Base description which applies to whole site

Artikel 2 Financiële markten

A. Algemene doelstelling

Beleid en regelgeving maken voor een stabiele en integere werking van financiële markten, met betrouwbare dienstverlening van financiële instellingen aan burgers en bedrijven.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Financiën bevordert het goed functioneren van het financiële stelsel en heeft een regisserende rol. De Minister is verantwoordelijk voor de Nederlandse wetten en regels ten aanzien van de financiële markten en de institutionele structuur van het toezicht. Het daadwerkelijke toezicht op de financiële markten wordt uitgevoerd door DNB en de AFM en sinds 4 november 2014 ook in belangrijke mate door de Europese Centrale Bank (ECB) voor het toezicht op grote en grensoverschrijdende Europese banken.

De randvoorwaarden die de Minister stelt voor een integer en stabiel systeem hebben hun basis in de Wet op het financieel toezicht (Wft). Het gaat hierbij om (het toezicht op nakoming van) regelgeving die financiële instellingen stimuleert en verplicht om op integere en transparante wijze te werk te gaan. Met deze regelgeving en dit toezicht wordt eraan bijgedragen dat consumenten en bedrijven met voldoende informatie en vertrouwen financiële producten kunnen afnemen.

De Minister bevordert de educatie van de burger op financieel gebied, streeft naar een integer financieel stelsel met passende regelgeving in de Wwft en is verantwoordelijk voor de ongestoorde voorziening van voldoende munten in circulatie.

C. Beleidsconclusies

De financiële sector moet dienstbaar zijn aan burgers en bedrijven. Dat staat in de Agenda voor de financiële sector die de Minister van Financiën in 2018 heeft gepubliceerd.82. Drie domeinen staan hierbij centraal: stabiliteit, integriteit en innovatie. De agenda is tot stand gekomen na uitgebreid overleg met experts uit de financiële sector, academici en andere stakeholders. Deze agenda is een belangrijke stap in de richting van een financiële sector die innovatief en duurzaam is, en klaar is voor de toekomst.

Het belang van een stabiel, integer en innovatief financieel stelsel is in 2018 onder andere tot uiting gekomen door:

  • De invoering van de Wet toezicht trustkantoren 2018, die strekt tot verdergaande regulering van het verlenen van diensten door trustkantoren. De normen waaraan trustkantoren moeten voldoen worden aangescherpt en het instrumentarium dat DNB als toezichthouder kan inzetten wordt uitgebreid;

  • De inzet op aanscherping van beloningsregels, o.a. naar aanleiding van de evaluatie Wet beloning financiële ondernemingen (Wbfo);

  • De aanpassing, versterking en uitbreiding van het huidige instrumentarium ten aanzien van herstel en afwikkeling van (insolvente) verzekeraars;

  • De implementatie van de vierde anti-witwasrichtlijn, die het witwassen van uit criminaliteit verkregen geld of het aanwenden van gelden of voorwerpen voor terroristische doeleinden, met gebruikmaking van het financieel stelsel, verder aanpakt;

  • Betere bescherming van de consument. Net zoals banken over voldoende buffers moeten beschikken, moet voorkomen worden dat huishoudens te hoge schulden aangaan;

  • De behandeling van de wet implementatie herziene betaaldienstenrichtlijn (PSD2) in de Eerste en Tweede Kamer.

In 2018 is verder gewerkt aan de verbetering en versterking van de bankenunie aan de hand van de zogenoemde routekaart uit 2016. Met een principeakkoord op hoofdlijnen over de voorstellen van de Europese Commissie (EC) om de risico’s in de bankensector verder terug te dringen, is hierin een belangrijke stap gezet. De voorstellen zijn vooral gericht op het verhogen van de buffers die banken dienen aan te houden, zowel in kwantiteit als in kwaliteit. De maatregelen worden ingevoerd door bestaande Europese richtlijnen aan te passen.

In Europees verband is gewerkt aan een verdere totstandkoming van een Europese kapitaalmarktunie. De kapitaalmarktunie-agenda beslaat 17 wetgevende voorstellen. In 2018 is er op een aantal van deze wetgevende voorstellen een Raadsakkoord bereikt. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de voorstellen voor een Pan Europees Persoonlijk Pensioenproduct (PEPP), gedekte obligaties, grensoverschrijdend aanbieden van beleggingsfondsen en voorstellen op het gebied van duurzaamheid.

