Base description which applies to whole site

3.4 Bedrijfsvoeringsparagraaf

Scope

De scope van deze bedrijfsvoeringparagraaf is de bedrijfsvoering waarvoor de Minister van Infrastructuur en Waterstaat verantwoordelijk is. (hoofdstuk XII Infrastructuur en Waterstaat, het Infrastructuurfonds en het Deltafonds). De bedrijfsvoering, inclusief het financieel beheer binnen het Ministerie van IenW, is op orde. De financiële overzichten geven een getrouw beeld van de uitkomsten van de begrotingsuitvoering.

Deze bedrijfsvoeringparagraaf omvat de volgende drie onderdelen.

  • 1. Uitzonderingsrapportage: in dit onderdeel wordt gerapporteerd over de rechtmatigheid, totstandkoming van de niet financiële verantwoordingsinformatie, begrotings- en financieel beheer en overige aspecten van de bedrijfsvoering. Over het algemeen is de conclusie dat de grote financiële stromen goed zijn beheerst. En dat binnen de rijksbrede rechtmatigheidstoleranties wordt gewerkt.

  • 2. Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen: in dit onderdeel wordt op een aantal vooraf vastgestelde rijksbrede ontwikkelingen in de bedrijfsvoering inzicht gegeven in de voortgang daarop bij IenW.

  • 3. Belangrijkste ontwikkelingen en verbeteringen in de IenW bedrijfsvoering: in dit onderdeel wordt gerapporteerd over de belangrijkste ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering van 2019.

1. Uitzonderingsrapportage

Om te voldoen aan de rapportagecriteria uit de rijksbegrotingsvoorschriften wordt in dit onderdeel gerapporteerd op de onderstaande rapportage-items:

  • A. comptabele rechtmatigheid;

  • B. totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie;

  • C. begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering;

  • D. overige aspecten van de bedrijfsvoering.

A. Comptabele rechtmatigheid

Uit de controle door de Auditdienst Rijk (ADR) over 2019 is gebleken dat de rapporteringstoleranties niet zijn overschreden.

B. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Het totstandkomingsproces niet-financiële informatie is ordelijk verlopen. De opzet van de procedure voor de totstandkoming van de niet-financiële informatie bevat voldoende waarborgen voor een ordelijk en controleerbaar proces. Bij de controle is gebleken dat de procedures goed worden nageleefd en de niet-financiële informatie in het jaarverslag op een betrouwbare wijze tot stand komt en niet strijdig is met de financiële verantwoordingsinformatie. De sturing en interne controle door IenW op het totstandkomingsproces van de niet-financiële informatie leveren hier een belangrijke bijdrage aan.

C. Begrotingsbeheer, financieel beheer en materiële bedrijfsvoering

In dit onderdeel wordt gerapporteerd over de ontwikkeling van het begrotingsbeheer, financieel beheer en materiële bedrijfsvoering:

  • Belangrijkste tekortkomingen, risico’s en ontwikkelingen op het gebied van begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering;

  • Onvolkomenheden zoals benoemd door de Algemene Rekenkamer inclusief de getroffen/te treffen maatregelen.

Begrotingsbeheer

In artikel 1.1 van de comptabiliteitswet 2016 is aangegeven dat het begrotingsbeheer het sturen en beheersen van het begrotingsproces betreft, waaronder de begrotingsuitvoering en de zorg voor het ramen van de ontvangsten en de uitgaven. De Auditdienst Rijk heeft een globaal, verkennend onderzoek verricht naar het begrotingsbeheer van IenW, en meer in het bijzonder naar de opzet van het proces in 2019. Uit dit onderzoek zijn geen bijzonderheden te melden.

Financieel beheer en materiele bedrijfsvoering

In het verslagjaar zijn de grote financiële stromen goed beheerst en is gewerkt aan de noodzakelijke verbeteringen. Hierdoor worden deze stromen voldoende beheerst. Met de fondsbeheerders van het gemeente- en provinciefonds en het ministerie van Financiën is opvolging gegeven aan nieuwe richtlijnen voor de toepassing van decentralisatie en specifieke uitkeringen. Aan de beheersing van het financieel beheer bij de bestuurskern is extra aandacht besteed waardoor voortgang is geboekt op onderstaande onvolkomenheden.

