Base description which applies to whole site

4.6 Beleidsartikel 6 Investeringen krijgsmacht

Algemene doelstelling

Defensie voorziet in nieuw materieel, infrastructuur en ICT-middelen en zij verkoopt, indien aan de orde, groot materieel en infrastructuur.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Defensie is verantwoordelijk voor het tijdig voorzien in nieuw materieel, infrastructuur en ICT-middelen en de afstoting van overtollig groot materieel en infrastructuur.

Beleidsconclusie

In 2013 is de investeringsquote uitgekomen op 13,6 procent en dus lager dan het voorziene percentage van 15,5. Dit wordt veroorzaakt doordat enerzijds het totale defensie uitgavenbudget exclusief HGIS met € 54 miljoen is gedaald ten opzichte van de ontwerpbegroting (de noemer). Anderzijds zijn de investeringen met € 154 miljoen neerwaarts bijgesteld (de teller). Het investeringsbudget is naar beneden bijgesteld vanwege de technische verwerking van begrotingsmutaties. Het betreft lagere verkoopopbrengsten in 2013 (€ 87 miljoen) en de hogere investeringsuitgaven in 2012 (€ 67 miljoen). Beide mutaties zijn van invloed op het uitgavenbudget investeringen van 2013. De investeringsquote zal in de komende jaren stijgen naar nagenoeg 20 procent, zoals in de begroting 2014 is weergegeven.

Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Artikel 6 Investeringen Krijgsmacht (bedragen x € 1.000) 

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Realisatie 2013

begroting 2013

verschil

Verplichtingen

1.526.637

635.365

926.864

970.395

633.007

1.313.418

– 680.411

Uitgaven

1.656.884

1.460.952

1.331.345

1.234.615

1.019.656

1.173.362

– 153.706

               

Programmauitgaven

1.656.884

1.460.952

1.331.345

1.234.615

1.019.656

1.173.362

– 153.706

Opdracht Voorzien in nieuw materieel

1.223.428

1.036.808

908.594

829.577

739.145

803.875

– 64.730

Opdracht Voorzien in infrastructuur

220.069

219.435

240.239

255.481

142.451

193.384

– 50.933

Opdracht Voorzien in ICT

90.826

88.300

78.518

62.042

47.460

79.486

– 32.026

Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek

85.416

74.736

69.447

70.663

59.166

63.076

– 3.910

Bijdrage aan de NAVO

37.145

41.673

34.547

16.852

31.434

33.541

– 2.107

               

Programmaontvangsten

292.436

271.321

278.089

216.241

118.077

205.528

– 87.451

– waarvan verkoopopbrengsten groot materieel

254.265

248.094

207.449

170.575

98.603

151.058

– 52.455

– waarvan verkoopopbrengsten infrastructuur

27.715

19.234

63.176

30.706

13.736

52.600

– 38.864

– waarvan overige ontvangsten

10.456

3.993

7.464

14.960

5.738

1.870

3.868

Een toelichting bij relevante verschillen (groter dan € 10 miljoen bij de opdracht Voorzien in nieuw materieel en verkoopopbrengsten groot materieel en groter dan € 5 miljoen bij de overige uitgaven en ontvangsten) bij de geformuleerde doelstellingen in de begroting 2013:

Toelichting op de instrumenten

Verplichtingen

De realisatie van het verplichtingenbudget is € 680,4 miljoen lager dan begroot. Dit heeft meerdere oorzaken, die hieronder worden toegelicht.

Medio 2013 is besluitvorming voorbereid voor de nota In het belang van Nederland. Gedurende dit traject is terughoudend omgegaan met het aangaan van verplichtingen. Dit duurde tot medio september. Een andere grote oorzaak van de lagere realisatie van de verplichtingen is de ondervulling van de DMO organisatie en de daarmee samenhangende capaciteitsproblemen binnen de gehele keten van het voorzien-in-proces. Hierdoor was het niet mogelijk om al de geplande verwervingsactiviteiten uit te voeren. De reorganisatie van de defensieorganisatie heeft hier in 2013 een versterkend effect op gehad. In de raming van de verplichtingenstand voor 2013 is hiermee onvoldoende rekening gehouden.

