Base description which applies to whole site

Dienst Landelijk Gebied (DLG)

Staat van baten en lasten

Bedragen x € 1.000
 

(1)

(2)

(3)=(2)-(1)

 
 

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie 2014

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014

Realisatie 2013

Baten

       

Omzet moederdepartement

56.812

55.762

– 1.050

78.926

Omzet overige departementen

13.453

6.421

– 7.032

8.487

Omzet derden

12.099

12.753

654

15.372

Rentebaten

50

70

20

57

Vrijval voorzieningen

0

16.591

16.591

370

Bijzondere baten

0

0

0

75

Totaal Baten

82.414

91.597

9.183

103.287

         

Lasten

       

Apparaatskosten

       

– Personele kosten

55.717

   

64.927

Waarvan eigen personeel

55.760

56.983

1.223

63.165

Waarvan externe inhuur

500

3.004

2.504

1.762

Waarvan overige personele kosten

 

72

72

 

– Materiële kosten

25.323

 

30.894

Waarvan apparaat ICT

70

4

– 66

59

Waarvan bijdrage aan SSO's

13.976

7.095

– 6.881

9.524

Waarvan overige materiële kosten

11.277

16.068

4.791

 

Afschrijvingskosten

       

– Immaterieel

250

254

4

419

– Materieel

1.000

1.788

788

908

Overige lasten

       

– Dotaties voorzieningen

 

10.900

10.900

5.499

– Rentelasten

124

44

– 80

164

– Bijzondere lasten

 

46

46

Totaal lasten

82.414

96.258

13.844

102.811

Saldo van baten lasten

0

– 4.661

– 4.661

476

Toelichting op de baten

Algemeen

Per kamerbrief van 11 oktober 2013 heeft de Staatssecretaris van EZ aangekondigd dat na onderhandelingen met het Interprovinciaal overlegorgaan (IPO) is besloten dat op 1 januari 2015, 400 FTE overgaan van de Dienst Landelijk Gebied (DLG) naar de provincies. Het gevolg hiervan is dat DLG op 1 maart 2015 de bedrijfsactiviteiten zal beëindigen. Hierdoor zijn de grondslagen voor de jaarrekening aangepast. Vanaf 1 maart zal het agentschap nog enige tijd doorgaan als administratief agentschap ten behoeve van de afhandeling van een aantal verplichtingen.

Omzet moederdepartement

In 2014 heeft DLG 100% van de uren van de Bestuursovereenkomst gerealiseerd.

Van de opdrachten voor EZ heeft DLG 85% van de opdrachturen gerealiseerd. Volgens de Nota «Vijfde voorschot» van 16 december 2014 van EZ is de afrekening van de omzet van het moederdepartement niet meer gecorrigeerd voor afwijkingen groter dan 5%.

Omzet overige departementen

De omzet voor overige departementen is € 7,0 mln lager dan begroot en € 2,0 mln lager dan de realisatie van 2013. De begroting 2014 is opgesteld voordat het besluit tot opsplitsing van DLG was genomen. In deze begroting was voor de omzet bij de overige departementen een verdere groei voorzien tot € 13,4 mln. De realisatie in 2014 is vanwege de komende opsplitsing en het daardoor wegvallen van acquisitie blijven steken op € 6,4 mln.

Omzet derden

DLG heeft in 2014 € 0,6 mln meer omzet voor derden gerealiseerd dan begroot. Ten opzichte van de realisatie van 2013 is de omzet voor derden met € 2,6 mln afgenomen.

Vrijval voorzieningen

Door de vaststelling van het nieuwe organisatiebesluit op 1 augustus 2014 is de voorziening die was gevormd op basis van het vorige organisatiebesluit uit 2012 vrijgevallen voor een bedrag van € 16,3 mln.

Door de afloop van huurcontracten is in de voorziening verlieslatende huurcontracten een bedrag van € 0,2 mln vrijgevallen. De voorziening dubieuze debiteuren bedroeg minder dan € 0,1 mln en is vrijgevallen.

Toelichting op de lasten

Personele kosten

De personele kosten 2014 zijn ten opzichte van 2013 met € 4,9 mln afgenomen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt, doordat het personeelsbestand in 2014 is afgenomen met 200 fte. Daarnaast heeft DLG gedurende 2014 een aantal medewerkers gedetacheerd. De detachering heeft € 2,8 mln opgeleverd. De personele kosten zijn tevens verlaagd met € 2,3 mln door de onttrekkingen aan de voorzieningen aansprakelijkheid en reorganisatie 2014.

