Base description which applies to whole site

Artikel 4 Zorgbreed beleid

1. Algemene doelstelling

Het scheppen van randvoorwaarden om het zorgstelsel te laten werken zodat de kwaliteit, de toegankelijkheid en de betaalbaarheid van de zorg voor de burger is gewaarborgd.

2. Rol en verantwoordelijkheid Minister

De Minister bevordert de werking van het stelsel door partijen in staat te stellen hun rol te spelen en door belemmeringen weg te nemen die een goede werking van het stelsel in de weg staan.

Daar waar publieke belangen in het geding zijn die niet voldoende door (partijen in) het stelsel behartigd kunnen worden, bevordert de Minister dat deze belangen worden behartigd.

Stimuleren:

  • Dat verzekerden, waaronder patiënten, een stevige positie innemen in het zorgstelsel, ondermeer door goed samenwerkende patiënten en gehandicaptenorganisaties.

  • Van kwalitatief goede en veilige zorgverlening met keuzevrijheid voor consumenten.

  • Van transparantie over kwaliteit en kosten van zorg.

  • Van een logische beroepenstructuur die aansluit op de huidige en toekomstige zorg- en ondersteuningsvraag.

  • Van beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerd zorgpersoneel door kwalitatief goede en samenhangende opleidingen.

  • Van innovaties in de zorg en de ontwikkeling en toepassing van ontwikkelde kennis.

  • Van betrokken partijen om het aanbod van (jeugd)zorg in Caribisch Nederland te verbeteren. Wat de zorg betreft conform de aanbevelingen van de Commissie Goedgedrag en wat jeugd betreft conform de bestuurlijke afspraken uit 2009; En beiden conform de door het kabinet overgenomen aanbevelingen uit de beleidsdoorlichting 2011–2015 die in 2016 is afgerond.

  • Van initiatieven om fouten en fraude in de zorg zoveel mogelijk te voorkomen en fraude aan te pakken.

Financieren:

  • Van patiënten- en gehandicaptenorganisaties om de belangen van verzekerden, waaronder patiënten in het systeem te behartigen en hen goed te infomeren.

  • Van ZBO’s (CAK, NZa, ZiNL, CSZ) om hun wettelijke verantwoordelijkheid in het zorgstelsel invulling te kunnen geven.

  • Van projecten en onderzoek op het gebied van gezondheid, preventie en zorg (ZonMw).

  • Van agentschappen (CIBG, RIVM) om hun taken in het zorgstelsel uit te voeren.

  • Van betrokken partijen met een subsidie om informatie over de kwaliteit van het zorgaanbod snel te ontsluiten voor patiënten.

  • Van instrumenten om personeel in de zorg goed op te leiden en bij te scholen (Stagefonds, kwaliteitsimpuls ziekenhuispersoneel, subsidieregelingen opleidingen publieke gezondheidszorg en jeugd-ggz).

  • Van zorg en welzijn in Caribisch Nederland.

Regisseren:

  • Van een stevige positie van de patiënt in het zorgstelsel door wet- en regelgeving en toepassing en handhaving daarvan, zoals de Wet BIG.

  • Dat alle betrokken partijen in de zorg in staat zijn hun verantwoordelijkheid in het zorgstelsel waar te maken.

  • Van goed bestuur in de zorg en het toezicht daarop.

  • Van de dialoog tussen betrokken partijen, gericht op de toekomstige (arbeidsmarkt-) uitdagingen en de (arbeidsmarkt-)gevolgen van de transities.

  • Van verlagen van regeldruk in de zorg.

  • Van het voorkomen van systeemrisico’s bij financiering in de zorg.

  • Door het ontwikkelen van een wettelijk kader voor de taken van ondermeer NZa en ZiNL.

  • Van het tot stand komen van een passend aanbod van (jeugd)zorg in Caribisch Nederland.

  • Van de totstandkoming, implementatie en monitoring van een ketenbrede aanpak voor preventie, toezicht, opsporing en handhaving op het gebied van fraude, oneigenlijk gebruik en onrechtmatig declareren in de zorg.

3. Beleidsconclusies

Positie cliënt

De beleidsdoorlichting positie cliënt (TK 32 772, nr. 10) is aanleiding om het beleidskader subsidiëring patiënten- en gehandicaptenorganisaties meer fundamenteel te herzien. Hiertoe is het afgelopen jaar een project onder de noemer «Patiëntendialoog» gestart, dat toeziet op de inwerkingtreding van een gewijzigde subsidieregeling per 1 januari 2019. Er zijn verschillende dialoogsessies georganiseerd, waarbij naast de inbreng van de subsidieontvangende organisaties, ook nadrukkelijk ideeën van onder meer individuele cliënten en patiënten, mantelzorgers, zorgverleners, verzekeraars en gemeenten betrokken zijn. De bevindingen zijn op 4 juli 2017 aan de Tweede Kamer aangeboden (TK 29 214, nr. 75). In 2018 volgt de kabinetsreactie hierop.

