Base description which applies to whole site

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)

Staat van baten en lasten

Bedragen x € 1.000
 

1

2

3=2–1

t-1

 

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie 2014

Verschil

Realisatie 2013

Baten

       

Omzet moederdepartement

97.199

119.113

21.914

129.522

Omzet overige departementen

67.884

77.481

9.597

73.614

Omzet derden

68.500

93.863

25.363

57.905

Omzet DGF

   

0

410

Bijzondere bijdrage moederdepartement

 

0

0

 

Rentebaten

107

65

– 42

37

Vrijval voorzieningen

 

4.226

4.226

10.420

Bijzondere baten

 

12.008

12.008

 

Overige baten

   

0

6.184

Totaal baten

233.690

306.756

73.066

278.092

         

Lasten

       

Apparaatskosten

       

– Personele kosten

169.545

192.060

22.515

180.631

Waarvan eigen personeel

163.045

177.556

14.511

163.923

Waarvan externe inhuur

6.500

14.504

8.004

16.708

– Materiële kosten

52.000

111.348

59.348

84.561

Waarvan apparaat ICT

       

Waarvan bijdrage aan SSO's

28.500

40.967

12.467

35.015

Rentelasten

486

482

– 3

486

Afschrijvingskosten

       

– Materieel

4.982

5.052

70

4.949

Waarvan apparaat ICT

0

     

– Immaterieel

6.178

4.989

– 1.189

4.796

Overige kosten

       

– Dotatie voorzieningen

500

407

– 93

2.004

– Bijzondere lasten

0

0

0

 

Totaal lasten

233.690

314.338

80.648

277.427

Saldo van baten en lasten

0

– 7.582

– 7.582

665

Baten

Omzet moederdepartement

In 2014 is de omzet moederdepartement € 21,9 mln hoger dan begroot. Met het Plan van Aanpak (PvA, TK, 33 835, nr 1) is bij 1e suppletoire begroting 2014 het budget met € 32,1 mln verhoogd. Hiervan is (naast de realisatie PvA bijzondere baten ad € 9,5 mln) € 16,1 mln gerealiseerd als omzet moederdepartement. Door een geleidelijke instroom van nieuwe medewerkers heeft de uitvoering van het PvA enige vertraging opgelopen. De onderuitputting van het beschikbare budget PvA is in overleg met de opdrachtgever gereserveerd voor de verdere uitbouw van het PvA in 2015. De realisatie PvA ad € 16,1 mln heeft betrekking op terugkerende werkzaamheden, de versterking van het toezicht en van de organisatie.

Daarnaast is het budget met € 5,8 mln verhoogd als gevolg van de volgende posten:

  • € 3,3 mln in verband met niet-kostendekkende tarieven bij kleine slagers en certificaten en de vertraagde invoering van het nieuwe retributiestelsel;

  • een overheveling van € 0,6 mln vanuit het Ministerie van Veiligheid & Justitie in het kader van het project «afpakken»;

  • aanvullende opdrachten op het gebied van natuur € 0,5 mln;

  • € 1,3 mln is beschikbaar gesteld voor de transitiekosten van de opgeheven PBO’s en de uitvoering van de overgenomen taken.

  • € 0,1 mln overig.

Omzet moederdepartement

Bedragen x € 1.000
 

oorspronkelijke vastgestelde begroting 2014

Realisatie 2014

Verschil realisatie en oorspronkelijke begroting

Realisatie 2013

Advies & vertegenwoordiging

6.400

6.480

80

5.920

Communicatie

850

1.157

307

827

Incident- & crisismanagement

3.750

3.570

– 180

3.757

Inlichtingen & opsporing

11.650

11.036

– 614

11.135

Kennis & Expertise

3.450

3.572

122

3.211

Klantinteractie & dienstverlening

6.350

7.160

810

7.355

Laboratoriumonderzoek

2.890

3.571

681

3.133

Toezicht

58.509

69.430

10.921

61.977

Overig

3.350

13.137

9.787

16.607

Totaal

97.199

119.113

21.914

113.922

  • * de extern geoormerkte budgetten (EGB’s) zijn verantwoord onder overig. De stijging in 2014 ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2014 wordt voornamelijk veroorzaakt door het PvA.

