Base description which applies to whole site

BIJLAGE 8: RAPPORTAGE INZETBAARHEIDSDOELSTELLINGEN IN 2014

Bij de begroting en in het jaarverslag wordt de Kamer geïnformeerd over de mate waarin Defensie in staat is de inzetbaarheidsdoelstellingen te halen (Kamerstuk 32 733, nr. 116). De brief van 9 oktober jl. (Kamerstuk 33 763, nr. 57) betreft de rapportage over de eerste helft van 2014, uitgaande van de inzetbaarheidsdoelstellingen zoals in de nota In het belang van Nederland geformuleerd. Deze bijlage in het jaarverslag is de tweede rapportage over het jaar 2014. De wijzigingen ten opzichte van de rapportage van oktober betreffen onder meer de situatie bij de helikopters (NH-90, Cougar en de afgestoten AB-412), het toegenomen beslag op de F-16’s door Air Policing in Oost-Europa en in het laatste kwartaal ook de inzet tegen ISIS, de uitbesteding van Search And Rescue taken en enkele nieuwe beperkingen bij de in de ICMS-catalogus gegarandeerde capaciteiten.

Het beeld over 2014 is dat Defensie grotendeels voldoet aan de inzetbaarheids-doelstellingen. Het beroep op Defensie in 2014 was groot. De krijgsmacht is onder meer ingezet in Afghanistan, Mali, de hoorn van Afrika, het Midden-Oosten, de Balkan en Turkije. Ook de nationale inzet, waaronder die van de Koninklijke Marechaussee, de explosievenopruimingsdienst, luchtruimbewaking, de kustwacht en militaire bijstand en steunverlening ging onverminderd door, evenals de inzet in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Er was in 2014 bovendien een groeiende vraag naar ondersteuning door Defensie binnen Nederland.

Zoals onderkend in de begroting stond de haalbaarheid van de inzetbaarheidsdoelstellingen onder druk. Deze beperkingen hebben invloed op het vermogen om operaties langdurig uit te voeren. Ook de mogelijkheid om gelijktijdig verschillende operaties uit te voeren was aan beperkingen onderhevig.

In het algemeen gold voor de haalbaarheid van de inzetbaarheidsdoelstellingen in 2014 het volgende:

  • Gelijktijdige eenmalige inzet van een brigade, een maritieme taakgroep en/of acht jachtvliegtuigen kan niet plaatsvinden zonder beperkingen op het gebied van Combat Support of Combat Service Support (CS/CSS), tenzij het gaat om dezelfde missie in hetzelfde operatiegebied.

  • Bij gelijktijdige langdurige operaties op land of op zee, kan de krijgsmacht niet of niet volledig voorzien in eigen CS/CSS capaciteit. Voor de tweede (land of maritieme) operatie zal hiervoor een beroep moeten worden gedaan op bondgenoten.

  • Door de uitvoering van eenzijdige missies laag in het geweldspectrum staat de geoefendheid voor ander type operaties onder druk. Ook materiële beperkingen en het gebrek aan gespecialiseerd personeel beïnvloeden het voortzettingsvermogen en de geoefendheid van de krijgsmacht. Dit heeft tot gevolg dat voor inzet bij een hoger dreigingsscenario een langere voorbereidingstijd nodig is.

Specifieke aandachtspunten worden geconstateerd op de volgende gebieden:

  • Beschikbaarheid helikopters. De materiele gereedheid van de Apache en de Chinook is in het vierde kwartaal licht verbeterd, maar het duurt naar verwachting tot tenminste eind 2015 totdat de beschikbaarheid en inzetbaarheid voldoende zijn. De afname van de laatste zeven NH-90 helikopters is in de tweede helft van 2014 opgeschort vanwege bovenmatige corrosie en slijtage. In december is besloten de afname te hervatten (Kamerstuk 25 928, nr. 69). De eerste toestellen zijn inmiddels geleverd. De verwachting is dat het beoogde evenwicht tussen vraag en aanbod in 2023 wordt bereikt (Kamerstuk 25 928, nr. 68 van 27 oktober jl.). Om het capaciteitstekort te beperken, is in 2014 besloten om, naast de acht reeds aangehouden Cougar helikopters, de Cougars niet te verkopen en een aantal opnieuw in gebruik te nemen. Zoals bekend, heeft de Cougar-helikopter beperkingen op het gebied van de maritieme taakuitoefening. Zo kan deze helikopter niet de maritieme gevechtstaak van de NH-90 invullen, niet op elk type schip landen en niet automatisch boven een plaats stil hangen (automatische hover). Defensie blijft zoeken naar wegen om dit tekort, in ieder geval deels, te kunnen ondervangen.

