Base description which applies to whole site

8.2 Saldibalans Ministerie van Financiën IXB

Saldibalans Ministerie van Financiën (IXB) per 31 december 2016 (bedragen x € 1.000)

Activa

 

Passiva

 

31-12-2016

31-12-2015

   

31-12-2016

31-12-2015

Intracomptabele posten

     

Intracomptabele posten

   

1)

Uitgaven ten laste van de begroting

9.967.503

7.932.335

 

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting

133.265.180

127.884.754

3)

Liquide middelen

22.950

6.006

         

4)

Rekening-courant RHB

123.536.813

120.204.036

         

5)

Rekening-courant RHB

Begrotingsreserve

408.158

258.498

 

5a)

Begrotingsreserves

408.158

258.498

6)

Vorderingen buiten begrotingsverband

2.135

1.579

 

7)

Schulden buiten

begrotingsverband

264.221

259.202

Subtotaal intracomptabel

133.937.559

128.402.454

 

Subtotaal intracomptabel

133.937.559

128.402.454

             

Extracomptabele posten

     

Extracomptabele posten

   

9)

Openstaande rechten

20.447.768

20.205.956

 

9a)

Tegenrekening openstaande

rechten

20.447.768

20.205.956

10)

Vorderingen

5.722.632

5.899.526

 

10a)

Tegenrekening vorderingen

5.722.632

5.899.526

11a)

Tegenrekening schulden

0

0

 

11)

Schulden

0

0

12)

Voorschotten

14.598.180

14.512.894

 

12a)

Tegenrekening voorschotten

14.598.180

14.512.894

13a)

Tegenrekening garantie-

verplichtingen

158.293.412

190.840.128

 

13)

Garantieverplichtingen

158.293.412

190.840.128

14a)

Tegenrekening andere

verplichtingen

3.700.827

3.169.584

 

14)

Andere verplichtingen

3.700.827

3.169.584

15)

Deelnemingen

44.232.224

47.549.567

 

15a)

Tegenrekening deelnemingen

44.232.224

47.549.567

Subtotaal extracomptabel

246.995.043

282.177.655

 

Subtotaal extracomptabel

246.995.043

282.177.655

             

Overall totaal

380.932.602

410.580.109

 

Overall totaal

380.932.602

410.580.109

Algemene toelichting

Alle bedragen zijn opgenomen tegen nominale waarden en vermeld in duizenden euro’s tenzij anders vermeld. Door afronding van bedragen op duizenden euro’s, kunnen totaaltellingen niet aansluiten bij de som der delen. In de tabellen zijn specificaties cursief weergegeven. Belangrijke posten worden hieronder nader toegelicht. Hierbij is de nummering van de saldibalans aangehouden.

Specifieke toelichting per saldibalanspost

1. Uitgaven ten laste van de begroting

Deze post bevat de nog niet met het Ministerie van Financiën (Rijkshoofdboekhouding) verrekende begrotingsuitgaven 2016. Verrekening van de begrotingsuitgaven zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.

2. Ontvangsten ten gunste van de begroting

Deze post betreft de nog niet met het Ministerie van Financiën (Rijkshoofdboekhouding) verrekende begrotingsontvangsten 2016. Verrekening van de begrotingsontvangsten zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.

3. Liquide middelen

De liquide middelen bestaan uit de saldi op bankrekeningen en de bij kasbeheerders aanwezige kasgelden.

4. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Deze post geeft de financiële verhouding met de Rijkshoofdboekhouding weer. Het bedrag is per 31 december 2016 in overeenstemming met de opgave van de Rijkshoofdboekhouding.

5. en 5a. Begrotingsreserves

In de praktijk wordt dit ook wel interne begrotingsreserves oftewel risicovoorziening genoemd. Een begrotingsreserve is een meerjarige budgettaire voorziening die op een afzonderlijke rekening-courant wordt aangehouden. Het gaat om een interne budgettaire voorziening of reserve binnen de Rijksbegroting. De reserve blijft meerjarig beschikbaar voor het doen van uitgaven in latere jaren. Voor elke begrotingsreserve wordt in de administratie van de Rijkshoofdboekhouding een afzonderlijke rekening-courant aangehouden.

Overzicht begrotingsreserve's (x € 1 mln.)

Naam

Saldo

Toevoegingen

Onttrekkingen

Saldo

Verwijzing naar

Begrotingsreserve

1-1-2016

2016

2016

31-12-2016

begrotingsartikel

Seno-Gom

25,0

0

12,5

12,5

5

Garantie TenneT

25,6

4,8

0

30,4

3

EKV

207,9

157,4

0

365,3

5

Totaal

258,5

162,2

12,5

408,2

 

De interne begrotingsreserve voor de Seno-Gomportefeuille (onderdeel EKV) wordt afbeheerd.

In 2010 heeft TenneT de overname van het transportnet van E.ON (Transpower) definitief afgerond. Om deze overname te financieren heeft de Staat een garantie van € 300 miljoen aan de Stichting beheer doelgelden landelijk hoogspanningsnet afgegeven. De premie die voortvloeit uit de garantie wordt jaarlijks in de per 1 januari 2010 opgerichte begrotingsreserve afgestort. Eventuele betalingen vloeien eveneens voort uit deze reserve.