Omzet overige departementen

De omzet overige departementen (€ 77,5 mln) is € 9,6 mln hoger dan begroot en heeft betrekking op VWS (€ 76,2 mln) en het Diergezondheidsfonds (DGF, € 1,3 mln).

De omzet VWS is € 8,8 mln hoger dan begroot als gevolg van:

  • gerealiseerde bijdrage van € 7 mln voor de uitvoering van het PvA. VWS heeft voor het PvA € 8,1 mln beschikbaar gesteld. Door een geleidelijke instroom van nieuwe medewerkers heeft de uitvoering van het PvA enige vertraging opgelopen. Van de onderuitputting PvA ad € 1,1 wordt € 0,65 mln verrekend.

  • realisatie van extra bijdragen van € 0,7 mln in verband met loonbijstelling, het project Classification, Labelling and Packaging (CLP) en aanvullende opdrachten voor het RIVM vanuit de NVWA.

  • de transitiekosten van de opgeheven PBO’s en de uitvoering van de overgenomen taken ad € 1,1 mln.

Uit deelwaarnemingen is gebleken dat de uren ten gunste van de omzet departementen niet altijd op de juiste code zijn verantwoord. Deze geconstateerde fouten zullen zo spoedig mogelijk nader worden onderzocht. Als uit dit onderzoek het beeld wordt bevestigd, zal hier nader overleg met VWS over worden gevoerd. Mogelijk ontstaat hierdoor een terugbetalingsverplichting aan VWS.

Als gevolg van de noodzakelijke dierziektebestrijding (vogelgriep) is de omzet DGF € 0,8 mln hoger dan begroot (€ 0,5 mln).

Omzet overige departementen

Bedragen x € 1.000
 

oorspronkelijke vastgestelde begroting 2014

Realisatie 2014

Verschil realisatie en oorspronkelijke begroting

Realisatie 2013

Advies & vertegenwoordiging

1.800

1.750

– 50

1.441

Communicatie

450

484

34

436

Incident- & crisismanagement

750

2.689

1.939

1.480

Inlichtingen & opsporing

650

1.205

555

646

Kennis & Expertise

4.900

4.767

– 133

4.613

Klantinteractie & dienstverlening

6.500

6.340

– 160

6.652

Laboratoriumonderzoek

10.330

11.525

1.195

7.945

Toezicht

33.704

37.834

4.130

40.743

Overig

8.800

10.887

2.087

10.068

Totaal

67.884

77.481

9.597

74.024

  • * de extern geoormerkte budgetten (EGB’s) zijn verantwoord onder overig. De stijging in 2014 ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2014 wordt voornamelijk veroorzaakt door het PvA.

Omzet derden

In 2014 zijn de verslaggevingregels (RJ 270) voor de verantwoording van de omzet aangepast. Als gevolg van deze aanpassing dient de door de inspectieorganisatie Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector (KDS) gerealiseerde retributieomzet (€ 17,5 mln) meegenomen te worden in de omzet derden van de NVWA. Hiertegenover staat € 17,5 mln aan hogere materiële kosten dan begroot, waardoor er geen resultaateffect is. KDS stelt officiële assistenten aan de NVWA beschikbaar voor het verrichten van post mortem keuringswerkzaamheden in alle Nederlandse roodvleesslachthuizen.

De opbrengst derden (€ 93,9 mln) zijn € 25,4 mln hoger dan begroot.

Naast de stelselwijziging voor de retributieomzet KDS ad € 17,5 mln is de omzet retributies NVWA (€ 72,1 mln) € 8,5 mln hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat het programma Vereenvoudiging Regeldruk Vleesketen (VRV) niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd. Andere oorzaken zijn vernieuwingen en veranderingen van het toezicht (bijvoorbeeld klepkeuring) en het verwerken van € 1,5 mln omzet uit het voorgaand boekjaar. De effecten van de herziening van het retributiestelsel zijn conform begroting.

De omzet derden bestaat daarnaast uit overige baten (€ 4,2 mln), die € 0,6 mln lager uitvallen dan begroot als gevolg van lagere opbrengsten inspectieacademie.