  • CS/CSS eenheden. De grootste niet-planmatige tekortkomingen op het gebied van CS/CSS betreffen bevoorradings- & transportbataljons, CIS, medische ondersteuning, personele capaciteit voor ondersteuning van missies (National Support Element), voorzieningen om te opereren vanaf kale vliegvelden en de beschikbaarheid van mobiele drinkwaterinstallaties. De hoofdoorzaken hiervan zijn de beperkte materiële gereedheid en in een aantal gevallen de lage personele bezetting.

  • Materieel. Bij alle krijgsmachtdelen zijn er beperkingen op het gebied van de materiële gereedheid. De problematiek is per wapensysteem verschillend, maar de belangrijkste oorzaken zijn de beschikbaarheid van reservedelen, verwervingsachterstanden en de beschikbaarheid van schaars personeel. Diverse verbetermaatregelen zijn of worden getroffen voor het aanvullen van de voorraden en de versterking van de verwervingsketen. De aanvulling van reservedelen vergt in veel gevallen tijd vanwege complexe en langdurige aanbestedingen. Bij het CZSK voldoet de materiële gereedheid van de meeste systemen aan de norm, ondanks materiële tekortkomingen bij vrijwel alle systemen. Het torpedowerkschip Zr. Ms. Mercuur is echter voorlopig niet inzetbaar. Dit is hoofdzakelijk te wijten aan vertragingen in de aanbesteding van het instandhoudingsprogramma. Bij de mariniers kennen de verouderde wielvoertuigen een teruglopende materiële gereedheid en is er een beperkte hoeveelheid nachtzichtapparatuur. Bij het CLAS kent een groot aantal systemen al langdurig een lage materiële gereedheid. Bij het CLSK is de materiële gereedheid van de DC-10 en de NH-90 onder de norm. De materiële gereedheid van de F-16, Apache en Chinook voldoen aan de norm, maar blijven onder druk staan. Bij de KMar is de beschikbaarheid van de gepantserde voertuigen nog beperkt, maar deze verbetert.

  • Personeel. Het aanhoudende beroep op een kleiner geworden krijgsmacht is voelbaar. De werving en aanstelling tonen een positieve tendens, maar voorzien nog niet in de totale behoefte aan nieuw personeel. Bij alle defensieonderdelen is sprake van een kwalitatief tekort aan gespecialiseerd personeel. Hierbij gaat het vooral om technisch en medisch personeel, maar ook om kernbezettingen (zoals loadmasters) bij CLSK, en logistiek en operationeel personeel bij CZSK.

  • In het laatste kwartaal van 2014 is als gevolg van de veranderende veiligheidssituatie vanuit Navo en EU aandacht ontstaan voor snelle inzetbaarheid. Dit heeft geen gevolgen gehad voor de inzetbaarheidsdoelstellingen in 2014.

Realisatie inzetbaarheidsdoelstellingen

Hieronder worden per inzetbaarheidsdoelstelling de eventuele beperkingen of aandachtpunten beschreven.

  • 1. De verdediging van het eigen en het bondgenootschappelijke grondgebied, inclusief de Caribische delen van het Koninkrijk, zo nodig met alle beschikbare middelen. Deze taak wordt in bondgenootschappelijk verband uitgevoerd. In dat kader kan ook de Navo een beroep doen op Nederland.

Ad 1.

Deze doelstelling, die de inzet betreft van alle eenheden (operationeel gereed of niet), was haalbaar in 2014.

