Base description which applies to whole site

4.5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen

A: Algemene doelstelling

Het bieden van mogelijkheden voor verzekering van betalingsrisico’s die zijn verbonden aan export en investeringen in het buitenland, in aanvulling op de markt, en het creëren en handhaven van een internationaal gelijkwaardig speelveld voor bedrijven op het terrein van de exportkredietverzekeringsfaciliteit.

B: Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Financiën heeft de rol van regisseur van de uitvoering van de exportkredietverzekeringsfaciliteit. De Minister stelt de randvoorwaarden vast waaronder de uitvoerder van de faciliteit verzekeringen mag afgeven. De staat treedt op als verzekeraar en Atradius Dutch State Business N.V. voert de EKV-faciliteit uit, op naam en voor rekening en risico van de staat. De Minister van Financiën is budgetverantwoordelijk. De Minister van Financiën is, samen met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, beleidsverantwoordelijk voor het verstrekken van de verzekeringen en het nastreven van een gelijkwaardig speelveld op het gebied van de exportondersteunende maatregelen.

Op basis van de Kaderwet financiële verstrekkingen Financiën biedt de Nederlandse Staat, ter aanvulling op de private markt, faciliteiten aan waarmee Nederlandse ondernemers en hun financiers betalingsrisico’s kunnen afdekken bij de staat. Met de verschillende producten binnen de exportkrediet- en investeringsverzekeringen (de EKV-faciliteit) kunnen Nederlandse bedrijven meer exportorders verwerven, hetgeen een positief effect heeft op de concurrentiekracht, industriële productie en werkgelegenheid in Nederland.

Het doel is om een kostendekkende faciliteit te handhaven. Daarom zijn niet alle risico’s voor de staat acceptabel. Het risicoprofiel van de bestaande EKV-portefeuille en van nieuwe aanvragen wordt nauwlettend gevolgd door middel van een uitgebreid risicokader.

Om zo veel mogelijk te voorkomen dat de staat risico’s in verzekering neemt die door de markt kunnen worden gedekt, is de «risicodracht» opgezet. Hierin staat vermeld op welke risico’s (landen, looptijd en omvang) de staat potentieel dekking aanbiedt. Voor de overige risico’s gaat de staat er in principe vanuit dat deze door de markt zelf in dekking kunnen worden genomen. De risicodracht wordt periodiek aangepast na overleg met de uitvoerder van de faciliteit of indien reacties van marktpartijen hiertoe aanleiding geven.

De overheid heeft een belangrijke rol ten aanzien van het bevorderen van een gelijkwaardig speelveld op het gebied van de exportondersteunende maatregelen. Om Nederlandse exporteurs en hun financiers internationaal onder gelijke voorwaarden te kunnen laten concurreren, wordt door Nederland in internationaal verband overlegd over de exportondersteunende maatregelen. Zo worden in OESO- en EU-verband afspraken gemaakt over de voorwaarden waaronder exportkredietverzekeringen mogen worden verstrekt, zoals kostendekkendheid, minimum premies, maximale looptijden, het gebruik van ontwikkelingshulpgelden, een verantwoord leenbeleid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ook wordt er een actieve dialoog met de opkomende economieën die geen deel uitmaken van de OESO gevoerd. Het doel van deze besprekingen is om mogelijke verstoringen van het speelveld, door landen die niet aan de OESO-regels gebonden zijn, zoveel mogelijk te beperken.

C: Beleidsconclusies

De exportkredietverzekeringsfaciliteit bestond in 2014 uit de volgende onderdelen: de exportkredietverzekeringen en -garanties (EKV) en de regeling investeringsverzekeringen (RIV)19.

In 2014 zijn in totaal 145 nieuwe polissen en dekkingstoezeggingen uitgereikt. Dit is een lichte afname ten opzichte van 2013 toen er 147 nieuwe verzekeringspolissen en dekkingstoezeggingen zijn uitgereikt.

Onderstaande figuur geeft de ontwikkeling van de EKV en de RIV-portefeuille weer door middel van de uitstaande garantieverplichtingen.