RWS heeft een Financieel Control Plan opgesteld en uitgevoerd. In dit plan zijn de meest risicovolle financiële processen voor het jaarrekeningtraject onderzocht, met als doel om aanvullende zekerheid te krijgen over het gevoerde financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering. Het beeld over 2019 is dat op dit beheer er voldoende niveau is om de rechtmatigheid van de geldstromen te borgen.

Integriteitsincident RWS

Op 12 maart 2019 heeft de minister de Tweede Kamer (TK) op de hoogte gesteld van een integriteitsincident bij RWS. Naar aanleiding hiervan is zowel intern als extern onderzoek verricht. Op basis van het interne onderzoek is vastgesteld dat de fraude heeft plaatsgevonden door middel van het indienen van valse facturen via het proces van de light inkopen. Het extern onderzoek richtte zich op de betrouwbaarheid van het (light) inkoop- en betaalproces. De TK is op 10 juli 2019 geïnformeerd over de voortgang en resultaten van de aangekondigde acties n.a.v. het integriteitsincident. Er zijn diverse verbetermaatregelen genomen die voor een gedeelte doorlopen naar het lopende jaar (voor enkele structurele maatregelen). Eén van de maatregelen die in 2019 heeft plaatsgevonden is een eenmalige integrale IenW-brede naam-ibannummer controle voor de Nederlandse ibannummers. In 2020 zal een structurele naam-ibannummer controle IenW-breed worden ingeregeld. Andere maatregelen die doorlopen in 2020 zijn het periodiek uitvoeren van spendanalyses op de light inkopen, een herijking van het kader light inkopen en de versterking van de monitoring op het light inkoopproces.

Voortgang op onvolkomenheden Algemene Rekenkamer

De Algemene Rekenkamer zag dat in 2018 meer fouten zijn gemaakt met aanbestedingen, de beheersmaatregelen rondom het subsidiebeheer nog onvoldoende werken, nog veel prestatieverklaringen kwalitatief onvoldoende zijn en te veel oude voorschotten open staan. Ook in 2019 zijn aanvullende verbeteracties in gang gezet. In onderstaande tabel is de voortgang op deze onvolkomenheden in 2019 opgenomen.

Onderwerp

Oordeel AR ultimo 2018

Stand van zaken ultimo 2019

Subsidiebeheer (MenO-beleid) kerndepartement

De subsidiereviews zijn te laat uitgevoerd. De kwaliteit risicoanalyses was wisselend en de beoordeling van de staatssteunaspecten kon beter.

Subsidiereviews zijn uitgevoerd; Kwaliteit risicoanalyses is verbeterd. Beoordeling staatsteun is nu een integraal onderdeel van het subsidiedossier, waardoor een eenduidige en controleerbare toetsing op het staatsteunaspect wordt geborgd.

Aanbestedingen

De naleving van de aanbestedingsregels is verslechterd en de sturingsinformatie is kwalitatief onvoldoende.

Er zijn in 2019 verbeteringen aangebracht op een jaarlijkse structurele monitoring op objectieve leverancierselectie en procedurekeuze.

De periodiciteit van de monitoring van de procedurekeuze door RWS is verhoogd van eenmaal naar tweemaal per jaar.

Gewerkt is aan verbetering van de sturingsinformatie mbt inhuur.

Prestatieverklaren kerndepartement

Prestatieverklaren nog onvoldoende verbeterd.

Oorzaken: onvoldoende inhoudelijke toetsing en bij oudere contracten zijn leverings- en betalingsvoorwaarden onvoldoende concreet geformuleerd.

In de loop van het verslagjaar is inhoudelijke verificatie voorafgaand aan de factuurbetaling ingericht bij het kerndepartement. Nadere afspraken zijn gemaakt over het juiste gebruik van contract- en opdrachtbriefmodellen zodat prestaties eenvoudig en rechtmatig kunnen worden verklaard.

De prestatieverklaringen van het kerndepartement laten een stijgende kwaliteit zien (96% goed in het derde en vierde kwartaal).

Voorschottenbeheer kerndepartement

Onvoldoende onderbouwing bij het afrekenen van voorschotten en de trage voortgang in het afrekenen van oude voorschotten.

