Base description which applies to whole site

11. Saldibalans van Koninkrijksrelaties

Tabel 14 Saldibalans per 31 december 2020 van Koninkrijksrelaties (IV) (bedragen x € 1.000)

Activa

31-12-2020

 

31-12-2019

 

Passiva

31-12-2020

 

31-12-2019

          

Intra-comptabele posten

       

1

Uitgaven ten laste van de begroting

851.965

 

196.440

2

Ontvangsten ten gunste van de begroting

63.477

 

55.740

3

Liquide middelen

81.838

 

88.935

     

4

Rekening-courant RHB1

0

 

0

4a

Rekening-courant RHB

870.694

 

228.613

5

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

0

 

0

5a

Begrotingsreserves

0

 

0

6

Vorderingen buiten begrotingsverband

718

 

759

7

Schulden buiten begrotingsverband

350

 

1.781

8

Kas-transverschillen

0

 

0

     

Subtotaal intra-comptabel

934.521

 

286.134

Subtotaal intra-comptabel

934.521

 

286.134

          

Extra-comptabele posten

       

9

Openstaande rechten

0

 

0

9a

Tegenrekening openstaande rechten

0

 

0

10

Vorderingen

1.908.492

 

1.299.028

10a

Tegenrekening vorderingen

1.908.492

 

1.299.028

11a

Tegenrekening schulden

0

 

0

11

Schulden

0

 

0

12

Voorschotten

511.774

 

389.921

12a

Tegenrekening voorschotten

511.774

 

389.921

13a

Tegenrekening garantieverplichtingen

1.877

 

1.877

13

Garantieverplichtingen

1.877

 

1.877

14a

Tegenrekening andere verplichtingen

266.742

 

295.664

14

Andere verplichtingen

266.742

 

295.664

15

Deelnemingen

0

 

0

15a

Tegenrekening deelnemingen

0

 

0

Subtotaal extra-comptabel

2.688.885

 

1.986.490

Subtotaal extra-comptabel

2.688.885

 

1.986.490

          

Totaal

3.623.406

 

2.272.624

Totaal

3.623.406

 

2.272.624

1

Rijkshoofdboekhouding

Ad 1. en 2. Uitgaven en ontvangsten

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2020 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.

Ad 3. Liquide middelen

De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo bij de banken en de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders. Het bedrag is als volgt opgebouwd:

Tabel 15 Overzicht liquide middelen (bedragen in €)

Liquide middelen

Saldo

a) Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten

1.184.967

b) College Financieel Toezicht

215.527

c) Rijksdienst Caribisch Nederland

8.501.339

d) Bank lopende inschrijving

71.935.334

  

Totaal

81.837.167

Ad d) bank lopende inschrijving

Deze post wordt bepaald door een storting op de Maduro Curiel’s Bank N.V. voor betalingen in de komende perioden voor deze kasbeheerder.

Ad 4a. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Op de rekening‑courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform Rekening-courant afschriften en het saldobiljet van genoemd departement. De volgende Rekening-courantverhoudingen zijn opgenomen in de balans:

Tabel 16 Overzicht rekening-courant Rijkshoofdboekhouding (bedragen in €)

Rekening-courant

Saldo

a) Rekening-courant FIN/RHB

862.191.985

b) Rekening-courant FIN/RHB Bevoorschotting BES/RCN

8.501.953

  

Totaal

870.693.938

Ad 6. Vorderingen buiten begrotingsverband

Het bedrag aan vorderingen buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

Tabel 17 Overzicht vorderingen buiten begrotingsverband (bedragen in €)

Type vorderingen

Saldo

a) Vorderingen Kasbeheerders Rijksdiensten

456.930

b) Intra-comptabele voorschotten

260.693

  

Totaal

717.623

Ad a) Vorderingen kasbeheerders rijksdiensten

De vorderingen van de Vertegenwoordiging van Nederland op Aruba, Curaçao en Sint Maarten (VN-ACS), College financieel toezicht (Cft) en de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) bestaan uit diverse vorderingen op ministeries en derden.

