Base description which applies to whole site

Artikel 5 Jeugd

1. Algemene beleidsdoelstelling

Kinderen in Nederland groeien gezond en veilig op, ontwikkelen hun talenten en doen mee aan de samenleving.

2. Rol en verantwoordelijkheid Minister

Ouders/verzorgers zijn primair verantwoordelijk voor de opvoeding en verzorging van hun kinderen. Als ouders of het ondersteunende sociale netwerk hun rol niet kunnen vervullen, is er een taak weggelegd voor de overheid om jeugdigen met hulp op maat naar een zelfstandige toekomst te leiden. Kinderen die in hun ontwikkeling worden bedreigd, moeten passende hulp krijgen en indien nodig in bescherming worden genomen.

Met de invoering van de Jeugdwet op 1 januari 2015 zijn gemeenten bestuurlijk en financieel verantwoordelijk voor de ondersteuning, hulp en zorg van jeugdigen (jeugdhulp) die voorheen viel onder de Wet op de Jeugdzorg, de Zorgverzekeringswet (jeugd-geestelijke gezondheidszorg) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (zorg voor jeugdigen met een verstandelijke beperking). De Ministers van VWS en JenV zijn systeemverantwoordelijk voor het gedecentraliseerde stelsel van jeugdhulp waaronder het wettelijk kader (de Jeugdwet).

De Minister is verantwoordelijk voor:

Stimuleren:

  • Stimuleren dat de kwaliteit en veiligheid in de jeugdhulp geborgd worden door verdere professionalisering en het stellen van kwaliteitseisen.

  • Bevorderen van een effectieve aanpak van kindermishandeling, onder andere door gemeenten in staat te stellen de werking van het stelsel voor de aanpak van kindermishandeling op lokaal en regionaal niveau te verbeteren.

  • Het stimuleren van gemeenten om de samenhang tussen beleid en uitvoering op de terreinen van zorg, school en werk te verbeteren.

  • Een landelijke kennisinfrastructuur voor beleidsontwikkeling en -implementatie en zorgvernieuwing en hierbij gemeenten en het veld van jeugdhulp de ruimte geven om de eigen aanpak verder te ontwikkelen.

Financieren:

  • Financieren van de gemeenten via het gemeentefonds (integratie-uitkering sociaal domein) om hun verantwoordelijkheid voor jeugdhulp op grond van de Jeugdwet waar te maken.

  • Uitvoeren van de Regeling vergoeding bijzondere transitiekosten Jeugdwet.

  • Uitvoeren van de Subsidieregeling schippersinternaten.

Regisseren:

  • Het wettelijk kader (Jeugdwet) dat regels bevat voor de inrichting van het systeem onder andere op het gebied van toegang, kwaliteit en beleidsinformatie.

  • Bestuurlijk overleg met de relevante actoren in het jeugdstelsel gericht op het realiseren van de maatschappelijke doelen van het jeugdstelsel.

  • De Inspectie Jeugdzorg (IJZ), de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en de Inspectie Justitie en Veiligheid zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van onafhankelijk toezicht op de aanbieders van jeugdhulp.

  • Monitoren en evalueren van de werking van het jeugdstelsel. De Jeugdwet verplicht tot een evaluatie na 3 jaar.

3. Beleidsconclusies

Vernieuwing jeugdstelsel

De tussenevaluatie van de Jeugdwet (TK 34 880, nr. 1) laat zien dat in veel plaatsen in het land gemeenten en aanbieders veelbelovende initiatieven zijn gestart, maar dat de vernieuwing van de jeugdhulp (transformatie) over de volle breedte nog onvoldoende van de grond is gekomen.

Uit de evaluatie blijkt ook dat gezinnen veelal positief zijn over de ontvangen jeugdhulp, maar dat ze de weg naar hulp vaak moeilijk weten te vinden. Jeugdhulpaanbieders hebben zorgen over de diversiteit van de lokale teams en de regels rond aanbesteden en administratieve lasten.

Veel gemeenten komen nog onvoldoende toe aan een goede verbinding met andere domeinen, zoals het onderwijs, schuldhulpverlening of de Wmo en bij de overgang naar volwassenheid (18-/18+).

Uit de tussenevaluatie is de conclusie getrokken dat met de decentralisatie Jeugdwet een goede beweging in gang is gezet. Maar er is ook geconcludeerd dat deze kabinetsperiode nog forse inspanningen nodig zijn van gemeente, jeugdhulpaanbieders en Rijk om de veranderdoelen van de Jeugdwet te realiseren.

Professionalisering jeugdhulp

In 2017 is binnen het Programma Professionalisering Jeugdhulp en Jeugdbescherming door het werkveld samengewerkt om te realiseren dat jeugdprofessionals zich vanaf 1 januari 2018 kunnen registreren in de nieuwe kamer Jeugd- en gezinsprofessionals bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd. In de tweede helft van 2017 zijn er in heel het land conferenties georganiseerd voor professionals, aanbieders en gemeenten om hen onder andere te informeren over de beroepsregistratie en het werken volgens de norm van de verantwoorde werktoedeling6.