Vier ogen principe bij afrekenen is ingericht en een inhaalslag heeft plaatsgevonden op de openstaande voorschotten. Het overzicht openstaande voorschotten wordt periodiek beoordeeld om de tijdigheid van afwikkelen te verbeteren. Zo zijn bijvoorbeeld de voorschotten NSL 2006-2018 afgewikkeld.

D. Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Voortgang op overige onvolkomenheden

In dit onderdeel wordt aandacht besteed aan de overige belangrijke risico's in de bedrijfsvoering die geen betrekking hebben op het financieel beheer en materiële bedrijfsvoering. Tevens wordt ingegaan op de door de Algemene Rekenkamer in het voorafgaande jaar geconstateerde onvolkomenheden in de bedrijfsvoering, die geen betrekking hebben op het financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering. Daarnaast wordt uiteengezet wat de getroffen maatregelen zijn om de geconstateerde onvolkomenheden in het verslagjaar en de jaren daarna te voorkomen.

Onderwerp

Oordeel AR ultimo 2018

Oordeel IenW ultimo 2019

Regie externe beheerder SAP

Door de genomen maatregelen heeft het ministerie meer inzicht in de risico’s en zwakke punten van de SAP-omgeving en de SAP-beveiliging bij IenW. Omdat onduidelijk is of de werking ook structureel is ingebed, handhaven we de onvolkomenheid. 

Er is een kwetsbaarhedenscan geïmplementeerd waarmee periodiek tekortkomingen in de beveiliging worden opgespoord. Deze worden met de externe beheerder opgelost. De ADR heeft onderzoek gedaan naar de structurele werking. De uitkomst van het ADR onderzoek naar de general IT controls SAP is positief met een beperking voor de tijdige verwerking bij uitdiensttredingen en het beheer van wachtwoorden voor een presentatieapplicatie.

Informatiebeveiliging kerndepartement

De organisatie van de informatiebeveiliging, incidentenmanagement en risicomanagement zijn onvoldoende gelet op de Baseline Informatiebeveiliging Rijksdienst.

Er is een verbeterplan in uitvoering dat zich o.a. richt op incidentmanagement, risicomanagement en governance. Het gaat hier om een meerjarig verbetertraject dat in 2020 verder loopt.

Voor de beveiliging van kritieke systemen zijn IenW-breed processen ingericht en is over het verslagjaar een in-control verklaring (ICV) met betrekking tot het Voorschrift Informatiebeveiliging Rijksdienst VIR 2007 aan BZK verstrekt. Waar nodig zijn of worden er verbeterplannen ontwikkeld.

Begin 2019 is door de Bestuursraad een cyberstrategie IenW vastgesteld, waarin is opgenomen dat IenW de komende jaren wil doorgroeien naar een hoger volwassenheidsniveau op het gebied van informatiebeveiliging. Door middel van een aantal sporen is deze cyberstrategie verder uitgewerkt. Dit betreffen de sporen cyberrisico’s van sectoren IenW in beeld, de governance op orde en verbeteringen van onder andere risico-, incident- en patchmanagement.’

Daarnaast is in 2019 een verkenning gestart waarin IenW-breed een risicobeeld is opgesteld, met als doel om inzicht te krijgen in de cyberrisico’s en zicht op mogelijke verbeterpunten. Verder is een stuurgroep cybersecurity ingesteld die de voortgang van de genoemde sporen uit de cyberstrategie monitort en besluitvorming voorbereidt. Voor incidentmanagement is voor de majeure incidenten één meldloket voor IenW operationeel.

Rijkswaterstaat

De Algemene Rekenkamer (AR) heeft begin 2019 het rapport, ‘Digitale dijkverzwaring cybersecurity en vitale waterwerken’ gepubliceerd. Deze vitale waterwerken beheert RWS. Het rapport was gericht op de wijze waarop de vitale waterwerken beschermd zijn tegen cyberaanvallen. Onderdeel van het onderzoek was een analyse naar de status van openstaande maatregelen welke bij afronding van het programma Beveiligd Werken Rijkswaterstaat (BWR) waren overgedragen. Geconstateerd is o.a. dat ondanks dat er veel werk verricht is met het BWR-programma, de borging in de lijn na afronding van het programma onvoldoende tot stand is gekomen. De aanbevelingen van het rapport zijn overgenomen, vertaald naar acties en grotendeels uitgevoerd. Zo zijn de volgende zaken gerealiseerd:

  • Er is een geactualiseerd dreigingsbeeld vitale waterwerken opgeleverd;

  • Alle vitale waterwerken RWS zijn aangesloten op het Security Operating Center (conform toezegging aan de minister);

  • De medewerkers van het Security Centre zijn gescreend. Een medewerker zit in de screeningsprocedure (conform toezegging aan de minister);

  • RWS heeft een specifiek crisisscenario voor cybersecuritycrises in het crisismodel opgenomen en getest in een grote RWS brede cyberoefening.

2. Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

A. MenO- risico's en ontwikkelingen betreffende het M&O-beleid

Het specifieke kader misbruik en oneigenlijk gebruik subsidies Infrastructuur en Waterstaat is vastgesteld in 2018. Voorafgaand aan toekenningen wordt er getoetst op deze risico’s. Bij de vaststellingen worden verantwoordingen en controleverklaringen getoetst. Enkele controleverklaringen worden gereviewd.

B. Grote lopende ICT-projecten

Het ministerie van IenW heeft in 2019 nadrukkelijk aandacht besteed aan de beheersing van ICT-projecten. In 2019 zijn er door Bureau ICT Toetsing (BIT) drie toetsen uitgevoerd: European Rail Traffic Management System (ERTMS), Centralised Base Luchtverkeersleiding Nederland en Areaal Informatievoorziening Rijkswaterstaat/Bouw Informatie Management (AIRBIM). De BIT-toetsen zijn openbaar en raadpleegbaar via https://www.bureauicttoetsing.nl/afgeronde-adviezen/airbim. IenW heeft in 2019 meer projecten voor een toets aangemeld bij het BIT, maar niet alle aangemelde projecten zijn getoetst. BIT maakt op basis van een risicoanalyse de afweging welke projecten worden getoetst. IenW zet bij ICT-projecten ook andere toetsen in. Zo wordt, conform het Handboek Portfoliomanagement Rijk, bij de projecten met een ICT-component groter dan 5 miljoen euro een departementale CIO-toets uitgevoerd. Deze toetsen hebben geleid tot voorstellen ter verbetering van deze projecten.

Het ministerie van IenW vermeldt, conform de rijksbrede afspraken, alle projecten waarvan de geraamde kosten van de IV-component, meerjarig meer dan € 5 mln zijn, op het Rijks ICT-dashboard. Over majeure wijzigingen wordt bij de midterm review door de diensten gerapporteerd en waar nodig informatie geactualiseerd. In het najaar van 2019 heeft IenW een quick scan uitgevoerd op de informatie op het Rijks ICT-dashboard. Daarbij is gekeken naar de juistheid en volledigheid van de gegevens en de consistentie met onder andere Kamerbrieven. Om de gegevens op orde te houden is een handreiking voor het Rijks ICT-dashboard opgesteld, waarbij rekening is gehouden met het specifieke karakter van de projecten van de diensten van IenW. Het departementale CIO office biedt workshops aan over het Rijks ICT-dashboard.

C. Gebruik open standaarden en open source software

In 2019 is er niet afgeweken van het gebruik van open standaarden of het gebruik van ‘open source’ bij het verwerven of ontwikkelen van informatievoorzieningen (IV). Net als vorig jaar stuurt IenW op de door het ‘College Standaardisatie’ vastgestelde open standaarden door toepassing daarvan in Project Start Architecturen (PSA). Verder zijn in 2019 ook voor Rijkswaterstaat (RWS) geen afwijkingen te melden ten aanzien van het gebruik van vastgestelde open standaarden. Door middel van het Forum Standaardisatie beoogt RWS op een transparante wijze de vastgestelde open standaarden daar waar mogelijk toe te passen bij het ontwikkelen van ICT-diensten.

D. Betaalgedrag

IenW-breed zijn de normen voor betaalgedrag gehaald.