Innovatie en zorgvernieuwing

In 2017 richtten de activiteiten met betrekking tot innovatie en zorgvernieuwing zich op de drie e-health doelstellingen die het kabinet in 2014 heeft geformuleerd ter ondersteuning van de brede maatschappelijke beweging naar meer zelfredzaamheid, meer zelfregie en meer zelfzorg (TK 27 529, nr. 130).

Uit de e-health monitor (TK 27 529, nr. 151) blijkt dat er een stijgende lijn is in de mogelijkheid van online inzage door patiënten in hun patiëntgegevens, met name bij medisch specialisten. Deze toename is ook zichtbaar in de ouderenzorg. Verpleegkundigen zien dat patiënten in de ouderenzorg steeds meer gebruik maken van patiëntportalen. De mogelijkheid voor patiënten om via internet binnengekomen uitslagen van onderzoeken en laboratoriumbepalingen in te zien nam sterk toe. Ditzelfde geldt voor het online kunnen inzien van voorgeschreven medicatie. Het aanbod en gebruik van beeldbellen en domotica bleef stabiel, maar wordt zeer beperkt gebruikt door patiënten. Eerste kwartaal 2018 volgt een kabinetsreactie.

In januari 2017 vond de eerste e-health week in Nederland plaats met ruim 125 bijeenkomsten georganiseerd door 249 partners waarin bewustwording voor patiënten, burgers en zorgverleners is gecreëerd en ervaringen konden worden opgedaan over de betekenis van e-health en het gebruik ervan. Aan de e-health week hebben tussen de 12.000 en 14.000 burgers, patiënten, cliënten, zorgaanbieders, innovatoren, bestuurders en mantelzorgers op de locaties zelf en anders digitaal deelgenomen Voor hen is e-health zichtbaar en tastbaar geworden.

Standard Business Reporting (SBR)

In 2017 is verkend of Standard Business Reporting (SBR) als alternatieve aanlevermethode gebruikt kan worden voor de maatschappelijke jaarverantwoording in de zorg. Geconcludeerd is dat SBR kansen biedt om de kwaliteit van de verantwoordingsgegevens in de zorg verder te verhogen. Er zal worden aangesloten bij de activiteiten van de Minister van Economische Zaken en Klimaat rond digitale aanlevering via SBR van jaargegevens bij de Kamer van Koophandel hetgeen een vermindering van de administratieve lasten met zich mee zal brengen.

Kwaliteit, transparantie en kennisontwikkeling

De in 2016 aangekondigde beleidsdoorlichting op dit artikelonderdeel (TK 32 772, nr. 18) is niet afgerond in 2017. Niet alle vragen konden vanuit de beschikbare evaluaties worden beantwoord en daarom dient aanvullend onderzoek plaats te vinden (TK 34 775, nr. 121). Naar verwachting zal voor de zomer 2018 de reactie op de beleidsdoorlichting aan de Tweede Kamer worden gestuurd.

Inrichten uitvoeringsactiviteiten

Uit eerdere evaluatie van de NZa en de Wmg en de aanbevelingen van de commissie Borstlap (TK 25 268, nr. 87) volgt dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) duidelijker gepositioneerd dient te worden en voor de sector dient duidelijker te zijn dat VWS beleid maakt en dat de NZa alleen aangesproken kan worden op de wijze waarop zij uitvoering geeft aan dit beleid. Het wetsvoorstel Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) en enkele andere wetten in verband met aanpassingen van de tarief- en prestatieregulering en het markttoezicht op het terrein van de gezondheidszorg is vanwege de demissionaire status van het kabinet in 2017 aangehouden (TK 34 445). De nota naar aanleiding van het nader verslag zal in het eerste kwartaal van 2018 aan de Tweede Kamer worden gestuurd, dit is aan de TK toegezegd.

Per 1 januari 2017 is de uitvoering van de vier burgerregelingen wanbetalers-, onverzekerden-, gemoedsbezwaarden – en de buitenlandtaak, inclusief het Nationaal contactpunt en de compensatieregeling voor zorg aan onverzekerbare vreemdelingen overgeheveld van het Zorginstituut naar het CAK. De overheveling is goed verlopen; de overgang heeft niet geleid tot verstoring van de continuïteit van de uitvoering. Het CAK zal de regelingen nu verder integreren in hun dienstverlenende activiteiten.

