Base description which applies to whole site

Artikel 1 Volksgezondheid

A. Algemene doelstelling

Een goede volksgezondheid, waarbij mensen zo min mogelijk bloot staan aan bedreigingen van hun gezondheid én zij in gezondheid leven.

 

1981

2005

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

1. Absolute levensverwachting in jaren:

                   

– mannen

72,7

77,2

78,8

79,2

79,1

79,4

79,9

79,7

79,9

80,11

– vrouwen

79,3

81,6

82,7

82,9

82,8

83,0

83,3

83,1

83,1

83,31

2. Waarvan jaren in goed ervaren gezondheid:

                   

– mannen

59,9

62,5

63,9

63,7

64,7

64,6

64,9

64,6

64,9

65,0

– vrouwen

62,4

61,8

63,0

63,3

62,6

63,5

64,0

63,2

63,3

63,8

Bron:

1. Staat van Volksgezondheid en Zorg

De levensverwachting van in Nederland geboren vrouwen bedroeg in 2017 83,3 jaar. Dat is 3,2 jaar hoger dan die van mannen (80,1 jaar). Sinds 1981 is het verschil in levensverwachting tussen de seksen kleiner geworden. Mannen boekten vanaf 1981 een winst van 7,4 jaar, vrouwen zijn gemiddeld 4,0 jaar ouder geworden.

2. Staat van Volksgezondheid en Zorg

Voor het berekenen van de levensverwachting in goed ervaren gezondheid is het aantal gezonde jaren bepaald op basis van een vraag naar de ervaren gezondheid. In de loop der jaren is de vraag naar de ervaren gezondheid op twee (vrijwel identieke) manieren gesteld, namelijk:

1. Hoe is het over het algemeen met uw gezondheid?

2. Hoe is over het algemeen de gezondheidstoestand van de onderzochte persoon?

Mensen die deze vraag beantwoorden met goed of zeer goed worden gezond genoemd.

1

Voorlopige cijfers

B. Rol en verantwoordelijkheid Minister

Een belangrijke beleidsopgave voor de Minister van VWS is het beschermen en bevorderen van de gezondheid van burgers. Mensen zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor hun gezondheid en dienen zichzelf -indien mogelijk- te beschermen tegen gezondheidsrisico’s. De verantwoordelijkheid voor veilig voedsel en veilige producten ligt primair bij het bedrijfsleven. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), een agentschap van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), ziet namens VWS onder meer toe op de voedselveiligheid, de naleving van de Warenwet en de Tabakswet. Op het gebied van voedselveiligheid en consumenteninformatie zijn vrijwel uitsluitend Europese Verordeningen rechtstreeks van toepassing.

De Minister vervult de volgende rollen:

Stimuleren:

  • Bevorderen dat mensen gezonder leven door gezonde keuzes makkelijker te maken onder andere door breed en goed toegankelijk aanbod in de buurt en te zorgen voor betrouwbare informatie over een gezonde leefstijl.

  • Inzetten op een gezonder aanbod van voeding (Akkoord Verbetering Productsamenstelling).

Financieren:

  • Financiering van doelmatige, kwalitatieve en toegankelijke bevolkingsonderzoeken ter voorkoming en vroegtijdige opsporing van levensbedreigende ziekten, zoals borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker.

  • Financiering van het Nationaal Programma Grieppreventie.

  • Financiering van de neonatale hielprikscreening en de prenatale screenings.

  • Vroegtijdige opsporing en bestrijding van infectieziekten. Dit betreft onder andere de financiering van het Rijksvaccinatieprogramma en de bescherming tegen infectieziekten.

  • Financiering voor het uitvoeren van wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed door het RIVM. Dit betreft onder andere infectieziektebestrijding en medische milieukunde.

  • Financiering van de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting.

  • Financiering van de abortusklinieken.

  • Financiering van de landelijke ondersteuningsstructuur ten behoeve van de kwaliteit en doelmatigheid van zorg.

  • Het tegengaan van antibioticaresistentie door opzetten van netwerken.

Regisseren:

  • Het opstellen van een wettelijk kader voor bescherming van consumenten tegen onveilige producten en levensmiddelen en het handhaven ervan door de NVWA.

  • Het opstellen van een wettelijk kader voor de bescherming van de gezondheid van burgers tegen de risico’s van het gebruik van alcohol en tabak en doen handhaven ervan door gemeenten respectievelijk de NVWA.

  • Het opstellen van een wettelijk kader voor de bescherming van proefpersonen bij medisch-wetenschappelijk onderzoek zonder de voortgang van de medische wetenschap onnodig te belemmeren, en het toezicht houden op de toetsing en uitvoering van het onderzoek.

