Base description which applies to whole site

Artikel 4: Vrede en veiligheid voor ontwikkeling

A: Algemene doelstelling

Vrede en veiligheid voor ontwikkeling door het voorkomen en terugdringen van conflictsituaties; en het bevorderen van rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, legitieme en democratische staatsstructuren en het bestrijden van corruptie. Tevens het verlenen van noodhulp ter leniging van humanitaire nood wereldwijd.

B: Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor:

Financieren

  • Financiering van programma’s en partners op het terrein van veiligheid & rechtsorde.

  • Vanaf 2015 wordt het Budget Internationale Veiligheid (BIV) overgeheveld naar de begroting van Defensie. Vanuit dit budget worden middelen op het terrein van veiligheidssectorhervormingen en vredes- en capaciteitsopbouw jaarlijks bij Voorjaarsnota overgeheveld naar BHOS en BZ. Besluitvorming wordt interdepartementaal voorbereid en uitgevoerd. Hiermee is het geïntegreerde karakter van de inzet van diplomatieke, civiele en/of militaire activiteiten uit het BIV geborgd.

  • Naast core bijdragen aan internationale, bij humanitaire hulp betrokken organisaties en het VN-noodhulpfonds, ook ongeoormerkte bijdragen aan VN-organisaties per chronische crisis, op basis van een indicatieve planning vooraf.

  • Specifieke bijdragen aan acute crises op basis van de ontstane noden, zowel natuurrampen als man-made.

Stimuleren

  • Programma’s gericht op veiligheid en rechtsorde in de elf partnerlanden, en in de regio’s van het Grote Merengebied en de Hoorn van Afrika, flankeren door politieke dialoog en waar mogelijk inbedden in een geïntegreerde benadering.

  • Stimuleren van bij noodhulp betrokken organisaties om gecoördineerd te werken en om vrouwen in humanitaire situaties te betrekken bij beleid en uitvoering en seksueel geweld tegen te gaan. Daarbij sterke nadruk op het versterken van beschikbare uitvoeringscapaciteit.

Regisseren

  • Samenwerking met actoren zoals de VN, het Rode Kruis en NGO’s voor een effectievere noodhulpverlening, en met de Europese Commissie Office for Humanitarian Aid Department (ECHO) en EU-lidstaten.

  • Betere samenwerking op veiligheid & rechtsorde tussen United Nations Development Programme (UNDP) (team rechtsstaatsontwikkeling) en United Nations Department of Peacekeeping Operations (UN-DPKO) via multi-donor dialoog over het Global Focal Point for Justice, Police and Corrections en via conditionaliteit van Nederlandse middelen

  • Meer interne cohesie tussen EU-instellingen, met name Commissie en Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO), op crisisbeheersing en conflictpreventie, door dialoog over de uitvoering van de Raadsconclusies over de Geïntegreerde Benadering. Nederland brengt hierbij eigen «best practice» in, en werkt in landen als Mali en Centraal Afrikaanse Republiek nauw met EU samen.

  • Bevorderen van een vroegtijdig herstel na crises en post-conflict en het stimuleren van een belangrijke rol voor het maatschappelijk middenveld bij lokale conflictpreventie en bevorderen van participatie van burgers.

  • Nauwere samenwerking en meer coherentie tussen de Nederlandse activiteiten in internationale crisisbeheersingsoperaties en veiligheid en rechtsordeprogramma’s in fragiele staten door gezamenlijk besluitvorming over financiering uit het Budget Internationale Veiligheid.

  • Middels Nederlands co-voorzitterschap van het Global Partnership for Effective Development Cooperation aandacht vestigen op conflict-sensitieve private sectorontwikkeling. Hiermee kan werkgelegenheid, en daarmee stabiliteit, in fragiele staten bevorderd worden.

C: Beleidsconclusies

In Syrië vindt een humanitaire tragedie van ongekende omvang plaats: 18 miljoen Syriërs hebben hulp nodig, evenals gastgemeenschappen in de regio die opvang bieden aan 4,6 miljoen Syrische vluchtelingen. In september gaf het kabinet daarom EUR 110 miljoen extra humanitaire hulp. Daarnaast zijn middels het Relief Fund ruim extra middelen ingezet voor humanitaire hulp in de Syrië regio. Met een totaalbedrag van EUR 172,5 miljoen, behoorde Nederland in 2015 tot de top vijf humanitaire donoren voor de Syrië crisis. De hulp is ingezet via organisaties als de Verenigde Naties en het Internationaal Comité van het Rode Kruis, maar ook via de twaalf grote Nederlandse organisaties aangesloten bij de Dutch Relief Alliance.