Daarnaast zijn er gedurende 2013 diverse wijzigingen geweest bij een groot aantal projecten die van invloed zijn geweest op de realisatie van de verplichtingen. Zo heeft de beperkte verwervingscapaciteit bij NATO Helicopter Management Agency (NAHEMA) bij het project NH-90 een onderrealisatie van € 31,5 miljoen veroorzaakt. Bij de projecten HV-brillen en Short Range Tactical UAV leidt de vertraging in DMP fase B/C tot een onderrealisatie van respectievelijk € 42,7 miljoen en € 19,2 miljoen. Vertraging bij de totstandkoming van contracten bij het project F-16 zelfbescherming ASE leidt tot een onderrealisatie van € 71,1 miljoen. Het project Chinook, uitbreiding & versterking heeft € 10,0 miljoen aan projectreserve vrijgegeven, waardoor deze niet meer tot realisatie komt.

Ook de aanpassing van de fasering van diverse andere projecten heeft geleid tot een onderrealisatie van € 17,9 miljoen. Daarnaast zijn projecten in voorbereiding met een verplichtingenbudget in 2013 (€ 60,0 miljoen), die nog niet in uitvoering zijn genomen. Tenslotte zijn diverse geplande projecten met een lang aanbestedingstraject tegen verwachting niet in 2013 tot een juridische verplichting gekomen.

Programma-uitgaven

Opdracht Voorzien in nieuw materieel

De realisatie van de programma-uitgaven bij voorzien in nieuw materieel is € 64,7 miljoen lager dan begroot. Dit heeft meerdere oorzaken, die hieronder worden toegelicht.

Investeringen zeestrijdkrachten

Omschrijving project

(Bedragen x € 1 miljoen)

Projectvolume (begroting 2013)

Fasering tot

Gerealiseerde uitgaven t/m 2012

Verwachte uitgaven in 2013

Gerealiseerde uitgaven in 2013

Verschil uitgaven 2013

Instandhouding M-fregatten

57,8

2014

28,9

14,0

12,5

– 1,5

FRISC

28,6

2014

14,2

8,2

11,4

3,2

Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD)

116,0

2019

13,3

26,0

24,3

– 1,7

Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LCF)

1.560,3

2015

1.532,6

8,4

13,8

5,4

LCF Munitie

306.8

2017

303,8

 

Instandhouding Walrusklasse

94,1

2018

21,6

12,5

4,5

– 8,0

Patrouilleschepen

529,6

2014

476,0

16,1

26,8

10,7

Verwerving Joint Logistiek Ondersteuningsschip (JSS)

407,9

2015

223,2

70,7

54,0

– 16,7

Bij de patrouilleschepen is de realisatie € 10,7 miljoen hoger dan begroot, doordat de overgelopen facturen 2012 in 2013 zijn betaald (€ 7,5 miljoen) en een herfasering heeft plaatsgevonden van diverse relatief kleine aanschaffingen (€ 3,2 miljoen) waaronder Integrated Logistic Support (ILS) aankopen en opleidingen.

Bij het Joint Logistiek Ondersteuningsschip (JSS) is de realisatie € 16,7 miljoen lager dan begroot door vertraging in geplande werkzaamheden (€ 10,0 miljoen), het doorschuiven van mijlpaalbetalingen (€ 5,0 miljoen) van 2013 naar 2014 en het later dan voorzien verrichten van ILS aankopen. Dit geeft geen vertraging in de planning van het opleveren van het schip.