Grafiek 1: uitstaande garantieverplichtingen in mln. EUR 2010–2014

Grafiek 1: uitstaande garantieverplichtingen in mln. EUR 2010–2014

In de grafiek is een onderscheid gemaakt tussen definitieve verzekeringen (polissen) en voorlopige verzekeringen (dekkingstoezeggingen). De garantieverplichtingen zijn aangepast op basis van de nieuwe berekeningsystematiek, zie ook de toelichting bij onderdeel E.

In Nederland beperkt de staat zich primair tot het verzekeren en garanderen en laat het daadwerkelijk financieren zoveel mogelijk over aan de markt. Er is de afgelopen jaren echter geconstateerd dat dit leidt tot een ongelijk speelveld als in andere landen wel financiering met publiek middelen mogelijk is terwijl banken geen concurrerende financiering kunnen aanbieden. Om het Nederlandse exporterende bedrijfsleven minder afhankelijk te maken van bancaire financiering is in 2009 de Exportkredietgarantie (EKG) ontwikkeld. Het doel van de EKG is om exportfinanciering laagdrempeliger te maken voor andere investeerders zoals pensioenfondsen. De staat geeft hierbij een 100% betalingsgarantie op de bank die de terugbetalingen moet doorzetten naar de kredietverstrekkende investeerder. Een EKG is uitsluitend mogelijk in combinatie met een EKV dekking. Het additionele risico dat de staat aangaat door afgifte van een EKG betreft daarom het risico dat de bank in betalingsproblemen komt gedurende de beperkte periode dat één betalingstermijn wel is gestort op de bank, maar nog niet is doorgezet naar de investeerder. Het additionele risico die aan de EKG is verbonden, is dusdanig beperkt dat het wordt meegenomen onder het bestaande garantieplafond van € 10 mld.

In 2014 is de doeltreffendheid en doelmatigheid van het instrument EKG door middel van een beleidsdoorlichting onderzocht.20 Hieruit blijkt dat door middel van de EKG export gefinancierd wordt door andere investeerders. Hierdoor worden Nederlandse exporteurs beter in staat gesteld om op concurrerende wijze mee te dingen op het internationale speelveld. Er is sinds de start van de EKG in 2009 geen schade geweest en daarnaast wordt er een kostendekkende premie in rekening gebracht. Hierdoor is het budgettaire effect van de EKG tot op heden licht positief.

Naar aanleiding van de uitkomsten van de beleidsdoorlichting is de EKG opgenomen in het reguliere productenaanbod van de EKV faciliteit. In de beleidsdoorlichting is echter ook geconstateerd dat er verbeteringspunten mogelijk zijn voor de EKG. In 2014 is samen met banken en de exportsector bekeken hoe binnen de bestaande randvoorwaarden het instrumentarium verder ontwikkeld kan worden. Dit heeft er mede toe geleidt dat er een basis is gelegd voor een nieuwe uitvoeringsvariant binnen de EKG. Deze zal verder worden uitgewerkt in 2015.

D: Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 5 Exportkredietverzekering en investeringsgaranties
Bedragen x € 1.000
         

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2010

2011

2012

2013

2014

2014

2014

Verplichtingen

1.161.667

1.099.920

2.934.821

3.590.788

– 7.294.439

10.616.386

– 17.910.825

waarvan betalingsverplichtingen:

16.672

12.032

12.412

14.299

198.043

12.606

185.437

waarvan kostenvergoeding Atradius DSB

10.212

10.557

12.126

12.490

11.678

12.606

– 928

               

waarvan garantieverplichtingen:

1.144.995

1.087.888

2.922.409

3.576.489

– 7.492.482

10.603.780

– 18.096.262

EKV

1.198.639

1.118.144

2.942.882

3.523.570

– 7.441.016

10.000.000

– 17.441.016

RIV

– 49.220

– 19.752

– 20.473

52.919

– 51.466

453.780

– 505.246

MIGA

0

0

0

0

0

150.000

– 150.000

Omzetpolissen

– 4.424

– 10.504

0

0

0

0

0

               