  • Aandacht voor een gezonde, beweegvriendelijke en veilige omgeving waarin de gezonde keuze de makkelijke keuze is.

  • Het tegengaan van ontstaan en verspreiding van antibioticaresistentie in de gezondheidszorg, voedsel, milieu en binnen de dierhouderij, in nauwe samenwerking met het Ministerie van LNV.

  • Het opstellen van een wettelijk kader en doen handhaven van de kwaliteit van de jeugdgezondheidszorg.

  • In het geval van A-ziekten (Wet publieke gezondheid) geeft de Minister leiding aan de bestrijding van deze infectieziekten.

  • Coördinatie van het interdepartementaal drugsbeleid en zorgen voor het wettelijk kader (Opiumwet) en voor de gezondheidsaspecten van het drugsbeleid.

  • Het formuleren van wet- en regelgeving en beleid op het terrein van medisch-ethische vraagstukken.

C. Beleidsconclusies

De in de begroting 2018 opgenomen beleidswijzigingen op het terrein van de Volksgezondheid zijn nagenoeg uitgevoerd volgens plan, zoals de totstandkoming van een nieuwe financieringswijze van de regionale centra voor prenatale screening. Verder is in 2018 gestart met het Nationaal Preventieakkoord, het Plan preventie en ondersteuning onbedoelde (tiener) zwangerschappen en het Programma Kansrijke start. Deze ambities zijn tot stand gekomen door het betrekken van verschillende organisaties, veldpartijen, disciplines en regio’s.

Nationaal Preventieakkoord

Met het Nationaal Preventieakkoord (TK 32 793 nr. 339) wordt ingezet op de thema’s roken, overgewicht (in verband met bewegen en voeding) en problematisch alcoholgebruik. Ruim 70 partijen hebben zich verbonden aan één of meer van de drie deelakkoorden. In 2040 moet er sprake zijn van een rookvrije generatie. Dit betekent dat het beleid erop is gericht om de samenleving zo in te richten dat kinderen niet meer verleid worden om te beginnen met roken en niet blootstaan aan meeroken. De doelstellingen voor 2020 richten zich op het aantal zwangeren dat rookt (van 9% naar minder dan 5%), het aantal volwassen rokers (van 23% naar maximaal 19%) en het aantal jongeren dat start met roken (van 75 jongeren per dag naar minder dan 40 per dag).

De trend uit de Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) laat zien dat tot 2040, dus de komende 21 jaar, een forse toename plaatsvindt van het aantal mensen met overgewicht en obesitas. De ambitie is echter om een daling te bewerkstelligen die uitkomt op het niveau van 22 jaar geleden.

De ambitie van het deelakkoord problematisch alcoholgebruik richt zich op vier thema’s:

  • In 2040 drinkt, in plaats van 8,9%, nog maximaal 4% van de zwangere vrouwen alcohol.

  • Het aantal scholieren dat ooit alcohol heeft gedronken daalt van 45% naar maximaal 25%.

  • Zowel overmatig als zwaar alcoholgebruik onder inwoners van Nederland daalt naar 5% of minder. Speciale aandacht is er voor inwoners van 50 jaar en ouder en jongvolwassenen.

  • De bewustwording over drinkgedrag en het effect op de gezondheid van alcoholgebruik is sterk vergroot. In 2040 kent 80% van de Nederlanders (12+) de mogelijke gezondheidseffecten zoals leverschade, hersenschade en verschillende vormen van kanker. Ook kennen meer mensen de Gezondheidsraadrichtlijn.

Het RIVM zal jaarlijks over de voortgang van de uitvoering van de maatregelen rapporteren en een aantal relevante leefstijlindicatoren in beeld brengen die betrekking hebben op de drie thema’s.

Onbedoelde zwangerschappen

Voor de inzet op preventie van onbedoelde (tiener)zwangerschappen is een Zevenpuntenplan geconcretiseerd (TK 32 279, nr. 123). Zo wordt onder andere de uitvoering van de keuzehulpgesprekken aan de hand van kwaliteitseisen toekomstbestendig gemaakt en wordt met medewerking van de onderwijspartijen de voorlichting op scholen versterkt.

