Base description which applies to whole site

11. Uitvoeringskosten

Artikel

Algemene doelstelling

De uitvoering van de sociale zekerheidswetgeving vindt rechtmatig, efficiënt, klantgericht en daarmee doeltreffend plaats.

De uitvoering van de sociale zekerheidswetten geschiedt mede door ZBO’s en RWT’s. Daarmee wordt een doelmatige en rechtmatige uitvoering van wet- en regelgeving beoogd, waarbij de uitvoering zich op efficiënte en dienstverlenende wijze kan organiseren.

De Minister van SZW stelt daartoe uitvoeringsbudget ter beschikking, maakt daarbij prestatieafspraken met UWV (inclusief het Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen, BKWI), SVB en het Inlichtingenbureau (IB) en stuurt op rechtmatige, doelmatige, doeltreffende en klantgerichte uitvoering. Hiertoe is een planning- en controlcyclus ingericht tussen de uitvoeringsorganen en het Ministerie.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister 38 is verantwoordelijk voor het doen uitvoeren van de sociale zekerheidswetgeving door de uitvoeringsorganen en draagt zorg voor:

  • De vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving (wet SUWI) waarbinnen de uitvoeringsorganen opereren;

  • De vormgeving van het stelsel van sociale zekerheidswetten die UWV en SVB uitvoeren;

  • De vaststelling van de budgetten die aan UWV (incl. BKWI), SVB en IB beschikbaar worden gesteld met daarbij passende prestatieafspraken;

  • De sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doelmatige, doeltreffende en klantgerichte uitvoering door het UWV (incl. BKWI), de SVB en het IB, en de verantwoording daarover;

  • De vaststelling van de omvang van de middelen die aan de Landelijke Cliëntenraad (LCR) beschikbaar worden gesteld.

Beleidsconclusies

Net als vorig jaar heeft in 2014 de relatie tussen SZW en de ZBO’s onverminderd in het teken gestaan van de (implementatie van de) taakstelling op de apparaatsuitgaven van het UWV en de SVB en de doorwerking daarvan op de uitvoering. Daarnaast is veel aandacht besteed aan de implementatie van grote hervormingen als de Participatiewet, de Wet Werk en Zekerheid, de Wet hervorming kindregelingen en diverse wijzigingen op AOW-terrein die in werking zijn getreden. Deze implementatietrajecten zijn volgens planning verlopen, met uitzondering van de digitalisering van de ontslagprocedure39. Uit de jaarverslagen 2014 van het UWV en de SVB blijkt dat zij er ondanks deze opgave in geslaagd zijn om – op een enkele uitzondering na – de dienstverlening en de prestaties op peil te houden. Vrijwel alle doelen die in de jaarplannen 2014 van het UWV en de SVB zijn afgesproken, zijn behaald.

In september 2014 hebben de Staatssecretaris van SZW en de SVB besloten om het ICT-deel van het Veranderprogramma SVB Tien niet verder te ontwikkelen40. Als gevolg van dit besluit zal de SVB aanvullende maatregelen nemen, waarbij de bruikbaarheid van de bestaande ICT-systemen voor zeker vijf jaar wordt gegarandeerd. Daarnaast is een strategische heroriëntatie gestart over de taken en dienstverlening van de SVB die moet leiden tot besluitvorming over de lange termijn ICT-behoefte.

In onderstaande tabel worden de rechtmatigheidsindicatoren voor UWV en SVB weergegeven.

Tabel 11.1 Indicatoren rechtmatigheid uitvoering ZBO’s
 

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Streefwaarde Begroting 2014

Verschil 2014

Rechtmatigheid UWV (in %)1

99,1

98,9

98,9

99,0

– 0,1

Rechtmatigheid SVB (in %)2

99,9

99,9

99,9

99,0

0,9

1

UWV, jaarverslag.