In overeenstemming met het garantiekader voor risicoregelingen is er een risicovoorziening voor de exportkredietverzekering opgericht.

6. Vorderingen buiten begrotingsverband

Onder de vorderingen buiten begrotingsverband zijn de posten opgenomen, die met derden moeten worden verrekend.

7. Schulden buiten begrotingsverband

Onder de schulden buiten begrotingsverband zijn de posten opgenomen, die aan derden moeten worden betaald. De stand ultimo 2016 heeft grotendeels betrekking op in het verleden ontvangen bedragen die nog verrekend moeten worden uit hoofde van provinciale opcenten, afdrachten aan het ABP (Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds) en afdrachten in het kader van de loonheffing. Ultimo 2016 bevatte de consignatiekas ongeveer € 76,0 miljoen.

9. Openstaande rechten

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

 

Ultimo 2016

Ultimo 2015

Belastingvorderingen

20.123.659

19.815.157

     

Vorderingen DRZ

312.904

376.982

     

Btw-compensatiefonds

9.701

11.946

Overige

1.504

1.871

Totaal

20.447.768

20.205.956

Belastingvorderingen

De belangrijkste posten van de ultimo 2016 openstaande belastingvorderingen zijn:

Belastingvorderingen (bedragen x € 1 mld.)
 

Ultimo 2016

Ultimo 2015

Vennootschapsbelasting

5,5

5,2

Inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen

5,3

5,1

Omzetbelasting

2,4

2,6

Loonbelasting/premies volksverzekeringen

1,8

1,8

Erf- en schenkbelasting

0,6

0,8

Invoerrechten

0,5

0,4

Totaal

16,1

15,9

Het volgende overzicht geeft aan in welk jaar de belastingvorderingen zijn ontstaan.

Belastingvorderingen (in %)

Belastingvorderingen (in %)

Van het totale te vorderen bedrag zal uiteindelijk een aanzienlijk gedeelte niet inbaar zijn. Bij 48% van de openstaande vorderingen is de betalingstermijn verstreken. Van deze achterstandsposten is 34% aan te merken als betwist, bijvoorbeeld omdat een bezwaarschrift is ingediend. Ook van de niet-betwiste rechten met een betalingsachterstand zal een gedeelte niet of moeilijk inbaar zijn, bijvoorbeeld als gevolg van faillissementen.

Verloop van de belastingvorderingen (bedragen x € 1)
 

Ultimo 2016

Ultimo 2015

Ultimo vorig jaar

19.815.157

18.424.509

Conserverende aanslagen en rechten B/CN vorig jaar

– 2.920.092

– 3.360.800

Ontstane rechten

69.627.868

74.949.476

     

Vervallen rechten:

   

– ontvangsten

– 32.845.328

– 11.437.428

– verleende verminderingen en negatieve aanslagen

– 35.416.032

– 59.569.533

– oninbaarlijdingen en kwijtscheldingen

– 1.468.850

– 2.111.159

     

Rechten B/CN

40.724

42.736

Conserverende aanslagen lopend jaar IB/PVV

3.177.250

2.758.200

Conserverende aanslagen Erf- en schenkbelasting

112.962

119.156

Totaal

20.123.659

19.815.157

Naast de niet direct invorderbare conserverende aanslagen (€ 3,3 miljard) zijn als rechten de openstaande belastingvorderingen (€ 16,8 miljard) opgenomen. Dit betreft het nominale bedrag van de in de debiteurenadministraties van de Belastingdienst geregistreerde openstaande invorderingsopdrachten. Deze zijn gecorrigeerd voor de betalingen die ultimo 2016 waren ontvangen maar nog niet waren verwerkt in de debiteurenadministraties.

Vorderingen DRZ

De vorderingen van Domeinen bestaan voor 99,79% uit strategische verkopen van roerende zaken.

In 2016 is € 8,0 miljoen aan strategische debiteuren vervallen.

De ouderdom van de vorderingen van Domeinen is als volgt:

Ontstaan in 2016

4.175

Ontstaan in 2015

25

Ontstaan in 2014

191.708

Ontstaan in 2013

95.920

Ontstaan vóór 2013

21.076

Totaal

312.904

10. Vorderingen

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

 

Ultimo 2016

Ultimo 2015

Geconsolideerde vorderingen exportkrediet-

497.422

562.648

verzekering

   

Overige vorderingen exportkredietverzekering

285.691

361.219

Diverse toeslagen Belastingdienst

1.665.168

1.707.208

Overige

75.971

70.071

Subtotaal

2.524.252

2.701.146

Ontstaan als gevolg van de kredietcrisis

   

Lening Griekenland

3.198.380

3.198.380

Subtotaal

3.198.380

3.198.380

Totaal

5.722.632

5.899.526

Geconsolideerde vorderingen exportkredietverzekering

Verreweg het grootste deel van de geconsolideerde vorderingen (exclusief consolidatierente) ad € 0,50 miljard, is opgenomen in consolidatie-overeenkomsten in het kader van de Club van Parijs. Vorderingen begrepen in consolidatie-overeenkomsten zijn door landen erkende schulden waar een betalingsregeling voor geldt en kunnen derhalve worden beschouwd als recuperabel.