Kansrijke start

Het programma Kansrijke start heeft tot doel om meer kinderen een kansrijke start te geven (TK 32 279, nr. 124). In Nederland heeft 14% van de kinderen een valse start bij de geboorte. Door deze valse start krijgen kinderen later vaker groei- en (psychische) ontwikkelingsproblemen, suikerziekte, hart- en vaatziekten en overgewicht en komen ze veel vaker in aanraking met jeugdhulp. De maatregelen genoemd in het actieprogramma worden in de jaren 2020 tot en met 2022 samen met betrokken partijen uitgevoerd. In het najaar 2018 is de organisatie neergezet die uitvoering gaat geven aan het actieprogramma (stuurgroep, programmateam, landelijke coalitie) en zijn de eerste acties in gang gezet (inzicht in lokale cijfers, vormen van lokale coalities en monitoring).

Nader onderzoek naar de doodsoorzaak van kinderen

In 2018 is de subsidieregeling nader onderzoek naar de doodsoorzaak van kinderen (NODOK) in opdracht van het Ministerie van VWS geëvalueerd door UMC Utrecht. Uit deze evaluatie blijkt dat in totaal 65 NODOK-procedures zijn uitgevoerd. Geconstateerd wordt dat NODOK effectief is in het achterhalen van de doodsoorzaak en dat NODOK voldoet aan het primaire doel rondom rouwverwerking. Zo wordt NODOK door ouders/gezagvoerders als belangrijk tot zeer belangrijk ervaren, zijn zij dankbaar en ervaren zij rust. Daarnaast heeft NODOK in 40% van de gevallen geleid tot verder medisch onderzoek bij gezinsleden in verband met een risico op familiaire aandoeningen. Ook wordt geconstateerd dat NODOK een bijdrage levert aan het verbeteren van de kwaliteit van zorg, omdat bij 10 van de 65 procedures tekortkomingen in de zorg voor overlijden zijn blootgelegd (TK 35 000-XVI, nr. 92). Er is dan ook besloten om de regeling ongewijzigd voort te zetten.

Vaccinaties

Vaccinaties zijn bedoeld om de samenleving zo goed mogelijk te beschermen tegen ernstige infectieziekten. In Nederland kiest in 2018 90,2% van de ouders ervoor om hun kind te laten vaccineren. Toch blijkt uit het RIVM rapport Vaccinatiegraad en jaarverslag Rijksvaccinatieprogramma Nederland 2017 dat de vaccinatiegraad voor vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma voor het derde achtereenvolgende jaar licht is gedaald, met 1% ten opzichte van het voorgaande jaar (TK 32 793, nr. 315). In 2018 is een aantal maatregelen doorgevoerd om de dalende trend te keren. Zo hebben professionals in jeugdgezondheidszorg (JGZ) meer ruimte in hun contactmomenten gekregen om voorlichting te geven over het programma en in te gaan op mogelijke vragen over vaccineren. Daarnaast heeft het RIVM een e-learning beschikbaar gesteld met verdiepende scholing voor professionals. Meer dan duizend professionals hebben de e-learning inmiddels gevolgd en waarderen deze met een 8,3 gemiddeld (TK 32 793, nr. 338).

Daarnaast zijn in 2018 aanvullend zes actielijnen voor vaccinatiebereidheid gepresenteerd. Deze actiepunten zijn onder andere gericht op het beter laten aansluiten van onderzoek, voorlichting en communicatie; actief tegengaan van onjuiste informatie; de rol van professionals verder versterken en mogelijkheden bieden om vaccinaties in te halen (TK 32 793, nr. 338). Daarnaast is in 2018 gestart met de grootschalige campagne voor het Meningokokken ACWY-vaccin voor kinderen van 14 maanden en voor jongeren van 14 jaar. De voorlopige opkomst is geschat op 83,6%, maar kan nog verder oplopen omdat niet overal de vaccinaties zijn afgerond. In 2019 wordt tevens gestart met het aanbieden van het rotavirusvaccinatie voor risicogroepen (TK 32 793, nr. 321) en de maternale kinkhoesvaccinatie (TK 32 793, nr. 320). Definitieve resultaten over het deelnemingspercentage in 2018 worden verwacht in juni 2019.

Jongeren Op Gezond Gewicht

In 2018 is onderzoek gedaan naar de stichting Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG, TK 34 080, nr. 4). Uit het onderzoek kwam onder andere naar voren dat de effectiviteit van de activiteiten van JOGG (nog) niet overtuigend wetenschappelijk zijn aangetoond. Gezien de relatief korte periode waarin veel gemeenten actief aan de slag zijn gegaan met de JOGG-aanpak en de eerder benoemde complexe problematiek, kan dit ook niet verwacht worden. De aanpak, zeker in (lokale) samenhang met andere programma’s als Gezonde School en Gezonde Kinderopvang, lijkt op basis van een aantal lokale resultaten wel effect te hebben. Deze goede ervaringen verdienen navolging elders. De lokale resultaten van de inzet op een gezondere omgeving, een gezonder gedrag van de jeugd en een dalend overgewicht in JOGG-gemeenten moeten nu meer en meer zichtbaar worden. Het Nationaal Preventieakkoord, dat eind 2018 gesloten is, zal hier een prominente rol in nemen.

