Base description which applies to whole site

11 Goed functionerende economie en markten

Algemene doelstelling

Het scheppen van voorwaarden voor een goed functionerende economie en goed functionerende markten, waaronder de markt voor elektronische communicatie.

Goed functionerende markten dragen in belangrijke mate bij aan de economische groei en innovatie. In een goed functionerende markt reageren vraag en aanbod effectief op elkaar. Consumenten en bedrijven profiteren daarvan. Op goed functionerende markten ontstaat een optimale prijs – kwaliteitverhouding van goederen en diensten en hebben gebruikers keuze- vrijheid. Het slim benutten van en zorgdragen voor hoogwaardige elektronische communicatie netwerken en digitale infrastructuren waar de Nederlandse samenleving op kan bouwen én vertrouwen draagt bij aan het economisch groeivermogen en een goed functionerende economie.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van EZ is op grond van de Telecommunicatiewet verantwoordelijk voor het stellen van regels voor vaste en mobiele communicatienetwerken. Daarnaast ziet de Minister van EZ het als een taak eventuele belemmeringen voor het goed functioneren van markten te verminderen of weg te nemen en heeft een systeemverantwoordelijkheid voor de statistische informatievoorziening van rijkswege. Hieruit vloeien de volgende verantwoordelijkheden voort:

Stimuleren

  • Het stimuleren van een goede balans tussen de belangen van bedrijven en consumenten met generiek consumentenbeleid waarbij de Wet handhaving consumentenbescherming centraal staat.

Financieren

  • Het bijdragen aan het goed functioneren van markten door het financieren van TenderNed (het elektronisch aanbestedingssysteem) en diverse organisaties op het gebied van metrologie, normalisatie, accreditatie en markttoezicht.

  • Het financieren van een deel van de exploitatie van het Agentschap Telecom en het verrichten van uitgaven voor opdrachten inzake beleidsvoorbereiding en evaluaties voor frequentiebeleid en veiligheid.

  • Het financieren van het CBS om het van overheidswege verrichten van statistisch onderzoek ten behoeve van praktijk, beleid en wetenschap en het openbaar maken van de op grond van zodanig onderzoek samengestelde statistieken mogelijk te maken.

(Doen) uitvoeren

  • Het tegengaan van mededingingsbeperkende gedragingen met de Mededingingswet en mededingingsbeleid in alle sectoren van de Nederlandse economie.

  • Het reguleren van de postmarkt met de Postwet 2009 waardoor een toegankelijke en betaalbare basisvoorziening voor de post is gewaarborgd (universele postdienst).

  • Het opstellen van verkeersregels voor het gebruik van de ether, door afspraken te maken in internationaal verband voor harmonisatie en door – in geval van schaarste – te bepalen op welke wijze het spectrum wordt verdeeld.

  • Het inzetten op het realiseren van hoogwaardige en innovatieve breedbandige mobiele communicatie en omroeptoepassingen door verruiming van gebruiksmogelijkheden van het spectrum en door de uitgifte van beschikbare frequentieruimte.

Regisseren

  • Het bevorderen van goed functionerende markten door het scheppen van randvoorwaarden via wet- en regelgeving.

  • Het scheppen van voorwaarden waarbinnen concurrentie kan plaatsvinden door middel van de Waarborgwet, de Winkeltijdenwet, de Aanbestedingswet, de Wet aanwijzing nationale accreditatie-instantie en de Metrologiewet.

  • Het uitwerken van de in het najaar van 2013 uitgekomen middellange termijnvisie op de ontwikkeling van telecommunicatie en Internet met als doel beleid en regelgeving te kunnen laten meegroeien met de ontwikkelingen in de markt en de behoeftes in de samenleving.

Beleidsconclusies

Op 1 augustus 2014 is de Stroomlijningswet Autoriteit Consument en Markt (ACM) (Staatsblad 2014, 247) in werking getreden. De bijhorende gestroomlijnde doorberekening van kosten aan marktpartijen treedt op 1 januari 2015 in werking. Daarmee is de oprichting van de ACM voltooid. De Stroomlijningswet ACM stroomlijnt en vereenvoudigt de bevoegdheden, handhavingsinstrumenten en procedures, die bij de oprichting van de ACM in 2013 ongewijzigd waren gebleven ten opzichte van die van haar voorgangers (NMa, OPTA en Consumentenautoriteit). De stroomlijning zorgt er zodoende voor dat de ACM haar wettelijke taken effectiever en efficiënter kan uitvoeren en dat een aanvullende besparing van € 2 mln op het jaarlijkse ACM-budget wordt gerealiseerd.