Zorg, welzijn en jeugdzorg Caribisch Nederland

Het doel van het beleid is om de zorg en jeugdzorg in Caribisch Nederland naar een voor Europees Nederland aanvaardbaar niveau te brengen, rekening houdend met de specifieke omstandigheden in Caribisch Nederland. Dat betekent dat VWS streeft naar kwalitatief goede, voor iedereen toegankelijke en betaalbare zorg en jeugdzorg in Caribisch Nederland. De implementatie van de verbeteringen ten aanzien van de zorg in Caribisch Nederland, op basis van de door het kabinet overgenomen aanbevelingen uit de beleidsdoorlichting Caribisch Nederland (TK 32 772, nr. 24), zijn in 2017 in gang gezet. Ten aanzien van de voortgang van deze implementatie is de conclusie dat op het gebied van het beleid ten aanzien van de informatievoorziening, langdurige zorg, preventie, sport, maatschappelijke ondersteuning en jeugdzorg in 2018 en 2019 nog meer te verbeteren valt en in gang moeten worden gezet. Zo ontbreken er nog een aantal belangrijke voorzieningen in de preventieve sfeer en eerstelijnszorg. De focus voor de jeugd ligt op het bieden van goede basisvoorzieningen. Ook ten aanzien van dit beleid is geconcludeerd dat de verbetering van de jeugdgezondheidszorg nog niet is afgerond. Deze conclusie is gebaseerd op het feit dat zaken als opvoedingsondersteuning, meer seksuele educatie en een sluitende aanpak van kindermishandeling nog (deels) ontbreken.

Rechtmatige zorg

Om alle vormen van onrechtmatigheid in de zorgsector substantieel te verminderen is in 2015 het programma Rechtmatige Zorg – aanpak fouten en fraude 2015–2018 van start gegaan (TK 28 828, nr. 89). Doel van het programma was het ontwikkelen van een samenhangende aanpak van fouten en fraude, aan de hand de thema’s ketenbrede samenwerking, preventie, controle en handhaving.

Op hoofdlijnen heeft het programma tot nu toe de volgende resultaten opgeleverd (TK 28 828, nr. 105):

  • meer bewustwording in de zorgsector gecreëerd over het belang van rechtmatigheid, onder andere via kennisopbouw en het delen van goede voorbeelden;

  • meer aan de voorkant getoetst op frauderisico’s;

  • partijen zijn beter toegerust op hun taken op het gebied van rechtmatigheid, doordat de capaciteit voor toezicht en opsporing is uitgebreid, de samenwerking tussen handhavingspartijen is versterkt en is geïnvesteerd in de analyse van en onderzoek naar fraude(fenomenen).

Gezien deze resultaten beschouwen wij het programma als succesvol. Dit betekent niet dat we klaar zijn met de Aanpak Rechtmatige Zorg. Aan de casuïstiek zien we dat fouten en fraude nog steeds voorkomen. De problematiek is ook nooit volledig op te lossen, ook omdat ontwikkelingen in het stelsel tot nieuwe risico’s kunnen leiden. Structurele aandacht blijft nodig. Daarom wordt het programma Rechtmatige Zorg in deze kabinetsperiode voortgezet.

4. Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Verschil

 

2013

2014

2015

2016

2017

2017

2017

Verplichtingen

578.654

715.427

1.146.830

937.310

1.102.614

811.100

291.514

                   

Uitgaven

815.589

697.803

873.245

879.449

995.681

915.450

80.231

                   

1. Positie cliënt

33.238

26.045

24.556

24.859

28.518

24.796

3.722

                   
 

Subsidies

28.142

21.501

17.890

17.883

19.601

20.615

– 1.014

   

Patiënten- en gehandicaptenorganisaties

27.814

21.080

17.463

17.541

18.699

20.337

– 1.638

   

Overig

328

421

427

342

902

278

624

                   
 

Opdrachten

3.763

3.678

5.466

6.906

8.917

4.181

4.736

   

Ondersteuning cliëntorganisaties

3.581

3.139

3.144

2.437

3.560

3.798

– 238

   

Campagnebudget Communicatie

5.199

0

5.199

   

Overig

182

539

2.322

4.469

158

383

– 225

                   
 

Bijdragen aan agentschappen

1.333

866

1.200

70

0

0

0

   

Overig

1.333

866

1.200

70

0

0

0

                   

2. Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

354.735

253.067

389.110

393.142

438.166

439.622

– 1.456

                   
 