Fipronil

Het Fipronil-incident heeft in de zomer van 2017 geleid tot veel onrust bij consumenten en heeft grote gevolgen gehad voor alle betrokken pluimveehouders. Naar aanleiding van het incident heeft de Commissie Sorgdrager het verloop van het incident geanalyseerd en aanbevelingen uitgebracht ter verbetering van de borging van voedselveiligheid. De Commissie Sorgdrager constateerde medio 2018 dat bij zowel de sector, de NVWA als de beleidsdepartementen VWS en LNV, verbeteringen nodig waren. Daarop is eind 2018 door de eiersector, de NVWA en de ministeries van VWS en LNV het Actieplan Voedselveiligheid opgesteld waarin de aanbevelingen zijn opgevolgd met verbeteracties voor alle betrokken actoren (TK 26 991, nr. 538). De acties hebben onder andere betrekking op versterking van de zelfregulering door de eiersector, de verbetering van het afhandelen van signalen en meldingen door de NVWA, een integrale weging van de bij de NVWA binnenkomende signalen, verbetering van de informatie-uitwisseling tussen de NVWA en het Openbaar Ministerie en tussen de NVWA en private partijen. Ten slotte zijn VWS en LNV in 2018 gekomen tot een gezamenlijk crisishandboek voedselveiligheid.

Internationale toetsing klinisch geneesmiddelenonderzoek

De Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO) is met de erkende medisch-ethische toetsingscommissies (METC’s) in 2017 gestart met een pilot; een bestaande vrijwillige multinationale Europese beoordeling die sterke gelijkenis vertoont met de beoordeling onder de nieuwe wetgeving. Deze pilot liep door in 2018. Door vertraging in de realisatie van het vereiste Europese webportaal (en databank) is nog steeds onduidelijk wanneer de verordening van toepassing zal zijn, waarschijnlijk pas medio 2020. Voor multinationale studies die deels in Nederland worden uitgevoerd, is de ambitie van Nederland nog steeds om voor 25% van deze studies rapporterend lidstaat zijn.

Tegemoetkoming Q-koorts patiënten

De inrichting van de uitvoering van de tegemoetkoming Q-koorts patiënten vraagt meer tijd, omdat de verwerking van medische gegevens met grote zorgvuldigheid moet worden gedaan. De betaling van de tegemoetkoming is daarom doorgeschoven naar 2019.

D. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Verschil

     

2014

2015

2016

2017

2018

2018

2018

                   

Verplichtingen

614.940

625.302

600.651

713.544

650.342

655.043

– 4.701

                   

Uitgaven

494.841

591.257

595.127

621.682

651.562

669.585

– 18.023

                   

1. Gezondheidsbescherming

103.671

104.033

108.666

107.563

112.102

110.257

1.845

                   
 

Subsidies

1.716

2.134

2.363

3.980

6.927

8.038

– 1.111

   

Uitvoering landelijke nota gezondheidsbeleid / Nationaal Programma Preventie

934

2.020

2.233

3.703

6.577

8.038

– 1.461

   

Overig

782

114

130

277

350

0

350

                   
 

Opdrachten

4.600

1.227

1.647

1.894

1.730

2.146

– 416

   

Aanschaf Jodiumtabletten

0

0

668

375

0

0

0

   

Overig

4.600

1.227

979

1.519

1.730

2.146

– 416

                   
 

Bijdragen aan agentschappen

97.052

100.569

104.371

101.464

103.373

99.481

3.892

   

Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit

77.672

79.647

80.354

81.760

83.474

81.380

2.094

   

RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed

19.024

20.526

23.726

19.704

19.429

16.101

3.274

   

Overig

356

396

291

0

470

2.000

– 1.476

                   
 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

209

21

160

207

38

0

38

   

Overig

209

21

160

207

38

0

38

                   
 

Bijdragen aan medeoverheden

94

82

125

18

34

592

– 558

   

College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden

0

0

0

0

17

114

– 97

   

Lokaal verbinden

0

0

0

0

0

208

– 208

   

Overig

94

82

125

18

17

270

– 253

                   

2. Ziektepreventie

321.563

416.453

417.267

439.051

460.874

484.829

– 23.955

                   
 