Diverse toeslagen Belastingdienst

Deze vorderingen hebben betrekking op terugvorderingen van verstrekte toeslagen (kindgebonden budget, huur-, kinderopvang- en zorgtoeslag). De Belastingdienst heeft in 2016 op deze vorderingen € 1.849 miljoen ontvangen. Een gedeelte van de toeslagvorderingen zal uiteindelijk niet of moeilijk inbaar zijn. In 2016 is voor € 110,2 miljoen aan toeslagvorderingen buiten invordering gesteld.

Ouderdomsoverzicht van de vorderingen

De ouderdom van de vorderingen exclusief de geconsolideerde en overige vorderingen van exportkredietverzekeringen, is als volgt:

Ontstaan in 2016

252.252

Ontstaan in 2015

501.594

Ontstaan in 2014

335.095

Ontstaan in 2013

202.763

Ontstaan vóór 2013

3.647.815

Totaal

4.939.519

Lening Griekenland

In 2010 had Griekenland als eerste land van de eurozone problemen om zichzelf te blijven financieren op de markt. Als gevolg daarvan besloten de lidstaten van de eurozone samen met het IMF tot het verlenen van financiële steun door het verstrekken van bilaterale leningen. Deze zogenaamde Greek Loan Facility (GLF) bestond oorspronkelijk uit € 80 miljard aan bilaterale leningen van de landen van de eurozone en € 30 miljard van het IMF. In juli 2011 is besloten om de nog niet uitgekeerde leningen uit de GLF over te hevelen naar het EFSF. Vanuit de GLF is € 52,9 miljard uitgekeerd aan Griekenland. In 2012 zijn geen nieuwe leningen meer verstrekt aan Griekenland. Het Nederlandse aandeel in de GLF is daarmee in totaal € 3,2 miljard.

Opeisbaarheid van de vorderingen

Het volgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de vorderingen.

Opeisbaarheid1

Bedrag

Direct opeisbare vorderingen

617.418

Op termijn opeisbare vorderingen

5.082.714

Geconditioneerde vorderingen

22.500

Totaal

5.722.632

1

Zie Regeling departementale begrotingsadministratie 2007.

Niet uit de balans blijkende vordering

Onderdeel van afspraken van de Eurogroep is dat de inkomsten van de ECB en de nationale centrale banken uit de Griekse staatsobligaties worden doorgegeven aan Griekenland. Dit betreft de inkomsten uit de SMP-portefeuille en de ANFA-portefeuille. Nederland heeft in juli 2014 aan het ESM de SMP-inkomsten over 2014 (€ 112 miljoen) overgemaakt. Het ESM heeft hiervoor een speciale rekening, waarop lidstaten de SMP-winsten kunnen overmaken. Omdat de voortgangsmissie destijds niet is afgerond, zijn de SMP-inkomsten over 2014 niet meer naar Griekenland overgemaakt en staan deze nog op deze speciale rekening. Medio 2018 zal worden besloten of dit alsnog aan Griekenland wordt uitgekeerd.

Tot de voorwaardelijke vorderingen kan het saldo van de Maintenance Of Value(MOV)-posities worden gerekend (dit betreft internationale instellingen). De stand van de MOV-posities bedroeg ultimo 2016 € 33 miljoen29. Het saldo van de MOV-posities kan afhankelijk van wisselkoersfluctuaties een vordering dan wel een verplichting voorstellen. Door de aandeelhouders van de internationale instellingen is echter besloten dat er geen uitkering van de MOV-verplichtingen zal plaatsvinden. Zodoende zullen er geen financiële transacties op basis van de MOV plaatsvinden, tenzij de aandeelhouders besluiten deze bevriezing op te heffen.

11. Schulden

Onder de post Schulden zijn posten opgenomen die zijn voortgekomen uit ontvangsten ten gunste van de begroting. Het Ministerie van Financiën heeft geen schulden.

12. Voorschotten

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

 

Ultimo 2016

Ultimo 2015

Toeslagen

14.290.877

14.215.793

Personeel en materieel

20.389

24.603

Btw-compensatiefonds

170.231

154.827

Overige

116.683

117.671

Totaal

14.598.180

14.512.894

Toeslagen

Deze post bestaat uit de kinderopvangtoeslag (€ 2.782 miljoen), huurtoeslag (€ 3.981 miljoen), zorgtoeslag (€ 5.205 miljoen) en de kindertoeslag/kindgebonden budget (€ 2.323 miljoen).

De voorschotten van toeslagen zijn als volgt opgebouwd.

(€ x 1 mln.)

Voorschotten

Kinderopvang

Huurtoeslag

Zorgtoeslag

Kindertoeslag /kindgebonden budget

Toeslagjaar

       

2012 e.o.