Ad b) Intra-comptabele voorschotten

Het saldo heeft betrekking op voorschotten salaris, verhuis- en studiekosten verstrekt aan personeel. De posten worden verrekend met het te betalen salaris voor zover dit nog mogelijk is.

Ad 7. Schulden buiten begrotingsverband

Het bedrag aan schulden buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

Tabel 18 Overzicht schulden buiten begrotingsverband (bedragen in €)

Type schulden

Saldo

a) Schulden Kasbeheerders Rijksdiensten

276.971

b) Te betalen aan Ministeries en derden

73.003

  

Totaal

349.974

Ad a) Schulden kasbeheerders rijksdiensten

De schulden van de Vertegenwoordiging van Nederland op Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de RCN bestaan voornamelijk uit nog te betalen pensioenpremies, diverse te verrekenen salarissen.

Ad 10. Vorderingen

Ad 10a. Tegenrekening vorderingen

Het saldo per 31 december 2020 kan als volgt worden gespecificeerd:

Tabel 19 Overzicht vorderingen per artikel per 31 december 2020 (bedragen in €)

Art.

Omschrijving

Saldo

1

Versterken rechtsstaat

455.128

4

Bevorderen sociaalecononomische structuur

299.545

5

Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

1.869.157.149

8

Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden

38.579.186

   

Totaal

 

1.908.491.008

Tabel 20 Overzicht vorderingen naar ontstaansjaar per 31 december 2020 (bedragen in €)

Ontstaansjaar

Saldo

t/m 2016

1.096.704.187

2017

36.654.619

2018

39.034.314

2019

50.625.441

2020

685.472.447

  

Totaal

1.908.491.008

Tabel 21 Overzicht vorderingen naar de mate van opeisbaarheid per 31 december 2020 (bedragen in €)

Type vordering

Direct opeisbaar

Op termijn opeisbaar

Totaalbedrag

a) Algemeen

754.673

0

754.673

b) Leningen artikel 5 en Noodhulp artikel 8

0

1.907.736.335

1.907.736.335

    

Totaal

754.673

1.907.736.335

1.908.491.008

Toelichting

Artikel 1: Versterken rechtsstaat

Dit betreft vorderingen voor waarborgsommen voor huur van appartementen en aansluitingen voor water en elektra (€ 0,2 mln.) van uitgezonden personeel. Daarnaast gaat het om facturen uit 2017 en 2019 die namens andere departementen bij BZK geboekt zijn, maar door derden betaald moeten worden (€ 0,2 mln.). Na twee aanmaningen wordt er met de opdrachtgever contact opgenomen om na te gaan wat de gewenste volgende stappen zijn.

Artikel 4: Bevorderen sociaaleconomische structuur

Een verplichting was per abuis in euro’s betaald in plaats van dollars. Het teveel betaalde bedrag wordt teruggevorderd (€ 0,2 mln.). Verder staat er een vordering open op het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) voor chartervluchten tussen de eilanden in het Caribische gebied (€ 0,1 mln.).

Artikel 5: Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

Tabel 22 Overzicht leningen artikel 5 Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen per 31 december 2020 (bedragen in €)

Type leningen

Gehanteerde valutakoersen1

Valuta

Euro

a) Lening OBNA

in €

 

1.340.104

b) Maatregel Tussenbalans

in €

 

2.396.511

c) Water- en Energiebedrijf (akte 263-JZ/1995)

AWG 0,50

7.759.021

3.879.510

d) Leningen lopende inschrijving Curaçao

in €

 

1.012.802.442

e) Leningen lopende inschrijving Sint Maarten

in €

 

227.682.701

f) Liquiditeitssteun Curaçao

in €

 

331.045.898

g) Liquiditeitssteun Aruba

in €

 

204.326.728

h) Liquiditeitssteun Sint Maarten

in €

 

85.683.255

    

Totaal

  

1.869.157.149

1

De begrotingskoers in de kolom gehanteerde koersen is 0,50.

Ad a) Lening OBNA

De Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen (OBNA) heeft in 2001 een aanvullende lening ontvangen ten behoeve van de financiering van een krediettranche inzake de ontwikkelingssamenwerking tussen Nederland en de Nederlandse Antillen. De lening heeft een looptijd van 30 jaar en eindigt op 31 december 2030.