Subsidies

201.112

207.238

209.220

230.853

236.639

251.363

– 14.724

   

Ziektepreventie

7.501

7.633

8.242

7.586

7.691

15.118

– 7.427

   

RIVM: Regelingen publieke en seksuele gezondheid

193.612

199.604

200.979

205.337

211.943

210.245

1.698

   

Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT)

0

0

0

17.930

17.005

26.000

– 8.995

                   
 

Opdrachten

464

284

508

475

394

7.738

– 7.344

   

(Vaccin)onderzoek

0

284

0

0

0

7.427

– 7.427

   

Overig

464

0

508

475

394

311

83

                   
 

Bijdragen aan agentschappen

119.003

207.352

206.614

206.834

222.927

224.732

– 1.805

   

RIVM: Opdrachtverlening Centra

119.003

207.352

206.614

206.834

222.927

224.732

– 1.805

                   
 

Bijdragen aan medeoverheden

984

1.579

925

889

914

996

– 82

   

Overig

984

1.579

925

889

914

996

– 82

                   

3. Gezondheidsbevordering

51.796

50.805

50.885

55.621

59.549

56.028

3.521

                   
 

Subsidies

33.615

33.082

33.417

38.817

42.550

35.769

6.781

   

Preventie van schadelijk middelengebruik (alcohol, drugs en tabak)

1.185

1.787

2.203

9.361

9.968

8.077

1.891

   

Gezonde leefstijl en gezond gewicht

9.803

10.426

12.030

15.066

17.644

13.958

3.686

   

Letselpreventie

4.670

4.325

3.931

3.987

4.297

4.294

3

   

Bevordering kwaliteit en toegankelijkheid zorg

4.074

4.751

5.067

6.203

5.111

5.038

73

   

Bevordering van seksuele gezondheid

4.658

2.631

2.775

2.965

4.133

2.772

1.361

   

Overig

9.225

9.162

7.411

1.235

1.397

1.630

– 233

                   
 

Opdrachten

3.629

3.647

3.343

3.227

3.365

4.687

– 1.322

   

Heroïnebehandeling op medisch voorschrift

2.874

2.782

2.712

2.854

2.518

3.100

– 582

   

Communicatie verhoging leeftijdsgrenzen alcohol en tabak

0

0

0

0

0

1.060

– 1.060

   

Overig

755

865

631

373

847

527

320

                   
 

Bijdragen aan agentschappen

0

0

0

0

0

693

– 693

   

Overig

0

0

0

0

0

693

– 693

                   
 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

0

0

0

0

0

246

– 246

   

Overig

0

0

0

0

0

246

– 246

                   
 

Bijdragen aan medeoverheden

14.552

14.076

14.125

13.577

13.634

14.633

– 999

   

Heroïnebehandeling op medisch voorschrift

14.552

14.076

14.125

13.577

13.634

13.559

75

   

Overig

0

0

0

0

0

1.074

– 1.074

                   

4. Ethiek

17.810

19.966

18.308

19.447

19.037

18.471

566

                   
 

Subsidies

1.331

16.573

17.197

18.363

17.383

17.421

– 38

   

Abortusklinieken

0

15.705

15.913

16.543

15.675

15.755

– 80

   

Beleid Medische Ethiek

1.331

868

1.284

1.820

1.708

1.666

42

                   
 

Opdrachten

132

210

79

83

41

336

– 295

   

Overig

132

210

79

83

41

336

– 295

                   
 

Bijdragen aan agentschappen

2.164

1.130

1.032

1.001

1.613

714

899

   

CIBG: Uitvoeringstaken medische ethiek

2.164

1.130

1.032

1.001

1.613

714

899

                   
 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

14.183

2.053

0

0

0

0

0

   

ZiNL: Rijksbijdrage abortusklinieken

14.122

2.053

0

0

0

0

0

   

Overig

61

0

0

0

0

0

0

                   

Ontvangsten

37.511

21.221

16.001

18.716

35.248

8.403

26.845

   

Bestuurlijke boetes

5.341

4.112

5.418

6.981

6.830

5.400

1.430

   

Overig

32.170

17.109

10.583

11.735

28.418

3.003

25.415

E. Toelichting op de instrumenten
1. Gezondheidsbescherming

Bijdragen aan agentschappen

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

De Minister van VWS is opdrachtgever voor het agentschap Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De NVWA heeft een centrale rol bij het bewaken van de veiligheid van voedsel- en consumentenproducten op grond van wettelijke normen. Hiervoor is in 2018 € 83,5 miljoen uitgegeven. Dit is € 2,1 miljoen meer dan geraamd. Dit heeft met name te maken met een tegemoetkoming in de stijging van loonkosten en extra taken samenhangend met de bestrijding van exotische muggen.