E. Activiteiten Audit Committee

Het audit committee is viermaal bijeengekomen. Een vast agendapunt is de voortgang van maatregelen om bevindingen en onvolkomenheden in de bedrijfsvoering op te lossen. Naar aanleiding van het auditrapport bij de verantwoording 2018 is een gedetailleerde analyse gemaakt van alle bevindingen opdat effectieve maatregelen konden worden getroffen, waarover periodiek wordt gerapporteerd. Daarnaast is in 2019 gesproken over monitoring van de effectiviteit van het programma circulaire economie, de beheersing van het programma vrachtwagenheffing, risicomanagement, ICT-portfoliomanagement, de pilots in het kader van het baten-lastenstelsel (AVRo) en IT-beheersing.

F. Departementale checks and balances 

In dit onderdeel wordt tenminste iedere vijf jaar een beschrijving opgenomen van de departementale ‘checks and balances’ voor subsidieregelingen. Onderscheid wordt gemaakt naar kadersteller (HBJZ en FMC), opdrachtgever (beleid), opdrachtnemer (RVO en IBI/FenI) en toezichthouder (FMC). Via het instrument risicoanalyse wordt er door de uitvoerders op toegezien dat er geen middelgrote en grote risico’s bij de uitvoering worden geaccepteerd. Een totaaloverzicht van subsidieregelingen met potentiele MenO risico’s en bijbehorende getroffen maatregelen wordt jaarlijks samengesteld en overlegd aan de ADR.

G. Normenkader financieel beheer

Het departementaal toezicht op het normenkader financieel beheer voor de ZBO’s is belegd bij FMC. Het departementale toezicht dat het normenkader financieel beheer wordt toegepast bij sectorwetgeving is belegd bij de beleidsdirectoraten-generaal. De Aw/ILT toetst samen met Waarborgfonds Sociale Woningbouw aan de hand van een gezamenlijk beoordelingskader het financieel beheer bij de woningbouwcorporaties in opdracht van het ministerie van BZK.

3. Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Algemeen

Naast het anticiperen op de veranderingen in beleid, uitvoering en toezicht worden hieronder als de belangrijkste ontwikkelingen en verbeteringen in de IenW bedrijfsvoering benoemd: »(A) Organisatieontwikkeling, (B) omvorming ProRail naar ZBO, (C) opvolging bedrijfsvoeringssysteem IenW, (D) IenW als aantrekkelijke werkgever, (E) innovatie met datalabs, (F) de Algemene Verordening Gegevensbescherming en (G) Duurzaamheid.»

A. Organisatieontwikkeling

Strategische agenda IenW

In 2019 is IenW gestart om een nieuwe strategische agenda voor het gehele departement op te stellen. Het is een inhoudelijke herijking naar aanleiding van de grote opgaven in de samenleving, de rol die het ministerie van IenW hierin heeft, en welke organisatie en werkwijze van het departement aansluiten bij deze opgaven. IenW sluit hiermee voor de eigen organisatie ook aan op de rijksbrede beweging Grenzeloos Samenwerken.

Bestuurskern bedrijfsvoering

In 2019 is een externe partij gevraagd te adviseren over de inrichting van de bedrijfsvoering binnen het kerndepartement. Uitkomst van het advies was dat niet alleen aanpassingen op het punt van de inrichting van de bedrijfsvoeringsfunctie nodig zijn, maar ook op het punt van bijvoorbeeld mensen en processen. Om dit te bewerkstelligen is een veranderprogramma in het leven geroepen. Dit programma is in het derde kwartaal van 2019 van start gegaan.

Rijkswaterstaat

In 2019 is de «Expeditie RWS2050» gestart, een verkenning naar een nieuwe strategie voor Rijkswaterstaat. Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen en onzekerheden in de toekomst? En hoe kan Rijkswaterstaat zich hier nu al op voorbereiden? In 2019 zijn in de verkenning diverse beelden opgehaald over mogelijke toekomsten. Tevens heeft Rijkswaterstaat in 2019 aan de hand van zes focuspunten verdere invulling gegeven aan de innovaties op weg naar 2030: Duurzame leefomgeving, Omgevingswet, Verjongen en Vernieuwen van infrastructuur, Smart Mobility, Informatievoorziening en Samenwerking. In 2019 heeft elk focuspunt concreter vorm gekregen in uitgewerkte plannen van aanpak en zijn acties ondernomen en resultaten geboekt.