Preventie van extremisme

Het kenniscentrum voor professionals in het jeugddomein heeft invulling gekregen met de instelling van het Platform JEP (Jeugdpreventie Extremisme en Polarisatie). Daarnaast zijn er opleidingen gekomen voor professionals uit de jeugdhulp en de ggz bij het Rijksopleidingsinstituut met als doel het tegengaan van radicalisering.

4. Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Verschil

 

2013

2014

2015

2016

2017

2017

2017

Verplichtingen

1.496.199

136.133

117.034

120.532

103.761

82.531

21.230

                   

Uitgaven

1.472.741

1.545.047

110.430

97.631

110.227

82.531

27.696

                   

1. Laagdrempelige ondersteuning bij het opvoeden en opgroeien

37.705

47.516

0

0

0

0

0

                   

2. Noodzakelijke en passende zorg

1.435.036

1.497.532

0

0

0

0

0

                   

3. Effectief en efficiënt werkend jeugdstelsel

0

0

110.430

97.631

110.227

82.531

27.696

                   
 

Subsidies

   

103.068

94.851

106.174

71.971

34.203

   

Schippersinternaten

   

20.076

18.403

17.749

18.577

– 828

   

Participatie

   

1.630

1.894

3.329

2.050

1.279

   

Kennis, beleidsinformatie en kindermishandeling

   

8.269

10.086

9.321

8.879

442

   

Jeugdhulp

   

56.511

22.168

27.540

20.791

6.749

   

Transitie jeugd

   

16.582

42.301

48.134

21.674

26.460

   

Overig

   

0

0

101

0

101

                   
 

Opdrachten

   

3.522

1.926

2.721

9.280

– 6.559

   

Kennis, beleidsinformatie en kindermishandeling

   

1.119

875

1.666

3.434

– 1.768

   

Jeugdhulp

   

1.023

414

175

2.631

– 2.456

   

Transitie jeugd

   

1.349

595

652

2.465

– 1.813

   

Overig

   

31

42

228

750

– 522

                   
 

Bijdragen aan agentschappen

   

1.209

853

1.332

1.258

74

   

Overig

   

1.209

853

1.332

1.258

74

                   
 

Bijdragen aan medeoverheden

   

0

0

0

0

0

                   
 

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

   

2.631

0

0

22

– 22

   

OCW: Onderwijskosten JeugdzorgPlus en kijkwijzer

   

183

0

0

22

– 22

   

Overig

   

2.448

0

0

0

0

                   

Ontvangsten

24.454

24.660

11.647

42.192

10.399

4.508

5.891

   

Laagdrempelige ondersteuning opvoeden en opgroeien

107

0

0

1.500

0

4.423

– 4.423

   

Effectief en efficiënt werkend jeugdstelsel

0

0

8.099

38.964

9.842

0

9.842

   

Noodzakelijke en passende zorg

14.139

15.236

3.548

1.728

557

85

472

   

Overig

10.208

9.424

0

0

0

0

0

Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.

Als gevolg van afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal.

5. Toelichting op de instrumenten

Subsidies

Jeugdhulp

Zoals gemeld in de eerste suppletoire wet is het budget voor jeugdhulp verhoogd met € 6,9 miljoen. Dit was nodig om subsidies aan instellingen jeugdzorg plus te kunnen verlenen. In 2017 zijn deze subsidies volgens planning verleend. Dit budget is in 2016 vrijgevallen.

Subsidies en opdrachten

Transitie jeugd

Hier zijn middelen gereserveerd voor de uitvoering van de Jeugdwet. Het betreft onder meer de organisatiekosten van de Transitieautoriteit Jeugd (TAJ). Om noodzakelijke jeugdhulp te kunnen blijven bieden kan er door jeugdhulpinstellingen subsidie worden aangevraagd voor bijzondere transitiekosten. De subsidieregeling is verlengd tot eind 2018, waarbij aanvragen voor subsidies alleen in 2017 ingediend kunnen worden. Instellingen hebben een groter beroep gedaan op de subsidieregeling dan vooraf was begroot.

In de eerste en tweede suppletoire wet is het budget verhoogd met € 38,8 miljoen tot een totaal van € 62,9 miljoen. Echter zijn gedurende 2017 de subsidieaanvragen later in het jaar binnengekomen dan verwacht. Daardoor is er een onderbesteding van € 14,1 miljoen ontstaan ten opzichte van de begrotingsstand in de tweede suppletoire wet. De laatste subsidieaanvragen zullen nog in 2018 worden toegekend.

Ontvangsten

Laagdrempelige ondersteuning opvoeden en opgroeien

De raming van deze ontvangsten is gebaseerd op een oud artikel welke voor de decentralisatie relevant was. Tegenwoordig worden deze middelen geboekt op effectief en efficiënt werkend jeugdstelsel (zie hieronder).

Effectief en efficiënt werkend jeugdstelsel

De ontvangsten op dit artikel bevatten ouderbijdrage jeugdhulp, egalisatiereserve provincies, terugbetaling TAJ subsidies voor tijdelijke liquiditeitssteun en terugbetaling van overige subsidies. De provincie ontvangsten van € 6 miljoen, vormen het grootste aandeel in de ontvangsten.

Licence