Base description which applies to whole site

4.6 Beleidsartikel 6 Investeringen krijgsmacht

Algemene doelstelling

Defensie voorziet in nieuw materieel, infrastructuur en IT-middelen en zij verkoopt, indien aan de orde, groot materieel en infrastructuur.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor het tijdig voorzien in nieuw materieel, infrastructuur en IT-middelen en de afstoting van overtollig groot materieel en infrastructuur.

Beleidsconclusie

De realisatie is uitgekomen op € 1,4 miljard. Dat is € 142 miljoen lager dan het budget. De gerealiseerde investeringsquote is daarmee uitgekomen op 16,4 procent in 2016. De gerealiseerde investeringsquote is sinds 2014 weer aan het stijgen, elk jaar met circa een procentpunt. Ook is in 2016 voor ruim € 2,5 miljard verplichtingen aangegaan, hetgeen positief is voor de investeringsquote in de komende jaren.

De gemiddelde investeringsquote over de afgelopen vijf jaren is lager uitgekomen dan verwacht; 14,8 procent in plaats van 15,3 procent. Zoals bekend, kampt Defensie al langer met een onderrealisatie in de investeringen. Met de Kamerbrief (Kamerstuk 34 300 X, nr 115) van 21 juni 2016 is de Tweede Kamer geïnformeerd over doorgevoerde en onderhanden zijnde maatregelen om de prestaties van de voorzien in-keten te verbeteren. Defensie blijft er naar streven om op termijn meerjarig gemiddeld ten minste 20 procent van het uitgavenbudget te besteden aan investeringen. Dit conform de NAVO-richtlijn. In geval van het meerjarig gemiddelde geldt dat de realisatie van de investeringsquote in enig jaar lager (of hoger) kan uitkomen, bijvoorbeeld door veranderende verwervingsstrategieën, wijzigende behoeftestellingen of vertraging in het sluiten van contracten, zolang als dit meerjarig maar gecompenseerd wordt. Dat is mogelijk doordat het niet gerealiseerde investeringsbudget via de ongelimiteerde eindejaarsmarge meegenomen kan worden naar volgende jaren. Dit is belangrijk aangezien de investeringsbehoefte voor alle benodigde vernieuwingen en vervangingen de komende 15 jaar groter is dan het beschikbare budget.

Grafiek: Gerealiseerde investeringsquote en de gemiddelde investeringsquote.

Grafiek: Gerealiseerde investeringsquote en de gemiddelde investeringsquote.

Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Artikel 6 Investeringen Krijgsmacht (bedragen x € 1.000)

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Realisatie 2015

Realisatie 2016

Begroting 2016

Verschil

Verplichtingen

970.395

633.007

996.956

2.162.332

2.558.598

1.479.879

1.078.719

Opdracht Voorzien in nieuw materieel

 

318.070

531.601

1.716.112

1.452.071

1.092.306

359.765

Opdracht Voorzien in infrastructuur

 

183.028

316.794

182.395

924.264

145.000

779.264

Opdracht Voorzien in IT

 

47.153

55.017

176.527

96.110

157.105

– 60.995

Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek

 

55.641

55.229

62.386

57.058

57.175

– 117

Bijdrage aan de NAVO

 

29.114

38.315

24.912

29.095

28.293

802

Reservering valutaschommelingen

       

0

   

Uitgaven

1.234.615

1.019.656

1.065.480

1.101.504

1.304.491

1.446.203

– 141.712

Programmauitgaven

1.234.615

1.019.656

1.065.480

1.101.504

1.304.491

1.446.203

– 141.712

Opdracht Voorzien in nieuw materieel1

829.577

739.145

604.014

689.851

900.886

916.210

– 15.324

Opdracht Voorzien in infrastructuur

255.481

142.451

309.820

197.960

197.858

253.820

– 55.962

waarvan agentschap RVB (voorheen SSO DVD)

   

27.353

172.348

163.853

177.200

– 13.347

Opdracht Voorzien in IT2

62.042

47.460

64.938

120.722

111.479

190.705

– 79.226

waarvan bijdragen SSO DMO/OPS (DTO)

   

44.430

79.157

56.552

58.721

– 2.169

Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek

70.663

59.166

59.403

61.612

61.078

57.175

3.903

Bijdrage aan de NAVO2

16.852

31.434

27.305

31.359

33.190

28.293

4.897

Reservering valutaschommelingen3

       

0

   

Programmaontvangsten

216.241

118.077

119.620

222.796

143.242

77.636

65.606

waarvan verkoopopbrengsten groot materieel

170.575

98.603

92.946

193.414

99.534

58.586

40.948

waarvan verkoopopbrengsten infrastructuur

30.706

13.736

20.417

11.667

37.771

17.180

20.591

waarvan overige ontvangsten

14.960

5.738

6.257

17.715

5.937

1.870

4.067

1

Binnen deze opdracht zijn een aantal activiteiten uitgevoerd door SSO DMO/OPS ( € 3 miljoen), die niet waren voorzien in de begroting.

