Base description which applies to whole site

4.4 Internationale Financiële Betrekkingen

A: Algemene doelstelling

Een bijdrage leveren aan een financieel gezond en welvarend Europa en een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling.

B: Rol en verantwoordelijkheid

Om het bovenstaande doel te bereiken heeft de Minister van Financiën een regisserende rol in Nederland. De internationale inzet van de Minister is van belang omdat de Nederlandse economie door zijn openheid en relatief beperkte grootte sterk wordt beïnvloed door internationale financieel-economische ontwikkelingen. Een sterke Europese economie heeft een directe weerslag op de Nederlandse economie. Nederland is mede hierdoor gebaat bij een gezonde financieel economische ontwikkeling en een stabiele budgettaire en monetaire ontwikkeling in de Europese Unie en haar lidstaten, waarbij ook de financiële stabiliteit binnen de eurozone gewaarborgd is.

Ten behoeve van de bevordering van financiële stabiliteit in de toekomst neemt de Minister actief deel aan internationaal toezicht ter bevordering van de begrotingsdiscipline van lidstaten van de EU en een stabiele macro-economische omgeving in de EMU. Hieronder valt ook de economische beleidscoördinatie in de EU en de EMU, zoals door een nieuw verdrag voor begrotingsdiscipline tussen lidstaten van de EU en een procedure voor economische onevenwichtigheden. Verder neemt de Minister van Financiën besluiten over het Nederlandse oordeel over aanvragen voor het Exchange Rate Mechanism (ERM-II) en voor euro-invoering. Tevens draagt de Minister van Financiën het Nederlandse standpunt over de EU begroting uit.

De Minister van Financiën draagt bij aan het beheer van stabilisatiemechanismen zoals het EFSF en het ESM ten behoeve van het bewaken van de financiële stabiliteit, ook in financieel-economisch moeilijke tijden. Dit doet de Minister door actief deel te nemen aan Europese overleggen zoals de Eurogroep en Ecofin en regelmatig contact te onderhouden met Europese instellingen en Europese collega ministers. De Minister van Financiën is sinds januari 2013 voorzitter van de Eurogroep en daarmee ook voorzitter van de Board of Governors van het ESM voor een periode van 2,5 jaar. In de afgelopen jaren is een gezamenlijke Europese aanpak voor de crisis gekozen. Nederland heeft hierbij een actieve rol gespeeld. In de komende jaren is het van groot belang om vast te houden aan die aanpak en gemaakte afspraken te implementeren. De rol als voorzitter van de Eurogroep biedt bij uitstek de mogelijkheid om uitvoering te geven aan de gezamenlijke Europese inzet.

Internationale financiële instellingen beïnvloeden economische ontwikkelingen, als gevolg van hun rol bij het financieel-economische beleidstoezicht en als financieel vangnet in geval van een crisis. Goed beleid van deze instellingen draagt daarom bij aan een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling en de ontwikkeling van lage- en middeninkomenslanden. De Minister draagt hieraan bij door toezicht te houden op de uitvoering van de taken van de Internationale Financiële Instellingen (IFI’s) en hun financiële soliditeit. Daarnaast levert de inbreng van de Minister bij discussies in internationale fora zoals de Ecofin, Eurogroep, Working Party 3 (van de OESO) en discussies bij het Internationaal Monetair Fonds, de Wereldbank en andere IFI’s een bijdrage aan de beïnvloeding van de internationale beleidsdiscussie en beleidsrespons.

C: Beleidsconclusies

In internationaal verband zijn de afgelopen jaren verschillende maatregelen getroffen om de wereldeconomie minder gevoelig te maken voor financieel economische crises. In 2014 hebben de IFI’s, naast aandacht voor crisispreventie, ook focus gelegd op het creëren van inclusieve groei. Er zijn verschillende maatregelen genomen om groei wereldwijd een impuls te geven en IFI middelen en investeringen effectiever in te zetten. De Minister van Financiën heeft voor Nederland als bewaker van de financiële belangen van de Nederlandse overheid en burger een centrale rol in het beleid van de IFI’s.