Subsidies

334.307

242.099

373.060

376.410

417.945

424.856

– 6.911

 

Kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg

0

48.353

135.468

194.024

202.867

200.000

2.867

   

Stageplaatsen zorg / Stagefonds

105.926

110.400

109.950

107.881

102.650

112.020

– 9.370

   

Publieke Gezondheidszorgopleidingen

15.093

16.054

16.634

16.172

17.143

21.000

– 3.857

   

Vaccinatie stageplaatsen zorg

3.789

3.869

4.504

4.086

3.851

4.800

– 949

   

Opleiding tot verpleegkundig specialist/physician assistant

21.744

20.718

19.433

22.227

24.369

38.800

– 14.431

   

Opleidingsplaatsen jeugd ggz

845

450

1.550

– 1.100

   

Versterking regionaal onderwijs- en arbeidsmarktbeleid

7.500

7.813

7.949

8.078

11.184

11.500

– 316

   

Innovatie, beroepen en opleidingen

     

9.934

5.328

12.000

– 6.672

   

Vernieuwing arbeidsmarkt sociaal domein

       

2.411

2.000

411

   

Veilige gegevensuitwisseling en authenticatie in de zorg

       

1.032

5.122

– 4.090

   

Pilots Opleiding tot ziekenhuisarts

       

4.378

4.500

– 122

   

Overig

180.255

34.892

79.122

13.163

42.282

11.564

30.718

                   
 

Opdrachten

2.379

2.649

4.619

4.517

5.469

8.293

– 2.824

   

Arbeidsmarktonderzoek

0

0

2.042

1.192

1.645

2.000

– 355

   

Celsus

0

0

0

0

1.024

800

224

   

Overig

2.379

2.649

2.577

3.325

2.800

5.493

– 2.693

                   
 

Bijdragen aan agentschappen

16.963

8.319

11.431

12.215

14.752

6.473

8.279

   

CIBG: Bijdrage voor onder andere UZI-register, BIG-register en SVB-Z

16.963

8.319

11.431

12.215

14.752

6.073

8.679

   

RIVM: opleiding publiekegezondheidssector en kosten van ziekten

       

0

400

– 400

                   
 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

1.086

0

0

0

0

0

0

   

ZiNL: sectie Zorgberoepen en opleidingen

0

0

0

0

0

0

0

                   

3. Kwaliteit, transparantie en kennisontwikkeling

119.318

109.189

124.203

134.188

160.454

147.789

12.665

                   
 

Subsidies

5.293

5.287

7.711

13.047

20.065

13.524

6.541

   

Nivel

5.093

5.187

5.835

5.710

5.771

5.682

89

   

Programma Innovatie en zorgvernieuwing

0

0

0

1.770

3.839

7.842

– 4.003

   

Zorginformatie

7.200

0

7.200

   

Jaar van de transparantie

0

0

1.805

3.784

3.006

0

3.006

   

Overig

200

100

71

1.783

249

0

249

                   
 

Opdrachten

48

60

226

590

960

1.797

– 837

   

Programma Innovatie en zorgvernieuwing

0

0

0

506

634

1.300

– 666

   

Overig

48

60

226

84

326

497

– 171

                   
 

Bijdragen aan agentschappen

2.123

2.099

2.535

1.453

3.960

4.550

– 590

   

CIBG: WTZi en JMV

708

845

750

774

3.790

4.000

– 210

   

Overig

1.415

1.254

1.785

679

170

550

– 380

                   
 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

111.854

101.743

113.731

119.098

135.469

127.918

7.551

   

ZonMw: programmering

105.673

101.743

113.731

119.098

135.469

127.768

7.701

   

Overig

6.181

0

0

0

0

150

– 150

                   

4. Inrichten uitvoeringsactiviteiten

215.718

220.856

227.614

214.965

241.637

187.343

54.294

                   
 

Subsidies

256

426

80

0

0

0

0

   

Uitvoering Wtcg

256

426

80

0

0

0

0

                   
 

Opdrachten

2.568

4.411

2.526

186

424

401

23

   

Uitvoering Wtcg

170

169

156

172

0

0

0

   

Overig

2.398

4.242

2.370

14

424

401

23

                   
 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

212.894

216.019

225.008

214.779

241.213

186.912

54.301

   

CAK

98.319

102.156

100.916

87.335

135.381

76.353

59.028

   

NZa

46.844

47.120

52.756

54.821

55.585

55.794

– 209

   

Zorginstituut Nederland

64.004

62.928

67.738

70.016

47.313

52.207

– 4.894

   

CSZ

2.523

2.923

2.700

2.500

2.500

2.558

– 58

   