2

Binnen de opdrachten en bijdrage zijn een aantal activiteiten uitgevoerd door het agentschap RVB (€ 4,7 miljoen), die niet waren voorzien in de begroting.

3

Reservering valutaschommelingen. Het kabinet heeft in 2016 eenmalig € 40 miljoen vrijgemaakt om een reservering voor valutaschommelingen binnen de defensiebegroting aan te leggen. Deze reservering kan voor het eerst worden aangewend in 2017.

De posten met relevante verschillen ten opzichte van de begroting worden hieronder toegelicht. Het betreft verschillen groter dan € 10 miljoen bij opdracht Voorzien in nieuw materieel en Verkoopopbrengsten groot materieel en groter dan € 5 miljoen bij de overige uitgaven en ontvangsten.

Toelichting op de financiële instrumenten

Verplichtingen

De realisatie van het verplichtingenbudget opdracht voorzien in nieuw materieel

De realisatie van het verplichtingenbudget opdracht voorzien in nieuw materiaal is € 360 miljoen hoger dan begroot.

Voor een belangrijk deel wordt het verschil verklaard door het in 2016 aangaan van de verplichting van € 446 miljoen voor het contant gemaakte Nederlandse aandeel in de aanschaf van twee vliegtuigen inzake het project Internationale strategische tank- en luchttransportcapaciteit (MRTT). Deze verplichting is inclusief toebehoren, documentatie voor training, initiële reservedelen en het onderhoud voor de duur van twee jaar na aflevering van het eerste vliegtuig. De verplichting bestaat uit het contract met vliegtuigfabrikant Airbus Defence and Space (ADS), door tussenkomst van NATO Support and Procurement Agency (NSPA), die eigenaar van de toestellen wordt. Alle rechten en plichten berusten echter bij de deelnemende landen die zich in een Support Partnership hebben verenigd. De verplichting is in de verantwoording opgenomen op basis van het prijspeil 2016. In het contract is echter een vaste prijs opgenomen van € 473 miljoen. De vaste contractprijs is € 27 miljoen lager in de verantwoording opgenomen om aansluiting te houden met de gevolgde begrotingssystematiek waarin budget en verplichtingen in hetzelfde prijspeil luiden. Jaarlijks zal de verplichting worden bijgesteld, tot de volledige contractprijs is bereikt.

Daarentegen is in 2016 veel minder verplicht op het project F-35. De verwachte verplichting voor de Low Rate Initial Production-11 serie F-35 toestellen is namelijk niet aangegaan. Ten opzichte van de begroting is daarmee op dit project € 650 miljoen minder verplicht. Ook bij het project NH-90 is voor € 31 miljoen minder aan verplichtingen aangegaan. Voorts is voor het project DBBS € 172 miljoen aan verplichtingen aangegaan. Dit was niet voor 2016 geraamd. Dit geldt ook voor de projecten Patriot verlenging Levensduur (€ 57 miljoen) en de verbetering MK48 torpedo (€ 75 miljoen).

Met de 2e suppletoire begroting 2016 is melding gemaakt van de business case dienstpersonenauto’s waarmee het uitgavenkader is bijgesteld, hierbij is geen rekening gehouden met een verhoging van de verplichtingen (€ 64 miljoen). Bij de overige projecten is in totaal voor € 227 miljoen meer verplicht dan begroot.

De realisatie van het verplichtingenbudget opdracht voorzien in infrastructuur

De realisatie van het verplichtingenbudget is € 779 miljoen hoger dan begroot. Als gevolg van een nieuwe beleidslijn Vastgoed waarbij het eigenaarschap bepalend is voor de vastlegging van het investeringsdeel bij huurkoopconstructies worden de uitgaven van het investeringsdeel van de Kromhoutkazerne (€ 34 miljoen in 2016) en het Nationaal Militair Museum (€ 5,1 miljoen in 2016) overgeheveld van de exploitatie (beleidsartikel 8 CDC) naar de investeringen. De uitgaven voor het Plein Kalvermarktcomplex (€ 4,5 miljoen in 2016) gaan over van de investeringen naar de exploitatie omdat daar geen sprake is van eigendom, maar van een huurconstructie. Als gevolg van deze wijziging is de verplichting behorend bij deze investeringen (€ 755,7 miljoen) nu ook meerjarig in de administratie opgenomen. Het betreft hier een wijziging op de tot 2016 gehanteerde boekingssystematiek. Het resterende deel betreft een geregistreerde meerjarige verplichting van € 26,4 miljoen inzake Energie Prestatie Advies-maatregelen en enkele neerwaartse bijstellingen met een totale waarde van € 2,8 miljoen.

De realisatie van het verplichtingenbudget opdracht voorzien in IT

Door een kasschuif van € 60 miljoen is zowel het verplichtingenbudget als het uitgavenbudget van IT verlaagd omdat voorzien was dat deze verplichtingen niet in 2016 aangegaan zouden worden.