  • 2. De deelneming aan operaties wereldwijd ter bevordering van de internationale stabiliteit en rechtsorde, voor noodhulp bij rampen en humanitaire crises en voor de bescherming van de belangen van het Koninkrijk. Deze operaties worden meestal in internationaal verband uitgevoerd, waarbij bijdragen van verschillende partners in samengestelde eenheden worden geïntegreerd. In dat kader kan de krijgsmacht de volgende bijdragen leveren:

    • Op land: Eenmalig een samengestelde taakgroep van brigadeomvang of langdurig een samengestelde taakgroep van bataljonsomvang. Naast de langdurige inzet van een bataljonstaakgroep kunnen gedurende kortere tijd een tweede bataljonstaakgroep en langere tijd kleinere bijdragen worden ingezet (inclusief de presentie in het Caribisch gebied).

    • Op en vanaf zee: Eenmalig een maritieme taakgroep van vijf schepen of langdurig twee schepen afzonderlijk, waarbij vloot en mariniers geïntegreerd optreden.

    • In de lucht: Tot de vervanging van de F-16 – voorzien in 2023 – eenmalig een groep van acht jachtvliegtuigen of langdurig een groep van vier jachtvliegtuigen. Na de vervanging van de F-16 – voorzien in 2023 – eenmalig of langdurig een groep van vier jachtvliegtuigen. Helikopters ondersteunen het optreden op land en zee.

    • Speciale operaties: Langdurige deelneming van compagniesomvang aan een joint taakgroep Special Forces.

    • Cyberoperaties: defensieve en offensieve cybertaken evenals inlichtingenvergaring.

    • Nichecapaciteiten (naast Special Forces en offensieve cybercapaciteit): onderzeeboten, het Duits-Nederlandse Legerkorpshoofdkwartier, Luchttransport, Air-to-Air Refueling, Patriots en het Civil-Military Interaction commando.

Al deze vormen van inzet zijn inclusief ondersteunende eenheden, zowel de gevechtsondersteuning (combat support) als de logistieke ondersteuning (combat service support). Vooral voor logistieke ondersteuning kan een beroep worden gedaan op internationale partners. Andersom is de ondersteuning van internationale partners door onze krijgsmacht eveneens mogelijk. De inzet van afzonderlijke modules van ondersteunende capaciteiten is ook een optie.

Ad 2.

Deze doelstellingen waren in 2014 haalbaar met beperkingen. Deze beperkingen komen naar voren indien het langdurige inzet betreft (voortzettingsvermogen), indien inzet plaats moet vinden in een hoog dreigingsscenario of als er sprake is van meer dan één inzet tegelijkertijd In dat laatste geval is de inzet van de CS en CSS eenheden de beperkende factor, tenzij bondgenoten de benodigde ondersteuning leveren. Zo is langdurige inzet van een NH-90 helikopter voor zowel het Caribisch gebied als anti piraterij-operaties door de corrosie en slijtage problematiek niet mogelijk gebleken. Binnen de niche-capaciteiten leverde de continue inzet van de Patriot problemen op voor de systemen en de geoefendheid van het Patriot personeel. Na twee jaar onafgebroken inzet is besloten de missie niet nogmaals te verlengen.

In het domein lucht is met langdurig vier F-16’s in Afghanistan, Air Policing in Oost-Europa en in het laatste kwartaal de inzet tegen ISIS met zes (plus twee in reserve) F-16’s het ambitieniveau voor gevechtsvliegtuigen meer dan volledig gevuld. Om die reden is voor 2015 besloten de F-16’s terug te trekken uit de NRF. Voor de andere domeinen is geen inzet geweest in de volledige omvang zoals benoemd in de inzetbaarheidsdoelstellingen, maar heeft wel een groot aantal kleinere missies op veel verschillende locaties plaatsgevonden. Ook heeft er geen langdurige inzet van special forces binnen een joint taakgroep plaatsgevonden. Wel is er sprake van een veelheid aan kleinere missies en van een SF-inzet van compagniesomvang in Mali. De inzet van operationele inlichtingen capaciteit in Mali legt beperkingen op aan de ondersteuningsmogelijkheden voor de andere doelstellingen.