Investeringen landstrijdkrachten

Omschrijving project

(Bedragen x € 1 miljoen)

Projectvolume (begroting 2013)

Fasering tot

Gerealiseerde uitgaven t/m 2012

Verwachte uitgaven in 2013

Gerealiseerde uitgaven in 2013

Verschil uitgaven 2013

Battlefield Managementsystem (BMS)

62,7

2013

50,8

6,9

1,8

– 5,1

Datacommunicatie Mobiel Optreden

42,8

2013

33,6

5,5

2,1

– 3,4

Groot Pantservoertuig (ontwikkeling)

108,3

2013

105,3

0,5

1,4

0,9

Groot Pantserwielvoertuig (productie)

735,5

2018

271,2

104,8

72,3

– 32,5

IGV (productie en training)

1.118,1

2013

1.076,2

5,5

31,5

26,0

AGBADS

126,0

2013

116,9

5,0

5,5

0,5

Vervanging genie- & doorbraaktank

87,4

2013

43,8

7,4

3,3

– 4,1

Bij het Groot Pantserwielvoertuig (productie) is de realisatie € 32,5 miljoen lager dan begroot door twee belangrijke wijzigingen in het hoofdcontract van de Boxer ultimo 2012. Dit heeft ertoe geleid dat de betaling voor escalatie (€ 24,0 miljoen) uiteindelijk in 2012 is uitgevoerd in plaats van in 2013. Daarnaast is vanwege vertraging in de levering van de Boxer de verwerving van Support/Test Equipment, C4I middelen en de Boxer rijsimulator aangehouden (€ 8,5 miljoen).

Bij het IGV (productie en training) is de realisatie € 26,0 miljoen hoger dan begroot door uitbreiding TACTIS voor IGV. Levering en betaling werden oorspronkelijk verwacht in 2012, maar zijn uiteindelijk gerealiseerd in 2013.

Investeringen luchtstrijdkrachten

Omschrijving project

(Bedragen x € 1 miljoen)

Projectvolume

(begroting 2013)

Fasering tot

Gerealiseerde uitgaven t/m 2012

Verwachte uitgaven in 2013

Gerealiseerde uitgaven in 2013

Verschil uitgaven 2013

AH-64D verbetering bewapening

25,6

2017

3,9

0,4

– 3,5

F-16 M6.5 onderhoudstape

21,9

2015

5,7

2,3

– 3,4

AH 64D MTADS

77,5

2013

76,5

0,1

0,6

0,5

AH 64D Upgrade

118,0

2015

10,1

31,2

5,4

– 25,8

Chinook Uitbreiding & Versterking (4 + 2)

364,6

2014

324,7

8,9

25,5

16,6

F-16 M5 modificatie

46,3

2018

35,5

2,0

0,2

– 1,8

F-16 Mode 5 IFF

39.3

2015

18,2

6,2

4,0

– 2,2

F-16 Verbetering Lucht-grondbewapening fase 1

58,8

2015

38,7

1,2

0,2

– 1,0

F-16 Zelfbescherming (ASE)**

81,0

2015

7,3

25,0

0,8

– 24,2

Bij de AH 64D Upgrade valt de realisatie € 25,8 miljoen lager uit dan begroot doordat contracten bij de Amerikaanse overheid later tot stand zijn gekomen dan verwacht en de doorbelasting op facturen is achter gebleven bij de oorspronkelijke raming. De realisatie van de Chinook Uitbreiding & Versterking valt € 16,6 miljoen hoger uit dan begroot doordat de geplande leveringen van de zes Chinook-F helikopters in 2011 en 2012 vertraging hebben opgelopen door problemen met de ontwikkeling van de nieuwe ACMS Block 6 software. De laatste Chinook-F helikopters zijn in 2013 afgeleverd. Doordat contracten later tot stand komen dan aanvankelijk gepland, valt de realisatie van de F-16 Zelfbescherming (ASE) € 24,2 miljoen lager uit dan begroot.

Vervanging F-16 Voortgezette verwervingsvoorbereiding productie

Het project Vervanging F-16 heeft tot doel tijdig te voorzien in de vervanging van de F-16 jachtvliegtuigen van de Nederlandse krijgsmacht. Naast de verwerving van nieuwe jachtvliegtuigen gaat het tevens om de verwerving van bijbehorende simulatoren, initiële reservedelen, infrastructuur, speciale gereedschappen, meet- en testapparatuur, documentatie, initiële opleidingen en transport, evenals de betaling van BTW. Met de nota In het belang van Nederland kiest Defensie voor de F-35 als opvolger van de F-16. Besloten is dat de sinds de beleidsbrief van april 2011 bestaande projectreservering van € 4,5 miljard. tevens het projectbudget wordt. In de Ontwerpbegroting voor 2014 is toegelicht welke effecten dit besluit heeft op de samenstelling van het projectbudget.