Naast humanitaire hulp waren ook meer investeringen noodzakelijk om vluchtelingen betere perspectieven te geven op werk en onderwijs in landen van eerste opvang. Ook daar heeft Nederland substantieel aan bijgedragen, onder meer via het EU trustfonds voor migratie, dat in Valletta werd gelanceerd, en waarin Nederland o.a. het EU-programma ter versterking van vluchtelingenopvang in de Hoorn van Afrika leidt.

Een belangrijk onderdeel van het bevorderen van wederopbouw en stabiliteit is de steun die Nederland biedt aan lokale initiatieven. Om de weerbaarheid van Syrische burgers te vergroten, en ook hun zicht op een toekomst in Syrië te behouden, ondersteunt Nederland bijvoorbeeld initiatieven als de «White Helmets», een apolitieke en ongewapende beweging van Syrische vrijwilligers die met gevaar voor eigen leven al meer dan 40.000 mensen hebben gered na luchtbombardementen. Daarnaast heeft Nederland onder andere bijgedragen aan de renovatie van gebouwen, uitrusting, training met als doel de terugkeer van de strafrechtketen in Noord-Mali. Deze inzet vormt een goed voorbeeld van de geïntegreerde benadering (3D), waar kleinere initiatieven als deze moeten worden bezien in samenhang met grotere humanitaire uitgaven en de deelname van Nederland aan de Multidimensionele Geïntegreerde Stabilisatiemissie van de Verenigde Naties in Mali (MINUSMA).

Minder zichtbaar op de begroting, maar essentieel voor vrede en veiligheid, zijn de successen op het gebied van inclusieve politieke processen. Bijvoorbeeld in Birma/Myanmar, waar Nederland onderhandelingen tussen de regering en etnische groepen ondersteunde. Het in 2015 gesloten akkoord is een belangrijke stap op weg naar duurzame vrede in Birma/Myanmar. In Irak ondersteunt Nederland een dialoog over Security Sector Reform en herziening van de Iraakse grondwet via de United Nations Assistance Mission for Iraq (UNAMI), waarbij soennieten, sjiieten en andere bevolkingsgroepen worden betrokken in de opbouw van inclusieve Iraakse instituties.

Met ingang van 2015 staat het Budget Internationale Veiligheid (BIV) op de begroting van het Ministerie van Defensie. Binnen het kabinet is afgesproken dat een bedrag van EUR 60 miljoen beschikbaar blijft voor BZ en BHOS. Na besluitvorming worden deze middelen jaarlijks bij de 1e suppletoire begroting overgeheveld naar de betreffende begrotingen. De EUR 30 miljoen voor BHOS zijn ingezet op het speerpunt Veiligheid en Rechtsorde ten behoeve van hervorming van de veiligheidssector, rechtstaatontwikkeling en capaciteitsopbouw van veiligheid en Rule of Law actoren.

De beleidsdoorlichting humanitaire hulp 2009–2014 is in 2015 uitgevoerd. Hierin wordt een analyse gemaakt van het functioneren van het humanitaire systeem en van de rol van de belangrijkste actoren daarbinnen, met name de rol van Nederland. Uit de analyse blijkt dat Nederland goed scoort op de kwaliteitscriteria voor donoren van humanitaire hulp, in lijn met internationale afspraken. In de loop van 2015 is al voortgang gemaakt ten aanzien van enkele in rapport genoemde aanbevelingen. Zo wordt bijvoorbeeld geïnvesteerd in de opleiding van staf, op het departement en op de posten, zodat beter kan worden ingezet op duurzame en lange termijn oplossingen voor humanitaire crises.

