Base description which applies to whole site

Niet-beleidsartikel 10 Apparaatsuitgaven

A. Algemene doelstelling

In dit niet-beleidsartikel staan de personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met uitzondering van de agentschappen.

B. Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Realisatie

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Verschil

 

2012

2013

2013

2013

Verplichtingen

248.927

361.267

230.895

130.372

         

Uitgaven

245.655

353.373

230.968

122.405

         

1a. Personeel kerndepartement

 

117.484

92.008

25.476

waarvan eigen personeel

 

105.385

81.421

23.964

waarvan externe inhuur

 

10.278

9.218

1.060

         

1b. Materieel kerndepartement

 

149.551

60.438

89.113

waarvan ICT

 

2.479

10.511

– 8.032

waarvan bijdrage aan SSO’s

 

68.867

39.103

29.764

waarvan overig materieel

 

78.205

10.824

67.381

         

2. Apparaatsuitgaven inspecties

 

65.825

67.174

– 1.349

         

3. Apparaatsuitgaven SCP en raden

 

20.512

11.348

9.164

         

Ontvangsten

16.044

54.067

5.353

48.714

C. Toelichting

Personeel Kerndepartement

De personele uitgaven kernministerie bestaan uit alle personeelsuitgaven van het kernministerie inclusief de inhuur van externen van zowel primaire – als ondersteunende processen. De personele uitgaven van het kerndepartement waren door diverse oorzaken € 25,8 miljoen hoger dan geraamd.

  • De personele uitgaven voor de projectdirectie ALT waren in de oorspronkelijke begroting niet op artikel 10 geraamd (€ 11,7 miljoen). Bij de opheffing van het agentschap Nederlands Vaccin Instituut (NVI) per 1 januari 2013 is besloten om de resterende activiteiten van het NVI samen te voegen met vaccinologietaken van het RIVM en de taken van het Facilitair Bedrijf van het RIVM die verbonden zijn met het Antonie van Leeuwenhoekterrein (ALT) in Bilthoven. Deze onderdelen zijn ondergebracht in de tijdelijke uitvoerende projectdirectie ALT. De met die wijziging samenhangende mutatie was al grotendeels (€ 10,7 miljoen) verwerkt in de eerste suppletoire wet.

  • Daarnaast hebben als uitvloeisel van de invoering van Verantwoord Begroten in de loop van het jaar herschikkingen tussen personele en materiële budgetten plaatsgevonden, als correctie van de verdeling uit de oorspronkelijke begroting. Zo waren de personele uitgaven voor de Eenheid Secretariaten Medische Tuchtcolleges (€ 3,9 miljoen) in de begroting als materiële uitgaven geraamd.

  • Ook bij de budgetten voor de bedrijfsvoering van het kerndepartement was sprake van een substantiële herschikking tussen materiële en personele uitgaven. Bij eerste suppletoire wet zijn de personele budgetten hierdoor per saldo met € 4,8 miljoen verhoogd, grotendeels als gevolg van overboekingen van ICT (materieel) naar externe inhuur (personeel) in verband met de informatiseringsagenda. De uitgaven voor externe inhuur vielen uiteindelijk circa € 1,5 miljoen hoger uit dan bij eerste suppletoire wet was voorzien.

  • Ook de personele uitgaven voor wetgeving en juridische zaken waren hoger dan in de oorspronkelijke begroting voorzien (€ 2,1 miljoen). Het grootste deel van de verhoging wordt veroorzaakt doordat in 2013 voor het eerst de uitgaven voor de Landadvocaat (€ 1,4 miljoen) als personele uitgaven zijn geboekt, alsmede door concentratie van de behandeling WOB-verzoeken en bestuursrechtelijke beroepen bij de directie Wetgeving en Juridische zaken.

  • Uitgaven voor een pool van medewerkers voor inzet bij tijdelijke projecten waren niet in de begroting geraamd; tegenover € 1,9 miljoen uitgaven hiervoor stonden overigens € 0,7 miljoen ontvangsten.

  • Ook voor gedetacheerde communicatiemedewerkers stonden tegenover hogere uitgaven (€ 1 miljoen) niet geraamde ontvangsten (€ 0,4 miljoen).

  • Anderzijds waren de personele uitgaven voor ziektewetuitkeringen, vervoerskaarten e.d. € 3,2 miljoen lager dan geraamd.

  • Op de overige personele budgetten was sprake van per saldo € 2,1 miljoen hogere uitgaven.

Materieel Kerndepartement

De materiële uitgaven hebben uitsluitend betrekking op de ondersteunende processen. Dit omvat onder andere ICT, bijdragen aan shared service organisaties (SSO’s) en overige materiële kosten zoals huisvestingskosten.

De materiële uitgaven van het kerndepartement waren € 88,8 miljoen hoger dan geraamd.

