Base description which applies to whole site

BIJLAGE 1: TOEZICHTSRELATIES ZBO’S/RWT’S

Instelling

ZBO

RWT

Begrotingsartikel

Financiering (bedragen x € 1.000)

Verwijzingen (website en toezichtvisie/-arrangement)

Het bestuur en/of accountant verklaart dat de rechtmatigheid op orde is

programma ZBO/RWT

apparaat ZBO/RWT

premies

tarieven

Waarderingskamer

X

X

Artikel 1

 

1.305

   

www.waarderingskamer.nl 1

AFM

X

X

Artikel 2

 

397

 

88.159

www.afm.nl 2

DNB

X

X

Artikel 2

 

1.676

 

152.600

www.dnb.nl 3

Stichting waarborgfonds motorverkeer

 

X

Artikel 2

 

0

 

60.851

www.wbf.nl 4

n.n.b.

Nederlands Bureau der Motorrijtuigen-verzekeraars (NBM)

 

X

Artikel 2

 

0

 

2.988

www.nlbureau.nl 5

n.n.b.

Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA)

X

 

Artikel 2

 

0

779

 

www.ceaweb.nl

NLFI

 

X

Artikel 3

 

15.000

   

www.nlfi.nl 5

Stichting Afwikkeling Marorgelden Overheid (SAMO)

X6

 

Artikel 8

 

0

   

www.maror.nl 7

 
3

De toezichtarrangementen ingaande toezichthouders op de financiële markten zijn opgenomen in bovenstaande voetnoot.

4

De toezichtvisie is neergelegd in de daarop van toepassing zijnde wet- en regelgeving en/of in een afzonderlijke toezichtsvisie die beschikbaar is op het departement.

5

De toezichtvisie is beschikbaar op het departement.

6

SAMO heeft geen taken meer. Na het verkrijgen van de noodzakelijke goedkeuringen zal de stichting worden ontbonden. Naar aanleiding van twijfels is er een verkennend onderzoek ingesteld door het CJO (Centraal Joods Overleg) naar de geldstromen voortvloeiend uit de afhandeling van Marorgelden. De ontbinding van de stichting zou dit jaar plaats kunnen vinden, indien partijen daarmee instemmen na afronding van het verkennend onderzoek.

7

SAMO is een stichting in ontbinding. Er is geen toezichtsarrangement voor SAMO. SAMO heeft tot 2005 projecten gesubsidieerd op basis van een uitkeringsreglement dat is goedgekeurd door de Minister van Financiën.

Functie: de belangrijkste wettelijk geregelde taken

Waarderingskamer: de Waarderingskamer heeft als belangrijkste taak het houden van toezicht op de waardering van onroerende zaken door de gemeenten in het kader van de wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) en het houden van toezicht op de basisregistratie WOZ, waaronder het beheer van de Landelijk Voorziening WOZ (LV WOZ). De reguliere apparaatskosten worden door de Waarderingskamer in rekening gebracht bij het Rijk (25%), de gemeenten (50%) en de waterschappen (25%). De kosten voor het beheer van de landelijke voorziening WOZ worden eveneens in rekening gebracht bij de genoemde partijen. Voor deze kosten gelden de verdelingspercentages Rijk (40%), gemeenten (45%) en waterschappen (15%).

AFM: op grond van de Wft is de AFM belast met de uitoefening van het gedragstoezicht. Met ingang van 2015 is de overheidsbijdrage voor het financieel toezicht in Nederland afgeschaft. Voor wat betreft het nationaal toezicht wordt de AFM gefinancierd door de onder toezicht staande ondernemingen. De AFM ontvangt een overheidsbijdrage voor het toezicht op de BES-eilanden.

DNB: op grond van de Wft oefent DNB het prudentieel toezicht op financiële ondernemingen uit. Met ingang van 2015 is de overheidsbijdrage voor het financieel toezicht in Nederland afgeschaft. Voor wat betreft het nationaal toezicht wordt DNB gefinancierd door de onder toezicht staande ondernemingen. DNB ontvangt een overheidsbijdrage voor het toezicht op de BES-eilanden.

Stichting waarborgfonds motorverkeer: de Stichting waarborgfonds motorverkeer vergoedt overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (Wam) schade aan benadeelden. Daarnaast is de Stichting waarborgfonds motorverkeer ingevolge de Wam aangewezen als schadevergoedingsorgaan.

