Base description which applies to whole site

Beleidsartikel 1. Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten

A: Algemene doelstelling

Het bevorderen van een goed functionerende internationale rechtsorde, met een blijvende inzet op mensenrechten, als integraal onderdeel van het buitenlandbeleid.

Een sterke rechtsorde maakt de wereld op termijn stabieler, veiliger, vrijer en welvarender. Dit vereist goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak en voortdurende inzet tegen straffeloosheid. Deze rechtsorde is onlosmakelijk verbonden met universele mensenrechten. De bevordering van mensenrechten is daarom ook een kernelement van het Nederlands buitenlandbeleid.

B: Rol en verantwoordelijkheid

Het kabinet zet zich concreet in voor de ondersteuning van mensenrechtenverdedigers, de rechten van lesbiennes, homo’s, biseksuelen, transgenders en interseksen, gelijke rechten voor mannen en vrouwen, de bevordering van vrijheid en meningsuiting, waaronder in het bijzonder internetvrijheid, de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging en de bevordering van fundamentele arbeidsnormen en maatschappelijk verantwoord ondernemen.

De Minister is verantwoordelijk voor:

Stimuleren

  • Van een effectief stelsel van internationale organisaties, inclusief financiële bijdrage, om een stabiele internationale omgeving te scheppen en de internationale rechtsorde te versterken.

  • Van een betere mensenrechtensituatie mede door het financieren en uitvoeren van projecten via bilaterale en multilaterale kanalen ter bevordering van prioritaire mensenrechtenthema’s.

Regisseren

  • Interdepartementale coördinatie ten behoeve van een coherente en consistente Nederlandse inzet in internationale organisaties ter bevordering van de internationale rechtsorde en mensenrechten.

Financieren

  • Bijdragen ten behoeve van goed functionerende internationale instellingen.

Bijdragen ter bescherming en bevordering van mensenrechten.

C: Beleidsconclusies

De beleidsdoelstellingen uit de begroting werden conform uitgevoerd. De inzet is met name gericht geweest op het Nederlandse lidmaatschap van de VN-Mensenrechtenraad, de ontwikkeling van het nieuwe EU-Actieplan Mensenrechten en Democratie, de aanpak van straffeloosheid en steun aan het Internationaal Strafhof, en de campagne voor de Nederlandse kandidatuur voor een niet-permanente zetel in de VN-Veiligheidsraad.

Zo is afgelopen jaar mede door de Nederlandse inzet op basis van een resolutie in de VN-Mensenrechtenraad met regelmaat gerapporteerd over de mensenrechtensituatie in Zuid-Soedan en zijn door het nieuwe EU-Actieplan Mensenrechten en Democratie acties op het gebied van vrijheid van religie en levensovertuiging verankerd. De Nederlandse ondersteuning van het Special Fund for Witness Relocation heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat het Strafhof meer mogelijkheden heeft om bedreigde getuigen te beschermen en te hervestigen.

Eind 2014 werd de beleidsdoorlichting van het IOB «Navigating a sea of interests – Policy evaluation of Dutch foreign human rights policy (2008–2013)» gepubliceerd. Het IOB-rapport gaf een positief beeld van de Nederlandse inzet en bijdrage aan de bevordering van mensenrechten in 2008–2013. Daarbij werden ook bevindingen en aanbevelingen gegeven ter verbetering. De hoofdconclusie van IOB is dat Nederland heeft bijgedragen aan de bevordering van mensenrechten. Nederland is een belangrijke speler op het gebied van mensenrechten in multilaterale fora. Op landenniveau wisselt de rol die Nederland speelt (van hoofdrol tot een meer bescheiden rol). In grote lijnen onderschrijft het kabinet die (zie ook de beleidsreactie). In 2015 is het ministerie begonnen met de opvolging van het IOB-rapport. Zo werd bijvoorbeeld het Mensenrechtenfonds flexibeler ingezet, zodat in meer landen ondersteuning van ngo’s op landenniveau mogelijk wordt.

D: Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 1 Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten (x EUR 1.000)
     

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Realisatie 2015

Vastgestelde begroting 2015

Verschil 2015

Verplichtingen

 

141.556

116.445

95.895

84.891

95.101

– 10.210

                 

Uitgaven:

             
                 

Programma-uitgaven totaal

 

89.562

110.611

112.990

117.348

111.701

5.647

                 
                 

1.1

Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

 

48.177

56.785

53.213

55.937

57.831

– 1.894

                 
 

Subsidies/Bijdragen (inter)nationale organisaties

Internationaal recht

     

9.678

6.135

3.543

                 
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

             
   

Verenigde Naties

     

35.492

40.501

– 5.009

   

OESO

     

6.814

6.375

439

   

VN-campagne VN veiligheidsraad

     

679

1.780

– 1.101

   

Internationaal Strafhof

     

3.274

3.040

234

                 

1.2

Bescherming en bevordering van mensenrechten

 

41.385

53.826

59.777

61.411

53.870

7.541

                 
 

Subsidies/Opdrachten

             
 

Bevordering van het vrije woord

     

15.000

14.000

1.000

   

Landenprogramma's mensenrechten

     

9.372

10.915

– 1.543

                 
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

             
   

Landenprogramma's mensenrechten

     

29.292

21.205

8.087

   

Centrale mensenrechtenprogramma's

     

7.747

7.750

– 3

E: Toelichting

Verplichtingen

De lagere realisatie van de verplichtingen wordt veroorzaakt doordat een deel van de uitgaven voor het mensenrechtenfonds ten laste van in eerdere jaren aangegane verplichtingen is verricht. Hierdoor was het niet nodig voor het gehele uitgavenbudget nieuwe verplichtingen op te nemen.

Uitgaven

Artikel 1.2

De uitgaven voor bescherming en bevordering van mensenrechten zijn gestegen. Zoals toegelicht in de eerste en tweede suppletoire begroting wordt deze stijging veroorzaakt doordat het Mensenrechtenfonds is verhoogd om een additionele inzet mogelijk te maken op het gebied van gelijke rechten voor vrouwen en LHBTI (lesbisch, homoseksueel, biseksueel, transgender en interseksen), vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, vrijheid van meningsuiting en internetvrijheid, mensenrechten en bedrijfsleven, doodstraf en bescherming van mensenrechtenverdedigers. Tevens zijn de uitgaven voor de mensenrechtenprogramma’s toegenomen als gevolg van de motie Van Laar (begrotingsbehandeling BHOS 2015). In deze motie is opgenomen dat, binnen het thema SRGR, EUR 3 miljoen beschikbaar dient te worden gesteld ter bestrijding van kinderprostitutie.

Licence