Beleidsartikel 4 Vrede en veiligheid voor ontwikkeling (x EUR 1.000)
     

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Realisatie 2015

Vastgestelde begroting 2015

Verschil 2015

Verplichtingen

 

701.594

559.660

567.816

747.279

370.379

376.900

                 

Uitgaven:

             
                 

Programma-uitgaven totaal

 

511.063

527.379

572.894

736.387

398.571

337.816

                 

4.1

Humanitaire hulp

 

258.193

233.892

224.096

321.378

205.017

116.361

                 
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties/Subsidies

             
   

UNHCR

     

33.000

33.000

0

   

Wereldvoedselprogramma

     

36.000

36.000

0

   

UNRWA

     

13.000

13.000

0

   

Noodhulpprogramma's

     

239.377

123.017

116.360

                 

4.3

Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie

 

252.870

293.487

248.774

202.404

193.554

8.850

                 
 

Subsidies / Bijdrage (inter) nationale organisaties

             
   

Landenprogramma's legitieme en capabele overheid

     

2.236

2.777

– 541

   

Landenprogramma's functionerende rechtsorde

     

84.520

57.879

26.641

   

Midden Amerika programma

     

9.034

10.100

– 1.066

   

Kunduz Trainingsmissie

     

654

0

654

   

Landenprogramma's inclusieve en politieke processen; vredesdialoog en conflictpreventie

     

3.785

3.961

– 176

   

Functionerende rechtsorde

     

5.484

10.000

– 4.516

   

Inclusieve politieke processen: vredesdialoog en conflictpreventie

     

30.401

40.300

– 9.899

   

Vredesdividend: werkgelegenheid en basisvoorzieningen

     

46.390

56.000

– 9.610

   

Legitieme en capabele overheid

     

15.878

19.275

– 3.397

                 
 

Bijdrage aan ander begrotingshoofdstuk

             
   

landenprogramma's functionerende rechtsorde

     

3.988

0

3.988

                 

4.4

Noodhulpfonds

     

100.024

212.605

0

212.605

                 
 

Subsidie/bijdrage(inter)nationale organisatie

Relief Fund

     

212.605

0

212.605

E. Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget werd per saldo verhoogd. Dit komt met name door de verhogingen van het verplichtingenbudget voor humanitaire hulp (subartikel 4.1) en voor het Relief Fund (subartikel 4.4), zoals gemeld bij eerste suppletoire begroting, tweede suppletoire begroting en in de Decemberbrief. Een grote verlaging betreft het centrale budget voor legitieme en capabele overheid en voor vredesdividend, zoals gemeld in de tweede suppletoire begroting. Tevens heeft een verlaging plaatsgevonden van het decentrale budget voor functionerende rechtsorde. Als gevolg van vertraagde uitvoering in meerdere landen werden voor ruim EUR 41 miljoen minder nieuwe verplichtingen aangegaan.

Uitgaven

Landenprogramma’s

Conform de toezegging aan de Tweede Kamer is in het jaarverslag een passage opgenomen waarin aangegeven wordt of de geplande uitgaven aan een landenprogramma lager/hoger uitvallen. Dit gebeurt, zoals in de leeswijzer is aangegeven, bij het betreffende beleidsartikel. Er is sprake van een aantal verlagingen bij de landenprogramma’s binnen het thema wederopbouw. De verlagingen worden met name veroorzaakt door lagere uitgaven in Zuid-Soedan (EUR 15 miljoen), Jemen (EUR 4 miljoen) en Oeganda (EUR 7,4 miljoen). In Zuid-Soedan zijn programma’s vertraagd vanwege de aanhoudende instabiliteit. In het geval van Jemen geldt hetzelfde als gevolg van het conflict. In Oeganda was sprake van (tijdelijke) stopzetting van de bijdrage aan de Justice, Law and Order Sector vanwege de aangekondigde anti-homowet, die uiteindelijk niet doorging.

Artikel 4.1

De verhoogde uitgaven op dit subartikel worden met name veroorzaakt door de verhoging van het reguliere noodhulpbudget met EUR 110 miljoen voor hulp aan vluchtelingen in de Syrië-regio, zoals gemeld bij tweede suppletoire begroting.

Artikel 4.4

Zoals gemeld in de Decemberbrief zijn de uitgaven van het Relief Fund ten opzichte van de tweede suppletoire begroting gestegen met EUR 43 miljoen naar EUR 213 miljoen.

Licence