NBM: het NBM is verantwoordelijk voor het regelen van schaden door buitenlandse motorrijtuigen in Nederland en staat garant voor betaling van schade als onverzekerde Nederlandse motorvoertuigen in andere bij het groenekaartsysteem aangesloten landen schade veroorzaken. Daarnaast is het NBM op grond van de Wam aangewezen als informatiecentrum, waarbij personen die schade hebben geleden die is veroorzaakt door een motorrijtuig uit een EU-lidstaat, informatie kunnen verkrijgen die hen in staat kan stellen een vordering tot schadevergoeding in te dienen.

CEA: op grond van Wet op het accountantsberoep is de commissie belast met het vaststellen van de eindtermen, het aanwijzen van opleidingen die het theoretisch deel van de accountantsopleiding geheel of gedeeltelijk verzorgen, het toetsen van de praktijkstage en de afgifte van de verklaring van vakbekwaamheid.

NLFI: NLFI voert op grond van de Wet stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen het privaatrechtelijke beheer over de deelnemingen van de Staat der Nederlanden in de vennootschappen ABN AMRO Group N.V., ASR Nederland N.V., RFS Holding B.V., Propertize B.V., SNS Reaal N.V. en NLFI Financial Investment B.V. De Minister van Financiën brengt een groot deel van deze kosten in rekening bij de vennootschappen, waarvan aandelen door de stichting worden beheerd.

DNB30

Toezichttaak

Het prudentieel toezicht van DNB is gericht op de soliditeit van financiële ondernemingen en het bijdragen aan de stabiliteit van de financiële sector.

Doelstelling

Het toezicht van DNB is gericht op solide en integere financiële instellingen en een schokbestendig financieel systeem.

Prestaties

Technologische innovatie

In 2016 heeft DNB in nauwe samenwerking met de AFM de mogelijkheden verkend om technologische innovatie in de financiële sector te accommoderen. Mijlpalen in dit kader zijn de publicatie van het rapport Technologische innovatie en de Nederlandse financiële sector, de lancering van de InnovationHub, de publicatie van een discussiedocument en de introductie van Maatwerk voor innovatie. De InnovationHub biedt zowel nieuwe als vergunninghoudende marktpartijen de mogelijkheid vragen te stellen over wet- en regelgeving en in contact te treden met de toezichthouders over innovatie.

Toetsingen

In opdracht van DNB en de AFM heeft een externe evaluatiecommissie (commissie Ottow) in 2016 onderzoek gedaan naar de opzet en werkwijze van het toetsingsproces. De commissie Ottow oordeelde in haar rapport dat de toezichthouders op een adequate wijze invulling geven aan hun taak bij het toetsen van bestuurders en commissarissen van financiële instellingen. Zij deed tevens voorstellen om het proces van de toetsingen verder aan te passen en te verbeteren. Zo kan de transparantie over het proces worden vergroot.

Integriteitstoezicht

In het kader van haar taak als toezichthouder op de integriteit van de Nederlandse financiële sector heeft DNB in 2016 diverse onderzoeken uitgevoerd. Daarbij is opnieuw diepgaand gekeken naar de Systematische IntegriteitsRisicoAnalyse (SIRA) bij banken, verzekeraars, betaalinstellingen, pensioenfondsen en trustkantoren. Bij het merendeel van de onderzochte instellingen is de SIRA in opzet op orde. Wel blijkt dat de vertaling van de SIRA naar de praktijk, zowel wat betreft te treffen beheersmaatregelen als het te formuleren risico-acceptatiebeleid, nog onvoldoende heeft plaatsgevonden. Goede inbedding van de SIRA in de sector blijft dan ook een speerpunt van DNB.

Banken

De onderzoeken die DNB het afgelopen jaar deed naar de beheersing van het kredietrisico duiden vooralsnog niet op een ernstige onderliggende erosie van de winstontwikkeling. Zo heeft DNB de kwaliteit van de hypotheekportefeuilles van de grootste Nederlandse banken onderzocht. Hieruit bleek dat de verliezen op de hypotheekportefeuilles ondanks de financiële crisis en de forse daling van prijzen op de huizenmarkt beperkt zijn gebleven. Specifieke Nederlandse factoren, zoals het structurele vraagoverschot op de woningmarkt, het sociale zekerheidstelsel, de eenvoudige en snelle uitwinning onder Nederlands recht en de aansprakelijkheid van huiseigenaren voor restverliezen bleken hierbij een belangrijke oorzaak. Wel blijven de hoge loan-to-value-ratio’s en huishoudens met hoge aflossingsvrije hypotheken een punt van aandacht.