Ad b) Maatregel Tussenbalans

In het kader van de maatregel Tussenbalans zijn gedurende de periode 1991 tot en met 1995 diverse begrotingsleningen verstrekt aan Aruba ter financiering van projecten, waarvan een bepaald rendement verwacht mag worden. De leningen hebben een looptijd van 30 jaar, waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing zijn. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5%. In 2025 zullen de laatste aflossingen plaatsvinden.

Ad c) Water- en Energiebedrijf Aruba (akte 263-JZ/1995)

Het betreft een begrotingslening ten behoeve van het Water- en Energiebedrijf NV gevestigd te Aruba. De lening is in 2009 verstrekt voor het aldaar verrichten van een groot aantal investeringen voor de renovatie en uitbreiding van het Water- en Energiebedrijf. Deze leningsovereenkomst is opgesteld in Arubaanse florin ad AWG 28 mln. (€ 10,9 mln.). De lening heeft een looptijd tot 30 juni 2026 waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing zijn. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5%.

Ad d) Leningen lopende inschrijving Curaçao

Nederland heeft twaalf leningen verstrekt aan Curaçao. In 2020 is één onderhandse lineaire lening verstrekt voor een bedrag van € 41,1 mln. Deze lening loopt tot 2035. De Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt evenwel plaats op het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV).

Ad e) Leningen lopende inschrijving Sint Maarten

Nederland heeft twaalf leningen verstrekt aan Sint Maarten. In 2020 is één onderhandse lineaire lening verstrekt voor een bedrag van € 23 mln. Deze lening loopt tot 2035. De Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt evenwel plaats op het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV).

Ad f) Liquiditeitssteun Curaçao

In 2020 zijn door Nederland in drie tranches liquiditeitsleningen verstrekt aan Curaçao vanwege de impact van de Covid-19 pandemie (€ 331 mln.). Deze liquiditeitsleningen hebben een looptijd van twee jaar tot april 2022 en een rentepercentage van 0%.

Ad g) Liquiditeitssteun Aruba

In 2020 zijn door Nederland in drie tranches liquiditeitsleningen verstrekt aan Aruba vanwege de impact van de pandemie (€ 204 mln.). Deze liquiditeitsleningen hebben een looptijd van twee jaar tot april 2022 en een rentepercentage van 0%.

Ad h) Liquiditeitssteun Sint Maarten

In 2020 zijn door Nederland in drie tranches liquiditeitsleningen verstrekt aan Sint Maarten vanwege de impact van de pandemie (€ 85,7 mln.). Deze liquiditeitsleningen hebben een looptijd van twee jaar tot april 2022 en een rentepercentage van 0%.

Artikel 8: Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden

Tabel 23 Overzicht artikel 8 Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden per 31 december 2020 (bedragen in €)

Type leningen

Gehanteerde koersen

Valuta

Euro

g) Liquiditeitshulp Sint Maarten

in €

 

38.579.186

    

Totaal

  

38.579.186

In het kader van de wederopbouw heeft de Nederlandse Staat in 2018 twee leningen verstrekt als liquiditeitssteun voor Sint Maarten. De eerste is op 16 februari 2018 verstrekt voor een bedrag van ANG 50,0 mln. Deze renteloze lening heeft een looptijd van 30 jaar met jaarlijkse aflossingen van ANG 2 mln. vanaf januari 2023. De tweede is op 27 september 2018 verstrekt voor een bedrag van ANG 32,6 mln. Deze renteloze lening heeft een looptijd van 30 jaar met jaarlijkse aflossing van ANG 1,3 mln. vanaf januari 2023.

De Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen. De belasting vindt evenwel plaats op het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV).

Ad 12. Voorschotten

Ad. 12a. Tegenrekening voorschotten

De saldi van de per 31 december 2020 openstaande voorschotten en van de in 2020 afgerekende voorschotten worden hieronder per jaar gespecificeerd:

Tabel 24 Overzicht openstaande voorschotten per artikel per 31 december 2020 (bedragen in €)

Art.