In onderstaande tabel is weergegeven hoe het aantal verloren gegane gezonde levensjaren door voedselinfecties zich ontwikkelt.

Kengetallen voedselveiligheid: Aantal verloren gezonde levensjaren ten gevolge van voedselinfecties door ziekteverwekkende micro-organismen in voedsel in Nederland; gegevens 2017

Micro-organismen

Aantal verloren gezonde levensjaren (DALY=Disability Adjusted Life Year)1

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Toxoplasma gondii

1.093

1.068

1.088

1.063

1.062

1.100

Campylobacter spp.

1.951

1.917

1.869

1.691

1.501

1.300

Salmonella spp.

1.486

670

649

643

757

680

S. aureus toxine

194

194

193

192

192

190

C. perfringens toxine

176

176

177

177

177

180

Norovirus

297

286

285

301

375

270

Rotavirus

161

186

78

165

88

140

B. cereus toxine

28

28

28

28

28

29

Listeria monocytogenes

94

68

191

165

310

190

STEC O157

61

61

61

61

61

61

Giardia spp.

302

29

29

29

29

29

Hepatitis-A virus

7

7

6

5

5

6

Cryptosporidium spp.

102

11

11

19

22

14

Hepatitis-E virus

34

30

732

1002

100

70

Totaal

5.623

4.732

4.735

4.640

4.708

4.200

Bron: (Mangen et al., 2018. RIVM Letter Report 2018–0037) https://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/2018–0037.pdf

1

DALY=Disability Adjusted Life Year. Maat voor ziektelast in een populatie uitgedrukt in tijd; opgebouwd uit het aantal verloren levensjaren (door vroegtijdige sterfte) en het aantal jaren geleefd met gezondheidsproblemen (bijvoorbeeld een ziekte), gewogen voor de ernst hiervan (ziektejaarequivalenten). In deze maat komen de drie belangrijke aspecten van de volksgezondheid terug: kwantiteit (levensduur), kwaliteit van leven en het aantal personen dat een effect ondervindt.

2

Deze getallen zijn op basis van nieuwe meetmethodes gewijzigd.

De getallen zijn gebaseerd op het aantal jaarlijks gerapporteerde gevallen en de daarmee gepaarde ziektelast gecorrigeerd voor: i) de dekkingsgraad (indien van toepassing); ii) onderdiagnose en onderrapportage; en iii) het feit dat niet elke zieke medische zorg nodig heeft. Het berekeningsmodel voor deze getallen kent een schattingselement omdat het gebaseerd is op een aantal aannames. Daarom worden de kengetallen als afgeronde getallen weergegeven.

RIVM in verband met wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed

De opdrachtverlening inzake de programma’s aan het RIVM bedroeg in 2018 € 19,4 miljoen en is € 3,3 miljoen hoger dan oorspronkelijk geraamd. Dit als gevolg van een aantal aanvullende opdrachten waarvoor bij de eerste en tweede suppletoire begroting budget is overgeheveld naar dit instrument. Het betreft opdrachten die zijn toegevoegd aan de RIVM-programma’s Wettelijke taak Volksgezondheid en Zorg (€ 0,8 miljoen), Beleidsondersteuning Volksgezondheid en Zorg (€ 0,6 miljoen), Beleidsondersteuning Geneesmiddelen en Medische technologie (€ 1,3 miljoen) en Risicoschatting en beoordeling ten behoeve van beleid (€ 0,6 miljoen).

2. Ziektepreventie

Subsidies

Ziektepreventie

De gerealiseerde uitgaven bedragen € 7,7 miljoen. Dat is circa € 7,4 miljoen lager dan het geraamde bedrag van € 15,1 miljoen. Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de uitvoering van de tegemoetkoming Q-koorts patiënten meer tijd heeft gevraagd, omdat de verwerking van medische gegevens met grote zorgvuldigheid moet worden gedaan. De voor 2018 gereserveerde middelen (€ 4,8 miljoen) zijn daarom doorgeschoven naar 2019. Verder is € 1,3 miljoen overgeheveld naar artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning voor de uitvoering van het project Terugdringen Antibioticaresistentie (ABR) in verpleeghuizen door Vilans. Verder is € 0,2 miljoen overgeheveld naar artikel 10 voor het uitvoeren van een campagne Antimicrobiologische Resistentie (AMR) en is € 0,3 miljoen overgeboekt naar het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor de bijdrage aan de kosten van het Dutch Wildlife Health Centre. Tot slot is een bedrag van € 0,9 miljoen niet besteed als gevolg van lagere kosten en te laat ingediende subsidieaanvragen door verschillende partijen.