  • De hogere uitgaven zijn het gevolg van niet geraamde materiële uitgaven voor de projectdirectie ALT (€ 94,7 miljoen; zie ook onder Personeel Kerndepartement). Bij eerste suppletoire wet is hiervoor op basis van overboeking van budget van artikel 9 en desaldering van verwachte apparaatsontvangsten € 35 miljoen geboekt op materieel. Bij tweede suppletoire wet is het materieel budget op basis van de verwachte uitgaven voor heel 2013 met een bedrag van € 14 miljoen verhoogd. Daarnaast is toen € 50 miljoen gereserveerd voor de geplande verkoop van het ALT. De uiteindelijke materiële uitgaven voor projectdirectie ALT waren € 94,7 miljoen, waarvan € 49,9 miljoen een betaling was aan de Rijksgebouwendienst, voortvloeiend uit de afrekening met betrekking tot de verkoop van het ALT. Het ging daarbij om het VWS-aandeel in het verschil tussen de opbrengst van het terrein en de boekwaarde van het terrein, incl. onderhanden werk en de kosten voor vervroegde afkoop van op verschillende gebouwen rustende leasecontracten.

  • Op de overige materiële budgetten was sprake van per saldo € 5,9 miljoen lagere uitgaven, met name als gevolg van herschikkingen als uitvloeisel van de invoering van Verantwoord Begroten (zie de toelichting bij Personeel Kerndepartement).

Apparaatsuitgaven Inspecties

Hier zijn bij eerste suppletoire wet mutaties verwerkt tussen personele en materiële uitgaven als gevolg van Verantwoord Begroten.

Apparaatsuitgaven SCP en raden

Het budget is bij eerste en bij tweede suppletoire wet met respectievelijk € 4,7 miljoen en € 2,9 miljoen verhoogd.

Ontvangsten

De apparaatsontvangsten waren € 48,8 miljoen hoger dan in de oorspronkelijke begroting voorzien. Het verschil hangt met name samen met mutaties die eerder in de suppletoire wetten zijn verwerkt:

  • Het budget voor ontvangsten is bij eerste suppletoire wet met € 32,6 miljoen opgehoogd, waarvan € 30,6 miljoen vanwege de ontvangsten uit onderlinge dienstverlening tussen de projectdirectie ALT met het RIVM en het Planbureau voor de Leefomgeving.

  • Bij tweede suppletoire wet is het budget voor ontvangsten met € 16 miljoen opgehoogd naar € 53,9 miljoen, waarvan € 12 miljoen verband hield met een desaldering vanwege de boedelscheiding tussen de projectdirectie ALT (kas/verplichtingenstelsel) en het RIVM (agentschap) per 1 januari 2013.

D. Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten agentschappen en Zelfstandige Bestuursorganen/Rechtspersonen met een wettelijke taak
Totaaloverzicht apparaatsuitgaven Ministerie van VWS (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Realisatie

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Verschil

 

2012

2013

2013

2013

Totaal apparaatsuitgaven

245.655

353.373

230.968

122.405

         

1. Apparaatsuitgaven kernministerie

 

267.036

152.446

114.590

         

2. Apparaatsuitgaven inspecties

 

65.825

67.174

– 1.349

Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)

 

60.010

61.304

– 1.294

Inspectie Jeugdzorg (IJZ)

 

5.815

5.870

– 55

         

3. Appaaraatsuitgaven SCP en raden

 

20.512

11.348

9.164

Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en Raad

       

voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO)

 

10.945

5.746

5.199

Gezondheidsraad (GR)

 

7.077

3.055

4.022

Raad voor Volksgezondheid en Zorg (RVZ)

 

2.490

2.547

– 57

Overzicht apparaatskosten agentschappen en begrotingsgefinancierde ZBO’s/RWT’s van het Ministerie van VWS (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Realisatie

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Verschil

 

2012

2013

2013

2013

Agentschappen

495.897

444.267

463.038

– 18.771

ACBG

 

35.936

38.174

– 2.238

CIBG

 

43.561

34.523

9.038

RIVM

 

341.784

367.486

– 25.702

Almata

 

10.306

9.337

969

De Lindenhorst

 

12.680

13.518

– 838

         

2. Totaal apparaatskosten ZBO’s en RWT’s

 

475.607

413.120

62.487

Zorg Onderzoek Nederland/ Medische

       

Wetenschappen (ZonMw)

 

6.351

6.262

89

Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ)

 

100.764

101.064

– 300

Centraal Administratie Kantoor (CAK)

 

96.798

87.600

9.198

Accommodaties op grond van de Wet op

       

jeugdzorg

 

152.300

125.600

26.700

Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR)

 

4.197

4.428

– 231

Centrale Commissie voor Mensgebonden

       

Onderzoek (CCMO), inclusief Medisch

       

Ethische Commissies (METC’s)

 

1.826

1.661

165

Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

 

46.844

32.356

14.488

College voor zorgverzekeringen (CVZ)

 

64.004

51.436

12.568

College Sanering Zorginstellingen (CSZ)

 

2.523

2.713

– 190

Voor het CAK, ZonMw, CCMO en de accommodaties jeugdwet betreft het overzicht begroting- en realisatiecijfers 2012.

Toelichting

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

De verantwoordelijkheid voor de financiële en inhoudelijke aansturing van DBC-Onderhoud is per 1 januari 2013 verlegd van VWS naar de NZa. De middelen hiervoor zijn bij eerste suppletoire wet overgeheveld (€ 13,3 miljoen). Daarnaast zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor uitvoering van het werkplan (€ 1,2 miljoen).

Het College voor Zorgverzekeringen (CVZ)

Bij eerste en tweede suppletoire wet zijn met name voor de uitvoeringskosten van de regelingen bijzondere groepen extra middelen beschikbaar gesteld (ruim € 12,6 miljoen).

Licence