ILT

De ILT heeft in 2019 de implementatie van de Koers 2021 afgerond met als gevolg een nieuwe organisatiestructuur die niet alleen past bij het veranderprogramma Koers ILT 2021 dat eind 2016 is gestart, maar ook ondersteunend is aan de doelen en ambities van dat veranderprogramma.

Sinds 2016 is de ILT stapsgewijs haar koers gaan verleggen, waarbij de risico’s voor mens en milieu centraal staan. Verder is het nieuwe IG-team, bestaande uit de Inspecteur-Generaal en vier directeuren, integraal verantwoordelijk geworden voor de gehele ILT. Alle toezichttaken zijn ondergebracht binnen één portefeuille, van waaruit de capaciteit beschikbaar wordt gesteld voor de uitvoering van de programma’s die gericht zijn op de aanpak van de grootste maatschappelijke risico’s. De portefeuille Informatiepositie en Programmamanagement is verantwoordelijk voor het leveren van informatie voor de uitvoering van toezichttaken. De portefeuille Communicatie, klantcontact en netwerken draagt zorg voor de contacten met de omgeving en de dienst- en vergunningverlening. Binnen de portefeuille Publieke instellingen en Control zijn de ondersteunende functies als de juridische functies en de controlfunctie ondergebracht. In het kader van de nieuwe organisatiestructuur is het Bureau Inspectieraad organisatorisch binnen de ILT geplaatst en is SBR-Wonen administratief ondergebracht bij de ILT. Voor zowel Bureau Inspectieraad als SBR-Wonen geldt hetzelfde als voor Paris Memorandum Of Understanding (internationale afspraken over inspecties van buitenlandse zeeschepen): zij maken organisatorisch deel uit van de ILT, maar vallen buiten de governance en verantwoording van de ILT.

KNMI

In 2019 is gestart met de I-strategie op het gebied van software ontwikkeling en datamanagement. Daarnaast is het KNMI gestart met de operationele samenwerking op het gebied van productie van numerieke weersverwachtingen met internationale partners in de zogeheten UMC-west. Verder heeft het KNMI ingezet op het verbeteren van de kwaliteit van dienstverlening, door het inregelen van de basisdienstverlening, communicatie en samenwerking met de Corporate Dienst RWS.

Pilot projecten baten- en lasteninformatie

Een start is gemaakt met het op verzoek van de Tweede Kamer uitvoering geven aan twee pilots ter verkenning van bredere toepassing van het baten-lastenstelsel. Het gaat om ‘geluidsmaatregelen HSL Zuid’ en ‘A20 Nieuwerkerk aan de IJssel-Gouda’. Over deze investeringsprojecten wordt zowel kas-verplichtingen als baten-lasten gepresenteerd. De doelstelling van deze pilots is om te bezien of de kwaliteit van besluitvorming rondom investeringen kan worden versterkt. Het gebruik van huidige instrumenten als MKBA en LCC wordt hierbij tevens tegen het licht gehouden. De informatie wordt extracomptabel gepresenteerd en uiteindelijk later in 2020 in het MIRT-overzicht opgenomen. Er wordt hierin samen opgetrokken met het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Defensie, bij dit laatste ministerie vinden eveneens twee pilots plaats.

B. Omvorming Prorail tot ZBO

In het regeerakkoord is opgenomen dat ProRail wordt omgevormd tot een publiekrechtelijk ZBO met eigen rechtspersoonlijkheid. Daarbij is aangegeven dat de omvorming geen gevolgen zal hebben voor de huidige rechtspositie en arbeidsvoorwaarden van de werknemers. In 2019 heeft de nadruk gelegen op de concept-Instellingswet. De concept-Instellingswet biedt de kaders voor een vereenvoudigde aansturing en versterking van de publieke verantwoording. In de lagere regelgeving en de beleidsregels worden die kaders nader geconcretiseerd. Voor de zomer van 2019 is het wetsvoorstel ter advisering aangeboden aan de Raad van State. Daarnaast is een concept samenwerkingsvisie opgesteld die de belangrijkste uitgangspunten voor de samenwerking tussen ProRail en IenW bevat. De verwachting is dat het wetsvoorstel begin 2020 kan worden ingediend bij de Tweede Kamer. Het voornemen is om de omvorming op 1-1-2021 afgerond te hebben.