Zo heeft het IMF onlangs haar schuldenlimietbeleid voor lage inkomens landen aangepast, om de grote behoeft aan investeringen in groei in deze landen tegemoet te komen. Landen met budgettaire ruimte krijgen meer mogelijkheden om naast concessionele financiering (met een schenkingselement) ook gebruik te maken van financiering tegen commerciële voorwaarden. In het oude beleid was hier slechts beperkt ruimte voor. Ook heeft het IMF de eerste stappen gezet om het leenraamwerk aan te passen voor landen met programma’s van een exceptionele omvang. Het IMF wil haar toolkit uitbreiden om adequater te kunnen reageren wanneer de schuldhoudbaarheid van een land in het geding komt en zodoende de groei en succesvolle implementatie van een programma bevorderen. De voorgestelde aanpassingen zouden ervoor zorgen dat private crediteuren gedurende de looptijd van een programma hun vorderingen niet kunnen aflossen, wat de mogelijkheden beperkt voor bail-outs van private crediteuren.

De Wereldbank heeft haar eigen financiële houdbaarheid en financiële capaciteit verhoogd. De Bank voert een grote bezuinigingsoperatie door. De uitgaven van de Bank worden nu getoetst op efficiëntie en effectiviteit. Daarnaast heeft de Raad van Bewindvoerders besloten om de prijzen van leningen verstrekt door de IBRD te verhogen om additionele inkomsten te genereren. Ook zal de IBRD efficiënter gebruik gaan maken van het bestaande aandeelhouderskapitaal door voor elke dollar aan kapitaal iets meer uit te lenen.

Daarnaast heeft de EIB belangrijke stappen gezet om een katalyserende rol op het gebied van investeringen te spelen. Met de introductie van het «Juncker-plan» in december 2014 is een eerste aanzet gegeven door de Europese Commissie om in 2015 met de EIB tot een instrument te komen om invulling te geven aan «An investment plan for Europe». Dit moet een impuls geven aan de Europese interne markt en private investeerders aantrekken.

Op Europees vlak was er in 2014 substantiële aandacht voor een verder herstel van de financiële stabiliteit van de eurozone. De Europese schuldencrisis heeft aanleiding gegeven tot wijziging en uitbreiding van afspraken omtrent economische beleidscoördinatie (onder andere versterkt Stabiliteits- en Groeipact). Gekoppeld hieraan was er aandacht voor de lopende steunprogramma’s voor Griekenland en Cyprus en het in 2014 aflopende programma voor Portugal. De Minister van Financiën nam namens Nederland deel aan discussies en besluitvorming op ministerieel niveau in Eurogroep en Ecofin verband en in de Raad van gouverneurs van het ESM over deze onderwerpen. Eurogroep en Ecofin vergaderingen vinden in beginsel iedere maand plaats.

Als sluitstuk van versterkte economische beleidscoördinatie in de Eurozone verstrekt het ESM, onder strikte beleidscondities en waar mogelijk in samenwerking met het IMF, financiële steun aan landen in nood. Sinds juli 2013 kunnen het EFSM en EFSF geen nieuwe leningen meer aangaan. Het EFSF en EFSM blijven bestaan totdat de laatste leningen zijn afgelost. Het ESM heeft in 2014 financiële steun verstrekt aan Cyprus. Portugal heeft in het eerste half jaar van 2014 nog steun ontvangen van het EFSM, EFSF en het IMF en heeft eind mei 2014 het leningenprogramma succesvol verlaten. Griekenland heeft in 2014 financiële steun van het EFSF en het IMF ontvangen. Daarnaast is in december 2014 door de Eurogroep besloten om het EFSF-programma van Griekenland met twee maanden te verlengen tot en met 28 februari 2015, zodat de Griekse regering meer tijd heeft om de nog openstaande maatregelen onder de vijfde voortgangsmissie af te ronden. Op 27 februari 2015 is, op verzoek van de nieuwe Griekse regering, het leningenprogramma van het EFSF nogmaals verlengd met vier maanden tot en met 30 juni 2015. Griekenland is ook begonnen met de aflossing van de IMF-leningen van het eerste leningenprogramma van het IMF. Eind december 2014 had Griekenland in totaal circa 9,2 miljard euro afgelost aan IMF-leningen. Spanje en Ierland hebben eind 2013 de leningenprogramma’s succesvol afgerond, er worden geen nieuwe leningen meer verstrekt. Zowel Spanje als Ierland hebben in 2014 al een deel van de leningen vervroegd afgelost. Spanje heeft in juli 2014 al 1,6 miljard euro vervroegd afgelost aan het ESM en Ierland heeft in december 2014 al 9,1 miljard euro vervroegd afgelost aan het IMF.