Defensie neemt reeds deel aan het Production, Sustainment and Follow-on Development (PSFD) Memorandum of Understanding (MoU) voor de F-35. Voorts heeft Defensie in mei 2008 een MoU getekend voor deelneming aan de Initial Operational Test and Evaluation (IOT&E), waarvoor ook twee testtoestellen zijn aangekocht die beide in 2013 in gebruik zijn genomen. In de huidige planning worden de eerste toestellen vanaf 2019 aan Nederland geleverd en kan Nederland een eerste capaciteit in 2021 operationeel gereed hebben. De twee afgeleverde (test)toestellen worden tot 2019 ingezet voor deelname aan de operationele testfase van het F-35 programma en de voorbereidingen daarop.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de uitgaven voor de PSFD, de IOT&E en de twee testtoestellen:

Omschrijving project (Bedragen x

€ 1 miljoen)

Projectvolume (begroting 2013)

Fasering tot

Gerealiseerde uitgaven t/m 2012

Verwachte uitgaven in 2013

Gerealiseerde uitgaven in 2013

Verschil uitgaven 2013

Vervanging F-16

PSFD MoU

169,5

2024

104,5

0,0

22,3

22,3

Vervanging F-16 NL IOT&E MoU

22,2

2015

0,0

0,0

0,0

0,0

Testtoestellen inclusief bijkomende middelen

282,0

2013

197,5

41,6

59,6

18

Uit hoofde van het PSFD MoU voor het project vervanging F-16 wordt jaarlijks een bijdrage aan de programmakosten betaald. De overrealisatie van € 22,3 miljoen in 2013 wordt verklaard doordat de geraamde betaling voor 2014 in 2013 is uitgevoerd.

In het Jaarverslag 2012 is gemeld dat de realisatie in 2012 voor de testtoestellen is achtergebleven bij de planning, omdat een aantal facturen bij de eindejaarsrealisatie niet tot betaling is gekomen. Deze facturen zijn overgelopen en betaald in 2013, hetgeen heeft geleid tot een overrealisatie van € 18 miljoen.

Investeringen defensiebreed

Omschrijving project

(Bedragen x € 1 miljoen)

Projectvolume

(begroting 2013)

Fasering tot

Gerealiseerde uitgaven t/m 2012

Verwachte uitgaven in 2013

Gerealiseerde uitgaven in 2013

Verschil uitgaven 2013

MILSATCOM lange termijn

130,9

2017

102,8

9,0

6,6

– 2,4

Modernisering navigatiesystemen

36,3

2015

15,5

5,0

2,2

– 2,8

NH-90

1.174,9

2018

860,3

103,7

63,8

– 39,9

MILSATCAP

34,4

2018

8,2

7,0

4,7

– 2,3

Richtkijker schutter lange afstand

30.5

2013

16,0

5,3

10,5

5,2

De realisatie van het project NH-90 is € 39,9 miljoen lager uitgevallen dan begroot. Dit kwam door het later contracteren van behoeften voor modificaties om de NH-90 geschikt te maken voor transporttaken.

Investeringsquote

De investeringsquote bestaat uit het percentage van de investeringen (het totaal van de investeringen, inclusief het investeringsdeel «bijdragen aan de Navo» en «Wetenschappelijk onderzoek») ten opzichte van het gecorrigeerde defensiebudget (gecorrigeerd met de HGIS budgetten voor Crisisbeheersingsoperaties en Attaches). Het verloop van de investeringsquote van Defensie 2013 is in onderstaande grafiek weergegeven:

De investeringsquote is in 2013 uitgekomen op 13,6 procent. Dat is ten opzichte van de begroting 1,9 procent lager dan voorzien (15,5 procent). Het investeringsbudget is met € 154 miljoen gedaald ten opzichte van de ontwerpbegroting door de doorwerking van de hogere realisatie investeringsuitgaven uit 2012 (€ 67 miljoen). Daarnaast zijn de lagere verkoopopbrengsten (grootmaterieel en vastgoed) van invloed geweest op het uitgavenbudget (€ 87 miljoen).