Op 1 januari 2014 is een wijziging van de Postwet 2009 in werking getreden. Met dit wetsvoorstel is het aantal verplichte bezorg- en ophaaldagen binnen de universele postdienst (UPD) verminderd van zes naar vijf, met uitzondering van rouwpost en medische post, waarvoor de zesdaagse bezorg- en ophaalplicht is blijven gelden. Ook heeft de ACM met dit wetsvoorstel een aanvullende bevoegdheid gekregen om aan een postvervoerbedrijf met aanmerkelijke marktmacht specifieke verplichtingen op te leggen, zodat potentiële mededingingsproblemen zoveel mogelijk kunnen worden voorkomen. Daarnaast is in 2014 een wetsvoorstel tot modernisering van de UPD bij de Tweede Kamer ingediend. Met dit wetsvoorstel worden maatregelen voorgesteld om een rendabele uitvoering van de UPD te kunnen waarborgen. Zij is gericht op het continueren van een kwalitatief goede, betaalbare en toegankelijke basispostvoorziening, die is ingericht op de huidige wensen van burgers en klein zakelijke gebruikers.

Eind 2014 is een voortgangsrapportage van de «Visie op telecommunicatie, media en internet» aan de Tweede Kamer gestuurd. Hierin staan de eerste contouren van de modernisering van beleid en regelgeving. Nieuwe en recent gedane voorstellen zijn hierin verzameld zoals: het grondig herzien van de Europese marktregulering voor de telecommarkt, een onderzoek naar zgn. gatekeepers (grote marktpartijen die belemmeringen kunnen opwerpen bij de toegang tot bijvoorbeeld netwerken en informatiebronnen), de evaluatie en eventuele modernisering van de mediaregelgeving, en de aankondiging van een high level expertgroep op het terrein van privacy en big data.

Daarnaast is in november 2014 de kabinetsvisie over big data, profilering en privacy aan de Tweede Kamer gestuurd. Deze visie gaat uit van de wens van het kabinet om innovatief gebruik van data te combineren met bescherming van onder andere privacy en gelijke behandeling. De brief schetst zowel het economisch potentieel als het beschermend wetgevend kader en oplossingen om op (voor burgers) zinvolle en (voor bedrijven) praktische wijze het vertrouwen in datagebruik te vergroten. De eerder genoemde expertgroep moet deze oplossingsrichtingen verder brengen.

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1.000

Realisatie

Oorspronkelijk Vastgestelde begroting

Verschil

 

2010

2011

2012

2013

2014

2014

 

VERPLICHTINGEN

233.079

231.522

228.384

214.441

195.559

196.702

– 1.143

UITGAVEN

231.311

232.766

233.701

216.199

197.270

197.794

– 524

               

Subsidies

     

797

356

1.700

– 1.344

Digitalisering regionale radio

     

797

356

1.700

– 1.344

               

Opdrachten

5.485

9.005

14.884

8.071

6.593

12.446

– 5.853

Onderzoek en Opdrachten

2.913

2.948

2.603

2.883

2.833

2.339

494

PIANOo/TenderNed

2.572

6.057

7.022

1.572

689

6.218

– 5.529

Beleidsvoorbereiding en evaluaties Frequenties en Veiligheid

   

5.259

3.616

3.071

3.889

– 818

               

Bijdragen aan agentschappen

11.971

11.262

10.984

14.510

16.075

11.165

4.910

Agentschap Telecom

11.732

11.000

10.984

10.921

10.735

10.386

349

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

239

262

 

365

351

 

351

Dienst ICT Uitvoering (DICTU)

     

3.224

4.989

779

4.210

               

Bijdrage aan ZBO’S/RWT’s

210.630

209.926

205.019

190.090

170.667

168.594

2.073

Metrologie

14.112

14.923

15.171

14.969

14.319

14.092

227

Raad voor Accreditatie

1.485

432

93

162

262

296

– 34

ACM

2.764

2.895

2.901

1.333

695

421

274

CBS

192.269

191.676

186.854

173.626

155.391

153.785

1.606

               

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

3.225

2.573

2.814

2.731

3.579

3.889

– 310

Nederlands Normalisatie Instituut (NEN)