Op 8 december 2014 heeft de Raad van gouverneurs van het ESM ingestemd met de uitwerking van het ESM-instrument voor directe herkapitalisatie van banken. Hiermee is het instrument operationeel geworden. Met het instrument zullen banken directe steun kunnen ontvangen vanuit het ESM in plaats van via de overheden van aanvragende lidstaten. Hiermee wordt bijgedragen aan het verbreken van de vicieuze cirkel, door de link tussen kwetsbare overheden en kwetsbare banken af te zwakken. Tegelijkertijd houdt het akkoord rekening met de noodzaak om prikkels te houden voor aanvragende lidstaten om prudent beleid te voeren en om zorgvuldig om te gaan met de schaarse publieke middelen in het ESM.

Het jaar 2014 stond voor de Eurogroep ook in het teken van de toetreding van Letland tot de Eurozone per 1 januari en van de voorbereiding voor de toetreding van Litouwen als negentiende lid van de Eurozone. Litouwen heeft per 1 januari 2015 de Euro ingevoerd als munteenheid, daarvoor zijn de voorbereidingen in 2014 afgerond. Nadat Litouwen in januari 2014 aangaf niet later dan 1 januari 2015 de Euro te willen invoeren, concludeerde de Europese Centrale Bank en de Europese Commissie in juni 2014 in de convergentierapporten dat Litouwen voldeed aan de vereiste convergentiecriteria. In juli is daarop de derogatie op toetreding van Litouwen opgeheven. Om duurzame convergentie te waarborgen heeft Litouwen structurele hervorming gepresenteerd en deze opgenomen in onder andere het nationaal hervormingsplan.

De onderhandelingen in het kader van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2014–2020 van de EU zijn in 2013 afgerond. Vanaf 1 januari 2014 is daarmee het nieuwe MFK in werking getreden. In het nieuwe MFK, dat circa 34 miljard euro lager ligt dan het huidige MFK, hebben de budgetten voor onderzoek en innovatie aan relatief belang gewonnen ten opzichte van de klassieke posten als landbouw- en cohesiebeleid. Tevens heeft Nederland in deze onderhandelingen wederom een korting op de afdrachten bedongen van ruim 1 miljard euro15.

In 2014 zijn acht aanvullende begrotingen gepresenteerd, waarvoor met uitzondering van de eerste aanvullende begroting (technische wijzigingen, was reeds akkoord) in december een akkoord is bereikt. Nederland heeft ingestemd met alle aanvullende begrotingen, met uitzondering van de derde aanvullende begroting. In de derde aanvullende begroting stelde de Europese Commissie voor de betalingen in 2014 te verhogen door middel van de inzet van de zogenoemde contingency margin (het instrument om als laatste redmiddel op onvoorziene omstandigheden te kunnen reageren), ten overstaan van een cumulatief gelijkmatige verlaging van de betalingen in latere jaren van het MFK. Nederland heeft samen met gelijkgestemde lidstaten in de Begrotingsraad gezorgd voor een beperktere inzet van de contingency margin. Uiteindelijk heeft Nederland tegen de derde aanvullende begroting gestemd, omdat Nederland van mening was dat de Europese Commissie te snel en in te ruime mate naar dit instrument heeft gegrepen16.

De Europese Commissie heeft eind oktober de naheffing op basis van de grondslagen voor het bni en de btw gepresenteerd. De naheffing resulteerde in een bruto nabetaling van Nederland aan de Europese Unie, met een omvang van 1,1 miljard euro. Netto bedraagt de naheffing circa 650 miljoen euro omdat, Nederland in 2015 een teruggave van circa 450 miljoen zal ontvangen17. Het kabinet voelde zich verrast door de omvang van de naheffing en heeft daarom gepleit voor meer transparantie en harmonisatie van zowel het begrotingsproces als de berekeningswijze van dergelijke naheffingen. De Europese Commissie heeft hierop een evaluatie toegezegd, waarvan Nederland de resultaten nauwlettend zal volgen18.