Verzekeraars

De verzekeringssector zal de komende jaren structureel veranderen. In de in december 2016 gepubliceerde Visie op de toekomst van de Nederlandse verzekeringssector beschrijft DNB technologische, maatschappelijke en economische ontwikkelingen die het bedrijfsmodel van levens- en schadeverzekeraars onder druk zetten. Tegelijkertijd bieden deze ontwikkelingen ook kansen voor zowel gevestigde partijen als nieuwe toetreders. Verzekeraars die hun verandervermogen versterken en succesvol innoveren, kunnen hun producten concurrerender aanbieden en hun marktaandeel en winstgevendheid vergroten. Verzekeraars die daar niet in slagen, moeten op zoek naar alternatieven, bijvoorbeeld een overname of de afbouw van activiteiten.

In de Toezicht vooruitblik 2016 signaleerde DNB als aandachtspunt het vroegtijdig identificeren van verzekeraars die het risico lopen om niet langer aan de wettelijke kapitaaleisen te voldoen. In dit kader heeft DNB onderzoek gedaan naar het kapitaalbeleid. Hieruit kwam naar voren dat veel verzekeraars al bezig waren hun beleid aan te passen aan Solvency II. Desondanks heeft DNB geconstateerd dat het kapitaalbeleid in veel gevallen minder ver is uitgewerkt dan verwacht. Vaak is de hoogte van de veiligheidsmarge die verzekeraars boven de wettelijke kapitaaleis aanhouden niet, of niet voldoende, onderbouwd. Het onderzoek wijst verder uit dat verzekeraars de herstelmaatregelen die ze kunnen nemen bij teruglopende solvabiliteit nog concreter kunnen uitwerken. Op basis van deze en andere bevindingen heeft DNB haar verwachtingen voor het kapitaalbeleid concreter uitgewerkt.

Pensioenfondsen

De financiële positie van veel pensioenfondsen staat onder druk. Dat werd onder meer zichtbaar in de rapportage die DNB in mei opstelde op verzoek van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mede naar aanleiding van de door pensioenfondsen ingediende herstelplannen. Een geactualiseerde rapportage in november 2016 bevestigde dit beeld. Uiteindelijk bleef door het herstel van de financiële markten in de laatste maand van het jaar, het aantal pensioenfondsen dat moet korten op pensioenrechten tot een minimum beperkt. De financiële positie van de pensioenfondsen blijft echter zorgelijk, zodat op de langere termijn nog steeds onvoorwaardelijke kortingen dreigen.

In 2016 heeft DNB het onderzoek naar de toekomstbestendigheid van bedrijfsmodellen verder voortgezet. Bij kwetsbare pensioeninstellingen zijn gesprekken gevoerd en zijn mitigatietrajecten voort- en ingezet, waarbij aandacht is besteed aan de toekomstbestendigheid van de fondsen. Bij de grotere pensioenfondsen is in 2016 onderzocht in hoeverre zij beschikken over een toekomstvisie en inzicht in hun strategische risico’s. In de eerste helft van 2016 heeft DNB een nulmeting gedaan ten aanzien van de visie en strategie van deze fondsen. Vervolgens heeft er een verdere verdieping plaatsgevonden door de strategische risico’s van de instellingen in kaart te brengen. Hiervoor heeft DNB een beoordelingskader ontwikkeld, gebaseerd op de dimensies financiële opzet, governance en bestuur. Met deze onderzoeken en de talrijke spreekbeurten die rond dit thema zijn gegeven, is het thema verandervermogen nadrukkelijk op de agenda’s van de grote pensioenfondsen geplaatst. Ook het jaarlijkse DNB Pensioenseminar, waar verandervermogen het centrale thema was, heeft hieraan bijgedragen.

Betaalinstellingen en geldtransactiekantoren

De hevige concurrentie tussen betaalinstellingen zet winstmarges onder druk, vooral in de markt voor internetbetaalsystemen. In de afgelopen periode resulteerde dit bij een beperkt aantal betaalinstellingen in een kapitaaltekort, wat na ingrijpen van DNB is opgelost. Vooruitkijkend heeft DNB de houdbaarheid van bedrijfsmodellen van betaalinstellingen onderzocht. Instellingen met een zwakke kapitaalpositie en lage winstgevendheid zijn in kaart gebracht en ook hier is geïntervenieerd. Deze betaalinstellingen moeten maatregelen nemen om het bedrijfsmodel toekomstbestendig te maken of te kiezen voor een gecontroleerde exit.

