Base description which applies to whole site

5.2 Ontvangsten, uitgaven en vermogens van de zorgfondsen (Zvw, Wlz en AWBZ)

Zorgverzekeringswet (Zvw)

De financiering van de Zvw loopt deels via de zorgverzekeraars en deels via het Zorgverzekeringsfonds (Zvf). Onderstaande tabel toont de ontwikkeling van de uitgaven en inkomsten van de Zvw.

Tabel 18 Uitgaven en inkomsten Zvw (bedragen x € 1 miljard)1
 

Begroting

Mutatie

Jaarverslag

 

2020

2020

2020

 

a

b

c=a+b

Zorgverzekeringsfonds

   

Uitgaven

28,7

1,1

29,8

- Uitkering aan verzekeraars

26,2

1,0

27,2

- Rechtstreeks uitgaven Zvf

2,5

0,1

2,6

    

Inkomsten

27,7

‒ 0,2

27,5

- Inkomensafhankelijke bijdrage

25,0

‒ 0,2

24,8

- Rijksbijdrage verzekerden 18-

2,7

0,0

2,7

- Overige baten

0,0

0,0

0,0

    

saldo

‒ 1,0

‒ 1,3

‒ 2,3

Vermogenssaldo Zvf ultimo 2019

0,9

0,2

1,1

Vermogenssaldo Zvf ultimo 2020

‒ 0,1

‒ 1,1

‒ 1,1

    

Individuele verzekeraars

   

Uitgaven

49,4

1,0

50,3

- Uitgaven voor zorg

48,5

‒ 0,5

48,1

- Beheerskosten/saldo

0,8

1,5

2,3

    

Inkomsten

49,4

1,0

50,3

- Uitkering van Zvf

26,2

1,0

27,2

- Nominale premie/eigen risico

23,1

0,0

23,1

1 Door afrondingsverschillen kan de som van de delen afwijken van het totaal. De meeste cijfers in de kolom jaarverslag 2020 zijn afkomstig van het Zorginstituut of afgeleid van Zorginstituut-cijfers. De raming van de zorguitgaven van zorgverzekeraars is vrijwel volledig gebaseerd op de maartlevering 2021 van het Zorginstituut (met uitzondering van enkele sectoren waar de cijfers te onzeker zijn). Dit geldt ook voor de rijksbijdragen en de post overige baten (rentebaten, wanbetalers, onverzekerden, verdragsgerechtigden). Het vermogen per ultimo 2019 is overgenomen uit het Zorginstituut- Financieel Jaarverslag Zorgverzekeringsfonds 2019. Het vermogenssaldo van het fonds in 2019 is hiervan afgeleid. Voor de beschikbaarheidbijdragen is aangesloten bij NZa-cijfers. Voor de inkomensafhankelijke bijdrage is het CPB-cijfer in de EMU-definitie gebruikt. Het vermogenssaldo 2020 is bepaald door het exploitatiesaldo 2020 op te tellen bij het vermogenssaldo 2019.

Bron: VWS, CPB, Zorginstituut en NZa.

   

Zorgverzekeringsfonds (Zvf)

De zorguitgaven in het kader van de Zvw (€ 50,6 miljard afgerond) bestaan uit de zorguitgaven van verzekeraars (€ 48,1 miljard afgerond) en de rechtstreekse betalingen van het Zvf (€ 2,6 miljard afgerond). De uitgaven van het Zvf bestaan naast de rechtstreekse uitgaven uit de vereveningsbijdrage aan verzekeraars. In 2020 zal het Zvf zeer waarschijnlijk ook een bijdrage verstrekken aan verzekeraars in het kader van de catastroferegeling. De rechtstreekse uitgaven zijn iets hoger uitgekomen dan geraamd in de begroting 2020. Er zijn op dit moment geen realisatiecijfers over de vereveningsbijdrage uit het Zvf aan zorgverzekeraars. Daarom is de raming hiervan ongewijzigd gebleven.25 Zeer voorlopige inschattingen van zorgverzekeraars duiden erop dat uitgaven van verzekeraars aan coronazorg zodanig hoog zijn (€ 1,3 miljard in 2020 en € 0,6 miljard in 2021) dat verzekeraars een deel daarvan (voorlopige inschatting: € 1,0 miljard in 2020) terug ontvangen in het kader van de catastroferegeling. Deze post was niet voorzien in de ontwerpbegroting 2020, die voor de coronacrisis gepubliceerd is.

De ontvangsten uit de inkomensafhankelijke bijdrage zijn € 0,2 miljard lager uitgekomen dan de raming in de begroting 2020. Dit komt waarschijnlijk door de economische gevolgen van corona. De raming van de overige baten26 is ongewijzigd. De rijksbijdrage voor verzekerden 18- is vastgesteld conform de raming in de begroting 2020.