868

565

898

790

1.480

1.153

327

Internationale organisaties

2.293

1.982

1.916

1.941

2.043

2.676

– 633

Raad van deskundige voor de nationale meetstandaarden

64

26

   

56

60

– 4

               

ONTVANGSTEN

60.795

78.464

82.680

3.846.784

58.853

52.265

6.588

Ontvangsten ACM

10.069

3.345

 

1.074

963

 

963

High Trust

22.369

21.443

32.060

16.655

34.441

31.300

3.141

Diverse ontvangsten

28.357

53.676

50.620

3.829.055

23.449

20.965

2.484

Toelichting op de uitgaven

Subsidies

Digitalisering regionale radio

Dit betreft de uitfinanciering van de in 2011 afgegeven subsidiebeschikking aan de Stichting Regionale Omroep Overleg en Samenwerking. Dit zal worden aangewend voor investeringen in digitale radio voor regionaal publieke omroepen. In 2014 zijn de voorbereidingen voor de bouw van een netwerk voor regionale digitale etherradio (DAB+) voortgezet. Voor alle vijf deelgebieden zijn inkoopprocedures gestart. De verwachting is dat de regionale omroepen begin 2015 in Zeeland zullen gaan starten met digitale radio via DAB+. Later in 2015 zullen ook de andere regio’s volgen. De landelijke publieke en commerciële radiostations zijn reeds sinds 2013 te beluisteren via DAB+.

Een indicatie voor het succes van de introductie van digitale radio is de penetratiegraad van digitale radio-ontvangers in huishoudens. Dit wordt gemonitord in de jaarlijkse uitgave «De Digitale Economie» van het CBS. Als in 2016 (een jaar voordat de verlengde vergunningen voor commerciële etherradio aflopen) bij de dan geplande evaluatie blijkt dat digitale radio (via de TDAB technologie) zoveel succes heeft dat het op relatief korte termijn de distributie via de analoge FM kan vervangen, wordt een afschakelmoment van de analoge FM vastgesteld (TK, 24 095, nr 241). Belangrijke indicator voor dit succes is het percentage huishoudens dat over een TDAB-ontvanger beschikt en daarmee toegang heeft tot TDAB. Als dit in meer dan 50% van de huishoudens het geval is, ligt het in de rede om de analoge FM op termijn af te schakelen.

Indicator

Referentie waarde 2012

Peildatum

Raming 2013

Realisatie 2013

Raming 2014

Realisatie 2014

Bron

Penetratiegraad van digitale radio-ontvangers in huishoudens

3,9%

2012

>5%

3%

15%

Nog niet bekend1

CBS

1

In juli 2015 zal deze waarde door het CBS worden gepubliceerd

De realisatie van het percentage digitale radio-ontvangers in huishoudens in 2013 (3%) is lager dan de raming voor 2013 (>5%). Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat de voorlichtingscampagne voor digitale radio van de gezamenlijke omroepen (publiek en commercieel) in 2014 van start is gegaan en niet, zoals eerder voorzien, in 2013.

Opdrachten

De lagere uitgaven hangen met name samen met:

  • Het feit dat de voor ICT-werkzaamheden PIANOo/TenderNed (regulier beheer, spoedeisend en releasematig onderhoud, nieuwbouw en doorontwikkeling) gedane uitgaven zijn verantwoord onder het voor de uitvoering verantwoordelijke agentschap DICTU (€ 3,9 mln).

  • Personele en materiële uitgaven ten behoeve van PIANOo/Tenderned (€ 1,6 mln) die op dit artikel zijn geraamd, zijn verantwoord bij de apparaatskosten op artikel 40.

Aanbestedings- en mededingingsbeleid

De in 2013 in werking getreden Aanbestedingswet beoogt een eenduidig en helder regelgevend kader te schetsen van de voorwaarden waaronder aanbestedende diensten hun opdrachten voor concurrentie moeten openstellen. Op Europees niveau zijn nieuwe richtlijnen tot stand gekomen die de Europese aanbestedingsregels vereenvoudigen en moderniseren. De richtlijnen zijn met medewerking van Nederland tot stand gekomen en dienen uiterlijk op 18 april 2016 in de Nederlandse wet te zijn geïmplementeerd.

