Base description which applies to whole site

4.4 Beleidsartikel 4 Taakuitvoering luchtstrijdkrachten

Algemene doelstelling

De luchtstrijdkrachten leveren lucht- en grondgebonden capaciteit voor nationale en internationale operaties.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang, de samenstelling en de vereiste mate van gereedheid van de luchtstrijdkrachten.

Voor de lucht- en grondgebonden operationele capaciteit van de krijgsmacht dient het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) eenheden operationeel gereed te stellen en in stand te houden. De luchtstrijdkrachten zijn inzetbaar voor zowel expeditionaire taken als voor nationale taken.

Beleidsconclusie

Het CLSK heeft in 2016 een bijdrage geleverd aan de hoofdtaken van de krijgsmacht en daarmee aan belangrijke onderdelen van het ambitieniveau van Defensie. Ook in 2016 is het CLSK veelvuldig ingezet. In het kader van de strijd tegen ISIS voerden F-16 jachtvliegtuigen missies uit boven Irak en Oost-Syrië en bestreden doelen van de terreurorganisatie IS. Na het terughalen van de F-16’s uit Jordanië, is het force protection detachement van de Object Grondverdediging (OGRV) actief gebleven in Jordanië ter bescherming van het Belgische F-16 detachement dat strijd voert tegen IS. In Mali voerden (gevechts)helikopters transport-, beveiligings- en verkenningsvluchten en medical evacuation (medevac) taken uit. Transportvliegtuigen van CLSK hebben in 2016 fulltime de missies van Defensie ondersteund. In het Caribische deel van het Koninkrijk ondersteunden transporthelikopters kustwacht- en drugsbestrijdingsoperaties en leverden zij militaire bijstand. De Cougar en de NH-90 werden ingezet ten behoeve van maritieme operaties van het CZSK. Daarnaast is in Nederland een bijdrage geleverd voor de uitvoering van Quick Reaction Alert (QRA), de kustwacht, nationale taken, bijstand en steunverlening.

Doelstellingenmatrix CLSK

De operationele doelstellingen waaraan het CLSK moet voldoen zijn gekwantificeerd en gekwalificeerd naar aantallen operationeel gerede eenheden. In onderstaande matrix is per eenheid de realisatie tegen de doelstellingen afgezet. In de kolom «Norm OG» staat het aantal eenheden dat nodig is om te voldoen aan de inzetbaarheidsdoelstellingen. De kolom «OG 2016» geeft de verwachting voor 2016 aan, de kolom realisatie bevat de gerealiseerde OG. Een waarde in decimalen achter de komma geeft weer dat een eenheid niet het gehele jaar operationeel gereed is geweest.

Realisatie Doelstellingen CLSK 2016

Groep

Organieke component

Totaal aantal

Norm OG

OG 2016

Realisatie

Jachtvliegtuigen

F-16

61

11

6

0

Helikopters

AH-64D Apache

28

10

4

10

 

CH-47 Chinook

17

6

3

6

 

AS-532 Cougar

12

5

5

3

 

NH-90

18 > 20

2 > 5

1

0

Transportvliegtuigen

KDC-10

2

1

1

1

 

C-130H Hercules

4

2

2

1

Kustwacht Nederland

Dornier DO-228

2

1

1

1

Force Protection

OGRV vluchten

4

2

2

3,2

Air C4ISR

AOCS NM – Luchtverkeersleiding

1

1

1

0

 

AOCS NM – Gevechtsleiding

1

1

1

0

 

NDMC

1

1

1

0

Toelichting

Inzet

Gedurende 2016 hebben eenheden van het CLSK deelgenomen aan diverse internationale operaties. Deze operaties worden vermeld onder beleidsartikel 1 Inzet. Het CLSK heeft aan alle inzetopdrachten voldaan.

Operationele gereedheid

Niet alle eenheden van het CLSK hebben kunnen voldoen aan de verwachtingen voor 2016 (OG2016) uit de doelstellingenmatrix. Het verwachte jaar waarin deze eenheden aan de gereedheidsnorm kunnen voldoen is echter ongewijzigd. De belangrijkste redenen worden hieronder uiteengezet.