Omschrijving artikel

Saldo

4

Bevorderen sociaaleconomische structuur

100.955.702

6

Apparaat

31.007.645

8

Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden

379.810.313

   
 

Totaal openstaande voorschotten

511.773.660

Tabel 25 Overzicht afgerekende voorschotten naar ontstaansjaar per 31 december 2019 (bedragen in €)

Ontstaansjaar

Stand 01-01-2020

verstrekt 2020

afgerekend 2020

stand 31-12-2020

t/m 2016

7.568.695

0

383.379

7.185.316

2017

13.863.343

0

409.741

13.453.601

2018

283.720.474

0

629.142

283.091.332

2019

84.768.430

0

33.505.568

51.262.862

2020

0

156.962.057

181.508

156.780.549

     

Totaal

389.920.942

156.962.057

35.109.338

511.773.660

Toelichting

Artikel 4: Bevorderen sociaaleconomische structuur

Aan het Nederlandse Rode Kruis zijn voorschotten verstrekt (€ 39,6 mln.) voor noodhulp in verband met Covid-19. Deze subsidie wordt in 2021 vastgesteld. Een deel van de openstaande voorschotten (€ 14,5 mln.) heeft betrekking op verschillende bijzondere uitkeringen aan Sint Eustatius (zoals financieel beheer, BEST4Kids, naschoolse opvang, thuiszorg en herstel schade orkaan Irma), die via jaarrekeningen worden afgerekend. Verder staan voorschotten open (€ 11,1 mln.) van verschillende bijzondere uitkeringen aan Saba (zoals financieel beheer, kinderrechten, social work en huishoudelijk geweld). Ook deze worden via jaarrekeningen afgerekend. Daarnaast staan verschillende bijdragen aan Bonaire open (€ 17,2 mln.). De vaststelling vindt plaats op basis van de jaarrekening. Verder staat nog een voorschot open (€ 2 mln.) betreffende de boedelscheiding van het Algemeen Pensioenfonds van Curaçao (APC). Aan de hand van de verantwoordingsverslagen 2013-2018 wordt dit definitief vastgesteld. Deze verantwoordingsverslagen zijn tot op heden nog niet ontvangen.

Artikel 6: Apparaat

De door de RCN betaalde pensioenpremies zijn opgenomen als voorschot. Deze bedragen voor 2020 € 31 mln.

Artikel 8: Noodhulp en Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

Dit betreft grotendeels voorschotten voor de eerste tranche (€ 112 mln.), de tweede tranche (€ 150 mln.) en de derde tranche (€ 90 mln.) aan het Trustfonds van de Wereldbank ten behoeve van de wederopbouw van Sint Maarten.

Ad 13. Garantieverplichtingen

Ad 13a. Tegenrekening garantieverplichtingen

De stand van de garantieverplichtingen is als volgt opgebouwd:

Tabel 26 Overzicht stand garantieverplichtingen (bedragen in €)

Verplichtingen per 1/1

1.876.239

 

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar

0

+/+

 

1.876.239

 

Tot betaling gekomen in 2020

0

-/-

Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren

0

-/-

   

Totaal

1.876.239

 

Toelichting

Alleen de garantie (€ 1,9 mln.) ten behoeve van de voorschotten verstrekt door de Europese Commissie voor het Bonaire riolerings- en waterzuiveringsprogramma staat nog open. Deze garantie vervalt wanneer het riolerings- en waterzuiveringsprogramma wordt afgerond. Het project wordt naar verwachting uiterlijk in 2021 afgerond.

Ad 14. Andere verplichtingen

Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen

De opbouw van de stand van de openstaande verplichtingen BiBBV is als volgt opgebouwd:

Tabel 27 Overzicht opbouw stand van de openstaande verplichtingen BiBBV (bedragen in €)

Verplichtingen per 1/1

294.755.343

 

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar

823.415.453

+/+

 

1.118.170.796

 
   

Tot betaling gekomen in 2020

851.965.000

-/-

Negatieve bijstellingen uit voorgaande jaren

135.453

-/-

   

Totaal

266.070.343

 

De opbouw van de stand van de openstaande verplichtingen BuBBV is als volgt opgebouwd:

Tabel 28 Overzicht opbouw stand van de openstaande verplichtingen BuBBV (bedragen in €)

Verplichtingen per 1/1

908.792

 

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar

‒ 237.279

+/+

 

671.513

 
   

Tot betaling gekomen in 2020

0

-/-

Negatieve bijstellingen uit voorgaande jaren

0

-/-

   

Totaal

671.513

 

Toelichting

De openstaande verplichtingen Bubbv bestaan uit verplichtingen van de kasbeheerder Rijksdienst Caribisch Nederland.