Tot slot is de ratificatie van het Eigen Middelenbesluit niet voor het einde van 2014 afgerond. In het Eigen Middelenbesluit wordt de financiering van de Europese begroting vastgelegd; de Nederlandse korting op de afdrachten maakt deel uit van het Eigen Middelenbesluit. De korting op de Nederlandse afdrachten hangt samen met deze ratificatie. De korting op de Nederlandse afdrachten over het jaar 2014 blijft behouden, maar wordt doorgeschoven naar het jaar 2015.

D: Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 4 Internationale financiële betrekkingen
Bedragen x € 1.000
         

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2010

2011

2012

2013

2014

2014

2014

Verplichtingen

40.452.217

91.240.416

38.336.697

– 49.193.450

3.649.277

1.081.076

2.568.201

Waarvan betalingsverplichtingen

4.708.053

730.004

3.585.959

139.000

787.228

800.104

– 12.876

EIB

   

448.222

0

0

0

0

Lening Griekenland

   

– 1.505.643

0

0

0

0

Kapitaal ESM

   

4.573.600

0

0

0

0

               

Waarvan garantieverplichtingen:

35.744.164

90.510.412

34.750.738

– 49.332.450

2.862.049

280.972

2.581.077

Deelneming multilaterale ontwikkelingsbanken en -fondsen

277.118

304.524

120.110

26.588

725.439

167.527

557.912

Garantie aan DNB inzake IMF en BIS

5.416.546

18.518.207

– 825.772

– 1.140.268

2.158.610

113.445

2.045.165

Kredieten EU betalingssteun

1.232.500

– 102.500

5.000

– 35.000

– 10.000

0

– 10.000

EFSM

2.946.000

– 120.000

6.000

– 42.000

– 12.000

0

– 12.000

EFSF

25.872.000

71.910.181

0

– 48.141.770

0

0

0

ESM

   

35.445.400

0

0

0

0

               

Uitgaven

1.304.504

2.284.106

2.005.213

2.599.623

1.093.524

1.119.514

– 25.990

               

Deelneming multilaterale (ontwikkelings) banken en fondsen

             

Deelnemingen multilaterale ontwikkelingsbanken en -fondsen

55.897

337.276

158.227

631.183

52.864

79.753

– 26.889

EFSF

1.054

571

0

0

0

0

0

ESM

   

1.829.440

1.829.440

914.720

914.720

0

               

Leningen

             

Lening Griekenland

1.247.553

1.946.259

4.546

0

0

0

0

Uitkering rente aan Griekenland

   

13.000

139.000

125.000

125.041

– 41

               

Opdrachten

             

TA kiesgroeplanden

       

940

0

940

               

Ontvangsten

39.495

127.715

50.131

34.336

19.969

29.970

– 10.001

               

Deelneming multilaterale (ontwikkelings) banken en fondsen

             

Ontvangsten IFI's

9.611

13.081

9.454

8.630

5.951

4.418

1.533

               

Lening

             

Rente en servicefee ontvangsten lening Griekenland

29.884

114.634

40.677

25.706

14.018

25.552

– 11.534

E: Toelichting op de instrumenten

Betalingsverplichtingen (– € 12,9 mln.)

De verplichting voor technische assistentie valt lager uit en de geraamde kapitaal bijdrage aan de Wereldbank is ten laste gekomen van een eerder aangegane verplichting.

Deelneming multilaterale ontwikkelingsbanken en -fondsen (+ € 557,9 mln.)

Garantie Wereldbank (+ € 468,8 mln.)

De aanpassing van de verplichting wordt voornamelijk veroorzaak door de wisselkoersaanpassing van de garanties afgegeven aan de Wereldbank.

Garantie Cotonou (+ € 89,1 mln.)