Opdracht Voorzien in infrastructuur

De lagere uitgaven van € 50,9 miljoen worden verklaard door vertraging bij nieuwbouwprojecten als gevolg van onvoldoende capaciteit bij de DVD in de voorbereiding en gewijzigde regelgeving.

Investeringen Infrastructuur

Projecten in uitvoering > € 25 miljoen (bedragen x € 1 miljoen)

Project

volume

(2013)

Fasering

tot

Gerealiseerde

Uitgaven t/m

2012

Verwachte

uitgaven in

2013

Gerealiseerde

uitgaven in

2013

Verschil

uitgaven

2013

Nieuwbouw Schiphol

140,4

2014

123,7

22,2

15,6

– 6,6

Herbelegging infrastructuur vliegbases

Soesterberg en Gilze-Rijen

234,7

2012

212,5

0,0

0,1

0,1

Infrastructuur en voorziening KMA

52,3

2019

21,2

0,0

1,4

1,4

Aanpassing/renovatie

Plein/Kalvermarktcomplex

26,0

2012

22,4

0,0

2,2

2,2

Hoger onderhoud Woensdrecht

76,9

2014

11,4

19,2

3,0

– 16,2

Nieuwbouw LOKKmar

84,9

2015

21,6

20,9

11,7

– 9,2

EPA Maatregelen

64,4

2019

11,4

8,7

8,7

0

Strategisch Vastgoedplan KMar

51,3

2015

8,4

16,4

6,5

– 9,9

Toelichting bij de verschillen groter dan € 5 miljoen:

Door gewijzigde wetgeving bij aanbestedingen, capaciteitsproblemen bij de DVD in de voorbereiding en vertraging in realisatie zijn de projecten «Nieuwbouw Schiphol», «Hoger onderhoud Woensdrecht», «Nieuwbouw LOKKMar» en «Strategisch Vastgoedplan KMar» in de planning verschoven. Bij het project «Nieuwbouw LOKKMar» is tevens sprake van voordelige aanbestedingsresultaten. Vanwege de ontwikkelingen Informatie Gestuurd Optreden KMar is het project Strategisch Vastgoedplan KMar «on hold» gezet. Dit verklaart de lagere uitgaven bij deze projecten.

Opdracht Voorzien in ICT

Bij de opdracht Voorzien in ICT is de realisatie in totaal € 32,0 miljoen lager dan begroot. Deze lagere realisatie heeft betrekking op het niet volledig realiseren van diverse projecten. Dit wordt veroorzaakt door de reorganisatie, die veel capaciteit aan het reguliere proces onttrok. Bij geen van de individuele projecten uit de begroting 2013 wijkt de realisatie meer dan € 5,0 miljoen af van de verwachting:

Omschrijving project

(bedragen x € 1 miljoen)

Projectvolume

(begroting 2013)

Fasering tot

Gerealiseerde uitgaven t/m 2012

Verwachte uitgaven in 2013

Gerealiseerde uitgaven in 2013

Verschil uitgaven 2013

ERP/M&F (SPEER)

268,1

2014

248,1

14,6

14,5

– 0,1

Defensie vervanging C2000 Randapparatuur

7,5

2013

3,6

3,9

0,4

– 3,5

DEFCERT fase 1

7,2

2013

3,8

1,1

0

– 1,1

EKMS (Cryptosleutel-management)

18,0

2015

0,5

4,9

0,1

– 4,8

Legacy ERP (PALS)

31,6

2014

24,8

4,2

1,5

– 2,7

Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek

2013

Omschrijving

(bedragen in € 1000)

Verwachte uitgaven in 2013

Gerealiseerde uitgaven in 2013

Verschil

Programmafinanciering TNO (en MARIN)

33.533

33.533

0

Programmafinanciering NLR

517

517

0

Contractonderzoek

Technologie-ontwikkeling (TO)

24.281

22.306

– 1.975

Contractonderzoek

Kennisgebruik (KG)