Uitgaven

Programma-uitgaven

Opdracht Voorzien in nieuw materieel

Investeringen zeestrijdkrachten

Projecten in realisatie zeestrijdkrachten (bedragen x € 1 miljoen)

Omschrijving project

Projectvolume (begroting 2016)

Fasering tot en met (begroting 2016)

Gerealiseerde uitgaven t/m 2015

Verwachte uitgaven in 2016

Gerealiseerde uitgaven in 2016

Verschil uitgaven 2016

Instandhouding M-fregatten

58,6

2016

48,2

5,8

4,2

– 1,6

Instandhouding Walrusklasse onderzeeboten

96,0

2021

46,9

10,0

6,1

– 3,9

Instandhouding Goalkeeper

34,5

2017

26,2

5,4

2,2

– 3,2

Low Frequency Active Sonar (LFAS)

27,3

2017

22,3

1,7

3,2

1,5

Luchtverdedigings- en Commandofregatten

1.560,3

2016

1.557,5

1,3

1,6

0,3

Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD)

126,8

2021

79,7

16,2

17,3

1,1

Patrouilleschepen

530,0

2016

519,5

1,2

2,5

1,3

Verwerving Joint Logistiek Ondersteuningsschip (JSS)

409,3

2016

381,0

7,7

7,8

0,1

Midlife upgrade BV206D (MLU BV206D)

31,7

2019

5,4

4,2

3,2

– 1,0

Verbetering MK 48 torpedo

71,8

2018

31,6

17,7

15,5

– 2,2

Evolved Sea Sparrow Missile Block II: deelneming internationaal ontwikkeltraject1

37,1

2016

35,8

0,8

0,0

– 0,8

1

De realisatiestand t/m 2015 wijkt af van het Jaarverslag 2015. Deze stand betreft de gecorrigeerde realisatiestand t/m 2015. Een correctie is nodig vanwege een onjuiste realisatiestand in het Jaarverslag 2015.

In de realisatie zijn geen grote afwijkingen opgetreden.

Investeringen landstrijdkrachten

Projecten in realisatie landstrijdkrachten (bedragen x € 1 miljoen)

Omschrijving project

Projectvolume (begroting 2016)

Fasering tot en met (begroting 2016)

Gerealiseerde uitgaven t/m 2015

Verwachte uitgaven in 2016

Gerealiseerde uitgaven in 2016

Verschil uitgaven 2016

Army Ground Based Air Defence System (AGBADS)

133,3

2017

125,2

3,0

0,9

– 2,1

Battlefield Management Systeem (BMS)

60,8

2016

53,3

3,4

0,0

– 3,4

Datacommunicatie Mobiel Optreden (DCMO)

42,4

2016

38,8

1,2

1,7

0,5

Patriot vervanging COMPATRIOT

30,8

2017

10,0

9,2

3,7

– 5,5

Groot Pantserwielvoertuig (GPW, Boxer) productie

796,6

2019

550,8

142,6

151,3

8,7

Vervanging genie- en doorbraaktank

91,5

2017

80,2

3,4

1,5

– 1,9

Aanvulling Bushmasters

32,8

2017

6,9

12,4

17,9

5,5

In de realisatie zijn geen grote afwijkingen opgetreden.

Investeringen luchtstrijdkrachten

Projecten in realisatie luchtstrijdkrachten (bedragen x € 1 miljoen)

Omschrijving project

Projectvolume (begroting 2016)

Fasering tot en met (begroting 2016)

Gerealiseerde uitgaven t/m 2015

Verwachte uitgaven in 2016

Gerealiseerde uitgaven in 2016

Verschil uitgaven 2016

AH-64D Block II upgrade

120,0

2019

42,5

10,0

12,0

2,0

AH-64D verbetering bewapening

37,3

2019

4,0

18,2

– 0,4

– 18,6

AH-64D zelfbescherming (ASE)

92,0

2021

0,9

18,6

4,1

– 14,5

F-16 infrarood geleide lucht-lucht raket

50,0

2018

6,9

11,6

6,9

– 4,7

F-16 M5 modificatie

38,8

2016

35,4

2,7

0,3

– 2,4

F-16 onderhoudstape M6.5

25,6

2018

11,6

3,6

1,6

– 2,0

F-16 mode 5 IFF

42,1

2018

29,9

5,0

1,3

– 3,7

F-16 verbetering lucht-grond bewapening, fase 1

59,4

2017

55,1

0,4

2,7

2,3

F-16 zelfbescherming (ASE)

94,5

2018

12,5

43,4

0,5

– 42,9

Langer Doorvliegen F-16 – Vliegveiligheid & Luchtwaardigheid

42,9

2021

3,6

6,0

5,8

– 0,2

Obsolescence Prevention Program PC-7

30,0

2017

3,4

14,4

0,0

– 14,4

Vervanging Medium Power Radars Wier en Nieuw-Milligen

61,4

2021

11,1

15,0

14,0

– 1,0

Verwerving F-35

4.691,6

2023

489,0

113,4

90,1

– 23,3

Reparatie Langer Doorvliegen F-16 – Instandhouding1

80,0

2019

1,1

30,0

11,0

– 19,0

Internationale strategische tank- en luchttransportcapaciteit (MRTT)1

250–1.000

2025

1,0

1,0

108,2

107,2

Langer Doorvliegen F-16 – Operationele zelfbescherming1

91,3

2018

15,1

40,0

36,2

– 3,8

1

Deze investeringsprojecten zijn in het MPO, dat gelijktijdig met de begroting 2016 naar de Kamer is gestuurd, opgenomen als Project in Planning. Deze projecten zijn echter in 2016 in realisatie gekomen en hebben een fors financieel belang en/of hebben een grote afwijking in de realisatie ten opzichte van de begroting. Om deze reden worden deze projecten toegelicht.