2

2

2

1

2013

2

4

4

1

2014

16

32

65

16

2015

509

202

388

233

2016

2.046

3.405

4.328

1.887

20171

207

336

418

185

Totaal

2.782

3.981

5.205

2.323

1

De voorschotten m.b.t. het toeslagjaar 2017 betreffen de eerste maandelijkse voorschottermijn, die in december 2016 is uitbetaald.

De uitkering van toeslagen is gevoelig voor misbruik en oneigenlijk gebruik (MenO), omdat de hoogte van de toeslag afhankelijk is van gegevens die toeslaggerechtigden zelf verstrekken. Het tegengaan van MenO bij de uitvoering van de wet- en regelgeving vormt een geïntegreerd onderdeel van het rechtshandhavingsbeleid.

Personeel en materieel

Deze post betreft diverse voorschotten aan personeel. Daarnaast hebben deze voorschotten betrekking op betalingen aan diverse crediteuren waarvan de goederen/diensten nog geleverd dienen te worden.

Btw-compensatiefonds

Dit zijn voorschotten die betrekking hebben op bijdragen aan gemeenten, provincies en kaderwetgebieden.

Overige voorschotten

Voor € 116,7 miljoen betreft het ambtshalve voorschotten uitbetaald op de Evenredige BijdrageVerdeling (EBV). Deze voorschotten zijn uitbetaald aan burgers bij wie meer dan het maximum aan inkomensafhankelijke bijdrage in het kader van de zorgverzekeringswet is ingehouden. Het gehele bedrag is ontstaan in 2016.

Overzicht verloop en ouderdom voorschotten

Dit betreffen voorschotten, waarvan de uitgaven reeds in het jaar van verstrekking ten laste van de begroting zijn gebracht. Het overzicht geeft inzicht in de ouderdom van de voorschotten en tevens is aangeven welk deel in 2016 tot afrekening is gekomen.

 

Stand per 01-01-2016

Verstrekt 2016

Afgerekend 2016

Stand per 31-12-2016

vóór 2013

397.003

 

389.631

7.372

2013

92.699

 

81.892

10.806

2014

1.795.790

 

1.666.241

129.549

2015

12.227.402

 

10.895.765

1.331.638

2016

0

13.531.233

412.418

13.118.815

Totaal

14.512.894

13.531.233

13.445.947

14.598.180

13. Garantieverplichtingen

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:

 

Ultimo 2016

Ultimo 2015

Deelnemingen

47.419.983

65.371.092

IMF

31.198.068

49.761.890

Ontwikkelingsbanken/NWB

16.221.915

15.609.202

     

Kernongevallen

9.768.901

9.768.901

     

Verzekeringen

15.913.473

15.893.346

Exportkredietverzekering

15.758.816

15.728.563

Investeringsverzekering

154.657

164.783

     

Stabiliteitsmechanisme EFSM

2.820.000

2.817.000

Stabiliteitsmechanisme EFSF

34.154.159

49.640.411

     

Garantie SNS Propertize B.V.

0

2.623.100

Garantie DNB-winstafdracht

5.700.000

5.700.000

Garantie ESM

35.445.400

35.445.400

Garantie SRF

4.163.500

0

     

Overige

2.907.996

3.580.878

Totaal

158.293.412

190.840.128

Deelnemingen

  • IMF: DNB draagt namens de Staat, onder staatsgarantie, bij aan de middelen van het IMF. In 2016 is de garantie aan DNB verlaagd door de inwerkingtreding van de hervormingen in 2010 en het aflopen van de bilaterale lening aan het IMF. Daarnaast is ten behoeve van het PRGT de garantie verhoogd en was er sprake van een wisselkoerseffect.

  • Ontwikkelingsbanken (Wereldbank, EIB, EBRD, MIGA, AIIB) en NWB: dit betreft het garantiekapitaal (de niet volgestorte aandelen) inzake de deelneming van de Staat in het kapitaal van de betreffende banken. Slechts indien de banken in ernstige financiële problemen komen, kan om storting (vol- of bijstorting) van het garantiekapitaal worden gevraagd. In 2016 is door de aankoop van aandelen van de Wereldbank (volgestorte aandelen) de daaraan gekoppelde garantie ten behoeve van het garantiekapitaal (niet-volgestorte aandelen) verhoogd.

Kernongevallen

De Staat dient, voor zover de vergoedingen uit anderen hoofde niet toereikend zijn om schade ten gevolge van een kernongeval te vergoeden, aanvullend openbare middelen beschikbaar te stellen. Momenteel zijn er in Nederland zes kerninstallaties in de zin van de WAKO. Afhankelijk van de aard van de onderscheiden kerninstallaties, is het door de Staat maximaal beschikbaar te stellen bedrag € 1.500 miljoen en € 2.269 miljoen per kernongeval.

Verzekeringen

De openstaande garantieverplichting betreft voornamelijk het risico (obligo) van de Staat als verzekeraar van exportkredieten (€ 15,8 miljard, dit is inclusief het uitstaande obligo van de oude Seno-Gomportefeuille van € 82,6 miljoen). In 2016 zijn er iets meer exportkredietverzekeringen verstrekt dan vervallen, waardoor er een netto verhoging van het uitstaand obligo van € 30,3 miljoen heeft plaatsgevonden. Daarnaast betreft de openstaande verplichting van € 154,7 miljoen voor het risico uit hoofde van de RIV.