4.745

2.810

– 1.935

Totaal generaal

63.076

59.166

– 3.910

Programmafinanciering TNO, MARIN en NLR

In 2013 is uitvoering gegeven aan het Research & Development Plan 2013, in lijn met de Strategie, Kennis & Innovatie Agenda van Defensie. Defensie blijft een hoogwaardige en innovatieve krijgsmacht door te investeren in de opbouw en instandhouding van een Defensie specifieke kennisbasis. In 2013 is hieraan invulling gegeven door te investeren in kennis en kunde bij de kennisinstituten TNO, NLR en MARIN. In 2013 is gestart met 60 kennisopbouw programma’s. Hiervan zijn er zestien in de loop van het jaar voltooid. Daarnaast zijn er achttien nieuwe programma’s opgestart.

Contractonderzoek technologieontwikkeling

Naast de programmafinanciering is in 2013 gestart met 102 lopende technologie ontwikkelingsprojecten. Hiervan zijn er in de loop van 2013 38 afgerond. Daarnaast zijn er 31 nieuwe technologieprojecten gedurende 2013 opgestart. De onderrealisatie van € 1,9 miljoen is het gevolg van vertraging in de opstartfase (aanbesteding). Hoofdreden daarvan was de nieuwe belegging van verwerving als gevolg van de reorganisatie. Daarnaast kenden een aantal projecten een langere doorlooptijd dan voorzien.

Contractonderzoek kennisgebruik

In 2013 zijn er zes nieuwe kennisgebruiksprojecten opgestart en tien voltooid. Ook hier geldt dat de lagere realisatie van € 1,9 miljoen voornamelijk ontstaat door de reorganisatie, waardoor het proces soms vertraagde.

Bijdrage aan de Navo

De uitgaven hebben betrekking op de Nederlandse bijdrage in gemeenschappelijk gefinancierde Navo-programma’s. Ook de uitgaven voor de AWACS-vliegtuigen zijn hierin opgenomen. De lagere bijdrage aan de Navo (€ 2,1 miljoen) wordt vooral veroorzaakt doordat de realisatie van Navo Veiligheid Investeringsprojecten (NVIP) binnen de Navo-lidstaten lager uitviel dan begroot. Om die reden heeft de Navo lagere bijdragen (calls for funds) opgevraagd.

Verkoopopbrengsten groot materieel

Bij afstoting van overtollig materieel wordt onderscheid gemaakt tussen strategische en niet-strategische roerende zaken. Overtollige strategische roerende zaken zoals wapensystemen, worden om veiligheidsredenen niet aan Domeinen overgedragen. De verkoop hiervan gebeurt in goede samenwerking met Domeinen. De verkoopopbrengsten komen toe aan Defensie.

Ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2013 vallen de verkoopopbrengsten groot materieel € 52,4 miljoen lager uit. Dit heeft vooral te maken met de economische crisis, waardoor landen minder koopbereid zijn en er sprake is van grote internationale concurrentie van andere landen die defensiematerieel aanbieden.

Voor enkele soorten materieel zijn nog geen definitieve kopers gevonden. Wel hebben diverse landen belangstelling getoond voor materieel waaronder de Leopard-II tank (in januari 2014 gecontracteerd), Pantserhouwitser 2000, CV-90 en het bevoorradingsschip Zr.Ms. Amsterdam.

De gerealiseerde ontvangsten via Domeinen zijn uitgekomen op € 98,6 miljoen en daarmee € 4,6 miljoen minder dan verwacht. Dit komt door vertraagde boekingen van de bancaire ontvangsten aan Domeinen. Hierdoor valt een beperkt deel van de ontvangsten voor 2013 in 2014.

Verkoopopbrengsten infrastructuur

In 2013 zijn vanwege de slechte onroerend goed markt beduidend minder objecten verkocht dan voorzien, waardoor er € 38,9 miljoen minder is ontvangen. Zo zijn de verkopen van de objecten PWA kazerne, Officierscasino, MC Weesp, Marinekazerne Driehuis, Jagersborgh Roermond en diverse kleine objecten niet gerealiseerd.

Licence