Vrijval voorziening

De vrijval voorzieningen is € 4,2 mln hoger dan begroot. De vrijval doet zich voor bij de volgende voorzieningen:

  • personele kosten regulier € 0,048 mln;

  • uit hoofde van claims, geschillen en rechtsgedingen € 0,420 mln;

  • reorganisatie € 0,470 mln;

  • voorziening leegstand gebouwen € 3,288 mln.

Van de vrijval leegstand/afkoop gebouwen is, in overleg met de eigenaar € 1,7 mln vrijgevallen ten gunste van het resultaat en wordt € 1,6 mln verrekend.

Bijzondere baten

De bijzondere baten zijn € 12 mln hoger dan begroot. Het betreft bijdragen van extern geoormerkte budgetten (EGB’s) die geen relatie hebben met de productie. De bijdragen (waarvan € 9,5 mln PvA) zijn met name ter compensatie van het vertraagd beschikbaar komen van de beoogde besparing na de fusie.

Lasten

Apparaatskosten

Personele kosten

De personele kosten zijn € 22,5 mln hoger dan begroot.

Om uitvoering te kunnen geven aan het PvA en de toename van het opdrachtenpakket is het budget voor eigen personeel € 6,6 mln hoger dan begroot. Daarnaast bedragen de kosten 2014 voor de remplaçantenregeling na saldering met de baten € 7,9 mln. In 2015 zullen waarschijnlijk aanvullende remplaçantenkosten en hiermee samenhangende baten worden gerealiseerd door nadere matches met van werk naar werk kandidaten en herplaatsingskandidaten.

De personele lasten zijn voorts € 8 mln hoger door externe inhuur, noodzakelijk voor doorontwikkeling van het PvA en tijdelijke specialistische ondersteuning bij verbetering van de bedrijfsvoering. Daarnaast is extra inzet nodig in het kader van bestuurlijke boetes wet dieren (opleiding en uitvoering) van eigen dierenartsen en practitioners. Voor de post practitioners (€ 5 mln begroot onder externe inhuur) heeft een stelselwijziging plaats gevonden waarbij deze kosten nu worden verantwoord onder de materiële kosten. Deze stelselwijziging heeft geen gevolgen voor het resultaat en het eigen vermogen.

Materiële kosten

De materiële kosten zijn € 59,3 mln hoger dan begroot. Naast de hogere bijdrage aan de Shared Service Organisaties (SSO’s), zoals hieronder is aangegeven met € 12,5 mln, is als gevolg van het PvA een ophoging van het budget voor materiële kosten met € 20,8 mln noodzakelijk gebleken. In 2014 zijn verder de verslaggevingregels (RJ 270) voor de verantwoording van de omzet aangepast. Als gevolg van deze aanpassing dient de door de inspectieorganisatie Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector (KDS) gerealiseerde retributieomzet (€ 17,5 mln) meegenomen te worden in de omzet derden van de NVWA. Hiertegenover staat € 17,5 mln aan hogere materiële kosten (uitbesteed werk) dan begroot.

Onder de post specifieke kosten is door de stelselwijziging voor de verantwoording uitbesteed werk practitioners een bedrag van € 8,5 mln opgenomen. Het benodigde budget voor inzet practitioners is € 3,9 mln hoger dan begroot (bij personele kosten). Hier staan echter ook hogere opbrengsten derden tegenover.

Bijdragen SSO’s

De bijdragen aan SSO’s zijn € 12,5 mln hoger dan begroot. Door het vertraagd beschikbaar komen van de beoogde ICT-besparing na de fusie is de bijdrage aan DICTU € 8,7 mln hoger. Daarnaast is door vertraging in de afstoot van panden het benodigde budget voor het Rijksvastgoedbedrijf € 4,1 mln hoger dan begroot. De kosten van het Inkoopuitvoeringscentrum zijn € 0,3 mln hoger dan begroot, terwijl de bijdrage aan P-Direkt € 0,1 mln en aan het Expertisecentrum € 0,5 mln lager uitvalt.

Afschrijvingskosten immaterieel

Door met name vertraging in de ontwikkeling van nieuwe systemen (Blik op 2017) zijn de afschrijvingskosten € 1,2 mln lager dan begroot.

Dotatie voorziening

De dotatie aan de voorziening claims, geschillen en rechtsgedingen is door minder claims € 0,1 mln lager dan begroot.

