijzondere lasten

0

0

0

0

Totaal lasten

31.542

26.986

– 4.356

20.906

         

Saldo van baten en lasten

655

– 38

– 893

638

Toelichting

Omzet moederdepartement

Voor negen modules zijn de prijzen in 2013 verlaagd. Deze verlaging heeft kunnen plaatsvinden doordat in 2011 is begonnen met een nieuwe werkwijze: integrale benadering van programma’s. Dit heeft geleid tot kostenefficiëntie. In 2013 zijn, in overleg met de eigenaar en hoofdopdrachtgever van het CBI, de prijzen van negen modules naar beneden bijgesteld. In het geval de oude prijzen zouden zijn gehanteerd, dan zouden de opbrengsten van het CBI EUR 1,3 miljoen hoger zijn dan nu het geval is. Daarnaast is een kleinere hoeveelheid producten – de modules – volledig uitgevoerd.

Omzet derden

Projecten van derden hebben een langere opstartperiode dan verwacht. Hierdoor is de omzet ook lager dan begroot.

Materiele kosten

Doordat de productie van het aantal modules lager is dan gepland, zijn de materiele kosten ook minder hoog dan gepland. Een aantal modules in uitvoering is via de balanspost onderhanden werken meegenomen naar het jaar 2014.

In de oorspronkelijke begroting 2013 zijn abusievelijk de materiele kosten voor ICT (ad. EUR 200.000) dubbel meegenomen. Dit is in de kolom waarin het verschil tussen de realisatie en de oorspronkelijke begroting wordt aangegeven gecorrigeerd.

Personele kosten

Met de introductie van het huidige kostprijs model worden de toerekenbare personele kosten direct ten laste van de producten geboekt. Het betreft hier enkel de indirecte personele kosten. Als gevolg hiervan is fluctuatie mogelijk binnen deze post.

Saldo van baten en lasten

De eerder genoemde prijsverlaging heeft een negatief effect op het saldo van baten en lasten. Hierdoor is het saldo EUR 1,3 miljoen lager uitgevallen.

Omzet verdeeld naar modules (in EUR)
 

p x q

2013

Omzet module A

83.000 x 5

415.000

Omzet module B

37.000 x 3

111.000

Omzet module C

6.700 x 229

1.534.300

Omzet module E

19.000 x 76

1.444.000

Omzet module H

43.000 x 226

9.718.000

Omzet module J

5.400 x 287

1.549.800

Omzet module K

1.300 x 2.571

3.342.300

Omzet module M

129.000 x 21

2.709.000

Omzet module N

68.000 x 2

136.000

Omzet module P

34.000 x 4

136.000

Omzet module Q

34.000 x 2

68.000

Omzet module S

63.000 x 12

756.000

Omzet module T

63.000 x 5

315.000

Omzet module V

354.000 x 1

354.000

Omzet module X

354.000 x 8

2.832.000

Omzet module Y

100.000 x 1

100.000

Totaal

 

25.520.400

Balans per 31 december 2013 (Bedragen x EUR 1.000)
 

Balans 2013

Balans 2012

Activa

   

Immateriële vaste activa

0

0

Materiële vaste activa

– grond en gebouwen

0

0

– installaties en inventarissen

4

7

– overige materiële vaste activa

265

425

Debiteuren

689

233

Nog te ontvangen

2.586

2.510

Liquide middelen

11.283

3.666

Totaal activa

14.827

6.841

     

Passiva

   

Eigen Vermogen

   

– exploitatiereserve

1.161

2.023

– afstorting surplus EV

0

– 1.500

– onverdeeld resultaat

– 38

638

Voorzieningen

0

0

Voorraden/Onderhanden werken

10.299

4.052

Crediteuren

629

981

Nog te betalen

2.776

647

Totaal passiva

14.827

6.841

Toelichting

Het boekjaar 2013 wordt afgesloten met een negatief saldo van EUR 37.822. Dit verlies wordt gedekt met de aanwezig algemene reserve. Verdere efficiëntie – zonder dat de effectiviteit daaronder gaat leiden – dient ervoor te zorgen dat in de toekomst verliezen worden vermeden.