Een belangrijk element in het aanbestedingsbeleid vormt TenderNed. TenderNed is het elektronische aanbestedingssysteem, waardoor alle openbare (overheids)opdrachten op één centrale plaats te vinden zijn voor ondernemers. TenderNed levert een belangrijke bijdrage aan de professionalisering van de overheidsinkoop en leidt daarnaast tot een vermindering van de administratieve lasten voor ondernemers.

De Commissie van Aanbestedingsexperts bemiddelt of geeft niet-bindend advies aan ondernemers en aanbestedende diensten bij aanbestedingsklachten. In 2014 is het aantal aanbestedingsklachten dat voor advies aan de Commissie van Aanbestedingsexperts werd voorgelegd verder toegenomen. Vanwege het toegenomen aantal klachten wordt de capaciteit van de Commissie in 2015 uitgebreid. Hiermee wordt invulling gegeven aan de motie Schouten/Gesthuizen uit 2014 (TK II 2014/15, 34 000 XIII, nr. 37).

In 2014 is gestart met extern onderzoek naar de effecten van de Aanbestedingswet 2012. In de onderzoeken wordt gekeken naar de toegang van het MKB tot overheidsopdrachten, naar de lasten van het aanbesteden voor overheden en ondernemers, de naleving van de aanbestedingsplicht, de ontwikkelingen in de rechtspraak en naar het gebruik van de mogelijkheden van de Aanbestedingswet 2012 (uniformiteit, toepassing duurzaamheid, sociale voorwaarden etc.). De evaluatie zal in 2015, met een beleidsbrief, aan de Kamer worden gezonden.

In 2014 is de «verruimde bagatelvrijstelling» geëvalueerd. De bagatelvrijstelling is één van de uitzonderingen op het kartelverbod en staat kleine ondernemingen met een beperkt marktaandeel toe onderling afspraken te maken. Bekeken is welke effecten de verruiming van de bagatelvrijstelling (in 2011) heeft gehad op het gebruik van de bagatelvrijstelling door het bedrijfsleven, het tegenwicht bieden aan inkoopmacht, de rechtszekerheid voor ondernemingen en consumenten. Eind 2014 is de evaluatie afgerond en is het rapport, samen met beleidsconclusies, naar beide Kamers gestuurd (TK II 2014/2015, 34 121, nr. 1, TK I 2014/15, 31 531, nr. T). Hoewel de effecten van de verruiming beperkt waren, geeft de evaluatie geen reden de huidige verruimde bagatelvrijstelling aan te passen of te laten vervallen. Begin 2015 zal de uitleg over de bagatelvrijstelling op overheidswebsites worden verbeterd.

Beleidsvoorbereiding en evaluaties Frequenties en Veiligheid

  • De huidige vergunningen in de 2.1 GHz-band (UMTS) lopen op 1 januari 2017 af. In 2014 is besloten de vergunningen voor deze band te verlengen en is daartoe een Verlengbaarheidsbesluit geconsulteerd en in definitieve vorm gepubliceerd. Ook is een begin gemaakt met de regelgeving voor de verlengingsprijzen voor de betreffende vergunningen.

  • Begin 2017 lopen ook de vergunningen van Digitenne (KPN) en de Publieke Omroep voor digitale ethertelevisie af. In 2014 heeft een marktpeiling plaatsgevonden naar de toekomst van ethertelevisie in Nederland. De Tweede Kamer is geïnformeerd over de (her)bestemming van de voor digitale ethertelevisie bestemde frequentieruimte (de «700 MHz band») voor mobiele communicatie en over de (her)verdeling van de vergunningen voor digitale ethertelevisie. De verdere beleidsinvulling daarvan is gestart. Ook zijn in 2014, onder andere door gesprekken met de verschillende marktpartijen, de voorbereidingen voor het medio 2015 te nemen besluit over het toekomstige gebruik van de frequentieruimte voor commerciële radio gestart.

  • In 2014 is de nationale voorbereidingscommissie (NVC) voor de World Radiocommunications Conference 2015 (WRC-15), bestaande uit overheid en bedrijfsleven, periodiek bijeen geweest om de standpunten op de diverse agendapunten af te stemmen. Deze zijn verwoord in het zogenaamde ««dynamisch document» dat uiteindelijk in oktober 2015 uitmondt in de NL instructie voor WRC-15. Verder is actief deelgenomen aan ITU en Europese voorbereidingsvergaderingen van de WRC. Een WRC vindt eens in de vier jaar plaats en bepaalt de internationale kaders voor het nationale frequentiebeleid. Bijvoorbeeld de allocatie van additionele frequentieruimte voor mobiel breedband vindt hier plaats.