De geldtransactiekantorensector wordt gekenmerkt door hoge inherente risico’s voor wat betreft witwassen en het financieren van terrorisme. DNB heeft in 2016 diverse acties ondernomen om vast te stellen of de sector deze integriteitsrisico’s in voldoende mate beheerst en mitigeert. Zo zijn diverse geldtransactiekantoren onderdeel geweest van de door DNB uitgevoerde sectoroverstijgende onderzoeken. Daarnaast heeft DNB de sector gemonitord door transactie-analyses uit te voeren. Deze transactie-analyses zijn ook gebruikt om mogelijke netwerken rond risicolanden op het gebied van terrorismefinanciering in beeld te brengen. Ten slotte heeft DNB regelmatig vorderingen van het OM behandeld. Deze hadden betrekking op het aanleveren van informatie inzake geldtransacties uitgevoerd door personen of entiteiten die in verband worden gebracht met witwassen en terrorismefinanciering.

Beleggingsondernemingen en beheerders van beleggingsinstellingen

Het toezicht op beleggingsondernemingen en beheerders van beleggingsinstellingen stond in 2016 grotendeels in het teken van adequate kapitaalbuffers en een gezonde bedrijfsvoering. In het afgelopen jaar heeft DNB negentien tekortsituaties geconstateerd, waar in 2015 in tien gevallen sprake bleek van een kapitaaltekort. Dit versterkt de zorgen die DNB heeft over de hoogte van kapitaalbuffers. Daarom hanteert DNB een corrigerende en meer gestandaardiseerde aanpak bij kapitaaltekorten. Ook heeft DNB er bij de sector op aangedrongen de datakwaliteit en de juistheid van ingediende rapportages verder te verbeteren, onder meer door middel van handhavingsmaatregelen.

DNB concludeerde naar aanleiding van haar onderzoek naar de houdbaarheid van bedrijfsmodellen dat kleine beleggingsondernemingen in toenemende mate moeite hebben het hoofd boven water te houden. Zij ondervinden concurrentie van grote beleggingsondernemingen, die schaalvoordelen genieten en middelen hebben om te investeren in technologische innovaties. DNB heeft kwetsbare beleggingsondernemingen aangespoord om hun financiële soliditeit op peil te houden. Daarnaast stond de houdbaarheid van het bedrijfsmodel in 2016 centraal bij de integrale beoordeling van het Internal capital adequacy process van de grootste instellingen in de sector.

Trustkantoren

DNB heeft in 2016 het toezicht op de trustsector geïntensiveerd. Aanleiding hiervoor was de constatering van DNB in 2015 dat de integriteitsrisico’s in de trustsector te hoog zijn en onvoldoende door de kantoren worden beheerst. Deze ervaringen hebben het Ministerie van Financiën aanleiding gegeven een voorstel op te stellen dat voorziet in een ingrijpende herziening van de Wet toezicht trustkantoren. Deze herziening moet leiden tot een hoger professioneel niveau van bedrijfsvoering, waarbij de hoogste inherente integriteitsrisico’s worden ingeperkt. DNB blijft daarnaast open staan voor initiatieven vanuit de sector, zoals het verder invulling geven aan een keurmerk.

Naar aanleiding van het vervolgonderzoek naar de SIRA heeft DNB bij een aantal kantoren bekeken in hoeverre noodzakelijke verbetermaatregelen waren genomen naar aanleiding van de onderzoeken uit 2015. Het merendeel had substantiële vooruitgang geboekt en heeft de SIRA inmiddels op orde. Enkele trustkantoren beschikten nog niet over een adequate SIRA. Aan hen heeft DNB een formele maatregel opgelegd.

Voortgang binnen het SRM

DNB heeft in 2016 goede voortgang geboekt in het nader vormgeven en uitvoeren van haar resolutietaak. Zo zijn de resolutieplannen voor significante Nederlandse banken verdiept en akkoord bevonden door de SRB. Daarnaast is het aantal plannen voor minder significante banken (less significant institutions) uitgebreid. De SRB is echter nog niet tot formele besluiten gekomen over de vereisten voor verliesabsorberend vermogen (minimum required own funds and eligible liabilities).

Het afgelopen jaar zijn belangrijke stappen gezet in het gereedmaken van het resolutieinstrumentarium, waaronder bail-in en het overdrachtsinstrument. DNB heeft zich stevig gepositioneerd in het internationale beleidsveld en effectief bijgedragen aan de kaders en het operationeel model van het SRM. Tot slot is in de interne organisatie van DNB de integratie met de depositogarantiestelseltaak afgerond.