Balans per 31 december 2014

Bedragen x € 1.000
 

Balans 2014

Balans 2013

ACTIVA

   
     

Immateriële vaste activa

9.518

10.122

Materiële vaste activa

   

– grond en gebouwen

4.255

4.107

– installaties en Inventarissen

7.493

6.698

– overige materiële vaste activa

17.106

17.671

Voorraden

806

756

Debiteuren

13.076

9.473

Nog te ontvangen

8.240

9.262

Liquide middelen

60.029

58.414

Totaal activa

120.523

116.503

     

PASSIVA

   

Eigen vermogen

   

– exploitatiereserve 1

10.248

9.583

– onverdeeld resultaat

– 7.582

665

Voorzieningen

22.218

29.949

Leningen bij Ministerie van FIN

27.271

26.634

Crediteuren

10.967

5.383

Nog te betalen

57.401

44.289

Totaal passiva

120.523

116.503

1

voor resultaatbestemming

Debiteuren

Onder de debiteuren (niet gesaldeerd met voorziening dubieuze debiteuren ad € 2,635 mln) zijn de volgende bedragen begrepen voor vorderingen op het Ministerie van EZ en derden:

Bedragen x € 1.000
 

2014

2013

Kerndepartement

48

116

Dienst Landelijk Gebied

33

18

Agentschap NL

0

61

Ministerie van BZK

193

0

Ministerie van FIN

164

0

Ministerie van I&M

118

0

Ministerie van OCW

2

0

Ministerie van V&J

3

0

Ministerie van VWS

2

0

Derden

15.148

11.040

Totaal

15.711

11.235

Onder nog te ontvangen bedragen zijn de volgende bedragen begrepen voor vorderingen op het Ministerie van EZ en derden:

Bedragen x € 1.000
 

2014

2013

Kerndepartement

1.371

229

RVO (voorheen DR)

1.106

706

Ministerie van VWS

34

0

Derden

5.729

8.327

Totaal

8.240

9.262

Eigen vermogen

Tabel Vermogensontwikkeling 2014

Bedragen x € 1.000

2010

2011

2012

2013

2014

1

Eigen vermogen per 01/01 1

10.889

3.661

3.920

3.859

10.248

2

Saldo van baten en lasten

– 5.587

259

– 61

665

– 7.582

3

Directe mutaties in het EV:

– 1.641

0

0

 

0

3a

Uitkering aan moederdepartement

– 1.641

0

0

 

0

3b

Bijdrage moederdepartement ter versterking eigen vermogen

0

0

0

 

0

3c

Overige mutaties

0

0

0

5.724

 

Eigen vermogen per 31/12 1

3.661

3.920

3.859

10.248

2.666

 

Omzet

 

304.205

290.643

295.481

306.756

 

Vermogensplafond (5% v gemiddeld 3 jr)

     

14.839

14.881

1

inclusief onverdeeld resultaat

Voorzieningen

Bedragen x € 1.000
 

Boekwaarde

Dotaties

Onttrekkingen

Vrijval

Boekwaarde

 

1-1-2014

     

31-12-2014

Claims, geschillen en rechtsgedingen

1.283

407

– 276

– 420

994

Leegstand / afkoop gebouwen

22.208

0

0

– 3.288

18.920

Reorganisatiekosten

5.405

0

– 2.757

– 470

2.178

Personele kosten (regulier)

1.053

0

– 879

– 48

126

 

29.949

407

– 3.912

– 4.226

22.218

Claims, geschillen en rechtsgedingen

In het afgelopen jaar is de voorziening claims en geschillen € 0,4 mln gedoteerd. De vrijval en onttrekkingen bedroeg € 0,7 mln. Het saldo van deze voorzieningen van circa € 1 mln is op dit moment voldoende om aan de eventuele betaalverplichting van de lopende claims te voldoen.

Leegstand/afkoop gebouwen

Eind december is duidelijkheid ontstaan over het pand in Zwijndrecht. De laboratoriaruimten worden geschikt gemaakt voor kantoorruimten en deels verhuurd aan twee inspectiediensten. De kosten voor deze verbouwing worden deels gefinancierd uit de betreffende voorziening.