Stabiliteitsmechanisme EFSM

De lidstaten van de eurozone (en van de EU wat betreft EFSM) hebben in 2010 als onderdeel van een totaalpakket aan maatregelen ter borging van de financiële stabiliteit, de tijdelijke stabiliteitsmechanismen EFSM en EFSF opgericht. Het EFSM is een tijdelijk noodfonds voor alle landen in de EU, waarbij alle EU-lidstaten via hun aandeel in de Europese begroting garant staan. Via het EFSM is maximaal € 60 miljard beschikbaar voor steun. Voor Nederland gaat het dan om een garantstelling van ongeveer € 2,8 miljard. In november 2010 heeft Ierland en in april 2011 Portugal een beroep gedaan op het EFSM voor respectievelijk € 22,5 miljard en € 24,3 miljard voor een periode van drie jaar. In juli 2015 heeft het EFSM een overbruggingskrediet verstrekt aan Griekenland, dat toen in afwachting was van een derde steunprogramma. Bij de start van dit ESM-programma is deze lening afgelost. Jaarlijks kan de exacte hoogte van de Nederlandse garantie licht wijzigen als gevolg van een veranderd Nederlands aandeel in de Europese economie.

Stabiliteitsmechanisme EFSF

Het EFSF is een tijdelijk noodfonds voor alle lidstaten van de eurozone, waarbij alle lidstaten van de eurozone via hun aandeel garant staan. Het Nederlandse aandeel in het EFSF bedraagt circa 6,1%. Het tijdelijke noodfonds EFSF gaat sinds juli 2013 geen nieuwe leningenprogramma’s meer aan, maar blijft bestaan totdat de reeds verstrekte leningen zijn afgelost. In 2013 is op basis van toenmalige inschattingen van de uiteindelijke omvang van de toen nog lopende EFSF-programma’s voor Ierland, Portugal en Griekenland, een garantieplafond van € 49,6 miljard voor het EFSF vastgesteld. Naar aanleiding van het beëindigen van deze programma’s is het garantieplafond opnieuw bekeken. Het nu vastgestelde garantieplafond van € 34,2 miljard is gebaseerd op een maximale schulduitgifte door het EFSF van € 241 miljard, de hoogte van het Guaranteed debt issuance programme. Naast de hoofdsom van EFSF-schuldbewijzen worden ook couponbetalingen gegarandeerd, de zogenaamde rentegarantie. In eerdere berekeningen werd de rentegarantie berekend op basis van de looptijd van de door het EFSF verstrekte leningen. Bij de huidige herziening van het plafond is deze rentegarantie, conform de wijze waarop de garanties verstrekt worden, gebaseerd op de looptijd van de door het EFSF aangetrokken financiering.

Garantie SNS Propertize B.V.

De Staat garandeert de door SNS Propertize B.V. aangetrokken schuld. Omdat Propertize bezig is met het afwikkelen van haar portefeuille worden de aangetrokken schuld en bijbehorende garantie elk jaar verlaagd. De maximale omvang van deze garantie was oorspronkelijk € 4,16 miljard. Deze was per december 2014 al afgenomen tot € 3,6 miljard. In 2015 is deze garantie verder in omvang verkleind tot € 2,6 miljard. Per 2016 is deze garantie afgehandeld.

Garantie DNB-winstafdracht

Als gevolg van diverse maatregelen (onder andere SMP, OMO (Open Market Operation) en CBPP (Covered Bond Purchase Programme), waartoe de Europese Centrale Bank (ECB) de afgelopen periode heeft besloten om het functioneren van de eurozone te stabiliseren, zijn de zogenaamde crisisgerelateerde (financiële) risico’s in de balans van nationale centrale banken in de eurozone, en dus ook van DNB, (verder) opgelopen. Daarom heeft de Staat in 2013 een garantie afgegeven van € 5,7 miljard. Hierdoor wordt het buffervermogen van DNB versterkt.

Stabiliteitsmechanisme ESM

In december 2010 is besloten tot oprichting van een permanent stabiliteitsmechanisme, het ESM. In 2012 hebben de lidstaten van de eurozone de ratificatie van het ESM-verdrag voltooid en op 8 oktober 2012 is het ESM-verdrag en daarmee het permanente noodfonds in werking getreden. Het ESM heeft een effectieve leencapaciteit van € 500 miljard en bestaat voor € 80,5 miljard uit volgestort kapitaal en € 624,2 miljard uit oproepbaar kapitaal. Het Nederlandse aandeel bestaat voor € 4,6 miljard uit volgestort kapitaal en € 35,4 miljard oproepbaar kapitaal. Sinds de inwerkingtreding van het ESM, is het ESM het voornaamste noodfonds. Het ESM heeft in 2016 leningen verstrekt aan Griekenland.