Toezichtkosten etc. (w.o. kosten resolutietaak)
 

2015

2016

Som der lasten

€ 147,7 miljoen

€ 149,7 miljoen

Aan onder toezichtgestelden toe te rekenen kosten

€ 154,6 miljoen

€ 156,9 miljoen

Gemiddeld aantal fte’s

824,0

808,9

AFM31

Toezichttaak

De AFM heeft tot taak het gedragstoezicht op de financiële markten uit te oefenen en te beslissen omtrent de toelating van financiële instellingen tot die markten.

Doelstelling

Het gedragstoezicht van de AFM is, mede in het belang van de stabiliteit van het financiële stelstel, gericht op ordelijke en transparante financiële marktprocessen, zuivere verhoudingen tussen marktpartijen en een zorgvuldige behandeling van cliënten.

Prestaties

Het toezicht van de AFM is risicogestuurd waarbij wordt afgegaan op onderzoek van marktontwikkelingen en risico’s alsmede op ontvangen klachten, meldingen van incidenten en signalen.

Rekening houdend met de beschikbare capaciteit heeft de AFM drie meerjarige prioriteiten bepaald. Hieronder een samenvattend overzicht.

Prioriteit 1: het verkleinen van ongewenste risico’s in de financiële markten door regulier en thematisch toezicht.

Efficiënte kapitaalmarkten

De focus heeft gelegen op het vergroten van de mate waarin partijen hun verantwoordelijkheid nemen voor de handelsketen. Met behulp van de grotere hoeveelheden data, die een gevolg zijn van Europese regelgeving, is een betere monitoring van de markt mogelijk geworden. Dit draagt bij aan eerlijker opereren van de markten. Er is ook gefocust op de kwaliteit van de handelsinfrastructuur, waardoor verstoringen van de handel worden voorkomen.

Door een actieve invulling van het realtime-toezicht van de AFM ten aanzien van het publiceren van voorwetenschap is de informatie-ongelijkheid op de kapitaalmarkt afgenomen. Er is veel geïnvesteerd in het voorbereiden van de markt op nieuwe Europese regelgeving op het gebied van marktmisbruik (MAR) en kapitaalmarkten (MiFID II).

Lenen, sparen en retailbeleggen

Er waren drie hoofdthema’s: passende dienstverlening aan de niet-professionele belegger, oplossingen voor huiseigenaren met problematische hypotheken en goede dienstverlening aan MKB-klanten op het gebied van financiering. Op al deze gebieden zijn financiële ondernemingen met succes aangespoord om met betere oplossingen voor hun klanten te komen.

Ook heeft de AFM zich afgelopen jaar ingespannen om banken de fouten te laten herstellen die zijn gemaakt in de advisering van klanten over rentederivatenproducten.

Verzekeringen en pensioenen

Bij pensioenen is veel gedaan aan het verbeteren van informatie voor deelnemers, onder meer over het risico op korten, de mogelijkheden bij afkoop van pensioen en het beeld dat wordt geschetst in Uniforme PensioenOverzichten (UPO’s). De AIM heeft duidelijkheid gegeven aan pensioenuitvoerders over wettelijke eisen op het gebied van informatieverstrekking en zorgplicht van de nieuwe Wet verbeterde premieregeling. Verzekeraars hebben een aanpak ontwikkeld om deelnemers een bewuste keuze te laten maken over voortzetting voor niet-opbouwende beschikbare premieregelingen. Verzekeraars benaderen – conform de wettelijke streefcijfers – klanten met een beleggingsverzekering actief om hun situatie te verbeteren. Ze zijn aangespoord scherper zicht te krijgen op de kwaliteit van hersteladviezen die worden gegeven door het intermediair. Bij de intermediairs is er op toegezien dat zij per 1-1-2017 voldoen aan de nieuwe vakbekwaamheidseisen.

Kwaliteit accountantscontrole en verslaggeving

Beleggers, pensioendeelnemers en overige consumenten moeten kunnen vertrouwen op de controleverklaring. De AFM werkt aan een meerjarig programma om de kwaliteit hiervan te verbeteren. In dit kader zijn onderzoeken verricht naar geselecteerde wettelijke controles bij de «Big 4»-accountantsorganisaties. De voorlopige conclusies hiervan zijn gedeeld met de accountantsorganisaties en hebben geleid tot het in gang zetten van herstelmaatregelen.