2

SVB, jaarverslag.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 11.2 Begrotingsgefinancierde uitgaven en ontvangsten artikel 11 (x € 1.000)

artikelonderdeel

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Begroting 2014

Verschil 2014

Verplichtingen

454.688

445.088

481.338

– 36.250

Uitgaven

683.244

590.378

493.138

454.688

445.088

481.338

– 36.250

               

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

682.598

589.749

492.486

454.044

444.133

480.694

– 36.561

UWV

557.619

475.159

379.397

344.878

339.747

377.056

– 37.309

SVB

112.020

102.928

103.980

101.385

97.661

97.888

– 227

IB

7.177

6.310

6.476

7.781

6.725

5.750

975

RWI

5.782

5.352

2.633

0

0

0

0

               

Bijdrage aan nationale organisaties

646

629

652

644

955

644

311

LCR

646

629

652

644

955

644

311

               

Ontvangsten

318

3.563

5.817

6.289

6.522

0

6.522

Tabel 11.3 Premiegefinancierde uitgaven en ontvangsten artikel 11 (x € 1.000)

artikelonderdeel

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Begroting 2014

Verschil 2014

Uitgaven

1.530.229

1.522.092

1.529.448

1.559.088

1.696.520

1.707.794

– 11.274

               

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

1.530.229

1.522.092

1.529.448

1.559.088

1.696.520

1.686.736

9.784

UWV

1.382.100

1.372.499

1.391.800

1.428.300

1.568.458

1.561.315

7.143

SVB

148.129

149.593

137.648

130.788

128.062

125.421

2.641

               

Nominaal

0

0

0

0

0

21.058

– 21.058

               

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

A. Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

Toelichting financiële instrumenten

De Minister van SZW stelt de financiële kaders vast voor het UWV (inclusief het BKWI), de SVB en het IB, waarbinnen zij jaarplannen dienen op te stellen. In de jaarplannen nemen het UWV en de SVB een verdeling van de uitvoeringskosten naar wet op. Het realiseren van de geraamde uitvoeringskosten per wet is geen eigenstandig te bereiken doel. De Minister stuurt in eerste aanleg op het totaalbudget per organisatie. Uitgangspunt daarbij is dat de organisaties zelfstandig de uitvoering organiseren en over de realisatie op passende wijze via het jaarverslag verantwoording afleggen aan de Minister van SZW.

Budgettaire ontwikkelingen

De uitvoeringskosten van het UWV en de SVB wijzigen in de loop der jaren als gevolg van beleidswijzigingen en als gevolg van volumeontwikkelingen in de onderscheiden wetten. Voor een nadere toelichting wordt naar de desbetreffende beleidsartikelen verwezen.

De realisatie van de begrotingsgefinancierde uitvoeringskosten van het UWV is € 37,3 miljoen lager dan de begrote kosten. Dit is het saldo van onder meer het uitwerken van de financiele effecten van de Participatiewet in de begroting, drie budgettair neutrale kasschuiven in verband met de uitvoeringskosten van deze wet en van de Wet hervorming kindregelingen, de uitvoeringskosten bij de herbeoordeling van de Wajongers en bij de uitvoeringskosten 50pluswerkt en nabetalingen op de begrotingsgefinancierde regelingen. Bij de premiegefinancierde uitvoeringskosten van het UWV komen de gerealiseerde kosten € 7,1 miljoen hoger uit dan de begrote kosten. Indien echter rekening wordt gehouden met de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling van € 19,5 miljoen – in tabel 11.3 onderdeel van de post nominaal – komen de kosten € 12,4 miljoen lager uit. Per saldo resulteren voor het UWV ten opzichte van de begroting 2014 lagere uitvoeringskosten van € 30,2 miljoen (€ 49,7 miljoen lager inclusief nominaal).

De realisatie van de begrotingsgefinancierde uitvoeringskosten van de SVB is € 0,2 miljoen lager dan de begrote kosten. Bij de premiegefinancierde uitvoeringskosten van de SVB komen de gerealiseerde kosten € 2,6 miljoen hoger uit dan de begrote kosten. Indien echter rekening wordt gehouden met de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling van € 1,5 miljoen – in tabel 11.3 onderdeel van de post nominaal – komen de kosten € 1,1 miljoen hoger uit. Per saldo resulteren voor de SVB ten opzichte van de begroting 2014 hogere uitvoeringskosten van € 2,4 miljoen (€ 0,9 miljoen hoger inclusief nominaal).

Bij het IB zijn de gerealiseerde kosten € 1,0 miljoen hoger dan begroot. Dit verschil wordt verklaard door loon- en prijsontwikkelingen en budgettair neutrale herschikkingen binnen de begroting van SZW voor additionele opdrachten.

In tabel 11.4 zijn de uitvoeringskosten van het UWV en de SVB toegedeeld aan de onderscheiden wetten. Deze toedeling is extracomptabel. Uitgangspunt voor de Minister van SZW is sturing op het totaalbudget.