Garantie SRF

De tweede pijler onder de bankenunie betreft het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme voor banken (Single Resolution Mechanism of SRM). In dat kader is een afwikkelingsfonds (Single Resolution Fund of SRF) opgericht. Gedurende de overgangsperiode (2016–2023) zal het SRF worden opgebouwd tot minimaal 1% van de gedekte deposito’s van alle banken(groepen) in de bankenunie. Op dit moment is de minimale omvang van het SRF bepaald op € 55 miljard, waarvan Nederlandse banken € 4,16 miljard zullen bijdragen.

Tijdens de Ecofin-raad van 18 december 2013 is afgesproken dat voor de periode tot en met 2023, wanneer het SRF nog niet gevuld is, voorzien zal worden in een systeem waarbij in laatste instantie een beroep kan worden gedaan op brugfinanciering. Deze brugfinanciering bestaat uit garanties (of kredietlijnen) van de lidstaten aan de SRB voor een bedrag van maximaal de hoogte van het aandeel van die lidstaat in het fonds (voor Nederland € 4,16 miljard). Er kan alleen in laatste instantie een beroep worden gedaan op deze garantie als een Nederlandse bank(engroep) in afwikkeling wordt geplaatst.

Brugfinanciering is noodzakelijk aangezien zich situaties kunnen voordoen waarbij de aanwezige middelen in het SRF ontoereikend zijn om de kosten voortkomend uit een afwikkelingscasus mee te financieren en er vervolgens niet (voldoende) ex-postbijdragen bij banken in de betreffende lidstaat kunnen worden geïnd. Voor de geloofwaardigheid is het van cruciaal belang dat het SRF effectief en voldoende gefinancierd is.

Overige

De daling in het uitstaande garantiebedrag komt grotendeels vanwege de Eurofima-garantie aan de NS. Vanwege het aflossen van leningen door de NS is in 2016 deze garantie met € 390 miljoen afgenomen. Daarnaast is de garantie aan de Provincie Zeeland in het kader van de transactie van de Westerscheldetunnel in 2009 van € 167 miljoen komen te vervallen.

Niet in de balans opgenomen garantieverplichting

De Staat heeft op grond van haar overeenkomst met de FMO (overeenkomst Staat-FMO van 16 november 1998) instandhoudingsverplichtingen ten opzichte van de FMO na eventuele uitputting van haar Reserverekening Algemene Risico's (RAR) en bij onvoldoende dekking van bijzondere bedrijfsrisico’s. Deze verplichtingen zijn vastgelegd in artikel 7 van de overeenkomst Staat-FMO. Daarnaast heeft de Staat op grond van artikel 8 van zijn overeenkomst met FMO nog andere financiële zekerheidsverplichtingen ten opzichte van FMO.

De Staat heeft bij het verkopen van deelnemingen een aantal garanties en vrijwaringen afgegeven met betrekking tot de deelnemingen die verkocht zijn. Het betreft hier meer algemene garanties en vrijwaringen die niet kwantificeerbaar zijn.

14. Andere verplichtingen

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:

 

Ultimo 2016

Ultimo 2015

Aankoop SNS Bank

1.598.050

1.598.050

Deelnemingen ontwikkelingsbanken

585.364

1.170.587

Kapitaaluitbreiding TenneT

780.000

0

Overige

737.413

400.947

Totaal

3.700.827

3.169.584

Aankoop SNS Bank

Op 30 september 2015 is SNS Bank afgesplitst van de holding SNS REAAL (thans SNS REAAL HOLDING, SRH). Aan de verplaatsing van SNS Bank zijn geen kasstromen te pas gekomen. De Staat heeft voor de koopprijs van € 2,7 miljard aandelen in de bank verkregen door de eerder aan SNS REAAL verstrekte overbruggingslening van € 1,1 miljard en de door SNS verschuldigde rente van € 1,95 miljoen op deze lening te verrekenen en het restant van de koopprijs van € 1,598 miljard (€ 2,7 miljard – € 1,102 miljard) schuldig te blijven, waardoor SRH een vordering op de Staat heeft verkregen ter hoogte van hetzelfde bedrag.

Deelnemingen ontwikkelingsbanken

Per 31 december 2016 zijn er nog openstaande betalingsverplichtingen aan de Wereldbank (met name meerjarige betalingen voor IDA), alsmede de betalingsverplichting voor het paid-in-capital van de AIIB.

Kapitaaluitbreiding TenneT

Op 12 juli 2016 is de Kamer geïnformeerd over de kapitaaluitbreiding bij TenneT. In 2017, 2018 en 2019 wordt in totaal een bedrag van € 780 miljoen aan TenneT uitgekeerd. Eind 2016 zijn deze afspraken met TenneT contractueel vastgelegd. Dit leidt ertoe dat de betalingsverplichting officieel al volledig in 2016 wordt aangegaan.

Overige

In 2016 is de Belastingdienst een meerjarige verplichting van € 539 miljoen aangegaan voor de vertrekregeling. Een deel van deze verplichting is tot uitbetaling gekomen, waarmee de openstaande verplichting is afgenomen tot ongeveer € 375 miljoen. Dit leidt tot een toename van de openstaande verplichtingen op de saldibalans.