Marktintegriteit en handhaving

Er is specifiek ingezet op het bestrijden van oneerlijke verdienmodellen en onverantwoorde kredietverlening. Er is krachtig handhavend opgetreden tegen onder meer malafide geldverstrekkers en illegale boiler rooms. De meeste aanbieders van flitskrediet zijn gestopt, mede dankzij zes opgelegde lasten onder dwangsom.

Asset management

Om te bevorderen dat asset management-partijen de belangen van beleggers zorgvuldig dienen, beoordeelt de AFM of ze voldoende professioneel zijn om hun rol deskundig en integer te vervullen. Dit gebeurt onder meer door middel van vergunningverlening, fondsmeldingen en toetsing van (mede)beleidsbepalers en toezichthoudende functionarissen. In 2016 is bijzondere aandacht besteed aan partijen die van rechtswege een AIFM (Alternative Investment Fund Managers Directive)-vergunning hadden verkregen, omdat zij al over een vergunning voor een beleggingsonderneming beschikten; onderzocht is of zij ook aan de nieuwe, hogere eisen voldoen.

Innovatie en Fintech

De missie van dit in 2016 gestarte programma is om technologische innovatie in de financiële sector te accommoderen, voor zover deze innovatie bijdraagt aan duurzaam financieel welzijn. Bijvoorbeeld door onnodige drempels weg te nemen; waar wet- en regelgeving een onnodige barrière vormen, is het zaak dit passend te maken. Anderzijds zorgt het programma ervoor dat de risico’s voor derden die gerelateerd zijn aan deze innovaties, in kaart worden gebracht en geadresseerd. Inhoudelijk belangrijke onderwerpen in relatie tot het toezicht waren digitaal advies (in relatie tot zorgplicht), gebruik van privacygevoelige data en cybercrime. Er is gewerkt aan het voorbereiden van de AFM-organisatie op de gevolgen van de technologische ontwikkelingen voor het toezicht; internationaal bevindt de AFM zich in de kopgroep op dit gebied.

Prioriteit 2: het versterken en vernieuwen van het toezicht door gericht te investeren in technologie en methodieken.

Door de beschikbaarheid, analyse en toepassing van data kan de AFM steeds effectiever werken. Ook nieuwe inzichten in het gedrag van consumenten, het gedrag van beleggers en cultuurverandering versterken het toezicht. Om te investeren in verdere kennisopbouw en kennisdeling op dit gebied heeft de AFM in 2016 het Expertisecentrum opgericht. Het Expertisecentrum jaagt de technologische en methodologische vernieuwing binnen de organisatie aan.

Prioriteit 3: het vergroten van de effectiviteit, efficiëntie en wendbaarheid van de organisatie van de AFM.

Hierbij stonden drie ontwikkelpunten centraal: het versterken van de besturing, de professionalisering van de bedrijfsvoering en de verantwoording. Op het gebied van de besturing is de organisatiestructuur vereenvoudigd, is er performance management ingevoerd en is een leiderschapsprogramma gestart. Bij de organisatiewijziging heeft een roulatie van het management plaatsgevonden. De professionalisering heeft onder meer vorm gekregen in vergroting van de informatieveiligheid, verbetering van processen en pilots met de invoering van een AFM-werkwijze gericht op kort cyclisch sturen. Dit wordt in 2017 organisatiebreed ingevoerd. Ook zijn kwaliteitsbewaking en risicomanagement verstevigd. De versterking van de verantwoording kreeg vorm in zowel interne als externe audits (waaronder het Financial sector assessment program van het IMF en het rapport van de commissie Ottow).

Naar aanleiding van het rapport van Alvarez & Marsal is een intern verbetertraject in gang gezet, waarbij aangesloten wordt bij bovengenoemde vernieuwingen. Daarnaast wordt het risicoprofiel van projecten ieder kwartaal gemonitord en worden hoog risicoprojecten maandelijks in het bestuur besproken. Het stimuleren van een inhoudelijk debat is een ander speerpunt. Op meerdere plaatsen zijn specialisten aangenomen om de kennis te versterken, onder meer van data-analyse en risicomanagement.

Toezichtkosten etc.
 

2015

2016

Som der lasten

€ 86,6 miljoen

€ 90,1 miljoen

Aan onder toezichtgestelden toe te rekenen kosten

€ 86,3 miljoen

€ 89,7 miljoen

Gemiddeld aantal fte’s

584

574

30

Zie voor een meer uitgebreide beschrijving de ZBO-verantwoording van DNB over 2016.

31

Zie voor een meer uitgebreide beschrijving het jaarverslag van de AFM over 2016.

Licence