  • 3. Het bijdragen aan de nationale veiligheid onder civiel gezag. In dat kader levert de krijgsmacht de in wettelijke en interdepartementale afspraken vastgelegde bijdragen. Het gaat hierbij om:

    • De uitvoering van structurele nationale taken zoals de politietaken van de Koninklijke Marechaussee, de beveiliging van het Nederlandse luchtruim met jachtvliegtuigen, de coördinatie van en de bijdrage aan de Kustwacht Nederland evenals de hydrografische taak;

    • Het samen met veiligheidspartners kunnen optreden tegen digitale bedreigingen en aanvallen (cybercapaciteit);

    • Militaire bijstand en steunverlening bij handhaving van de rechtsorde, de openbare orde en veiligheid, in het bijzonder met de in de ICMS-catalogus gegarandeerde capaciteiten;

    • Militaire bijstand bij de bestrijding van terrorisme, rampen en crises – zo nodig met alle op dat moment beschikbare eenheden.

Ad 3.

De structurele nationale taken waren gedurende 2014 haalbaar. De in de tussentijdse rapportage genoemde beperkingen op het gebied van helikopters voor Search en Rescue capaciteit zijn opgeheven door de uitbesteding van deze taken (Kamerstuk 30 490, nr. 24 van 11 december jl.). Het patiëntenvervoer vanaf de Waddeneilanden is tijdelijk overgenomen door Cougar-helikopters, totdat hiervoor in de loop van 2015 een alternatieve oplossing is gerealiseerd.

Aan de inzetbaarheidsdoelstellingen op het gebied van cyber, militaire steunverlening bij handhaving van de rechtsorde, de openbare orde en veiligheid wordt grotendeels voldaan. De vraag van civiele autoriteiten voor ondersteuning door Defensie is groot. Defensie voldoet aan de vraag, maar indien eenheden gelijktijdig voor nationale en internationale inzet nodig zijn, is een prioriteitstelling noodzakelijk. Hoewel geen knelpunten daadwerkelijk zijn opgetreden in de uitvoering, waren er de volgende beperkingen in de tweede helft van 2014 met betrekking tot de in totaal 19 in de ICMS-catalogus gegarandeerde capaciteiten:

  • Kleine onbemande vliegtuigen i.v.m. inzet in het Caribisch gebied

  • De back-up voorzieningen in geval van uitval van bestaande verbindingen van bestuurlijk-operationele centra zijn beperkt beschikbaar. Dit wordt veroorzaakt door de inzet van deze (CIS)capaciteiten in missies en door beperkingen in de materiele gereedheid van de resterende systemen in Nederland.

  • De zes geneeskundige hulpposten, een mobiel noodhospitaal voor tweedelijns verzorging en een peloton ziekenauto’s kunnen niet in volle omvang binnen 48 uur worden geleverd door een lagere materiele gereedheid en het beperkte aantal artsen.

  • De CBRN-ontsmettingscapaciteit is beperkt door het aantal beschikbare beschermende pakken. De verwervingsprocedure hiervoor is gestart. De beperking heeft geen gevolgen voor de CBRN-detectiecapaciteit.

Er waren gedurende 2014 geen beperkingen op het gebied van militaire bijstand bij de bestrijding van terrorisme, rampen en crises.

  • 4. Een permanente militaire presentie in het Caribisch gebied, zowel voor de verdedigingstaak (zie doelstelling 1) als voor de ondersteuning van lokale en regionale civiele autoriteiten (zie doelstelling 3, in het bijzonder de ondersteuning van de Kustwacht, de regionale drugsbestrijding, de politietaken van de Marechaussee en het beteugelen van woelingen). De permanente presentie bestaat uit een vaste compagnie van het CZSK en een roulerende compagnie van het CLAS, een bootpeloton, een groot bovenwaterschip, een ondersteuningsschip en een brigade Marechaussee. Als de situatie dit vereist, kan de militaire presentie in het Caribisch gebied worden vergroot. Dit zal dan wel ten koste gaan van de overige inzetmogelijkheden.

Ad 4.

Aan deze doelstelling is in 2014 voldaan. De vraag voor ondersteuning vanuit het Caribisch gebied is gedurende 2014 toegenomen.

Licence