Niet in de balans opgenomen andere verplichtingen

De per 1 januari 2016 ingevoerde belastingplicht van overheidsondernemingen heeft voor het Ministerie van Financiën tot gevolg dat over een deel van het resultaat over 2016 vennootschapsbelasting moet worden betaald.

Bij het publiceren van dit jaarverslag kon er nog geen definitieve inschatting worden gemaakt van de omvang van de fiscale Vpb-positie. Naar verwachting betreft het geen substantiële verplichting.

15. Deelnemingen

De post Deelnemingen bestaat uit de aandelen in Nederlandse ondernemingen en de aandelen in internationale instellingen. De deelnemingen zijn als volgt gewaardeerd:

  • Nederlandse ondernemingen: op basis van de historische aanschafwaarde. Voor TenneT, DNB en N.V. Luchthaven Schiphol zijn de historische aanschafwaarden onbekend. Deze zijn dan ook opgenomen tegen de nominale waarde.

  • Internationale instellingen: op basis van het gestorte kapitaal; waarde per 31 december 2016. Voor het restant dat niet als deelneming is opgenomen, is een garantieverplichting verstrekt (callable capital), die onder saldibalanspost 13 is opgenomen.

De deelnemingen kunnen als volgt worden gespecificeerd. In de laatste kolom van het overzicht is het deelnemingspercentage ultimo 2016 vermeld.

 

Ultimo 2016

Ultimo 2015

Aandeel in %

Nederlandse ondernemingen

(x € 1.000)

(x € 1.000)

 

Nederlandse Gasunie N.V.

10.067.312

10.067.312

100

NS N.V.

1.012.265

1.012.265

100

TenneT B.V.

700.000

700.000

100

DNB

500.000

500.000

100

BNG

69.613

69.613

50

N.V. Luchthaven Schiphol

58.937

58.937

69,7

Havenbedrijf Rotterdam

462.500

462.500

29,17

Nederlandse Loterij B.V.

78.273

0

99

Overige

73.164

73.754

div.

Subtotaal

13.022.064

12.944.381

 

Na beursgang ABN AMRO

     

ABN AMRO GROUP N.V.

15.182.537

16.681.000

70,1

ASR Nederland N.V.

2.325.052

3.650.000

63,7

RFS Holdings B.V.

2.642.000

2.642.000

1,251

SRH N.V.

2.200.000

2.200.000

100

Propertize B.V.

0

500.000

0

SNS Holding B.V. (SNS Bank)

2.700.000

2.700.000

100

Subtotaal

38.071.653

41.317.381

 

Internationale instellingen

     

Wereldbank

322.076

284.414

2,01

EFSF

1.623

1.623

5,70

ESM

4.573.600

4.573.600

5,70

EIB

969.040

969.040

4,47

EBRD

155.250

155.250

2,51

IFC

53.250

51.557

2,19

MIGA

7.447

7.210

2,16

AIIB

78.285

189.492

1,03

Subtotaal

6.160.571

6.232.186

 

Totaal

44.232.224

47.549.567

 
1

Na de uitplaatsing van het Nederlandse gedeelte van ABN AMRO is het bedrag van 33,8% teruggebracht naar 1,25%.

Nederlandse Loterij B.V.

Op 31 maart 2016 is de Staatsloterij gefuseerd met De Lotto. Na de fusie is de Nederlandse Loterij B.V. ontstaan. De Staat heeft ruim 99% van de aandelen in Nederlandse Loterij B.V. in handen en is de enige houder van aandelen met stemrecht. NOC*NSF en de Stichting Aanwending Loterijgelden Nederland (SALN) houden gezamenlijk de overige aandelen, maar hebben in principe geen stemrecht (afgezien van enkele specifieke onderwerpen). Van het resultaat van de Nederlandse Loterij B.V. gaat 63% naar de Staat. Omdat de Staatsloterij tot 31 maart 2016 de juridische status van SENS had, was deze deelneming niet opgenomen op de saldibalans. Op de saldibalans is het belang van de Staat in de Nederlandse Loterij B.V. gewaardeerd tegen de historische kostprijs. Deze kostprijs zou bij de Nederlandse Loterij B.V. gedefinieerd kunnen worden als het beginkapitaal ten tijde van de fusie (€ 78,3 miljoen).

ABN AMRO GROUP N.V.

Op donderdag 17 november 2016 is de tweede tranche aandelen van ABN AMRO naar de beurs gegaan. Er zijn 65 miljoen aandelen verkocht (7%) voor € 20,40 per stuk. Dit heeft geleid tot een totaalopbrengst van € 1,326 miljard.

In totaal bedraagt de aan ABN AMRO toe te rekenen investering € 21,7 miljard. Ultimo 2015 was hier, vanwege de beursgang van 23% van de aandelen in november 2015, nog slechts € 16,7 miljard van over. Ultimo 2016 is ook de bovengenoemde 7% hiervan afgehaald, waardoor er nog € 15,2 miljard uitstaat.

ASR Nederland N.V.