  • In december 2014 hebben de drie operators KPN, T-Mobile en Vodafone regional roaming gelanceerd. Dankzij regional roaming kunnen klanten in het geval van een langdurige storing bij hun netwerkoperator tijdelijk bellen en sms’en via het netwerk van een van de twee andere operators. Dat is mogelijk in het gebied waar een storing optreedt die langer duurt dan drie dagen en meer dan 500.000 klanten treft. Nederland is het eerste land ter wereld waar een dergelijke noodvoorziening op deze manier beschikbaar is. EZ heeft een kleine financiële bijdrage geleverd aan de totstandkoming van deze voorziening.

  • Het programma Digiveilig is er op gericht om eindgebruikers (in het bijzonder individuele gebruikers, MKB en ZZP-ers) bewust te maken van een veilig internetgebruik en hen voor te lichten over en tools te bieden voor veilig internetten en veilig online zakendoen. In 2014 is de campagne Alert Online (mede)georganiseerd als onderdeel van de Nationale Cybersecurity Strategie. Daarnaast is in nauwe samenwerking met het Platform Internetveiligheid de website Veiliginternetten.nl gelanceerd en zijn met marktpartijen afspraken gemaakt om in de eerste helft van 2015 te komen tot een eenduidig protocol voor cookiemeldingen en een instrument dat transparante privacy voorwaarden genereert.

  • EZ verzorgt de Interdepartementale Coördinatie van de onderzoeksprogrammering Nationale Cybersecurity Research Agenda. EZ draagt hier voor € 200.000 aan bij. In 2014 is de 2e tender in het kader van de SBIR afgerond en is voor € 1,2 mln aan onderzoeksvoorstellen gehonoreerd.

  • Als vervolg op de op 24 mei 2013 gepubliceerde brief aan de Tweede Kamer over e-privacy is in 2014 een aantal acties in gang gezet voor de bewustwording van de eindgebruiker en de bedrijven van het belang van privacybescherming. Zo is het actieplan, een tweejarig programma, met het doel privacy-vriendelijke innovatie te stimuleren en de innovatiekracht en de competitiviteit van de dienstensector te versterken, eind 2014 afgerond en is de kabinetsvisie op big data en profilering eind 2014 naar de Kamer gestuurd. Daarnaast is er in 2014 een Privacy monitor ontwikkeld (in 2015 zal de eerste versie worden opgeleverd) en is de ontwikkeling van een tool voor gebruikersvriendelijke privacy voorwaarden gestart.

Kengetal

2009

2010

2011

2012

2013

Realisatie 2014

Ambitie 2020

Concurrentie markt mobiele telefonie (HHI-index)

3.874

3.802

3.721

3.7401

3.700

geen publicatie

dalend

Bron: TNO

1

de waarde wijkt af van de in de Rijksbegroting opgenomen waarde omdat deze betrekking had op het derde kwartaal van 2012

Toelichting

De Herfindahl-Hirschman Index (HHI) geeft een indicatie van de marktconcentratie, die afhankelijk is van enerzijds het aantal partijen in de markt (hoe meer partijen, des te lager de HHI) en anderzijds de marktaandelen van deze partijen (hoe groter het marktaandeel van de marktleiders, des te hoger de HHI). Bij dalingen van de HHI kan dus gesproken worden van toegenomen concurrentie. De betreffende HHI kijkt alleen naar de markt op netwerkniveau, dat wil zeggen dat het alleen naar de marktaandelen kijkt van partijen met een eigen netwerk. In de markt voor mobiele telefonie zijn echter ook partijen aanwezig die zelf diensten aanbieden, maar dat doen via de netwerken van de drie grote aanbieders. Het streven is dat door uitgifte van frequenties voor nieuwe mobiele toepassingen ook nieuwe partijen de markt kunnen betreden. Met de veiling voor frequenties voor nieuwe generatie mobiele telecommunicatie is er een nieuwe netwerkaanbieder bij gekomen. Naarmate deze netwerkaanbieder marktaandeel gaat verwerven en vergroten zal de HHI-waarde kunnen dalen.