Dit heeft tot gevolg dat aan de voorziening Zwijndrecht een andere bestemming dient te worden gegeven. In overleg met de eigenaar en afstemming met SG heeft dit geresulteerd in een herbestemming van de voorziening van € 9 mln en een vrijval van € 3,3 mln. Van deze vrijval zal € 1,6 mln verrekend worden.

Reorganisatie

De NVWA heeft ultimo 2011 een voorziening van € 22,5 mln getroffen om de kosten volgend uit de reorganisatie per 01-01-2012 te financieren. Dit betreft de salaris-/WW- en materiële kosten van herplaatsingskandidaten. In 2014 is € 2,8 mln onttrokken. De benodigde voorziening voor toekomstige verplichtingen bedraagt ultimo 2014 € 2,2 mln. Hierdoor heeft een vrijval van € 0,5 mln plaatsgevonden.

Personele kosten regulier

De voorziening personele kosten regulier betreft de aanvulling op de WAO-uitkering en mogelijke aanspraak op wachtgeld bij inkomstenderving van een oud-medewerker. Daarnaast was een bedrag opgenomen voor de aftopuren van de medewerkers. Medio oktober is de definitieve verplichting van de aftopuren bepaald en € 0,9 mln onttrokken aan de voorziening en als schuld opgenomen op de balans.

Crediteuren

Onder de crediteuren zijn de volgende bedragen begrepen voor schulden aan het Ministerie van EZ en derden:

Bedragen x € 1.000
 

2014

2013

Dienst Landelijk Gebied

50

0

Agentschap NL

0

4

Dictu

4.585

1.385

Ministerie van BZK

319

0

Ministerie van FIN

33

0

Ministerie van I&M

134

0

Derden

5.846

3.994

Totaal

10.967

5.383

Onder nog te betalen bedragen / ontvangen facturen zijn de volgende bedragen begrepen voor schulden aan het Ministerie van EZ en derden:

Bedragen x € 1.000
 

2014

2013

Kerndepartement

11.380

4.485

Ministerie van VWS

2.112

5.822

Ministerie van FIN

10.500

10.157

Ministerie van SZW

172

289

Ministerie van I&M

86

145

Ministerie BZK

56

0

Ministerie BuZa

13

0

Derden

33.082

23.391

Totaal

57.401

44.289

Kasstroomoverzicht over 2014

Bedragen x € 1.000
   

– 1

– 2

(3)=(2)-(1)

   

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie 2014

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2014 + stand depositorekeningen

31.351

58.414

27.063

2.

Totaal operationele kasstroom

– 1.418

10.370

11.788

 

Totaal investeringen (–/–)

– 16.054

– 11.131

4.923

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

1.316

1.316

3.

Totaal investeringskasstroom

– 16.054

– 9.815

6.239

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

0

0

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

0

0

 

Aflossingen op leningen (–/–)

– 10.740

– 9.940

800

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

16.054

11.000

– 5.054

4.

Totaal financieringskasstroom

5.314

1.060

– 4.254

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2014 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

19.193

60.029

40.836

Algemene grondslagen

Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de rekening-courant met het Ministerie van Financiën (Rijkshoofdboekhouding) en het kasgeld van de NVWA. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten.

Rekening-courant RHB

Het saldo op de rekening-courant RHB per 1 januari is € 27,1 mln hoger dan begroot onder andere als gevolg van gewijzigde inzichten omtrent de afkoop van het laboratorium te Groningen. Het huurcontract van het laboratorium in Groningen wordt uitgediend. Daarnaast is er vertraging in de afkoop van de laboratoria te Zwijndrecht en Eindhoven.

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom is € 11,8 mln hoger als gevolg van:

  • negatief saldo van baten en lasten ten opzichte van ontwerpbegroting – € 7,6 mln;

  • uitgestelde verbouwing/afkoop laboratorium Zwijndrecht/Eindhoven ad € 18,9 mln;

  • overige balansmutaties € 0,5 mln.

Investeringskasstroom

De investeringskasstroom is € 6,2 mln lager dan begroot door lagere investeringen in voornamelijk dienstauto’s en systeemontwikkeling ad € 4,9 mln en door desinvesteringen ad € 1,3 mln in verband met de vervanging van dienstauto’s.