AH-64D verbetering bewapening

Het project Verbetering bewapening Apache voorziet in de levering van Hellfire raketten. In 2016 is € 18,6 miljoen minder gerealiseerd dan begroot. Door verscheping naar Nederland, eind december, is de betaling niet meer in 2016 gerealiseerd. Deze raketten worden nu begin 2017 betaald. Een bedrag van € 0,4 miljoen is in 2016 ten gunste van het project verantwoord door de ontvangst van BIV-gelden voor Hellfires die naar Mali zijn vervoerd in het kader van de missie MINUSMA.

AH-64D zelfbescherming (ASE)

Het project AH-64 Zelfbescherming ASE is in 2016 herijkt. Dit is het gevolg van de keuze voor hetzelfde zelfbeschermingssysteem dat op de Amerikaanse Apache wordt gebruikt. Eerder is dit systeem ook op de Chinook geïntroduceerd. Hierdoor heeft het project een jaar vertraging opgelopen, en is de realisatie in 2016 achter gebleven bij de begroting.

F-16 Zelfbescherming (ASE)

Het project F-16 Zelfbescherming (ASE) verloopt via Foreign Military Sales (FMS). Na ondertekening van de overeenkomst tussen de Nederlandse en Amerikaanse overheid is grote vertraging opgetreden in contractsluiting tussen de Amerikaanse overheid en Northrop Grumman. Dit contact is uiteindelijk in november 2016 getekend. Betalingen zijn hierdoor vertraagd.

Obsolescence Prevention Program PC-7

Bij het project Obsolescence Prevention Program PC-7 is in 2016 in overleg met de fabrikant Pilatus het betaalschema herzien om aan te sluiten bij de geleverde prestaties. Hierdoor is in 2016 minder uitgegeven dan begroot. Deze uitgaven schuiven door naar latere jaren.

Verwerving F-35

Bij het project Verwerving F-35 is de betaling van een aantal facturen vertraagd. Dit wordt veroorzaakt door de latere ondertekeningen van contracten (LRIP 10 en 11) tussen het Joint Program Office en de industrie.

Het project Verwerving F-35 heeft tot doel tijdig te voorzien in de vervanging van de F-16 jachtvliegtuigen van de Nederlandse krijgsmacht. Naast de verwerving van nieuwe jachtvliegtuigen gaat het tevens om de verwerving van bijbehorende simulatoren, initiële reservedelen, infrastructuur, speciale gereedschappen, meet- en testapparatuur, documentatie, initiële opleidingen en transport, evenals de betaling van BTW. Met de nota In het belang van Nederland kiest Defensie ervoor om de F-16 te vervangen door de F-35. Hiervoor is een projectbudget van € 4.700 miljoen (prijspeil 2016) beschikbaar. In de huidige planning zullen de eerste toestellen vanaf 2019 aan Nederland worden geleverd en kan Nederland eind 2021 de eerste F-35 eenheid operationeel gereed hebben. De twee reeds afgeleverde (test)toestellen worden tot 2019 ingezet voor deelname aan de operationele testfase van het F-35 programma en de voorbereidingen daarop. Defensie neemt sinds 2006 deel aan het Production, Sustainment and Follow-on Development (PSFD) voor de F-35.

System Development and Demonstration

Met de ondertekening van het SDD MoU in 2002 neemt Nederland voor een vaste bijdrage van $ 800 miljoen deel aan de ontwikkeling van de F-35. Vrijwel dit gehele bedrag, $ 750 miljoen, is rechtstreeks betaald aan de Amerikaanse overheid in de jaren 2002–2012. De tegenwaarde in euro’s bedraagt € 792 miljoen. De verlenging van de looptijd van het SDD MoU tot 2021 heeft hierop geen effect.

Van de totale Nederlandse SDD-bijdrage mocht Nederland volgens de bepalingen van het SDD MoU voor $ 50 miljoen (€ 38,3 miljoen) voorstellen indienen voor Nederlandse projecten. Dit bedrag is besteed. Een laatste project, dat nog niet is begonnen, betreft de ontwikkeling van multifunctionele gronduitrusting. Om ook dit project succesvol te voltooien, is de termijn waarbinnen de projecten moeten zijn verplicht, in overleg met het JPO verlengd. De financiering van het laatste project is mogelijk uit de vrijval van budget van reeds voltooide projecten. Voor dit laatste project is dus geen aanvullend budget nodig.