Bijdragen aan agentschappen

Agentschap Telecom

Agentschap Telecom draagt zorg voor de toelating tot het spectrum en ziet toe op het juiste gebruik daarvan. De gerealiseerde bedragen hebben betrekking op deze taken. De voornaamste taken zijn voorlichting in het kader van het antennebeleid, juridische procedures en een bijdrage voor werkzaamheden in het kader van vergunningvrije toepassingen. Ten aanzien van juridische procedures heeft AT in 2014 procedures in het kader van de multibandveiling uitgevoerd.

DICTU

De hogere uitgaven zijn het gevolg van werkzaamheden die in opdracht van TenderNed door het agentschap DICTU zijn uitgevoerd maar waren geraamd bij de opdrachten PIANOo/TenderNed.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Metrologie

Met de Metrologiewet worden nationale meetstandaarden beschikbaar gesteld, die de basis vormen van een internationaal herleidbare metrologische infrastructuur. Het gebruik van gecontroleerde meetinstrumenten bij het leveren van goederen draagt onder andere bij aan eerlijke handel en consumentenbescherming. In het voorjaar van 2014 zijn twee nieuwe Europese metrologische richtlijnen gepubliceerd die nationaal geïmplementeerd moeten zijn per 20 april 2016. Een voorstel ter wijziging van de Metrologiewet is daartoe aangenomen in de ministerraad. Indiening bij de Tweede Kamer volgt in 2015.

Autoriteit Consument en Markt

Sinds 1 april 2013 is de uitoefening van het markttoezicht op de niet-financiële markten opgedragen aan de Autoriteit Consument en Markt (ACM). De ACM is belast met het generieke mededingingstoezicht (Mededingingswet), generieke consumentenbescherming (Wet handhaving consumentenbescherming) en het sectorspecifieke markttoezicht in de sectoren energie, telecommunicatie, post, vervoer. In 2014 zijn de voorbereidingen voor de externe evaluatie van de ACM gestart. Deze evaluatie zal in april 2015 van start gaan en eind 2015 worden afgerond.

De apparaatsuitgaven van de ACM zijn geraamd op artikel 40, voor zover de kosten van de ACM niet worden doorbelast naar marktorganisaties die onder het ACM-toezicht vallen. Het bedrag geraamd op artikel 11 betreft de geraamde kosten van de leden van het bestuur van de ACM.

ConsuWijzer is het informatieloket van de ACM en biedt op laagdrempelige wijze informatie over de rechten en plichten van consumenten. ConsuWijzer geeft advies op maat over de stappen die de consument kan nemen om zijn recht te halen. Dit kan variëren van een bezoek aan de winkelier, het schrijven van een brief aan de leverancier tot het aanhangig maken van een geschil bij de Geschillencommissie of de rechter. Daarnaast heeft ConsuWijzer als doel om de ACM te voorzien van toezichtsinformatie (signaalfunctie). Voor meting van de effectiviteit van ConsuWijzer.nl wordt onderzocht wat het percentage consumenten is dat stappen heeft ondernomen na een bezoek aan de website. Tevens wordt de klanttevredenheid gemeten.

Kengetal

Referentiewaarde

Peildatum

Raming

2014

Realisatie 2014

Bron

Percentage consumenten dat stappen heeft ondernomen na bezoek ConsuWijzer

46%

2011

47%

45%

ACM

Klanttevredenheid Consuwijzer

7,4

2011

7,2

7,5

ACM

Het percentage consumenten dat stappen heeft ondernomen na bezoek aan ConsuWijzer is iets lager, maar niet significant afwijkend van 2013 (46%). Dit percentage geeft het aandeel consumenten weer dat na bezoek aan de website ConsuWijzer.nl in actie komt. Als de consumenten worden meegeteld die na telefonisch contact of contact per e-mail met ConsuWijzer stappen ondernemen dan blijkt dat 60% in actie komt en dat is 4% meer dan vorig jaar (56%). De klanttevredenheid is iets gestegen ten opzichte van 2013 (7,3) en komt daarmee hoger uit dan de referentiewaarde uit 2011.