Uitgaven

92.479

28.657

70.109

103.647

241.419

110.006

131.413

Garanties

             

Schade-uitkering EKV

76.137

17.909

57.697

89.348

43.376

96.900

– 53.524

Storting begrotingsreserve EKV

       

186.365

0

186.365

Schade-uitkering RIV

0

0

0

0

0

500

– 500

Schade-uitkering Omzetpolissen

218

90

0

0

0

0

0

Uitgaven Seno-Gom

5.912

101

286

1.809

0

0

0

               

Opdrachten

             

Kostenvergoeding Atradius DSB

10.212

10.557

12.126

12.490

11.678

12.606

– 928

               

Ontvangsten

158.374

141.642

350.432

202.684

273.282

99.500

173.782

Garanties

             

Premies EKV

25.382

55.106

43.629

86.471

118.261

40.000

78.261

Premies RIV

723

563

537

675

789

1.250

– 461

Premies omzetpolissen

330

88

15

0

0

0

0

Schaderestituties EKV

125.769

84.834

97.911

80.287

86.736

28.000

58.736

Ontvangsten Seno-Gom

5.912

551

185

251

947

0

947

               

Ontrekking begrotingsreserve Seno-Gom

0

0

207.655

34.500

66.049

29.750

36.299

Overige ontvangsten

258

500

500

500

500

500

0

E: Toelichting op de instrumenten

Verplichtingen

In de ontwerpbegroting zijn stelpostramingen opgenomen ter hoogte van het maximaal te verstrekken jaarlijkse netto garantieplafond voor verplichtingen. De realisatie van de verplichtingen betreft het saldo van verleende en vervallen garanties.

Garantieverplichting exportkredietverzekering (– € 17,4 mld.)

Zoals reeds aangekondigd bij het Jaarverslag IX Financiën 2013 en in de Begroting IX 2015 zijn de uitstaande garanties in 2014 herijkt. Voorheen werden de garantieverplichtingen verantwoord inclusief het maximaal vreemd valutarisico21, dit zorgde voor een zeer prudente schatting van het uitstaande risico. Uit de inventarisatie van de garantieverplichtingen is naar voren gekomen dat deze berekeningswijze niet gebruikelijk is. Daarom wordt niet meer het maximale vreemd valuta risico meegenomen in de garantieverplichtingen, maar worden de uitstaande garanties in andere valuta dan de euro berekend op basis van de wisselkoersen aan het einde van het jaar. Dit is conform de berekeningswijze bij andere internationale garanties (bijvoorbeeld garantie aan het IMF en de Wereldbank) en geeft een realistischer beeld van de huidige risico’s.

In 2014 is er voor € 8,9 mld. aan nieuwe verplichtingen aangegaan en is € 16,3 mld. aan verplichtingen vervallen, waaronder 8,9 mld. vreemd valutarisico. Over 2014 bedraagt het saldo van nieuwe en vervallen garanties – € 7,4 mld. Ten opzichte van de gecorrigeerde stand 2013 (exclusief maximaal vreemd valutarisico) zijn de uitstaande garantieverplichtingen met ruim € 1,4 mld. gegroeid.

Garantieverplichting Regeling Investeringen (– € 505,2 mln.)

In 2014 is er voor € 5,7 mln. aan nieuwe verplichtingen aangegaan en is € 57,2 mln. aan verplichtingen vervallen. Over 2014 bedraagt het saldo van nieuwe en vervallen garanties – € 51,5 mln. Deze mutatie betreft het afboeken van het resterende deel van het verplichtingenplafond.

Garantieverplichting Multilateral Investment Guarantee Agency (MIGA) (– € 150,0 mln.)

Het jaarlijkse plafond voor de MIGA bedraagt € 150,0 mln. In 2014 is er geen beroep gedaan op de MIGA faciliteit.

Uitgaven

Schade-uitkering EKV (– € 53,5 mln.)