Investeringskosten Verwerving F-35

Het projectbudget voor de verwerving van de F-35 wordt sinds de defensiebegroting 2014 gepresenteerd in de volgende hoofdcomponenten:

  • de uitgaven voor de verwerving van de twee (test)toestellen inclusief bijkomende middelen;

  • de uitgaven voor de verwerving van de overige toestellen inclusief bijkomende middelen. Binnen deze component worden de uitgaven voor het PSFD MoU en de uitgaven voor deelneming aan de operationele testfase inclusief de materiële exploitatie tot het einde van de operationele testfase inzichtelijk gemaakt;

  • de risicoreservering.

De navolgende tabel geeft weer wat het projectvolume is, conform de stand van de begroting 2016, welk gedeelte daarvan tot en met 2015 tot realisatie is gekomen, wat de geplande en gerealiseerde uitgaven waren in 2016, en wat de waarde is van de verschillen tussen de planning en de realisatie in 2016. Onder de tabel is een toelichting opgenomen ter verklaring van de verschillen.

Raming uitgaven (bedragen x € 1 miljoen)

Projectomschrijving

Projectvolume

Fasering tot

Raming uitgaven

 

(begroting 2016)

 

Gerealiseerde uitgaven t/m 2015

Verwachte uitgaven in 2016

Gerealiseerde uitgaven in 2016

Verschil uitgaven 2016

Budget verwerving F-35

4.691,6

2023

489,0

113,4

90,1

– 23,3

Raming verwerving F-35

5.241,1

2023

489,0

113,4

90,1

– 23,3

Waarvan verwerving 2 testtoestellen (inclusief bijkomende middelen)

274,0

2013

263,8

2,5

12,1

9,6

Waarvan verwerving toestellen (inclusief bijkomende middelen)

4.555,4

2023

225,2

110,9

78,0

– 32,9

 

Waarvan PSFD MoU

190,7

2023

150,7

11,8

16,4

4,6

 

Waarvan deelname IOT&E (inclusief exploitatie testtoestellen t/m 2019)

87,1

2019

30,8

17,0

15,3

– 1,7

Waarvan risicoreservering investeringen

411,7

2023

0,0

0,0

0,0

0,0

Verbeteren financiële projectadministratie

In verschillende achtereenvolgende accountantsrapporten bij de jaarlijkse rapportages over het project F-35 aan de Kamer heeft de ADR opgemerkt en herhaald dat de financiële begrotingsadministratie onvoldoende is (in)gericht op het voeren van een langlopende projectadministratie.

FINAD voldoet als financieel administratiesysteem, maar ondersteunt de langlopende financiële verslaglegging van grote projecten in onvoldoende mate. In het kader van financiële duurzaamheid onderzoekt Defensie op welke manier financiële projectadministraties verder verbeterd kunnen worden. In de tussentijd heeft het Ministerie van Defensie voor VF-35 gewerkt aan de inrichting van een extracomptabele database. De kern van de verbeterpunten is gericht op:

  • 1. Een goede aansluiting tussen de langlopende financiële projectadministratie en de managementinformatie in FINAD;

  • 2. Extra beheersmaatregelen rond de financiële administratie voor de verwerving F-35;

  • 3. Extra personele capaciteit voor het vastleggen van de financiële informatie en het vastleggen van de verplichtingen in de administratie.

De ADR heeft vastgesteld dat Defensie de database per 1 december jongstleden in gebruik heeft genomen en complimenten gemaakt over de tot nu toe behaalde resultaten. De ADR zal in 2017 nog vast moeten stellen in welke mate de opgezette database effectief en van toegevoegde waarde zal zijn.

Reparatie langer doorvliegen F-16 – Instandhouding

Bij het project Langer doorvliegen F-16 instandhouding is minder uitgegeven dan begroot. Enkele deelprojecten binnen dit project worden daardoor pas in latere jaren uitgevoerd en betaald.

Internationale strategische tank- en luchttransportcapaciteit (MRTT)

In februari 2016 hebben Nederland, Polen en Luxemburg afgesproken gezamenlijk MRTT-vliegtuigen te verwerven. Deze intentie is later door Nederland en Luxemburg bekrachtigd met een Memorandum of Understanding (MoU) over de aankoop en de exploitatie van twee MRTT-toestellen. Daarna is op basis van het met Airbus gesloten contract de eerste betaling gedaan.

Investeringen defensiebreed

Projecten in realisatie defensiebreed (bedragen x € 1 miljoen)

Omschrijving project

Projectvolume (begroting 2016)

Fasering tot en met (begroting 2016)

Gerealiseerde uitgaven t/m 2015

Verwachte uitgaven in 2016

Gerealiseerde uitgaven in 2016

Verschil uitgaven 2016

C-IED blok 2 (incl CD&E en R&D)

29,5

2016

25,4

4,0

1,5

– 2,5

Counter Improvised Explosive Devices (C-IED) Blok 3

54,0

2023

4,4

17,8

3,6

– 14,2

Defensiebrede vervanging van ondersteunende Klein Kaliber Wapens

60,2

2019

1,9

20,0

25,0

5,0

Militaire Satelliet Capaciteit (MILSATCAP)

31,4

2018

26,2

3,6

2,4

– 1,2

Militaire Satelliet Communicatie lange termijn defensiebreed (MILSATCOM)