Centraal Bureau voor de Statistiek

Het outputprogramma van Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zoals opgenomen in het Jaarplan voor 2014 van het CBS is gerealiseerd binnen het budgettaire kader. Het voorgenomen beleid van het CBS is daarmee gerealiseerd.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Nederlands Normalisatie Instituut (NEN)

Het Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) ontvangt een bijdrage van de Staat voor het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden die voortvloeien uit Verordening (EU) Nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012. Deze betreffen Europese normalisatie en de Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen die over het geven van informatie over normen gaan. Tevens is de bijdrage bedoeld voor het informeren van Nederlandse belanghebbenden over de initiatieven van de Europese en mondiale normalisatie-instellingen. Daarnaast gebruikt het NEN de bijdrage voor de contributies die het NEN is verschuldigd aan de Europese en mondiale normalisatie-instellingen en voor de controle van de juistheid van verwijzingen in regelgeving naar normen en kennisgeving aan ministeries van het vervallen en vervangen van normen. De in 2014 gestarte evaluatie naar de bijdrage aan het NEN wordt in 2015 aan de Tweede Kamer aangeboden.

Internationale organisaties

  • De International Telecommunications Union (ITU) richt zich op de werkzaamheden van de Radiocommunicatiesector, nl. de wereldwijde toewijzing van radiofrequenties aan categorieën van diensten en de toewijzing van ruimteposities aan satellietsystemen. In 2014 is actief deelgenomen aan de voorbereidingen van de ITU-Plenipotentiare Conferentie die eind 2014 plaats vond. Tijdens deze conferentie zijn het Strategisch, het Financieel en het Operationeel plan voor de periode 2016 – 2019 goedgekeurd en is een sterkere samenwerking tussen de drie ITU sectoren in aangepaste Resoluties vastgelegd (wens van Europa en andere «westerse» landen). Verder zijn stappen gezet naar een grotere toegankelijkheid tot documenten en vergaderingen van de ITU. Al met al kan gesproken worden over een voor Nederland en Europa succesvolle Conferentie.

  • European Conference of Postal and Telecommunications Administrations (CEPT): De inzet in de ITU en UPU wordt regionaal voorbereid, voor landen in Europa is daarvoor CEPT het aangewezen kanaal. Daarnaast zal in CEPT verder worden gewerkt aan regionale afspraken over nummers en frequentieverdelingen en aan (technische) mandaten van de Europese Commissie. De rapporten die CEPT opstelt aan de hand van deze mandaten vormen een belangrijke input voor besluiten in het Radio Spectrum Comité van de EU. EZ draagt jaarlijks bij aan de kosten van ERO (het permanente ondersteunende bureau van CEPT in Kopenhagen). Samen met het Agentschap Telecom is in 2014 actief deelgenomen aan de werkzaamheden van CEPT. Dit betreft zowel de regionale voorbereiding van ITU Conferenties als het uitwerken en goedkeuren van regionale afspraken over nummers en frequentiegebruik. Ook is actief bijgedragen aan (technische) rapporten in antwoord op mandaten van de Europese Commissie.

  • The Internet Corporation for Assigned Names and Numbers/Governmental Advisory Committee (ICANN/GAC) coördineert wereldwijd het domeinnamensysteem (de basis van het internet). Nederland (EZ) heeft samen met Brazilië en Noorwegen toegezegd het secretariaat van ICANN/GAC tot en met 2015 te financieren. Deze bijdrage wordt de komende jaren afgebouwd. De voorgenomen financiële bijdrage voor 2014 is niet nodig geweest door extra donaties van andere landen. Internet Governance Forum (IGF): Het Internet Governance Forum is het discussieforum waar ontwikkelingen op het gebied van internet met alle betrokken partijen (overheid, markt, non-profit organisaties) worden besproken. EZ doneert vooralsnog tot 2015 jaarlijks een bedrag aan het IGF, met name ter ondersteuning van het IGF-secretariaat. Verder subsidieert EZ (via DG B&I) ECP onder meer voor de jaarlijkse voorbereiding van het NL IGF platform (multistakeholders-platform). Het NL IGF is in juni 2014 bijeengekomen ter voorbereiding op het mondiale Internet Governance Forum dat in september 2014 in Istanbul werd gehouden. Beide bijeenkomsten waren geslaagd. Bij de bijeenkomst van het NL IGF waren meer dan 100 deelnemers aanwezig vanuit verschillende sectoren (overheid, bedrijfsleven, NGO’s, politiek, etc.).

Toelichting op de ontvangsten

High Trust

De hoger dan begrote ontvangsten zijn voornamelijk veroorzaakt door een telecomboete aan KPN van € 2,7 mln en betalingsregelingen waarvan de inkomsten niet voor 2014 waren voorzien.

Licence