CBZ

1.204

892

898

0

0

0

0

   

Overig

0

0

0

107

434

0

434

                   
 

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

0

0

0

0

0

30

– 30

   

EZ: ACM

0

0

0

0

0

0

0

   

Overig

0

0

0

0

0

30

– 30

                   

5. Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland

92.580

87.895

106.717

110.954

125.422

113.945

11.477

                   
 

Subsidies

0

21

0

0

0

0

0

   

Overig

0

21

0

0

0

0

0

                   
 

Bekostiging

92.580

87.874

106.717

110.954

125.422

113.945

11.477

   

Zorg en welzijn

92.580

87.874

106.717

110.954

121.978

111.607

10.371

   

Overig

0

0

0

0

3.444

2.338

1.106

                   

6. Voorkomen oneigenlijk gebruik en aanpak fraude

0

748

1.044

1.341

1.486

1.955

– 469

                   
 

Subsidies

0

494

444

1.028

1.384

1.500

– 116

   

Overig

0

494

444

1.028

1.384

1.500

– 116

                   
 

Opdrachten

0

254

600

313

102

455

– 353

   

Overig

0

254

600

313

102

455

– 353

                   

Ontvangsten

20.251

32.300

36.609

11.375

90.082

4.858

85.224

   

Overig

20.251

32.300

36.609

11.375

90.082

4.858

85.224

Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.

Als gevolg van de afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal.

5. Toelichting op de instrumenten

1. Positie cliënt

Opdrachten

Campagnebudget communicatie

Campagnebudget is gebundeld en ondergebracht in dit artikel. De uitgaven aan communicatie inzake NIX18 en inzake de verspreiding van de jodiumtabletten bedroegen € 5,2 miljoen.

2. Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

Subsidies

Kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg

Afgelopen jaar was het laatste jaar van de regeling, maar als gevolg van het Hoofdlijnakkoord Medisch Specialistische Zorg voor 2018 is de regeling met een jaar verlengd. De uitgaven in 2017 bedroegen € 202,9 miljoen. Dit is € 2,9 miljoen meer dan begroot. Dit heeft verschillende oorzaken. Over 2017 is de loonbijstelling uitbetaald, hiermee is het budget verhoogd naar € 202,5 miljoen. Daarnaast is ongeveer € 0,4 miljoen extra budget ter beschikking gekomenter correctie van ten onrechte niet toegekende subsidieaanvraag.

Stageplaatsen zorg/ Stagefonds

In 2017 is de verdeling van het beschikbare budget voor de subsidieregeling Stageplaatsen zorg II (€ 112 miljoen) herzien op basis van de verwachte arbeidsmarktbehoefte. Als gevolg hiervan is er voor de verpleegkundige en verzorgende opleidingen meer budget beschikbaar. Voor zorginstellingen wordt het daarmee aantrekkelijker om stageplaatsen voor deze opleidingsrichtingen aan te bieden. Deze wijziging zal pas in 2018 effect hebben op het Stagefonds, omdat de regels voor het begin van het schooljaar vast moeten liggen. Op grond van de subsidieregeling hebben 4.832 instellingen in zorg en welzijn over studiejaar 2016–2017 voor een kleine 46.000 fte aan gerealiseerde stageplaatsen een subsidie ontvangen. Het aantal stageplaatsen voor de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) was lager dan geraamd waardoor het maximumbedrag per stage bereikt werd zonder dat het budget hiervoor volledig werd uitgeput. Hierdoor kon er € 102,7 miljoen worden uitgekeerd vanuit het Stagefonds. De overige € 9,3 miljoen is ingezet voor arbeidsmarktbeleid (SectorplanPlus) via de post overig.

Publieke gezondheidszorgopleidingen

Het Capaciteitsorgaan raamt het aantal benodigde opleidingsplaatsen. Hierbij wordt onder andere rekening gehouden met deeltijdwerken en vroegtijdige uitstroom. De gerealiseerde opleidingsplaatsen zijn lager vastgesteld dan geraamd doordat opleidingsplaatsen niet kunnen worden gerealiseerd. Er is sprake van te lage instroom bij de opleidingen. Ook de uitgaven zijn daarom lager vastgesteld (€ 3,9 miljoen).

Opleiding verpleegkundig specialist/ Physician assistant

Zorgverleners moeten daar ingezet worden waar ze het beste tot hun recht komen. Nieuwe beroepsbeoefenaren zoals de verpleegkundig specialisten (vs) en physician assistants (pa) worden speciaal opgeleid om minder complexe en routinematige taken van de huisarts of de specialist over te nemen. Er komen meer opleidingsplaatsen voor deze nieuwe beroepen. Volgens de laatste cijfers van het Landelijk Platform PA/VS stijgt de instroom van 582 in studiejaar 2016–2017 naar 611 in studiejaar 2017–2018.