Diversiteit, concurrentie en transparantie in de Nederlandse financiële sector leiden ertoe dat gevestigde marktpartijen zich uitgedaagd voelen om prijzen te verlagen en keuzemogelijkheden voor consumenten en bedrijven te vergroten. In dit kader heeft in 2018 de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel implementatie herziene betaaldienstenrichtlijn (PSD2)83 plaatsgevonden. Hierdoor is het voor nieuwe betaaldienstverleners makkelijker geworden om toe te treden tot de markt.

D. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid – artikel 2 Financiële markten (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2014

2015

2016

2017

2018

2018

2018

Verplichtingen

– 9.827.776

– 4.225.045

4.185.048

151.029

– 50.454

28.769

– 79.223

Waarvan betalingsverpichtingen

65.266

11.064

21.548

21.999

16.547

28.769

– 12.222

Muntcirculatie

17.415

– 880

9.854

5.961

2.076

11.263

– 9.187

Vakbekwaamheid

3.496

6.324

5.097

4.726

3.762

3.930

– 168

Bijdrage DNB BES-toezicht en FEC

20.811

2.125

1.676

3.275

4.472

2.289

2.183

Overige betalingsverplichtingen

23.544

3.495

4.921

8.037

6.238

11.287

– 5.049

               

Waarvan garantieverpichtingen:

– 9.893.042

– 4.236.109

4.163.500

129.030

– 67.000

0

– 67.000

Garantie verhoging plafond kredietfaciliteit AFM

 

18.000

 

– 6.000

– 2.000

 

– 2.000

Garantieregeling bancaire leningen

– 9.892.984

     

0

 

0

Garantie WAKO

 

– 4.254.099

   

0

 

0

Garantie stichting waarborgfonds

– 58

– 10

 

30

0

 

0

Garantie SRF

   

4.163.500

 

0

 

0

Garantie BES

     

135.000

– 65.000

 

– 65.000

Overige garantieverplichtingen

         

0

0

               

Uitgaven

58.452

17.285

18.834

21.980

21.916

28.769

– 6.853

               

Subsidies

4.584

6.324

436

437

436

436

0

Vakbekwaamheid

4.584

6.324

436

437

436

436

0

               

Garanties

     

1.000

1.000

1.000

0

Dotatie begrotingsreserve DGS BES

     

1.000

1.000

1.000

0

               

Bekostiging

10.633

6.568

8.879

7.253

10.304

13.037

– 2.733

Rechtspraak Financiële Markten

988

1.119

1.163

1.102

1.295

1.259

36

Muntcirculatie

9.645

5.425

7.606

5.960

6.836

11.263

– 4.427

Afname munt in circulatie

0

0

0

0

1.702

0

1.702

Toezicht en handhaving MIF

     

0

0

120

– 120

PSD II

     

191

291

195

96

Overig

0

24

110

0

180

200

– 20

               

Opdrachten

1.456

1.688

6.686

9.600

4.964

4.202

762

Wijzer in geldzaken

1.456

1.688

2.025

1.910

1.638

272

1.366

Vakbekwaamheid

   

4.661

4.289

3.326

3.930

– 604

Overig

     

3.400

0

0

0

               

Bijdrage aan zbo's en RWT's

41.358

2.306

2.073

3.680

4.832

9.694

– 4.862

Bijdrage AFM BES-toezicht

20.547

181

397

339

361

405

– 44

Bijdrage DNB BES-toezicht en FEC

20.811

2.125

1.676

3.341

4.472

2.289

2.183

Overig

       

0

7.000

– 7.000

               

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

420

400

760

10

380

400

– 20

Caribbean Financial Action Taskforce

40

20

0

10

0

20

– 20

IASB

380

380

760

0

380

380

0

               

Ontvangsten

814.597

80.674

56.555

27.645

13.426

13.021

405

               

Garanties

99.636

0

0

0

0

0

0

Feeopbrengsten garantieregeling bancaire leningen

99.636

0

0

0

0

0

0

               

Leningen

623.085

58.491

0

0

0

0

0

Ontvangsten IJsland

623.085

58.491

0

0

0

0

0

               

Bekostiging

86.992

11.185

26.970

18.896

2.036

5.184

– 3.148

Ontvangsten muntwezen

3.288

4.698

10.576

3.325

2.036

5.184

– 3.148

Toename munten in circulatie

83.704

6.487

16.394

15.571

0

0

0

               

Overig

4.884

10.998

29.585

8.748

11.390

7.837

3.553

Overige programma-ontvangsten

4.884

10.998

29.585

8.748

11.390

7.837

3.553

E. Toelichting op de instrumenten

Verplichtingen

Betalingsverplichtingen (– € 12,2 mln.)