De schade-uitkeringen zijn lager uitgevallen dan de raming. De schadedreigingen hebben zich in 2014 in mindere mate dan begroot gematerialiseerd. De structurele raming is in 2014 neerwaarts bijgesteld, echter gegeven de lage olieprijs en de complexe internationale context blijven de risico’s voor 2014 ook in de komende jaren aanwezig.

Begrotingsreserve (+ € 186,4 mln.)

Naar aanleiding van het vernieuwde garantiekader wordt voor de exportkredietverzekeringsfaciliteit een begrotingsreserve opgericht. In 2014 heeft een eerste storting in de begrotingsreserve plaats gevonden.

Ontvangsten

Premies EKV (+ € 78,3 mln.)

In 2014 zijn de premieontvangsten van de exportkredietverzekeringen hoger uitgevallen dan begroot. Er is een aantal omvangrijke verzekeringen afgesloten. Het gaat hierbij om een combinatie van exporttransacties die snel tot stand zijn gekomen en projecten die een langere voorbereiding kenden en in 2014 daadwerkelijk in gang zijn gezet.

Schaderestituties EKV (+ € 58,7 mln.)

Ondanks de moeilijke periode die de wereldeconomie doormaakt is de provenustroom boven verwachting goed op gang gebleven. Hierdoor zijn de schaderestituties hoger uitgekomen dan geraamd. Met name de terugbetalingsregeling met Argentinië, die in de Club van Parijs is gesloten, heeft hieraan een grote bijdrage geleverd.

Onttrekking begrotingsreserve Seno-Gom (+ € 36,3 mln.)

De Seno-Gom portefeuille wordt afbeheerd, er worden al een aantal jaar geen nieuwe polissen meer afgegeven. In 2014 is besloten om de Seno-Gom begrotingsreserve te laten vrijvallen. Hierdoor was de onttrekking uit de reserve € 36,3 mln. hoger dan geraamd. Er resteert nog 39 mln. in de begrotingsreserve, welke zal vrijvallen in de komende drie jaren. Mogelijk schade-uitgaven uit de Seno-Gom portefeuille kunnen worden opgevangen met de begrotingsreserve voor de EKV.

Meetbare gegevens

Binnen de EKV wordt gebruik gemaakt van twee kengetallen. Beide kengetallen, de benchmark en BERB, bieden informatie over het gelijkwaardige speelveld. De benchmark maakt een vergelijking tussen de producten en de voorwaarden waartegen die worden aangeboden binnen de EKV facilititeit en de BERB (de bedrijfseconomische resultaatbepaling) geeft het cumulatieve resultaat aan van alle polissen die per 1 januari 1999 zijn afgesloten. Door kostendekkend te opereren en dit ook transparant te presenteren wordt aangetoond dat er bij de Nederlandse EKV geen oneerlijke concurrentie plaatsvindt door middel van te lage verzekeringspremies. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het voorkomen van een internationale race to the bottom.

Uit de benchmark (2014) is naar voren gekomen dat de EKV-faciliteit, op de beleidsonderdelen landenbeleid, premies, dekkingsbeleid en milieu- en sociale beoordeling, goed bestand is tegen de concurrentiedruk van andere exportkredietverzekeraars.

Uit de bedrijfeconomische resultaatbepaling (BERB) over 2014 is naar voren gekomen dat er sinds 1999 een cumulatief resultaat van 293 mln. is behaald. In 2014 is hieraan een bijdrage van 62 mln. geleverd.

Prestatie indicator

Streefwaarde 2014

Realisatie 2014

BERB

> 0 mln.

293 mln.

benchmark

A

A

19

Hieronder vallen verschillende producten. Zie website Atradius Dutch State Business voor het volledige assortiment (www.atradiusdutchstatebusiness.nl).

21

Dit risico materialiseert zich echter uitsluitend als de debiteur niet meer aan de betalingsverplichtingen kan voldoen en de koers zich maximaal negatief ontwikkelt (er is een maximale omrekenkoers afgesproken). Terwijl deze zich ook positief kan ontwikkelen en tot een lagere schade kan leiden.

Licence