Kengetallen Deelname aan vaccinatieprogramma, bevolkingsonderzoeken en screeningen in procenten
 

2005

2010

2015

2016

2017

2018

– Percentage deelname aan Rijksvaccinatieprogramma

95,8%

95,0%

94,8%

93,1%

91,2%

90,2%

– Percentage deelname aan Nationaal Programma Grieppreventie

76,9%

68,9%

50,1%

53,5%

49,9%

n.n.b.

– Percentage deelname aan Bevolkingsonderzoek borstkanker

81,7%

80,7%

77,6%

77,3%

n.n.b.

n.n.b.

– Percentage deelname aan Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker

65,5%

64,3%

64,4%

60,3%

56,9%

n.n.b.

– Percentage deelname aan Bevolkingsonderzoek darmkanker

73,0%

73,0%

72,7%

n.n.b.

– Percentage deelname aan hielprik

99,6%

99,7%

99,3%

99,2%

99,2%

n.n.b.

Bron:

  • 1. Staat van Volksgezondheid en Zorg

    Voor het verslagjaar 2018 (betreft alle vaccinaties gegeven t/m 2017) is dit percentage 90,2%. Dit betreft het percentage kinderen geboren in 2015 dat alle vaccinaties volgens het RVP-schema toegediend heeft gekregen vóór het bereiken van de leeftijd van 2 jaar. Zie ook de brief Verder met vaccineren van 19 november 2018 (TK 32 793, nr. 338 ) voor actielijnen om de vaccinatiebereidheid te vergroten.

  • 2. Staat van Volksgezondheid en Zorg

    Dit kerncijfer betreft het percentage gevaccineerde personen in de groep patiënten die conform het advies van de Gezondheidsraad in aanmerking komen voor vaccinatie tegen influenza. Zie ook de brief Maatregelen griep van 10 oktober griep (TK 32 793, nr. 332 ) en Verder met vaccineren van 19 november 2018 (TK 32 793, nr. 338 ).

  • 3. Staat van Volksgezondheid en Zorg

    Dit kerncijfer betreft het percentage vrouwen uit de doelgroep, dat deelneemt aan het bevolkingsonderzoek borstkanker. De doelgroep van het bevolkingsonderzoek bestaat uit vrouwen van 50 tot 75 jaar.

  • 4. Staat van Volksgezondheid en Zorg

    Dit kerncijfer betreft het percentage vrouwen uit de doelgroep, dat deelneemt aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. De doelgroep van dit bevolkingsonderzoek bestaat uit 30–60 jarige vrouwen.

  • 5. Staat van Volksgezondheid en Zorg

    Dit kerncijfer betreft het percentage personen dat deelneemt aan het bevolkingsonderzoek dikkedarmkanker.

  • 6. Staat van Volksgezondheid en Zorg

    Dit kerncijfer betreft het percentage pasgeborenen dat gescreend is.

In de tabel zijn de meest actuele kengetallen uit de staat van Volksgezondheid en Zorg opgenomen. Deze worden jaarlijks geactualiseerd.

Deze cijfers geven een goede indicatie van de ontwikkelingen op de beleidsterreinen met dien verstande dat de nadruk op geïnformeerde keuze voor deelname ligt en niet op een zo hoog mogelijk percentage. Hierbij moet in acht worden genomen dat de beschermingsgraad in de praktijk hoger ligt dan het met het deelnamepercentage weergegeven cijfer in verband met bijvoorbeeld de groepsimmuniteit.

Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT)

Op basis van de ingediende subsidieaanvragen van de drie UMC's is het beschikbare budget bij eerste suppletoire begroting met € 8,0 miljoen neerwaarts bijgesteld. Uiteindelijk is een bedrag van € 17 miljoen aan subsidies verleend.

Opdrachten

(Vaccin)onderzoek

Bij de tweede suppletoire begroting is € 7,4 miljoen overgeboekt naar artikel 10 Apparaatsuitgaven voor het vaccinonderzoek en het onderzoek naar alternatieven voor dierproeven uitgevoerd door de Stichting Antonie van Leeuwenhoek-terrein.

3. Gezondheidsbevordering

Subsidies

Gezonde leefstijl en gezond gewicht

De uitgaven op dit instrument bedroegen €17,6 miljoen en zijn daarmee € 3,7 miljoen meer dan geraamd. In het regeerakkoord zijn middelen gereserveerd voor de verschillende acties binnen het Nationaal Preventieakkoord. Door de overboeking van deze middelen is de realisatie € 3,7 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot. Deze middelen zijn onder andere ingezet voor gezonde leefstijl en gezond gewicht.