Zoals reeds gemeld in de eerste suppletoire wet, is in het voorjaar als gevolg van een lagere instroom bij de opleiding tot verpleegkundig specialist/physician assistent reeds € 12 miljoen vrijgevallen. Daarnaast is in de tweede suppletoire wet € 1,8 miljoen vrijgevallen. Uiteindelijk is nog € 0,6 miljoen bij Slotwet vrijgevallen.

Innovatie beroepen en opleidingen

De omslag in de zorg en ondersteuning vraagt een beroepencontinuüm dat mee verandert. Aanpassing van bestaande beroepen, experimenteren met nieuwe zorgberoepen en taakherschikking tussen beroepen spelen daarbij een belangrijke rol. Dit heeft ook gevolgen voor de wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg en de uitvoering daarvan. Het overige budget is ingezet op andere arbeidsmarktsubsidies.

Veilige gegevensuitwisseling en authenticatie in de zorg

Zorgpartijen hebben een gezamenlijk plan opgesteld voor de implementatie van gespecificeerde toestemming zoals bepaald in het wetsvoorstel Cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens. Voor de uitvoering van dit plan is in 2017 een subsidie beschikbaar gesteld van ruim € 1 miljoen. De resterende middelen zijn technisch hergeschikt binnen de VWS-begroting.

Overig

SectorplanPlus

SectorplanPlus is een meerjarige subsidie voor werkgevers in zorg en welzijn om een extra impuls te geven aan opleidingsprojecten die zijn gericht op nieuwe instroom, met ontslag bedreigde werknemers of opscholing binnen de organisatie via kwalificerende scholing. De verwachting is dat met deze maatregelen zo´n 170.000 professionals in Zorg en Welzijn extra worden geschoold. De subsidie van in totaal € 325 miljoen komt in de periode van 2017–2021 via de bij RegioPlus aangesloten regionale werkgeversorganisaties beschikbaar. Dit gebeurt in verschillende tijdvakken. Het budgettair beslag in 2017 bedroeg € 37,5 miljoen.

Sterk in je werk, zorg voor jezelf

In het akkoord van 4 december 2015 inzake een toekomstvaste langdurige zorg en ondersteuning zijn afspraken gemaakt over het extra ondersteunen van medewerkers in hun loopbaan. Dit gebeurt via het project Sterk in je werk, zorg voor jezelf (www.sterkinjewerk.nl). Met dit project wordt extra loopbaanoriëntatie en begeleiding aangeboden via persoonlijke gesprekken bij mensen in de regio. In 2017 hebben circa 5.500 deelnemers zich aangemeld. Er zijn ruim 2.500 intakes geweest, ruim 1.250 vervolggesprekken geweest en ongeveer 1.200 testen afgenomen. Het budgettair beslag in 2017 bedroeg € 1,8 miljoen.

Opdrachten

Overig

Er zijn verschillende extra opdrachten verstrekt, onder andere aan het CBS en voor onderzoek naar de arbeidsmarkt.

Bijdragen aan agentschappen

CIBG:

Het CIBG voert zowel de registratie als de herregistratie van Nederlandse BIG geregistreerde beroepsbeoefenaren in het BIG-register uit. Artsen en psychotherapeuten met een diploma van voor 2012 hebben zich voor 1 januari 2018 moeten herregistreren. In het BIG-register hebben ook buitenlands gediplomeerde zorgverleners zich geregistreerd die in de Nederlandse gezondheidszorg willen werken.

Zoals reeds is vermeld in de eerste suppletoire wet is voor het BIG register en de bijdrage aan de uitvoering en ontwikkeling UZI-pas door het CIBG is € 8 miljoen overgeheveld van het instrument Subsidies naar het instrument Bijdragen aan agentschappen.

3. Kwaliteit, transparantie en kennisontwikkeling

Subsidies

Programma Innovatie en zorgvernieuwing

De circa € 3,8 miljoen aan subsidies is in 2017 ingezet voor initiatieven om het innovatieklimaat in de zorg te versterken en het gebruik en de bewustwording van inzet van digitale ondersteuning in de zorg te vergroten.

Zo vindt, samen met Zorgverzekeraars Nederland, financiering plaats van het programma MedMij. In dit programma aangestuurd door de Patiëntenfederatie Nederland worden de eisen en standaarden ontwikkeld waaraan digitale persoonlijke gezondheidsomgevingen moeten voldoen. € 6 miljoen is overgeboekt naar het Ministerie van Economische Zaken ten behoeve van de RVO en de uitvoering van de Seed-Capital-regeling als onderdeel van het Fasttrack programma.