Tabel 11.4 Extracomptabel overzicht begrotingsgefinancierde en premiegefinancierde uitvoeringskosten (x € 1.000)

artikelonderdeel

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Begroting 2014

Verschil 2014

UWV (incl. BKWI)

1.932.220

1.844.658

1.771.197

1.773.178

1.908.206

1.938.371

– 30.165

               

Begrotingsgefinancierd

550.120

472.159

379.397

344.878

339.747

377.057

– 37.309

IOW

1.566

250

250

200

1.325

625

700

Wajong

125.194

132.542

118.435

96.126

117.878

148.953

– 31.075

Re-integratie Wajong1

17.300

11.598

33.923

65.582

70.496

74.278

– 3.782

Basisdienstverlening

377.828

293.280

188.956

141.580

100.322

100.470

– 148

Wsw-indicatiestelling

18.400

24.599

28.533

22.048

21.965

24.859

– 2.894

Uitvoeringskosten WW 50+

10.200

19.550

19.450

100

Compensatieregeling musici en artiesten

0

11

0

11

BKWI

9.832

9.890

9.300

9.142

8.201

8.422

– 221

               

Premiegefinancierd

1.382.100

1.372.499

1.391.800

1.428.300

1.568.458

1.561.314

7.144

WAO

202.225

168.205

134.896

96.000

87.750

77.357

10.393

IVA

49.596

55.418

67.720

74.000

80.630

65.252

15.378

WGA

173.789

163.241

220.520

239.000

235.878

185.669

50.209

WAZ

13.000

8.000

4.000

3.000

3.242

4.087

– 845

WW

400.665

406.360

491.972

566.000

853.176

924.096

– 70.920

ZW

285.825

284.275

259.332

209.000

269.309

242.521

26.788

WAZO

26.000

28.000

26.360

24.000

13.148

27.267

– 14.119

Re-integratie WAZ/WAO/WIA/ZW1

33.000

26.000

36.000

45.000

42.725

35.065

7.660

Re-integratie WW1

198.000

233.000

151.000

167.000

0

0

0

Toevoeging aan bestemmingsfonds

5.300

– 17.400

0

– 17.400

               

SVB

259.149

251.797

241.078

232.173

225.723

223.310

2.413

               

Begrotingsgefinancierd

111.020

102.204

103.430

101.385

97.661

97.889

– 228

AKW

82.928

75.849

78.005

70.824

64.032

70.232

– 6.200

TOG

9.894

3.472

3.070

2.918

1.924

2.781

– 857

TAS

1.601

1.187

1.067

840

1.492

691

801

KOT/WKB

3.282

3.765

4.890

4.762

4.650

4.496

154

AIO

12.585

14.673

15.827

16.292

19.383

13.356

6.027

MKOB

730

3.258

571

900

459

667

– 208

Bijstand buitenland2

424

320

284

36

Overbruggingsregeling

4.425

3.082

3.082

0

Remigratiewet

2.319

2.300

19

               

Premiegefinancierd

148.129

149.593

137.648

130.788

128.062

125.421

2.641

AOW

123.934

127.433

118.577

114.509

116.454

112.815

3.639

Anw

24.195

22.160

19.071

16.279

11.608

12.606

– 998

1

Het betreft hier uitvoeringskosten, re-integratie in de vorm van voorzieningen en/of trajecten staan op het desbetreffende beleidsartikel.

2

Voor 2013 werden de uitvoeringskosten en uitkeringslasten Bijstand Buitenland niet gesplitst.

B. Bijdrage aan nationale organisaties

Bij de LCR is € 0,3 miljoen meer uitgegeven dan begroot. Dit verschil wordt verklaard door loon- en prijsontwikkelingen en extra toegekende middelen voor het uitvoeren van extra werkzaamheden in het kader van de invoering van de Participatiewet. Dit laatste is via een budgettair neutrale herschikking binnen de begroting van SZW gerealiseerd.

C. Ontvangsten

De ontvangsten betreffen terugontvangsten in verband met afrekeningen van uitvoeringskosten van het UWV en de SVB.

38

Voor een toelichting wordt verwezen naar de leeswijzer.

39

Tweede Kamer, 33 818, nr. 61.

40

Tweede Kamer, 26 448, nr. 524.

Licence