Tabel 29 Overzicht recapitulatie balanspost (bedragen in €)

Verplichtingen binnen begrotingsverband

266.070.343

 

Verplichtingen buiten begrotingsverband

671.513

+/+

   

Totaal

266.741.856

 

Ad 15. Deelnemingen

Deze balansregel geeft de deelnemingen in besloten en naamloze vennootschappen en internationale instellingen weer.

Tabel 30 Specificatie deelnemingen (bedragen x € 1.000)

Deelneming

Saldo

Saba Statia Cable System BV (SSCS)

0

  

Totaal deelnemingen

0

Het aandelenkapitaal van Saba Statia Cable System BV (SSCS) bedraagt $10. Het deelnemingspercentage is 100% en is om niet verkregen. SSCS is statutair gevestigd op Bonaire en is op 17 september 2012 opgericht. De primaire activiteiten van SSCS liggen op het gebied van aanleg, beheer, onderhoud, reparatie en exploitatie van een onderzeese glasvezelkabel die de eilanden Saba, Sint Eustatius, Sint Maarten, Saints Kitts, en Saint-Barthélémy met elkaar verbindt.

Niet uit de balans blijkende verplichting

Op 16 april 2018 is tussen de Staat der Nederlanden en de Wereldbank een Administration Agreement gesloten voor de oprichting van een Trustfonds bij de Wereldbank ten behoeve van de wederopbouw activiteiten op Sint Maarten als gevolg van orkaan Irma. Nederland stelt maximaal € 470 mln. beschikbaar voor dit Trustfonds, waarbij de Wereldbank als onafhankelijk expert Sint Maarten begeleidt bij het opstellen van het integraal herstelplan (National Recovery and Resilience Plan, NRRP). Het bedrag van € 470 mln. is een maximale (politieke) toezegging en komt in delen ter beschikking (Kamerstukken II 2017/18, 34773, nr. 10). Dit wordt in een tripartite samenwerking vormgegeven tussen Sint Maarten, de Wereldbank en Nederland, die ieder een vertegenwoordiger in de stuurgroep hebben. Deelbetalingen worden toegekend, nadat de stuurgroep voorstellen van programma’s en projecten in het kader van NRRP heeft beoordeeld en goedgekeurd.

In 2020 heeft de Wereldbank de ontvangen middelen ingezet en een nieuwe aanvraag gedaan voor nog beschikbare middelen. In 2020 is € 90 mln. betaald aan de Wereldbank. Het resterende deel van de middelen, te weten € 101,1 mln., is als niet uit de balans blijkende verplichting opgenomen.

In opdracht van de directie Koninkrijksrelaties (KR) voert het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) een onderzoek uit op Sint Eustatius voor de nieuwbouw van het bestuurskantoor op Sint Eustatius. Inmiddels is een convenant tussen het Ministerie van Binnenlanse Zaken en Koninkrijksrelaties en het Openbaar Lichaam Sint Eustatius (OLE) ondertekend waarin afspraken gemaakt worden over de nieuwe huisvesting en de huidige huisvesting. Op dit moment bevindt het OLE zich in de fase van aankoop van de grond. Indien de nieuwbouw en huisvesting daarna daadwerkelijk doorgaan worden deze kosten verrekend in de huurprijs door de RVB. Mocht de directie KR besluiten om dit pand niet te bouwen of te betrekken dan worden de kosten die het RVB al heeft gemaakt middels een factuur verrekend. Dit levert een verplichting op van € 1,7 mln. dit is inclusief de rente van de leenfaciliteit van de RVB.

Licence