Liquide middelen

De post liquide middelen bevat 1) de rekening courant positie van het CBI bij de Rijkshoofdboekhouding, 2) een projecten bankrekening en 3) een zeer geringe kaspositie. De projecten bankrekening wordt gebruikt ten behoeve van opdrachten die niet ten behoeve van de hoofdopdrachtgever DGIS worden uitgevoerd. Dit betreffen opdracht van andere onderdelen van de rijksoverheid, andere overheden en organisaties. De projecten bankrekening bevat een saldo van EUR 8,2 miljoen.

In totaliteit bevat de post liquide middelen een bedrag van EUR 10 miljoen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken inzake voorschotten op ontvangen opdrachten.

Nog te betalen

De post Nog te betalen bevat een bedrag van EUR 2,2 miljoen aan ontvangen voorschotten ten behoeve van het Netherlands Trust Fund bij het International Trade Centre in Geneve. Ditzelfde bedrag staat ook vermeld onder de post Nog te ontvangen (aan de debetzijde) van de balans als vordering van het CBI aan het International Trade Centre. CBI is budgethouder van dit fonds namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Ontwikkeling EV (in EUR)

Jaartal

Jaaromzet

Gemiddelde omzet

laatste 3 jaar

Eigen vermogen

2011

18.287.629

21.832.037

2.022.800

2012

21.543.704

23.216.030

1.160.802

2013

26.943.840

22.258.391

1.122.980

Kasstroomoverzicht over 2013 (Bedragen x EUR 1.000)
   

(1)

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

(2)

Realisatie

(3)=(2)-(1)

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2013 + stand depositorekeningen

0

3.376

3.376

2.

Totaal operationele kasstroom

600

– 276

– 876

3a.

Totaal investeringen (-/-)

0

– 69

– 69

3b.

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

8

8

3.

Totaal investeringskasstroom

0

– 61

– 61

4a.

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

4b.

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

   

4c.

Aflossingen op leningen (-/-)

0

0

0

4d.

Beroep op leenfaciliteit (+)

0

0

0

4.

Totaal financieringskasstroom

0

0

0

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2013 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

600

3.039

2.439

Toelichting

De stand per 1 januari 2013 van de rekening courant bij de Rijkshoofdboekhouding veroorzaakt met name het verschil tussen begroting en realisatie. Daarnaast is het verschil in operationele kasstroom te verklaren door een afnemende saldo van de post crediteuren en een oplopend saldo van de post debiteuren.

Investering waren in het jaar 2013 niet voorzien. Echter vervanging van computerapparatuur heeft geleid tot een afwijking in de investeringskasstroom.

Doelmatigheids indicatoren c.q. kengetallen per 31 december 2013

Omschrijving Generiek Deel

Realisatie

     

Oorspronkelijke begroting

 

2010

2011

2012

2013

2013

Kostprijzen per module

         