C. Opvolging Bedrijfsvoeringsysteem IenW

Per 1 augustus 2019 is het programma ‘Opvolging Bedrijfsvoerings-Systeem (OBS) IenW RWS BZ’ gestart. Het bouwt voort op hetgeen in september 2018 verkennend in gang is gezet rond de opvolging van het huidige Enterprise Resource Planning (ERP) systeem. In 2019 is een programmabrief en een beschrijving van de programma-governance opgeleverd. Daarnaast is het contract met de huidige beheerpartij verlengd tot augustus 2022. Leidraad voor de overgang van het oude naar het nieuwe systeem is het borgen van de bedrijfscontinuïteit. Deze waarborging van de bedrijfscontinuïteit kan worden bewerkstelligd door uit te gaan van een beheerste digitale transitie, dat in navolging van de andere SAP-departementen. Aanleiding om het huidige bedrijfsvoeringssysteem te vervangen is de verwachting dat de huidige SAP-applicatie vanaf 2025 niet meer wordt ondersteund.

D. IenW aantrekkelijke werkgever

In het afgelopen jaar heeft ieder onderdeel van IenW energie gestoken in het proces om te komen tot een ‘Strategische Personeelsplanning’, die het best aansloot bij de eigen organisatie. Daaruit kwam een aantal rode draden naar voren, die zijn samengebracht in de Strategische Personeelsplanning 2020-2022 van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Een binnen heel IenW en het Rijk gedeelde gap is de combinatie van de krappere arbeidsmarkt met de sterk toenemende wervingsbehoefte. Met name de werving van personeel met meer specialistische kennis is voor IenW een grote uitdaging. Het aantal sollicitaties op vacatures neemt af en de uitstroom neemt toe. De profilering en bekendheid van IenW als aantrekkelijk werkgever vraagt om die reden aandacht. Hierom is extra capaciteit ingezet om een diverse instroom te realiseren en een inclusieve organisatie te worden. Er is verder een begin gemaakt met extra inzet op werving en behoud van (divers) personeel onder andere door herziening van het proces voor werving en selectie, extra inzet op arbeidsmarktcommunicatie, profilering van IenW als aantrekkelijk werkgever en onboarding, dat gericht is op behoud van personeel en kennis.

Rijkswaterstaat

Rijkswaterstaat anticipeert met het corporate Strategisch Personeelsplan (SPP) op de externe ontwikkelingen en vergrijzing van haar personeelsbestand en komt zij tegemoet aan de verschuiving in het werkpakket van aanleg naar vervangen en renoveren. Vanuit het SPP is gestart met 6 concrete maatregelen die ook komende jaren nog uitgevoerd zullen worden. Het Management Development beleid is verder ontwikkeld en richt zich nu niet alleen op (potentiele) managers, maar ook op topadviseurs en projectdirecteuren. Met dit integrale ontwikkelbeleid besteedt Rijkswaterstaat aandacht aan de (potentiele) top van de organisatie met als doel om ervoor te zorgen dat sleutelposities nu en in de toekomst bezet kunnen worden door de juiste mensen. De focus op evenwichtiger personeelsopbouw, met de doelstelling om in 2020 15% medewerkers jonger dan 36 jaar in dienst te hebben, heeft zijn vruchten afgeworpen. Dit aantal is eind 2019 voor het eerst behaald. Komend jaar zal Rijkswaterstaat dit bestendigen en verder uitbouwen.

ILT

De ILT heeft de formele reorganisatie in 2019 afgerond. Dit geeft ruimte om op een nieuwe manier te kijken naar de duurzame inzetbaarheid van de medewerkers. Daarbij geven de extra middelen die zijn toegekend en de verwachte uitstroom eind 2022 als gevolg van de verwachte pensioneringgolf de ruimte om nieuwe medewerkers te werven. Dat vraagt onder andere om het uitwerken van een meerjarig personeelsplan en het opnieuw doordenken van talent ontwikkeling binnen de organisatie. In 2019 is hiertoe in het kader van het programma Merkbaar Meer een begin gemaakt. Als gevolg van dit programma zijn er in 2020 nieuwe onderzoekers, inspecteurs en projectleiders geworven, die worden ingezet op prioritaire onderwerpen. Daarnaast is er vooruitlopend op de uitstroom tijdelijk capaciteit ingehuurd.