De Europese Investeringsbank (EIB) verricht activiteiten in landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS-landen), alsmede de Europese landen en gebieden overzee (LGO). Dit in het kader van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst (Verdrag van Cotonou), en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee. Het Intern Akkoord betreft een periodieke financiële uitwerking van de genoemde overeenkomsten gedurende het MFK 2014–2020 en is aan de Kamer voorgelegd (Kamerstukken II 2013/14, 33 838, nr. 3.). Het Intern Akkoord bevat een garantie voor 75% van de politieke en soevereine risico’s die de EIB bij haar activiteiten in de ACS en LGO loopt. Deze is in de tweede suppletoire van de Financiën begroting opgenomen. Tevens is de vordering van het eerdere Cotonou programma met € 1,9 mln. toegenomen.

Garantie aan DNB inzake IMF en BIS (+ € 2,0 mld.)

– Aanpassing garantie DNB inzake IMF door wisselkoerswijziging (+ € 2.045,2 mln.)

De aanpassing van de verplichting wordt veroorzaakt door de wisselkoersaanpassing van de garanties afgegeven aan DNB inzake de deelnemingen van het IMF.

– Beëindiging garantie BIS

Deze garantieovereenkomsten tussen de staat en DNB betreffen het Nederlandse aandeel in de via de Bank voor Internationale Betalingen (BIS) te verstrekken kredietfaciliteiten. Als verplichtingenraming (stelpost) wordt jaarlijks een garantieplafond van € 113 mln. in de ontwerpbegroting opgenomen. De laatste jaren is geen gebruik gemaakt van deze regeling en wordt deze niet meer noodzakelijk geacht. Daarom wordt de garantieverplichting niet meer opgenomen (zoals gemeld in de begroting IX 2015).

EU-betalingsbalanssteun (– € 10,0 mln.)

Naar aanleiding van een verandering in het Nederlandse aandeel in de EU-begroting is de bestaande garantieverplichting bijgesteld.

EFSM (– € 12,0 mln.)

Naar aanleiding van een verandering in het Nederlandse aandeel in de EU-begroting is de bestaande garantieverplichting bijgesteld

Uitgaven

Aanpassing betalingsritme International Development Agency (– € 26,9 mln.)

Om budgettechnische redenen is het betaalritme van de toezeggingen aan IDA aangepast. Hiermee wordt het zwaartepunt van de IDA betalingen verlegd naar de jaren 2016 en 2017.

Uitkering Rente aan Griekenland

Onderdeel van de afspraken van de Eurogroep van februari en november 2012 is dat de inkomsten van de ECB en de nationale centrale banken uit de Griekse staatsobligaties die niet zijn meegenomen in de obligatieomruil van februari 2012 worden doorgegeven aan Griekenland. Dit betreft de inkomsten uit de SMP-portefeuille en de ANFA-portefeuille. Nederland heeft in juli 2014 aan het ESM de SMP-inkomsten over 2014 van 112 miljoen euro overgemaakt. Het ESM heeft hiervoor een speciale rekening, waarop lidstaten de SMP-winsten kunnen overmaken. Deze inkomsten zullen door het ESM, na een positief oordeel van de voortgang van het programma (of na een positieve post-programme missie na afloop van het programma), naar Griekenland worden overgemaakt. Omdat de huidige voortgangsmissie nog niet is afgerond, zijn de SMP-inkomsten over 2014 nog niet naar Griekenland overgemaakt.

Ontvangsten

Ontvangsten IFI’s (+ € 1,5 mln.)

De terugbetalingen van leningen door de Europese Investeringsbank (EIB) en de Wereldbank zijn hoger dan geraamd. Bij de EIB gaat het om leningen aan landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS-landen), en de Europese landen en gebieden overzee (LGO) onder het Europees Ontwikkelingsfonds in het kader van de verdragen van Lomé en Cotonou. Bij de Wereldbank gaat het om de EEC Special Action Account, waarbij in Europese Economische Gemeenschap verband via de Wereldbank speciale kredieten worden verstrekt op concessionele basis aan ontwikkelingslanden welke over langere periode worden terugbetaald.

Rente Griekenland (– € 11,5 mln.)

Door een lagere rente dan de geraamde CPB rekenrente en de retroactieve correctie van de renteverlaging (zoals door de Eurogroep in december 2012 overeengekomen) zijn de ontvangsten op de Griekse lening lager uitgevallen.

Licence