132,3

2018

116,5

7,5

4,2

– 3,3

Modernisering navigatiesystemen

38,9

2019

19,0

2,3

1,4

– 0,9

NH-90

1.198,3

2019

1.002,3

55,3

23,9

– 31,4

Uitbreiding Chemische Biologische Radiologische en Nucleaire (CBRN)-capaciteit in het kader van de Intensivering Civiel Militaire Samenwerking (ICMS), materieel

62,0

2020

23,7

16,4

5,6

– 10,8

Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS)1

215,4

2020

35,3

64,2

3,3

– 60,9

Voertuigen niet-operationeel dienstvervoer2

199,9

2031

53,9

10,0

37,8

27,8

1

De realisatiestand t/m 2015 wijkt af van het Jaarverslag 2015. Deze stand betreft de gecorrigeerde realisatiestand t/m/ 2015. Een correctie is nodig vanwege een onjuiste realisatiestand in het Jaarverslag 2015.

2

In 2016 is besloten over te gaan op een andere systematiek van vervanging. Voertuigen worden sneller vervangen met hogere investeringsuitgaven tot gevolg. Behalve hogere uitgaven ontstaan ook hogere verkoopopbrengsten bij afstoting als gevolg van de hogere restwaarde en zijn de exploitatielasten lager. Ten tijde van het opstellen van de begroting was deze systematiek nog niet goedgekeurd. Het verschil tussen verwachte uitgaven en realisatie wordt verklaard door toepassing van de nieuwe vervangingssystematiek.

Counter Improvised Explosive Devices (C-IED) blok 3

Bij het project C-IED is minder uitgegeven dan gepland. Dit komt o.a. door vertraagde oplevering van een upgrade aan het digitale oefensysteem. Dit project bestaat uit meerdere deelprojecten. Bij een aantal daarvan is vertraging opgetreden bij de definitieve behoeftebepaling waardoor betalingen doorschuiven naar latere jaren.

NH-90

Als gevolg van multinationale afstemming is vertraging opgetreden bij het afsluiten van een aantal contracten. Daardoor is een aantal voor 2016 geplande contracten en betalingen niet gerealiseerd. Voorbeelden hiervan zijn modificaties om het toestel geschikt te maken voor transporttaken (onder andere ballistische bescherming). De herfasering heeft geen gevolgen voor de levering en operationele inzet van de toestellen.

Uitbreiding Chemische Biologische Radiologische en Nucleaire (CBRN)-capaciteit in het kader van de Intensivering Civiel Militaire Samenwerking (ICMS), materieel

Bij het project «Uitbreiding CBRN-capaciteit» is minder gerealiseerd dan begroot. Dit komt door vertragingen bij twee deelprojecten. Het deelproject R/C Verkenningsvoertuig is vertraagd door een aantal technische wijzigingen. Bij het deelproject Ontsmettingssysteem is de vertraging het gevolg van diverse factoren waaronder het faillissement van een toeleverancier en de selectie en aanbesteding van andere ontsmettingschemicaliën.

Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS)

Bij het project VOSS is sprake van vertraging bij twee belangrijke deelprojecten: het Smart Vest en de E-lighter. Beide deelprojecten zijn innovatief van aard en bevatten nieuwe technologie. Bij beide deelprojecten zijn, in de doorontwikkeling van de pre-series, vertragingen opgetreden. De oorzaken daarvan zijn divers en in overleg met de leveranciers wordt bezien op welke wijze eventuele knelpunten kunnen worden opgelost. Als gevolg hiervan is de start van de serieproductie, en de daarmee gepaard gaande uitgaven, vertraagd en schuiven de uitgaven door naar latere jaren. Omdat het project VOSS additionele functionaliteiten biedt, en als zodanig niets vervangt, heeft de vertraagde oplevering ervan geen effect op de operationele gereedheid.

Opdracht Voorzien in infrastructuur

De realisatie van de programma uitgaven bij Voorzien in infrastructuur is € 56 miljoen lager dan begroot. Dit heeft meerdere oorzaken, de belangrijkste worden hieronder toegelicht.

Investeringen Infrastructuur Projecten in uitvoering

> € 25 miljoen

Project volume 2016

Fasering t/m

Gerealiseerde uitgaven t/m 2015

Verwachte uitgaven in 2016

Gerealiseerde uitgaven in 2016

Verschil uitgaven 2016

Hoger Onderhoud Woensdrecht

67,7

2018

40,4

7,8

1,1

– 6,7

Nieuwbouw Schiphol

140,4

2015

135,9

0,0

1,9

1,9

Nieuwbouw OTCKMAR

84,3

2017

52,5

15,2

1,5

– 13,7

EPA Maatregelen

65,3

2018

38,9

8,8

8,8

0,0

Aanpassing vastgoed a.g.v. gewijzigde regelgeving

142,2

2024

0,0

26,1

3,6

– 22,5

Bouwtechnische verbetermaatregelen brandveiligheid

46,7

2018

8,3

13,0

5,0

– 8,0

Deelproject 1.3.7.1. HVD: Schuifplan Ermelo (GSK, JPK, PMK en VHK)

