Base description which applies to whole site

4.7 Beheer materiële activa

A. Algemene doelstelling

Een optimaal financieel resultaat bij het beheren en afstoten van materiële activa van/voor het Rijk ten behoeve van de realisatie van rijksdoelstellingen.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Het Rijk bezit materiële activa die nodig zijn voor de realisatie van rijksdoelstellingen. Volgens de Comptabiliteitswet heeft de Minister van Financiën een uitvoerende rol ten aanzien van het (privaatrechtelijk) beheer van de roerende zaken die aan de Staat toebehoren dan wel zijn toevertrouwd, een en ander voor zover de verantwoordelijkheid voor dat beheer niet bij of krachtens de wet bij een of meer andere Ministers is gelegd. De Minister van Financiën heeft de uitvoering van deze taak belegd bij Domeinen Roerende Zaken (DRZ) (Regeling materieelbeheer Rijksoverheid 2006). Daarnaast wordt in het Wetboek van strafvordering (artikel 118 e.v.) en het Besluit inbeslaggenomen voorwerpen (artikel 1) DRZ aangewezen als bewaarder van inbeslaggenomen voorwerpen (uitgezonderd geld, dieren, wapens). Ook draagt DRZ zorg voor de verwerking (schoning, vernietiging en verwerking grondstoffen) van digitale datadragers van het Rijk. DRZ is daarmee verantwoordelijk voor het vervoeren, bewaren, vernietigen en verkopen van overtollige en in beslaggenomen roerende zaken voor het Rijk.

C. Beleidsconclusies

In 2016 is de vernieuwing van de Regeling Materieel Beheer (RMB) afgerond. Deze dient door de Minister van Financiën in het voorjaar van 2017 vastgesteld te worden en zal tegelijkertijd met de (nieuwe) Comptabiliteitswet 2016 in werking treden. In de herziene RMB is de rol van DRZ als centrale dienst ten aanzien van de afstoot van roerende zaken sterker verankerd. Naast de afstoot van overcomplete goederen zijn ook de aan de Staat vervallen roerende zaken vanuit het beslagproces in de RMB opgenomen. Voor de doelmatigheidsindicatoren wordt verwezen naar het niet-beleidsartikel Apparaat kerndepartement, waar de apparaatsgelden van DRZ zijn opgenomen (onderdeel SG-cluster).

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 7 Beheer materiële activa (bedragen x € 1.000)
         

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2012

2013

2014

2015

2016

2016

2016

Verplichtingen

500

– 1.550

350

0

0

306

– 306

               

Uitgaven

500

334

350

0

0

306

– 306

               

Beheerskosten DRZ

500

334

350

0

0

306

– 306

               

Ontvangsten

2.767

2.278

13.807

2

0

1.800

– 1.800

               

Programma-ontvangsten Baten-lastendiensten

             

Vervreemding DRZ

2.767

2.278

13.807

2

0

1.800

– 1.800

E. Toelichting op de instrumenten

Vervreemding DRZ

De realisatie van ontvangsten heeft betrekking op de verkoop van overtollige roerende zaken van de Rijksoverheid (voor zover er geen middelenafspraak gemaakt is). In 2016 was er voor alle betreffende gevallen een middelenafspraak, waardoor er voor dit onderdeel geen realisaties verantwoord dienen te worden op dit begrotingsartikel.

Ontvangsten en uitgaven inzake inbeslaggenomen goederen

Programmagelden inzake de verkoop van inbeslaggenomen goederen worden in 2016 verantwoord bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Bij de Najaarsnota 2016 zijn de budgetten van 2016 overgegaan naar het Ministerie van Veiligheid en Justitie, waardoor er voor 2016 voor dit onderdeel geen realisaties verantwoord worden op dit begrotingsartikel. Bij de Voorjaarsnota 2017 wordt de meerjarige, structurele overboeking geregeld.

Niet uit tabel blijkende budgettaire gevolgen

Middelenafspraken

De Minister van Financiën verzorgt behalve de ingebruikgeving en vervreemding van de eigen (overtollige) roerende zaken ook de ingebruikgeving en vervreemding van (overtollige) roerende zaken van andere Ministers. Wanneer een middelenafspraak is gemaakt met een Minister, dan wordt de opbrengst uit ingebruikgeving en/of vervreemding door deze Minister verantwoord op zijn eigen begroting.

Licence