In totaal is voor een bedrag van € 4,55 mln geïnvesteerd binnen de categorie systeemontwikkeling. In de categorie Grond en Gebouwen is voor € 0,7 mln geïnvesteerd. In de categorie Installaties en Inventaris is € 1,8 mln geïnvesteerd in laboratoriumapparatuur en € 0,5 mln in de aanschaf van inventaris voor de herinrichting van diverse NVWA-locaties. Daarnaast is € 3,6 mln geïnvesteerd in de categorie Overige materiële vaste activa, voornamelijk in de vervanging van dienstauto’s.

Financieringskasstroom

De financieringskasstroom van – € 4,3 mln wordt enerzijds veroorzaakt door minder aflossingen dan begroot (€ 0,8 mln) en anderzijds veroorzaakt doordat er in 2014 minder leningen zijn afgeroepen (– € 5,1 mln).

De liquiditeitspositie van de NVWA kan met een saldo van € 60 mln als goed worden geclassificeerd.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2014
 

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Begroting 2014

Gemiddelde Kostprijs (€/uur)

   

94,13

95,60

95

Tarieven

         

(2012 = 100)

 

100

100,06

101,62

100

Omzet per productgroep (x € mln)

         

Advies en Vertegenwoordiging

8

8,4

7,6

8,5

8,8

Communicatie

2

1,5

1,3

1,6

1,3

Incident en crisismanagement

4

6,7

5,2

6,3

4,5

Inlichtingen en opsporing

11,9

12,2

11,8

12,2

12,3

Kennis en expertise

11,3

10,6

9,2

9,1

10,2

Klantinteractie en dienstverlening

19,4

23,5

20,9

22,0

19,9

Laboratoriumonderzoek

20,4

19

16,5

20,7

21,5

Toezicht

159

151,4

149,4

168,4

142,4

FTE

         

Aantal FTE (excl. externe inhuur)

2.347

2.168

2.163

2.229

2.181

Verhouding FTE direct/indirect (excl externe inhuur)

1.802/545

1.741/427

1.733/430

1.842/387

1.760/421

Personeelskosten per fte

64.869

71.400

70.143

74.217

70.000

Saldo van baten en lasten

         

Saldo van baten en lasten als % van de totale baten

0,08%

0%

0,24%

– 2,47%

0%

Kwaliteit

         

Afhandelsnelheid informatieverzoeken, klachten en meldingen

96,80%

80%

64%

71%

95%

Naamsbekendheid

         

– spontaan

17%

20%

41,80%

42,00%

20%

– totaal (inclusief geholpen)

75%

80%

90,40%

89,00%

80%

Gemiddelde kostprijs

De kostprijs is 1,6% hoger dan in 2012. De stijging van € 1,53 wordt onder andere veroorzaakt door hogere pensioenlasten en loon- en prijsontwikkelingen (2012: € 94,07 = 100).

Afhandelsnelheid informatieverzoeken, klachten en meldingen

Burgerbrieven zijn op hoofdlijnen te splitsten in klachten eigen werk, meldingen en vragen om informatie. Elk van deze stromen kent een eigen procedure en eigen afhandelingtermijnen. Het afhandelen van de meldingen binnen 6 weken vraagt daarbij de aandacht. In 2014 is het afhandelingpercentage 71% van de meldingen binnen 6 weken. Indien een melding meer tijd vraagt dan 6 weken, ontvangt de melder een tussenmelding (uitstel van de 6 weken termijn), maar verbetering van de afhandeling is gewenst. Het afhandelingpercentage is ten opzichte van 2013 verbeterd (IMR-12 2013: 64% zonder tussenmelding en 89% met tussenmelding).

Naamsbekendheid

Sinds 2013 wordt het naamsbekendheidonderzoek NVWA uitgevoerd met een internetpanel. Hiervóór werden respondenten telefonisch benaderd. Het was bekend dat de nieuwe meetmethode een trendbreuk zou opleveren. De meting van 2013 moet daarom worden gezien als een «0-meting». Ten opzichte van 2013 laat de naamsbekendheidmeting van 2014 een geringe daling zien van 1,4 procentpunt.

Licence