Zorginformatie

De middelen voor Nictiz zijn vanwege een herschikking overgeheveld van artikel 2 Curatieve zorg naar artikel 4 Zorgbreed beleid (€ 5,5 miljoen). In het voorjaar zijn extra middelen beschikbaar gekomen voor uitvoering van verder informatiebeleid in de zorg (€ 1,7 miljoen).

Jaar van transparantie

Bij eerste suppletoire wet is voor de subsidiëring van de transparantie over de kwaliteit van zorg € 5 miljoen overgeheveld van het instrument Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s naar het instrument Subsidies. Deze subsidieregeling wordt in mandaat van het Ministerie van VWS uitgevoerd door het Zorginstituut Nederland. Het proces voor de subsidieaanvragen en verdelingsmaatstaf is zodanig ingericht dat het subsidieplafond (van € 5 miljoen per thema) maximaal kan worden benut, maar dat betekent ook dat de subsidieverstrekkingen die hieruit voortvloeien deels pas later in het jaar plaatsvinden. Als gevolg daarvan zijn er minder subsidievoorschotten nodig voor activiteiten in de resterende periode van het jaar. De door alle subsidieaanvragers gevraagde en toegekende bevoorschotting voor in 2017 uit te voeren activiteiten voor de verschillende thema’s was uiteindelijk € 2 miljoen lager dan het hiervoor gereserveerde budget.

Bijdragen aan ZBO’s/ RWT’s

ZonMw: programmering

Conform de begroting heeft ZonMw diverse projecten en onderzoeken op het gebied van gezondheid, preventie en zorg laten uitvoeren. Per saldo zijn de uitgaven € 7,7 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat bij eerste suppletoire wet budget is toegevoegd door onder andere overboekingen van artikel 6 Sport en bewegen voor de Sportimpuls tranche 2017 en 2018 (€ 6,1 miljoen), van artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning voor het programma Memorabel (€ 3,1 miljoen) en overige overboekingen (€ 1,4 miljoen). Verder vragen de bestendiging en verbreding van de resultaten van het Nationaal Programma Ouderenzorg om een praktijkgericht onderzoeksprogramma voor kennisontwikkeling en verbetering van kennisdeling en -toepassing voor langdurige zorg en ondersteuning. De programmavoorbereiding kost door een intensieve veldraadpleging en afstemming op andere programma’s meer tijd dan voorzien. Hierdoor komt een budget van € 3,4 miljoen niet in 2017 tot besteding. Voorts is vanuit artikel 2 Curatieve zorg een budget van € 1,5 miljoen toegevoegd voor het Programma Onco XL. Tot slot is incidentele ruimte opgetreden op het programma zwangerschap en geboorte (€ 1 miljoen).

4. Inrichten uitvoeringsactiviteiten

Bijdragen aan ZBO’s/ RWT’s

CAK

De uitvoeringskosten van het CAK zijn in 2017 € 59 miljoen hoger uitgevallen dan in de VWS-begroting 2017 geraamd. Bij de opstelling van de begroting kon nog geen rekening gehouden worden met extra taken en uitvoeringsactiviteiten die op dat moment nog niet bekend waren. De voornaamste oorzaak van de hogere kosten voor het CAK is de overheveling van de uitvoering van de burgerregelingen. Per 1 januari 2017 is het CAK verantwoordelijk voor de uitvoering van de burgerregelingen wanbetalers, onverzekerden, gemoedsbezwaarden en de zogeheten buitenlandtaak, inclusief het Nationaal contactpunt. Dit geldt ook voor de uitvoering van de regeling voor compensatie van verleende zorg aan onverzekerbare vreemdelingen. Hiervoor is € 33 miljoen ter beschikking gesteld.

Bij de scheiding van de verantwoordingsstukken van het CAK is gebleken dat over een langere reeks van jaren heen de beheerskosten per saldo ongemerkt hoger zijn geweest dan het toegekende budget. Het komt neer op een nog openstaande verplichting van het CAK (ad € 16,1 miljoen) aan het Afbz. Het Ministerie van VWS neemt deze schuld van het CAK aan het fonds over. Via de brief TK 34 775-XI, nr. 113 is deze mutatie gemeld. Daarnaast is er een aantal kleinere mutaties verwerkt (€ 1,5 miljoen).