De realisatie van de post Inhuur over 2014 is € 1,2 mln hoger dan in 2013. De verklaring hiervoor is dat er personeel is ingehuurd om de werkzaamheden van de medewerkers die in 2014 uitstroomden op te vangen.

Door de uitstroom van het personeel zijn de Pensioenlasten ten opzichte van 2013 met € 1,8 mln afgenomen.

Materiële kosten

De materiële kosten waren in 2014 € 7,7 mln lager dan in 2013. Door de terugloop van het personeelsbestand zijn ook de daaraan gerelateerde kosten terug gelopen.

Afschrijvingskosten materiële activa

De afschrijving materiële activa is in 2014 € 0,8 mln hoger dan begroot. De verklaring hiervoor is dat door de komende opsplitsing van DLG de materiële activa, voor zover hier geen waarde meer aan toe te kennen valt, per 1 maart 2015 versneld zijn afgeschreven. De boekwaarde van de versneld afgeschreven activa op 31-12-2014 is gelijk is aan de afschrijvingstermijn van twee maanden tot 1 maart 2015.

De geactiveerde verbouwingskosten van het pand aan de Jacobsstraat 200 te Utrecht zijn niet versneld afgeschreven, omdat DLG bij de oplevering van dit pand een vergoeding is toegezegd ter hoogte van de op dat moment resterende boekwaarde.

Dotaties voorzieningen

Bij de dotaties aan de voorzieningen is uitgegaan van het hele jaar 2015. Voor de periode daarna zijn derhalve geen voorzieningen op de balans opgenomen. De getroffen voorzieningen dekken derhalve de kosten voor het jaar 2015. DLG heeft hiervoor een dotatie gedaan van in totaal € 10,9 mln, waarvan € 9,3 mln voor de voorziening reorganisatie personeel.

Bijzondere lasten

Het boekverlies op de auto’s van minder dan € 0,1 mln is als Bijzondere last opgenomen.

Balans per 31 december 2014

Bedragen x € 1.000
 

31-12-2014

31-12-2013

Activa

   

Immateriële vaste activa

25

279

Materiële vaste activa

   

– grond en gebouwen

1.326

2.483

– installaties en inventarissen

193

724

– overige materiële vaste activa

1

478

Voorraden

0

0

Debiteuren

8.825

6.536

Nog te ontvangen

4.476

6.782

Liquide middelen

47.537

41.139

Totaal activa

62.383

58.421

     

Passiva

   

Eigen vermogen

   

– exploitatiereserve

22.735

4.059

– bestemmingsreserve

15.000

15.000

– onverdeeld resultaat

– 4.660

476

Voorzieningen

10.097

18.771

Leningen bij het Ministerie van Financiën

0

1.985

Crediteuren

695

691

Nog te betalen

18.516

17.439

Totaal passiva

62.383

58.421

Toelichting

Debiteuren

In de post Debiteuren is een vordering op EZ van € 0,3 mln opgenomen. De vordering op andere ministeries in deze post bedraagt € 2 mln. Door het op het laatste moment in 2014 afsluiten van de omvangrijke opdracht Nieuwe Hollandse Waterlinie van € 2,7 mln is aan het eind van het jaar nog een relatief grote debiteurenpositie ontstaan.

Nog te ontvangen

In de post Nog te ontvangen zijn geen bedragen opgenomen die betrekking hebben op het Ministerie van EZ of op andere ministeries.

Liquide middelen

Het betreft hier uitsluitend het saldo van de rekening-courant bij het Ministerie van Financiën.

Eigen vermogen

Het eigen vermogen op 31-12-2014 vóór resultaatsbestemming bedraagt € 37,7 mln en na de voorgestelde resultaatsbestemming € 33,1 mln. De Regeling agentschappen stelt een maximum aan het toegestane eigen vermogen van agentschappen. Dit maximum wordt berekend als 5% over de gemiddelde omzet van de laatste drie kalenderjaren (2014, 2013 en 2012). De maximaal toegestane omvang van het eigen vermogen bedraagt hierdoor € 4,8 mln. Dit betekent dat de overschrijding van het eigen vermogen op balansdatum € 28,3 mln bedraagt. Op basis van artikel 25 van de Regeling agentschappen dient bij de eerste suppletoire begrotingswet te worden aangegeven hoe dit is hersteld. Aandachtspunt hierbij is dat EZ toestemming heeft gekregen van het Ministerie van Financiën voor de storting van € 18,2 mln ter dekking van de lange termijnverplichtingen die uit de opsplitsing van het agentschap voortkomen. Het deel waar in 2015 geen verplichtingen/kosten van DLG tegenover staan, vloeit terug naar de begroting van EZ.