Kengetallen Gezondheidsbevordering (in procenten)1
 

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Rokers 18 jaar e.o.1

28,6

26,9

27,0

24,5

24,7

25,7

26,3

24,1

23,1

n.b.b.

Rokers laatste maand, 12–16 jaar2

   

16,9

     

10,6

 

7,8

n.b.b.

Alcoholgebruik laatste maand, 12–16 jaar2

   

37,8

     

25,5

 

25,0

n.b.b.

Cannabisgebruik laatste jaar, 12–16 jaar2

   

11,7

     

8,2

 

7,9

n.b.b.

Cannabisgebruik laatste jaar 18 jaar e.o.3

6,8

       

7,6

6,7

6,6

7,2

n.b.b.

Overgewicht 18 jaar e.o.4

46,4

47,3

47,3

47,1

47,1

49,4

49,3

49,2

48,7

n.b.b.

Overgewicht 4–18 jaar4

13,2

13,3

12,5

12,3

11,7

11,9

11,6

13,6

13,5

n.b.b.

Aantal spoedeisende hulpbehandelingen in ziekenhuizen door privéongevallen en sportblessures (x 1.000)5

640

603

599

586

512

519

507

470

477

n.b.b.

Bronnen:

1: Staat van Volksgezondheid en Zorg: Gezondheidsenquête CBS/Leefstijlmonitor RIVM .

2: Nationale Drug Monitor, 2018, Trimbos-instituut .

3: Staat van Volksgezondheid en Zorg: Gezondheidsenquête CBS/Leefstijlmonitor RIVM . Door wijziging in meetmethoden na 2009 zijn de cijfers met 2014 en 2015 beperkt vergelijkbaar. Nationale Drug Monitor , 2018, Trimbos-instituut.

4: Staat van Volksgezondheid en Zorg: Gezondheidsenquête CBS/Leefstijlmonitor RIVM . Door wijziging in meetmethoden tussen 2009–2010 en 2013–2015 zijn de cijfers vóór en na deze perioden slechts in beperkte mate te vergelijken.

5: Kerncijfers LIS, VeiligheidNL . De daling in 2013 is toe te schrijven aan een technisch registratieprobleem in dat jaar.

1

In de tabel zijn de meest actuele kengetallen opgenomen. Deze worden jaarlijks geactualiseerd, waardoor enkele van deze getallen af kunnen wijken van de in de begroting gepresenteerde getallen.

Ontvangsten

Bestuurlijke boetes

De ontvangsten bestuurlijke boetes zijn circa € 1,4 miljoen hoger uitgevallen dan geraamd. In 2016 is de hoogte van het boetebedrag voor overtredingen van de Tabakswet gestegen. Daarnaast is de NVWA stringenter gaan inspecteren en wordt vaker een boete opgelegd in plaats van eerst een waarschuwing. Deze ontwikkelingen hebben in 2018 geleid tot hogere inkomsten dan geraamd.

Overige ontvangsten

De hogere ontvangsten worden veroorzaakt door niet geraamde ontvangsten in verband met de afrekening van in 2017 betaalde voorschotten aan:

  • Het RIVM voor de uitvoering van het Nationaal Programma Grieppreventie, het Rijksvaccinatieprogramma en de Nationale Hielprik Screening (€ 5,2 miljoen);

  • De screeningsorganisaties voor de uitvoering van de bevolkingsonderzoeken op basis van de Subsidieregeling Publieke Gezondheid (€ 11,6 miljoen);

  • De Stichting Nationaal Programma Grieppreventie voor de uitvoering van het Nationaal Programma Grieppreventie op basis van de Subsidieregeling Publieke Gezondheid (€ 2,4 miljoen);

  • VUMC voor de uitvoering van de Niet invasieve preventieve test op basis van de subsidieregeling NIPT (€ 2,5 miljoen).

De oorzaken hiervan zijn een lagere vaccinatiegraad RVP en Griep en een lager deelnamepercentage bevolkingsonderzoeken dan bij de verlening vanuit was gegaan. Voorts waren de vaccinprijzen lager dan verwacht door een zorgvuldige aanbesteding.

Verder zijn middelen ontvangen in verband met de liquidatie van de Stichting Garantiefonds voor Hemofiliepatiënten. De middelen die destijds in het fonds zijn gestort zijn, vermeerderd met de ontvangen rente, hiermee geretourneerd (€ 2,9 miljoen).

Licence