Jachtvliegtuigen – F-16

In het eerste deel van het jaar 2016 zijn F-16’s ingezet in Irak en Oost-Syrië. De eenheden waren specifiek missie-gereed voor ATFME. In het tweede deel van het jaar 2016 was het trainingsprogramma voornamelijk gericht op het herstel van de getraindheid van de vliegers in alle toegewezen taken en de voorbereiding op de deployment voor Baltic Air Policing (BAP) 2017. Tijdens de inzet in Jordanië lag de focus op Air-Surface en tijdens BAP 2017 ligt de focus op Air-Air, waar het trainingsprogramma dan ook op was gericht. Daarnaast was de beschikbaarheid van vliegtuigen in de tweede helft van 2016 niet voldoende om het volledige trainingsprogramma te vliegen. Hierdoor is de gereedheidsnorm voor 2016 niet gehaald.

Helikopters – Cougar

Naar aanleiding van de crash van een commerciële niet-Nederlandse Cougar in Noorwegen moesten extra inspecties worden uitgevoerd en een onderdeel worden vervangen. Het vliegprogramma is zes weken lang opgeschort door de Militaire Luchtvaart Autoriteit (MLA). Het herstel van de materiële gereedheid en de geoefendheid, en daarmee de operationele gereedheid, is hierdoor vertraagd. Hierdoor is de gereedheidsnorm voor 2016 niet gehaald.

Helikopters – NH-90

Naast het tekort aan reservedelen zorgde vooral de International Traffic in Arms Regulation (ITAR) voor vertraging in fase-inspecties, modificaties en het retrofitprogramma. Enkele onderdelen in de helikopter zijn van Amerikaanse origine en vallen onder deze Amerikaanse exportregelgeving. Begin 2016 was nog niet voor alle onderdelen toestemming voor overdracht aan de industrie. Hierdoor waren onvoldoende toestellen beschikbaar voor het trainingsprogramma en zijn de bemanningen niet voor alle verschillende operationele missies getraind en inzetbaar. Daardoor is de gereedheidsnorm voor 2016 niet gehaald.

Transportvliegtuigen – C-130 Hercules

Door veel en langdurig correctief onderhoud is de materiële gereedheid achtergebleven bij de planning en is niet voldaan aan de gereedheidsnorm 2016.

Air C4ISR – Air Operations Control Station (AOCS) Nieuw Milligen(NM) – Luchtverkeersleiding

Vanwege lagere vulling bleef de geoefendheid van de luchtverkeersleiders achter. Hierdoor is de gereedheidsnorm 2016 niet gehaald.

Air C4ISR – Air Operations Control Station (AOCS) Nieuw Milligen(NM) – Luchtgevechtsleiding

Vanwege lagere vulling bleef de geoefendheid van de luchtgevechtsleiders achter. Hierdoor is de gereedheidsnorm 2016 niet gehaald.

Air C4ISR – Nationale Datalink Management Cel (NDMC)

De beschikbaarheid van de datalink terminals was defensiebreed beperkt waardoor de materiële gereedheid is achtergebleven. Daarnaast was de bemanning niet geheel 2016 getraind, deels vanwege ondervulling. Hierdoor is de gereedheidsnorm 2016 niet gehaald.

Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Artikel 4 Taakuitvoering Luchtstrijdkrachten (bedragen x € 1.000)

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Realisatie 2015

Realisatie 2016

Begroting 2016

Verschil

Verplichtingen

627.070

857.262

704.621

801.969

812.993

633.799

179.194

Uitgaven

661.877

651.319

653.271

711.856

704.647

633.799

70.848

Programmauitgaven

45.001

149.516

147.339

167.717

197.095

153.559

43.536

Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando LSK

45.001

149.516

147.339

167.717

197.095

153.559

43.536

Gereedstelling1

25.971

20.538

9.562

7.727

10.504

13.244

– 2.740

waarvan bijdrage aan SSO Paresto

     

217

499

2.265

– 1.766

Instandhouding

19.030

128.978

137.777

159.990

186.591

140.315

46.276

                 

Apparaatsuitgaven

616.876

501.803

505.932

544.139

507.552

480.240

27.312

Personele uitgaven

414.284

401.910

413.109

415.536

415.062

378.538

36.524

waarvan eigen personeel

414.284

401.910

409.385

409.168

408.174

377.538

30.636

waarvan externe inhuur2

   

3.724

6.368

6.888

1.000

5.888

Materiele uitgaven

202.592

99.893

92.823

128.603

92.490

101.702

– 9.212

waarvan bijdragen aan SSO Paresto

7.259

3.442

3.856

2.701

2.587

 

2.587

waarvan overige exploitatie2

195.333

96.451

88.967

125.902

89.903

101.702

– 11.799

                 

Apparaatsontvangsten

13.854

15.256

13.052

14.037

12.492

15.759

– 3.267

1

Gereedstelling: Realisatie 2015 aangepast door het toevoegen van het gereedstellingsdeel van SSO Paresto zodat deze aansluit met de opzet van de begroting 2016.