Tabel Meerjarige vermogensontwikkeling vóór winstbestemming
 

(Bedragen x € 1.000)

2011

2012

2013

2014

1

Eigen vermogen voor winstbestemming

per 1 januari

6.140

3.045

3.503

19.059

2

Onverdeeld resultaat

(3.095)

458

556

476

3

Directe mutaties in het Eigen vermogen:

       
 

3a. uitkering aan moederdepartement

       
 

3b. bijdrage door moederdepartement ter versterking EV

   

15.000

8.200

 

3c. overige mutaties

       
 

Eigen vermogen voor winstbestemming

per 31 december

3.045

3.503

19.059

37.735

Voorzieningen

Bedragen x € 1.000
 

Boekwaarde

Dotaties

Onttrekkingen

Vrijval

Boekwaarde

 

1/1/2014

     

31/12/2014

Aansprakelijkheid

123

0

10

0

113

Huurcontracten

807

1.596

681

244

1.478

Reorganisatie 2011

17.841

0

1.541

16.300

0

Reorganisatie 2014

0

9.304

799

0

8.505

Dubieuze debiteuren

47

0

0

47

0

Voorziening aansprakelijkheid

In 2009 heeft DLG een voorziening getroffen voor de wettelijke en juridische verplichtingen ten aanzien van één medewerker voor de toenmalige periode van 17 jaar. De in 2014 gerealiseerde kosten zijn ten laste van de voorziening gebracht. De huidige voorziening op 31-12-2014 is voldoende om aan de toekomstige verplichtingen te voldoen. Een dotatie in 2014 is derhalve niet noodzakelijk.

Er zijn gesprekken gaande om de juridische verplichting af te kopen, maar het is onzeker wat hier de uitkomst van zal zijn. Op balansdatum bestaat onzekerheid hoe de juridische verplichting bij de opheffing van het agentschap zal worden afgewikkeld.

Voorziening huurcontracten

De voorziening is gevormd voor de lasten uit hoofde van doorlopende huurcontracten en de servicekosten betreffende panden die (geheel of gedeeltelijk) niet meer worden gebruikt door DLG.

Voor het jaar 2015 zal DLG nog verplichtingen hebben met betrekking tot de huisvesting van enkele kantoorpanden. Het merendeel van de panden kan echter op 1 maart 2015 worden gesloten en afgestoten. In 2014 is er € 0,7 mln ten laste gebracht van deze voorziening.

Voorziening reorganisatiekosten 2011

De voorziening reorganisatiekosten 2011 was bestemd voor de salariskosten en fte-gerelateerde materiële kosten van de herplaatsingskandidaten met betrekking tot de eerdere reorganisatie van 2011. Volgens het organisatiebesluit van augustus 2014 en de daaropvolgende besluiten vallen per 1 maart 2015 alle herplaatsingskandidaten (ook van de reorganisatie van 2012) onder de projectorganisatie Van Werk Naar Werk. Hiermee komt de voorziening reorganisatiekosten 2011 te vervallen. In 2014 is er € 1,5 mln ten laste gebracht van deze voorziening. Het restant van € 16,3 mln valt vrij.

Voorziening Reorganisatie 2015

Voor de salariskosten en fte-gerelateerde materiële kosten van de herplaatsingskandidaten vanuit het nieuwe organisatiebesluit (augustus 2014) is een nieuwe reorganisatievoorziening voor personeel gevormd voor het jaar 2015. Hiervoor is in 2014 een bedrag gedoteerd van € 9,3 mln.

Crediteuren

In de Crediteuren zijn een schuld aan DICTU en een schuld aan RVO opgenomen van totaal minder dan € 0,1 mln.

Nog te betalen

In de post Nog te betalen zijn een schuld aan DICTU ad € 4,2 mln, aan RWS ad € 0,9 mln, aan BBL ad € 5,0 mln en aan EZ ad € 3,4 mln opgenomen. In deze laatste post is € 1,3 mln opgenomen als vooruit ontvangen opbrengsten voor de opdrachten die DLG gaat uitvoeren voor EZ in de eerste twee maanden van 2015.

Kasstroomoverzicht over 2014

Bedragen x € 1.000
   

– 1

– 2

(3)=(2)-(1)

 

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2014

24.788

41.139

16.351

2.