KNMI

Het KNMI heeft middels het strategisch personeelsbeleid noodzakelijke veranderingen gerealiseerd om de organisatie wendbaarder te maken, de benodigde kennis en vaardigheden op het gebied van ICT en projectleiding te vergroten, en versterking te realiseren op competenties als politieke sensitiviteit, samenwerking, klantgerichtheid en bedrijfssturing. Verder is veel energie gestoken in de werving van medewerkers met competenties op ICT gebied. Echter heeft de werving van technische functies en projectmanagers nog niet tot voldoende match geleid. De werving loopt door in 2020.

E. Innovatie met datalabs

IenW beschikt over veel data die kan worden benut om slim data gedreven te beheren en innoveren. Rijkswaterstaat, ILT en KNMI hebben alle drie binnen hun organisatie een datalab ingericht. Deze datalabs hebben een functie in onder meer de data-analyse van meetgegevens van KNMI, ILT en RWS. De resultaten van de datalabs worden benut om werkprocessen te verbeteren. Denk aan het benutten van data voor verkeersmanagement en onderhoud van objecten van Rijkswaterstaat. Bijvoorbeeld door algoritmes te ontwikkelen die op basis van onder meer slimme sensoren, machine learning en beeldherkenning knelpunten of zelfs mogelijke ongevallen op de weg of het water voorspellen. Hierdoor neemt de kennis over elk ‘wegdeel’ significant toe en kunnen ook onderhoud en incidentmanagement efficiënter plaatsvinden. IDlab van de ILT levert op basis van data en geavanceerde analyses beslissingsondersteunende inzichten voor de ILT, zodat deze gerichter keuzes kan maken op het gebied van handhaving, vergunningverlening, sturing en beleid. Verder ondersteunt het IDlab de ontwikkeling om informatie gestuurd te werken. Het IDlab doet dit door te experimenteren met nieuwe toepassingen van databronnen en continu te zoeken naar nieuwe, betere analysetechnieken. Bij het KNMI is het datalab zich aan het ontwikkelen naar een kenniscentrum met een coördinatiefunctie voor de ontwikkeling en samenwerking van data science binnen en buiten het KNMI. Er is in 2019 een start gemaakt met een roadmap data science 2020-2025. KNMI en RWS hebben gezamenlijk gewerkt aan een systeem voor mistdetectie op basis van big-data analyse technieken.

F. Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)

2019 is het eerste jaar dat de AVG in de lijn is gebracht. De dienstonderdelen van het ministerie, de bestuurskern, het PBL, RWS, KNMI, ILT en ANVS zijn zelf verantwoordelijk voor het voldoen aan de AVG. Vanaf november 2018 werkt IenW met het ‘centrale IenW register verwerkingen.’ DCI/IBI is voor IenW beheerder van dit register en heeft zitting in het Clientberaad dat periodiek bijeenkomt en waar wensen van de ministeries ten aanzien van het register kunnen worden ingebracht. Het register is een pijler van het AVG-beheersingsstelsel. Alle IenW verwerkingen van de bestuurskern, PBL en agentschappen dienen hierin te zijn opgenomen. Het register biedt voor de toezichthouder, de Functionaris Gegevensbescherming, de mogelijkheid te monitoren en te sturen op de juiste naleving van de AVG. In 2019 hebben de dienstonderdelen zich ingespannen de kwaliteit van de verwerkingen en de borging van de compleetheid van het register te verhogen. Het ADR onderzoeksrapport ‘Kwaliteit verwerkingsregister 2019’ heeft daar handvatten voor geboden. Zorgvuldig omgaan met persoonsgegevens en de bescherming ervan blijft een uitdaging mede vanwege de vele nieuwe technologieën, big data en het gebruik van algoritmen. Bewustwording van de AVG is een continu aandachtspunt voor het ministerie. Naast de jaarlijkse Dag van de Privacy is de e-learningmodule basiskennis AVG ontwikkeld, beschikbaar in het IenW leerportaal, met als doel kennis en bewustwording over de AVG bij de IenW medewerkers te vergroten.

G. Duurzaamheid

Ten aanzien van de ontwikkelingen met betrekking tot duurzaamheid wordt verwezen naar het Duurzaamheidsverslag van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Licence