57,9

2018

51,8

1,9

3,2

1,3

Deelproject 1.3.7.5. HVD: Herbeleggen RVS Oirschot

40,1

2017

16,7

10,7

1,7

– 9,0

Deeelproject 2a.6. HVD: Belegging Breda (KvB, TvZ, Seelig)

36,3

2021

9,4

12,7

6,0

– 6,7

Deelproject 2b.3. CLAS Reorganisatie materieel logistieke Eenheden

25,7

2016

11,5

7,6

1,1

– 6,5

Nieuwbouw en Renovatie NATO Communications and Information Agency (NCIA)

0,0

2019

0,9

 

4,0

4,0

De posten met een verschil groter dan € 5 miljoen worden hieronder nader toegelicht:

Hoger Onderhoud Woensdrecht

Binnen het project dient als afsluitend deelproject nieuwbouw gerealiseerd te worden voor Technologie & Missie Ondersteuning. In 2016 was de start van de bouwactiviteiten gepland. De ontwikkeling en aanbesteding van het project heeft vertraging opgelopen doordat het nader uitwerken van het voorlopig- in een definitief ontwerp meer tijd heeft gekost. Daarnaast was de vergunningsproblematiek in relatie tot de natuurbeschermingswet van invloed op de vertraging en de onderrealisatie.

Nieuwbouw OTCKMAR (LOKKMAR)

De nieuwbouw van het lesgebouw is in 2016 uitgesteld. De uitstel is een gevolg van het vertragen van de bouwactiviteiten door capaciteitsproblemen van het Rijksvastgoedbedrijf en het prioriteit geven aan andere projecten.

Aanpassing vastgoed a.g.v. gewijzigde regelgeving

Het project aanpassing vastgoed als gevolg van gewijzigde regelgeving is omvangrijk en specifiek per locatie. Het project is hierdoor in tijd vertraagd.

Bouwtechnische verbetermaatregelen brandveiligheid

Door de omvang van het project en de noodzakelijke afstemming met het bevoegd gezag heeft het vaststellen van de uit te voeren maatregelen meer tijd in beslag genomen dan was gepland. Dit heeft geleid tot een onderrealisatie.

Deelproject 1.3.7.5 HVD Herbelegging De Ruyter van Steveninckkazerne Oirschot

De onderrealisatie is het gevolg van gewijzigde regelgeving met betrekking tot schietgeluid waardoor het niet mogelijk was om tot aanbesteding van de nieuwe schietbanen over te gaan. Daarnaast is er vertraging in de uitvoering ontstaan van het natuur- compensatieplan en een grondaankoop als gevolg van overleg tussen het bevoegd gezag en de vergunningsverlening.

Deelproject 2a.6. Herbelegging Breda

In het kader van het project Herbelegging Breda was in 2016 gepland om te starten met de bouw van 2 legeringstorens. De ontwikkeling van dit project heeft meer tijd in beslag genomen. Daarnaast is de nieuwbouw verder vertraagd als gevolg van een ingediend bezwaar op de ter visie gelegde bestemmingsplanwijziging.

Deelproject 2b.3. CLAS Reorganisatie materieel-logistieke eenheden

Het initieel geplande renovatieproject Leusden is als gevolg van voortschrijdend inzicht en gewijzigde regelgeving heroverwogen en gewijzigd. Dit proces heeft de nodige tijd gekost en zorgt voor de onderrealisatie.

Opdracht Voorzien in IT

De realisatie van de uitgaven IT is € 79,2 miljoen lager dan was voorzien. Dit betreft met name de kasschuif van € 60 miljoen waarmee de geplande activiteiten naar latere jaren zijn verschoven en het overige verschil betreft de lagere realisatie van de diverse kleinere IT projecten.

Projecten in realisatie Voorzien in IT (bedragen x € 1 miljoen)

Omschrijving project

Projectvolume (begroting 2016)

Fasering tot en met (begroting 2016)

Gerealiseerde uitgaven t/m 2015

Verwachte uitgaven in 2016

Gerealiseerde uitgaven in 2016

Verschil uitgaven 2016

Vernieuwing TITAAN

58,4

2021

0,0

12,5

3,8

– 8,7

ERP M/F/P Fase 2

120,5

2027

15,2

15,0

15,7

0,7

Vernieuwing Titaan

Bij het project Vernieuwing Titaan is sprake van minder uitgaven dan initieel begroot. Dit wordt onder andere verklaard doordat een in 2016 verwachte levering en betaling voor een informatiebeveiligingscomponent voor verbindingssystemen niet is gerealiseerd. In de begroting was het project Vernieuwing Titaan opgenomen als project in realisatie. Door een wijziging van de scope is het project echter in 2016 weer in planning gekomen. Dit is de Kamer gemeld in de begroting 2017.

Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek

2016 Omschrijving (bedragen in € 1.000)

Verwachte uitgaven in 2016

Gerealiseerde uitgaven in 2016

Verschil

Programmafinanciering TNO (en MARIN)1

33.528

37.028

3.500

Programmafinanciering NLR

517

517

0

Contractonderzoek Technologie-ontwikkeling (TO)

18.035

19.208

1.173

Contractonderzoek Kennisgebruik (KG)

5.095

4.043

– 1.052

Overig Wetenschappelijk Onderzoek

0

281

281

Totaal generaal

57.175

61.077

3.902

1

Budgetreeks van Doelfinanciering TNO & MARIN is vanaf 2016 structureel opgehoogd met K € 3.400 BTW-compensatie en K € 100 prijsbijstelling TNO.

Gedurende 2016 is uitvoering gegeven aan het Defensie Kennis en Innovatie Plan 2016. De Strategische Kennis & Innovatie Agenda van Defensie fungeert daarbij als fundament. Defensie investeert nadrukkelijk in de opbouw en de instandhouding van een Defensie specifieke externe kennisbasis ten behoeve van het behoud van een breed inzetbare, hoogwaardige en innovatieve krijgsmacht. In 2016 is hiervoor geïnvesteerd in kennis en kunde bij de kennisinstituten TNO, NLR en MARIN.

Onder Overig Wetenschappelijk Onderzoek vallen de uitgaven die niet direct toe te schrijven zijn aan technologieontwikkeling en kennistoepassing. Het betreft hier onder andere zaken als sociale innovatie en het investeren in en onderhouden van innovatie- en kennisnetwerken.

Bijdrage aan de NAVO

De uitgaven hebben betrekking op de Nederlandse bijdrage in gemeenschappelijk gefinancierde NAVO-investeringsprogramma’s. Ook de investeringsuitgaven voor de AWACS-vliegtuigen zijn hierin opgenomen.

Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling (CODEMO)

CODEMO 2016

Ingediende voorstellen

8

Gehonoreerde voorstellen

3

Afgewezen voorstellen

2

Doorlooptijd

 

≤ 3 mnd:

2

> 3 mnd:

3

In 2016 zijn acht nieuwe projectvoorstellen ingediend. In twee gevallen kregen de aanvragers binnen drie maanden uitsluitsel over het al dan niet honoreren van het ingediende voorstel. Bij drie projecten is de termijn van drie maanden overschreden om uiteenlopende redenen: onderzoek over de noodzaak van een ABDO-certificering en overleg met de indieners over de inhoud van de ingediende projectvoorstellen. Ultimo 2016 zijn drie projectvoorstellen in behandeling. Van twee hiervan is de termijn van drie maanden nog niet overschreden. Voor het andere project wordt een aangepast projectvoorstel verwacht. Ultimo 2016 zijn 10 projecten in uitvoering. Van de beschikbare € 10 miljoen heeft inmiddels € 8,4 miljoen een bestemming gekregen. Wel is middels door ontvangen royalties ruim € 3 miljoen meer aan ruimte gekomen in het CODEMO-fonds.

Verkoopopbrengsten groot materieel

Bij afstoting van overtollig materieel wordt onderscheid gemaakt tussen strategische en niet-strategische roerende zaken. Overtollige strategische roerende zaken, zoals wapensystemen, worden om veiligheidsredenen niet aan Domeinen overgedragen. De verkoop hiervan gebeurt in goede samenwerking met Domeinen. De verkoopopbrengsten komen toe aan Defensie.

In 2016 is € 40,1 miljoen meer aan verkoopopbrengsten gerealiseerd dan begroot. Dit komt met name door een vooruitontvangen termijnbetaling van Estland voor de CV-90 (€ 20,0 miljoen). Ook zijn meer ontvangsten gerealiseerd uit verkopen aan de NATO Logistics Stock Exchange (€ 5,2 miljoen). Voorts is in 2016 is een bedrag van € 4,5 miljoen ontvangen aan royalties vanwege het door de Australische marine in gebruik nemen van radarapparatuur van Thales die in samenwerking met CZSK is ontwikkeld.

Sinds 2016 worden de jaarlijkse ontvangsten uit de verkoop (inruil) van personenauto’s (in 2016: € 8,3 miljoen) ten gunste van de verkoopopbrengsten groot materieel verantwoord. Dit is in de tweede suppletoire begroting van 2016 verwerkt.

Het resterende deel (€ 2,1 miljoen) betreft diverse kleine mutaties ten opzichte van het oorspronkelijk begrote bedrag.

Verkoopopbrengsten infrastructuur

De verkoopopbrengsten en de overige ontvangsten infrastructuur zijn € 20,6 miljoen hoger dan begroot. De hogere verkoopopbrengsten infrastructuur zijn het gevolg van de niet in 2016 geraamde opbrengst van het KMS-complex Weert (€ 5,6 miljoen) en de opbrengsten die het gevolg zijn van de verhuur van het Nationaal Militair Museum (Soesterberg) aan de Koninklijke Stichting Defensie Musea (€ 9,6 miljoen). De resterende hogere ontvangsten (€ 5,4 miljoen) betreffen diverse verkopen van vastgoedobjecten waaronder de niet in 2016 geraamde verkoop van woningen in het Caribisch gebied (€ 1,5 miljoen).

Licence