Totaal operationele kasstroom

– 750

9.632

8.882

 

Totaal investeringen (–/–)

– 2.100

0

2.100

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

377

377

3.

Totaal investeringskasstroom

– 2.100

377

2.477

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

0

0

0

 

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

0

18.200

18.200

 

Aflossingen op leningen (–/–)

– 903

– 2.547

– 1.644

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

2.100

0

– 2.100

4.

Totaal financieringskasstroom

1.197

15.653

14.456

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2014 (=1+2+3+4)

23.135

47.537

24.402

Operationele kasstroom

De gerealiseerde operationele kasstroom bedraagt € 8,9 mln minder dan begroot. De voornaamste oorzaak hiervan is de verlaging van de post Voorzieningen met € 8,7 mln.

Investeringen en desinvesteringen

In 2014 zijn er geen investeringen gedaan. Door de afstoot van auto’s is voor € 0,4 mln aan desinvesteringen gerealiseerd.

Aflossingen op leningen

De aflossing op leningen is € 1,6 mln hoger dan begroot. DLG zat in 2014 al in een liquidatiefase en heeft daarom al haar leningen afgelost.

Eenmalige storting door moederdepartement

De eenmalige storting is € 18,2 mln hoger dan begroot. Door EZ is een bijdrage gestort van € 18,2 mln ter dekking van verplichtingen in het kader van de opsplitsing van DLG.

Beroep op leenfaciliteit

In 2014 zijn er, net als in 2013, geen nieuwe leningen afgeroepen bij het Ministerie van Financiën. Er zijn geen investeringen gedaan.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2014

 

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Begroting 2014

Tarieven

         

Tarieven/uur

€ 103,39

€ 109,40

€ 110,31

€ 110,30

€ 108,50

Index in reële termen t.o.v. 2013 (2013= 100)

95

101

100

100

99

Omzet per productgroep (€ x mln) exclusief additionele opbrengsten

         

Verwerving en vervreemding grond

15,9

12,9

13,0

10,4

10,9

Exploitatie grond

1,1

1,3

1,9

2,0

0,8

Planvorming

17,9

14,9

10,6

8,4

12,2

Planuitvoering

40,9

36,1

33,9

29,7

27,9

Adviezen aanvragen

3,3

0,9

4,4

1,6

2,3

Uitvoeren subsidie regelingen

12,0

13,3

10,9

2,3

5,6

Adviezen algemeen en beleid

29,7

25,1

22,2

20,4

22,1

Informatieverstrekking

0,8

0,4

1,6

0,1

0,5

Totaal

121,8

104,8

98,6

74,9

82,3

           

Fte-totaal (exclusief Externe inhuur)

1.117

1.042

963

763

820

Personeelskosten per fte

66.000

 

68.600

71.628

68.000

Verhoudingen direct/indirect (excl. Externe inhuur)

69,5/30,5

   

1

76/24

Saldo van baten en lasten

         

Saldo van baten en lasten (% van totale baten)

0,3%

0,5%

0,5%

– 5,1%

0,0%

Kwaliteit

         

Klanttevredenheid

PM

7,0

2

7,1

1

De verhoudingen direct/indirect zijn niet bepaald, omdat de indirecte uren in 2014 niet meer zijn bijgehouden.

2

In 2014 is er geen klanttevredenheidonderzoek meer gehouden.

Opmerkingen bij het doelmatigheidsoverzicht

Voor 2014 zijn opnieuw doelmatigheidsindicatoren berekend zoals in voorgaande jaren. Daarbij was het niet meer mogelijk om een indicator te geven voor de verhouding direct/indirect personeel en voor de klanttevredenheid. Voor deze indicatoren zijn in het licht van de op handen zijnde opsplitsing van de dienst geen gegevens meer verzameld in 2014.

Verder valt op dat ondanks de uitstroom van personeel van 200 fte (60 meer dan begroot) en de daarmee gepaard gaande omzetdaling, toch nog een normaal te noemen productiejaar is gedraaid. Wel is een verschuiving in activiteiten te zien van de planvoorbereiding en beleidsadviezen enerzijds naar de planuitvoering anderzijds. De indicatoren voor 2014 wijken door de goede inzet van het DLG-personeel in het laatste jaar van het normale bestaan van de dienst minder af van de begroting en van de realisatie in 2013 dan zou kunnen worden verwacht gezien de aanstaande opsplitsing van DLG op 1 maart 2015.

Licence