2

Binnen inhuur en exploitatie is in 2016 voor een bedrag van K€ 1.815 uitgevoerd door SSO DMO/OPS en K€ 565 binnen de exploitatie door het Rijksvastgoedbedrijf.

Toelichting op de financiële instrumenten

De posten met een verschil groter dan € 5 miljoen worden hieronder nader toegelicht.

Verplichtingen

De verplichtingen in 2016 zijn € 179,2 miljoen hoger ten opzichte van de begroting 2016. Dit komt doordat de verplichting voor het meerjarige contract voor de vliegeropleidingen in 2016 is aangegaan terwijl deze in 2017 was gepland. Het bedrag van de verplichting is circa € 129 miljoen. Het restant verschil in de verplichtingen correspondeert met de hogere uitgaven

Uitgaven

De uitgaven in 2016 zijn € 70,8 miljoen hoger ten opzichte van de begroting 2016. Deze overschrijding wordt veroorzaakt door hogere uitgaven voor instandhouding en hogere personele uitgaven. De overige exploitatie laat op opleidingen en overig materieel een onderrealisatie zien. Hieronder worden de verschillen toegelicht.

Met het meer inzichtelijk maken van de diensten van de Shared Service Organisaties (SSO’s) zijn de uitgaven gesplitst in programma- en apparaatsuitgaven. De operationele catering, die door SSO Paresto wordt uitgevoerd, is een onderdeel van de gereedstelling. De reguliere catering valt onder het bedrijfsvoeringsbudget voeding en wordt gepresenteerd onder materiële uitgaven (apparaat).

Programmauitgaven

Instandhouding

De uitgaven voor instandhouding zijn € 46,3 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere uitgaven voor het verbeteren van de herstel brede inzetbaarheid die, mede als gevolg van de langdurige inzet in Irak en Mali, was afgenomen. De correctie BIV (€ 22 miljoen), prijsbijstelling (€ 1,1 miljoen), Van der Staaij 1 (€ 4 miljoen), NH-90 (€ 10 miljoen), tegemoetkoming migrantenproblematiek (€ 1 miljoen) en overheveling vanuit het DMO budget als gevolg van de compensatie brandstof lagere vlieguren (€ 8,8 miljoen) zijn dientengevolge uitgegeven. Vanuit het CLAS is in relatie tot assortimentsgewijs werken (AGW) € 1,6 miljoen ontvangen en gerealiseerd.

Apparaatsuitgaven

Personele uitgaven

De personele uitgaven zijn gestegen met € 36,5 miljoen ten opzichte van de begroting. De belangrijkste mutaties die deze stijging veroorzaken zijn de volgende: de doorwerking van het bovensectoraal loonakkoord en de ontwikkeling in de pensioenpremies en sociale lasten € 25,2 miljoen), de compensatie voor de meerkosten Eigen Huishouding naar aanleiding van de gerechtelijke uitspraak (€ 1,5 miljoen) en de meerkosten ten gevolge van de afschaffing van het VUT-equivalent (€ 3 miljoen).

Daarnaast hebben meerdere kleine compensaties plaatsgevonden (€ 6,3 miljoen) waaronder voor het Sociaal Beleidskader (SBK), compensatie vakbondscontributie, de pilot reservisten, medegebruik radar Soesterberg en tijdelijke tewerkstelling (TTW)-functies en compensatie uit Nominaal & Onvoorzien.

Waarvan externe inhuur

Ondanks het feit dat bij CLSK (voor de inhuur van SAP-specialisten) de behoefte aan inhuur aanwezig is, wordt in de begroting structureel geen budget toegekend voor externe inhuur. In de loop van het jaar vrijvallende gelden binnen de begroting zijn gebruikt voor inhuur om hiaten in de bedrijfsvoering op te vangen. Het verschil (€ 5,9 miljoen) tussen de realisatie en de begroting betreft de uitvoering van deze geplande inhuur.

Materiële uitgaven

De materiële uitgaven zijn € 9,2 miljoen lager dan begroot. De uitgaven voor vliegeropleidingen en de uitgaven voor overig materieel bleven (beide vanwege niet ontvangen facturen) in totaal voor € 9,3 miljoen achter.

Licence