Op vrijdag 10 juni 2016 is a.s.r. naar de beurs gebracht. De omvang van de toegewezen certificaten van de eerste plaatsing is vastgesteld op 36,3% van de aandelen. Deze beursgang heeft geresulteerd in een verkoopopbrengst van € 1,02 miljard.

In totaal bedraagt de aan a.s.r. toe te rekenen investering € 3,65 miljard. Hiervan is ultimo 2016 het naar de beurs gebrachte percentage van 36,3% afgehaald, waardoor het nog uitstaande bedrag in de saldibalans op € 2,33 miljard uitkomt.

RFS Holdings B.V.

In 2012 is het belang dat de Staat houdt in RFS Holdings B.V. overgedragen aan de Stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen (NLFI) tegen uitgifte van certificaten in het kapitaal van de onderneming. Het belang in RFS is verbonden aan de onverdeelde boedel van het in 2007, door het consortium RBS (R), Fortis (F) en Santander (S), overgenomen voormalige ABN AMRO. RBS is door de consortiumpartners gemachtigd om de activa in RFS op ordentelijke wijze te beheren en te verkopen. Er is € 2.642 miljoen toe te wijzen aan RFS. Het grootste activum op de balans van RFS is een belang in de Saudi Hollandi Bank. Het verkoopproces hiervan is gaande. Het is niet mogelijk om uitspraken te doen over de verwachte opbrengst en de termijn waarbinnen de verkoop gerealiseerd zal worden. Als deze transactie is afgerond, kunnen de gedeelde activa voor het grootste deel worden afgewikkeld. Tot op heden heeft de Staat circa € 16 miljoen aan overtollig kapitaal uit de Z-share mogen ontvangen.

SRH (voorheen: SNS REAAL N.V.)

In 2015 heeft SNS REAAL Holding (SRH) VIVAT Verzekeringen (REAAL N.V., hierna VIVAT) verkocht aan de Chinese verzekeraar Anbang. Met de verkoop van VIVAT en de verplaatsing van de bank onder de Staat, is SRH een holding zonder activiteiten geworden. SRH wordt daarom afgewikkeld. SRH zal de resterende activa verkopen, de crediteuren met de opbrengsten daarvan betalen en het restant aan de aandeelhouder uitkeren. Doordat SRH nog lopende verplichtingen heeft zal de ontmanteling van SRH nog enige tijd in beslag nemen.

Propertize B.V.

Propertize B.V., de rechtsopvolger van SNS Property Finance, is sinds de afsplitsing van SNS REAAL op 31 december 2013 een zelfstandige vastgoedbeheerorganisatie. Propertize heeft als doel de vastgoedportefeuille op de middellange termijn zo kostenefficiënt en rendabel mogelijk af te wikkelen. De Staat heeft in 2013 € 500 miljoen aan kapitaal geïnjecteerd in Propertize. Op 27 september 2016 heeft de Staat Propertize verkocht aan Lone Star/JP Morgan voor een bedrag van € 895,3 miljoen. Met dit verkoopbedrag is de deelneming van € 500 miljoen komen te vervallen.

SNS Holding B.V. (SNS Bank)

De Staat heeft SNS Bank N.V. op 30 september 2015 voor € 2,7 miljard gekocht van SRH (het toenmalige SNS Reaal) en onder een nieuwe holding, SNS Holding B.V., geplaatst. De Staat heeft SNS Bank verkregen voor € 2,7 miljard. De Minister heeft medio 2016 zijn plannen voor de toekomst van SNS Bank bekend gemaakt.

Wereldbank

Als onderdeel van de in 2010 afgesproken kapitaalverhoging heeft Nederland de laatste tranche IBRD-aandelen aangekocht in 2016. Deze tranche vertegenwoordigde op op 31 december 2016 een waarde van € 28,4 miljoen. Daarnaast is door de appreciatie van de dollar ten opzichte van de euro de totale deelneming in de Wereldbank meer waard geworden.

ESM

Als onderdeel van de gemaakte Europese afspraken neemt Nederland deel in het ESM met een aandeel van 5,7%.

AIIB

In 2015 heeft Nederland besloten deel te nemen aan de oprichting van de AIIB. Daarbij heeft Nederland zich ingeschreven voor 2063 paid-in shares. De daadwerkelijk aangekochte aandelen representeren per 31 december 2016 een deelneming van € 78,3 miljoen. Bij het vorige jaarverslag is als waarderingsgrondslag genomen de daadwerkelijk aangekochte aandelen plus de nog aan te kopen aandelen, waarvoor wel reeds een betalingsverplichting is aangegaan. Vanaf dit jaar worden alleen de daadwerkelijk aangekochte aandelen als waarderingsgrondslag genomen.

Niet in de saldibalans opgenomen deelnemingen

Holland Casino heeft de juridische status van stichting. Het kansspelbeleid met de daaraan gekoppelde vergunningen behoren toe aan het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Het Ministerie van Financiën onderhoudt de financiële betrekkingen. Financiën ontvangt de opbrengsten en houdt toezicht conform de statuten.

29

Dit is de stand per 30 november 2016.

Licence