Tot slot is het CAK gevraagd om in 2017 extra inspanningen te verrichten voor uitvoeringstoetsen en ICT aangelegenheden zoals het invoeren van EESSI (een IT-systeem dat helpt om sneller en veilig informatie uit te wisselen tussen socialezekerheidsorganen in de EU). Voor deze overige kosten is € 10 miljoen ter beschikking gesteld.

Zorginstituut Nederland

Het verschil tussen de begroting en realisatie (€ 4,8 miljoen) is veroorzaakt door mutaties die reeds in de eerste en tweede suppletoire wet gemeld zijn.

In de eerste suppletoire wet is een aantal mutaties verwerkt (– € 2,7 miljoen):

  • Voor de subsidiëring van de transparantie over de kwaliteit van zorg is € 5 miljoen overgeheveld naar het instrument Subsidies.

  • Het budget voor de uitvoering van de burgerregelingen (€ 11,3 miljoen) is overgeheveld naar het CAK.

  • Door de overheveling van de burgerregelingen maakt het Zorginstituut extra frictiekosten. Hiervoor heeft het Zorginstituut extra budget ontvangen (€ 3,8 miljoen).

  • Voor de wettelijke taak van het Zorginstituut om de standaarden voor de gegevensuitwisselingh binnen de Wlz-keten te beheren is € 3,5 miljoen overgeheveld van artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning.

  • Voor het onderzoek Zinnig en zuinig, de systematische doorlichting pakket en de uitvoeringstoets voorwaardelijke toelating door het Zorginstituut is € 6,1 miljoen beschikbaar gesteld.

In de tweede suppletoire wet is een aantal mutaties verwerkt (– € 2,1 miljoen) Voor diverse door het Zorginstituut uit te voeren activiteiten is € 1 miljoen overgeheveld, voornamelijk van artikel 2 Curatieve zorg. Daarnaast bleken de daadwerkelijke uitgaven, voornamelijk voor regulier onderzoek en onderzoek Zinnige en zuinige zorg, ongeveer € 3,1 miljoen lager uitgevallen.

5. Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland

Bekostiging

Per 1 januari 2011 is er één zorgverzekering voor iedereen in Caribisch Nederland. Dat wil zeggen dat iedereen die legaal op Bonaire, Sint Eustatius en Saba woont en/of werkt is verzekerd van zorg en toegang heeft tot goede jeugdzorg. De kosten die daar in 2017 mee gemoeid waren, komen uit op circa € 125,4 miljoen.

In de ontwerpbegroting 2017 was oorspronkelijk € 113,9 miljoen geraamd. Het verschil van circa € 11,5 miljoen tussen realisatie en ontwerpbegroting wordt verklaard door niet geraamde kosten voor de noodmaatregelen in kader van orkaan Irma van € 1 miljoen, twee verhogingen die al in de tweede suppletoire wet zijn toegelicht: € 1,6 miljoen loon- en prijsbijstelling en € 5 miljoen voor het afrekenen van de oude jaren met het ziekenhuis op Bonaire. Tot slot is er in de eerste suppletoire wet al een verhoging opgenomen van € 3,5 miljoen ter compensatie van een verwachte ongunstigere euro-dollar koersverhouding dan in de ontwerpbegroting 2017 was geraamd. Over heel 2017 heeft dit effect nog iets ongunstiger uitgepakt waardoor het totaal verlies op ongeveer € 4,5 miljoen is uitgekomen.

Ontvangsten

De hogere ontvangsten kennen meerdere oorzaken, deze zijn reeds gemeld in de tweede suppletoire wet. Oorzaken zijn onder andere:

  • Door uitval gedurende het jaar is het aantal opleidingsplaatsen tot verpleegkundig specialist (VS) en tot physician assistant (PA) (circa € 2 miljoen) en in de opleiding publieke gezondheidszorg (circa € 2 miljoen) lager.

  • Als gevolg van de overheveling van de uitvoering van de burgerregelingen van het ZiNL naar het CAK zijn de ramingen van de ontvangsten wanbetalers en onverzekerden overgeheveld van artikel 2 Curatieve zorg (€ 77 miljoen).

  • De ontvangsten in het kader van de aanpak van wanbetalers waren in het voorjaar te hoog geraamd, dit is gecorrigeerd (€ 5,4 miljoen).

  • Ook is € 5 miljoen ontvangen als gevolg van de vaststelling van de bijdrage van ZonMw over 2016 op basis van de ingediende verantwoording.

  • Tot slot is bij de eerste suppletoire wet een boeking in verband met het positieve resultaat van de NZa abusievelijk op artikel 9 geboekt. Dit wordt nu hersteld met een overheveling van € 3,4 miljoen naar artikel 4.

Licence