Muntcirculatie (– € 9,2 mln.)

De uitgaven vallen € 4,4 mln. lager uit aangezien er minder munten zijn geslagen dan aanvankelijk was verondersteld. Daarnaast zijn enkele betalingsverplichtingen uit het verleden afgeboekt ter hoogte van € 4,8 mln.

Garantieverplichtingen (– € 67 mln.)

Kredietfaciliteit AFM (– € 2 mln.)

De kredietfaciliteit van de AFM is licht naar beneden bijgesteld, aangezien de AFM een langlopende lening heeft afgelost.

Garantie BES (– € 65 mln.)

Het DGS BES vloeit voort uit het DGS dat per 4 oktober 2017 voor Caribisch Nederland is ingevoerd. DNB schatte aanvankelijk in dat een dekkingsplafond van € 135 mln. nodig was. Deze schatting is in 2018 bijgesteld tot € 70 mln., ten gevolge waarvan de garantie met € 65 mln. naar beneden is bijgesteld.

Uitgaven

Bekostiging (– € 2,7 mln.)

Muntcirculatie (– € 4,4 mln.)

De uitgaven vallen lager uit aangezien er minder munten zijn geslagen dan aanvankelijk was verondersteld.

Afname munt in circulatie (+ 1,7 mln.)

Het afgelopen jaar zijn er via DNB minder munten in omloop gebracht dan dat er uit omloop zijn teruggekomen. Als gevolg daarvan heeft DNB het afgelopen jaar per saldo een bedrag van € 1,7 mln. aan nominale waarde van in de markt uitgezette munten uit de schatkist ontvangen.

Bijdrage aan zbo’s en RWT’s (– € 4,9 mln.)

Bijdrage DNB BES Toezicht en Financieel Expertise Centrum (FEC; + € 2,2 mln.)

Deze uitgaven zien met name op de besteding van de door het Kabinet extra ter beschikking gestelde Contra terrorisme (CT) gelden die zijn aangewend voor de structurele financiering van de activiteiten op het terrein van de bestrijding van Terrorismefinanciering door het FEC van € 1,4 mln. Daarnaast is de overheidsbijdrage voor het toezicht op de BES-eilanden licht toegenomen.

Overig (– € 7,0 mln.)

In de begroting was € 7 mln. opgenomen als bijdrage van het Ministerie van Financiën voor het oprichten van een openbaar register met informatie over uiteindelijk belanghebbenden (Ultimate Beneficial Owners, UBO’s) van rechtspersonen en ondernemingen. Dit bedrag is in 2018 overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van J&V. De realisatie op dit artikel is derhalve nul.

Ontvangsten

Bekostiging (– € 3,1 mln.)

Ontvangsten muntwezen (– € 3,1 mln.)

Het gaat hierbij om de volgende ontvangsten: nominale waarde van de door de KNM afgenomen muntsets en bijzondere munten, royalty’s vanwege door de KNM verkochte dukaten, opbrengst van verkochte ontwaarde munten (schrot) en opbrengst vanwege aan andere landen geleverde munten. De opbrengsten kunnen van jaar op jaar sterk verschillen hetgeen niet altijd goed te voorspellen is. Het merendeel van de ontvangsten is afkomstig van de KNM.

Overig (+ € 3,6 mln.)

In 2018 is € 1,6 mln. aan boeteopbrengsten ontvangen van AFM. Daarnaast is € 0,4 mln. terugontvangen van DNB in het kader van de coulanceregeling DGS. Ook is meer ontvangen aan leges voor wft-examens.

82

Kamerstukken II 2017–2018, 32 013, nr. 200.

Licence