A- Strategische conferentie groot

83.000

83.000

83.000

83.000

83.000

B- Strategische conferentie klein

37.000

37.000

37.000

37.000

37.000

C- Bedrijfsaudit en actieplan

8.200

7.380

7.790

6.700

8.200

D- Bedrijfsontwikkeling

26.000

26.000

26.600

15.000

26.000

E- Export capaciteit opbouw

28.000

25.200

25.200

19.000

28.000

F- Certificaat

14.000

14.000

14.000

14.000

14.000

G- Markttoegang regionaal

23.000

23.000

23.000

23.000

23.000

H- Markttoegang EU

43.000

38.700

40.850

43.000

43.000

J- Trainingen EU

5.400

5.400

5.400

5.400

5.400

K- Training doellanden

1.500

1.500

1.500

1.300

1.500

L- Online trainingen

125

125

125

0

125

M- Markt intelligentie

140.000

140.000

140.000

129.000

140.000

N- Export intelligentie

100.000

100.000

100.000

68.000

100.000

P- Tailored intelligentie

40.000

40.000

40.000

34.000

40.000

Q- Business intelligentie

40.000

40.000

40.000

34.000

40.000

R- Import intelligentie

40.000

40.000

40.000

34.000

40.000

S – Sectorale analyse

63.000

63.000

63.000

63.000

63.000

T- BSO diagnose en interventieontwerp

63.000

63.000

63.000

63.000

63.000

U- BSOD import intelligentie beperkt

169.000

169.000

169.000

169.000

169.000

V- BSOD import intelligentie regulier

354.000

354.000

354.000

354.000

354.000

W- BSOD exportontwikkeling- en promotie beperkt

169.000

169.000

169.000

169.000

169.000

X- BSOD exportontwikkeling- en promotie regulier

354.000

354.000

354.000

354.000

354.000

Y- ITC accountmanagement

100.000

100.000

100.000

100.000

100.000

           

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

15

12

12

12

12

Saldo van baten en lasten (%)

5%

5%

5%

– 0.1%

5%

           

Impact kwaliteitsindicatoren

         

Totaal gerealiseerde export EU/EFTA 1

302.237

414.393

204.409

167.000

Exportgroei door bedrijven die deelnemen aan CBI programma’s1

5.463.193

Aangegeven verbeterde dienst onder cliënten 2

80%

28%

71%

60%

Kennis over de EU-markt 3

95%

75%

Hogere export c.q. effectievere dienstverlening 4

95%

89%

60%

1

Het meten van export van de deelnemende bedrijven is op instigatie van de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken aangepast opdat de onafhankelijkheid van deze (monitoring) gegevens verbetert. Met de nieuwe methode wordt gedurende de uitvoering van programma’s rechtstreeks bij de deelnemende bedrijven de export gemeten. Daarnaast heeft deze nieuwe werkwijze als voordeel dat sneller gegevens kunnen worden gepresenteerd.

In 2013 is deze nieuwe methode ingevoerd. De respons van de deelnemende bedrijven is lager dan verwacht. Het ligt in de lijn der verwachting dat de gerapporteerde exporten de komende jaren een forse stijging laten zien in het geval de respons toeneemt.

De totaal gerealiseerde export EU/EFTA geeft weer de in 2012 gerealiseerde exporten per deelnemer.

De exportgroei geeft weer de toe- of afname van export in 2012 gerelateerd aan het referentiejaar van de respondenten. Het referentiejaar is het jaar voor deelname aan een programma van het CBI.

Ter validatie van monitoringsinformatie wordt één jaar na afronding van een programma een externe onafhankelijke evaluatie uitgevoerd die onder andere meet wat de gerealiseerde export is geweest.

2

Dit percentage is afkomstig uit de onafhankelijke evaluatie van onze BSOD programma’s in Latijns Amerika. In deze evaluatie hebben cliënten van de BSO’s aangegeven of het CBI programma verbeterde diensten heeft opgeleverd. Het hier weergegeven percentage is het aantal cliënten die hier bevestigend op hebben geantwoord. Wij achten het echter noodzakelijk om nieuwe resultaatindicatoren vast te stellen. Een evaluator schreef hierover: «the quality norm seems to be too general and hard to measure accurately. The interpretation may vary and could lead to misleading evaluations.»

3

In 2013 heeft CBI in navolging van de hiertoe gemaakte afspraak met de opdrachtgever voor het eerst een klanttevredenheidsonderzoek uit laten voeren. Het hier gerapporteerde resultaat is afkomstig uit dit onderzoek en geeft het aantal exporteurs weer dat aangeeft dat het product marktintelligentie heeft bijgedragen aan toegenomen kennis over de EU-markt.

4

In voorgaande jaren werd op deze indicator gerapporteerd op basis van evaluaties die na afloop van trainingen onder deelnemers werden gehouden. In 2013 werden deze evaluaties vervangen door het eerdergenoemde klanttevredenheidsonderzoek. Hierin is niet gericht naar deze indicator gevraagd, waardoor het niet mogelijk is om hier resultaten te rapporteren die vergelijkbaar zijn met voorgaande jaren.

Wij hebben het voornemen om in 2014 in overleg met de opdrachtgever nieuwe resultaatindicatoren vast te stellen die beter aansluiten bij het evaluatieprotocol.

Licence