Het saldo van het Zvf komt op grond van het bovenstaande in 2020

€ 1,3 miljard lager uit dan geraamd in de begroting 2020. Het vermogens­saldo van het Zvf per ultimo 2020 komt € 1,1 miljard lager uit. Dit is het gevolg van een opwaartse bijstelling van het vermogen per ultimo 2019 met

€ 0,2 miljard volgens het Zorginstituut-Financieel Jaarverslag Zorgverzekeringsfonds 2019 en de neerwaartse bijstelling van het saldo 2020 van € 1,3 miljard. Het per saldo hogere vermogen per ultimo 2019 is het gevolg van lagere uitgaven in het kader van de risicoverevening over 2016-2019 (samen € 0,2 miljard), hogere rechtstreekse uitgaven in 2018 en 2019 (samen € 0,2 miljard), hogere overige baten in 2018 en 2019 (samen € 0,1 miljard) en bijstellingen bij de inkomsten uit de inkomensafhankelijke bijdrage (per saldo € 0,1 miljard hoger).

Individuele verzekeraars

De zorguitgaven van individuele zorgverzekeraars komen naar huidige inzichten € 0,5 miljard lager uit dan in de begroting 2020. Tot die zorguitgaven behoren de uitgaven aan coronazorg die naar huidige inschatting € 1,3 miljard bedragen. Bij de resterende zorguitgaven (in verband met reguliere zorg voor niet-coronapatiënten en continuïteitsbijdragen) zijn de uitgaven dus € 1,8 miljard lager dan geraamd in de begroting 2020. De zorgverzekeraars voorzagen toen zij hun premie vaststelden al dat de uitgaven lager zouden uitkomen; die premie werd gemiddeld € 7 lager vastgesteld dan geraamd door VWS. De opbrengst van de nominale premie verandert niet ondanks de € 7 lagere nominale premie, omdat het aantal premiebetalers hoger is uitgevallen. De bijdrage uit het Zvf aan verzekeraars komt naar huidige inschatting € 1,0 miljard hoger uit dan de raming uit de begroting 2020 in verband met de uitkering in het kader van de catastroferegeling die waarschijnlijk zal plaatsvinden. De post beheerskosten/saldo is een restpost en wordt bepaald als saldo van de inkomsten uit nominale premies en eigen risico enerzijds en de zorguitgaven anderzijds. Deze post bevat de beheerskosten en het saldo van verzekeraars, maar ook overige lasten, zoals bijvoorbeeld kosten van wanbetaling en beleggingsopbrengsten. De post komt € 1,5 miljard hoger uit (€ 0,5 miljard lagere rente plus € 1,0 miljard hogere bijdrage uit het Zorgverzekeringsfonds). Dit bekent niet dat het saldo van verzekeraars over 2020 € 1,5 miljard positiever wordt. De verzekeraars hebben namelijk bij de premiestelling 2021 besloten tot een intering op hun reserves. Die intering dienen zij volgens de geldende boekhoudregels ten laste te brengen van hun resultaat 2020. Het saldo van verzekeraars kan ook nog beïnvloed worden door overige lasten. Deze twee posten worden niet zichtbaar in tabel 18.

Wet langdurige zorg (Wlz)

Onderstaande tabel toont de ontwikkeling van de uitgaven en inkomsten van het Fonds langdurige zorg (Flz).

Tabel 19 Uitgaven en inkomsten Flz (bedragen x € 1 miljard)1
 

Begroting

Bijstelling

Jaarverslag

 

2020

2020

2020

 

a

b

c=a+b

Uitgaven

25,1

0,8

25,9

- Zorgaanspraken en subsidies

24,8

0,8

25,6

- Beheerskosten

0,2

0,0

0,3

    

Inkomsten

25,0

1,0

26,0

- Procentuele premie

16,3

‒ 1,8

14,6

- Eigen bijdragen

1,9

‒ 0,1

1,9

- BIKK

3,7

0,0

3,7

- Rijksbijdrage Wlz

3,1

2,9

5,9

    

Saldo

‒ 0,1

0,2

0,1

    

Vermogen Fonds langdurige zorg ultimo 2019

0,0

‒ 1,3

‒ 1,3

Vermogen Fonds langdurige zorg ultimo 2020

0,0

‒ 1,1

‒ 1,2

1 Door afrondingsverschillen kan de som van de delen afwijken van het totaal. De meeste cijfers in de kolom jaarverslag 2020 zijn afkomstig van het Zorginstituut of afgeleid van Zorginstituut-cijfers. De eigen bijdragen zijn afgerond uitgekomen op de raming in de begroting, ondanks een mutatie van ook afgerond € -0,1 miljard. De eigen bijdragen en de BIKK zijn overgenomen uit de maartrapportage van het Zorginstituut. Het vermogen van het Flz per ultimo 2019 is overgenomen uit het Financieel Jaarverslag Fonds langdurige zorg 2019. De uitgaven cijfers zijn gebaseerd op NZa-cijfers en voor de premieopbrengst 2020 is het CPB-cijfer in de EMU-definitie gebruikt.

Bron: VWS, CPB, Zorginstituut en NZa.

Uitgaven

De uitgaven gefinancierd via de Wlz zijn € 0,8 miljard hoger uitgekomen dan de raming uit de begroting 2020.

Inkomsten

De procentuele Wlz-premie heeft € 1,8 miljard minder opgebracht. Dit komt waarschijnlijk door de economische gevolgen van corona. De BIKK en de eigen bijdragen zijn uitgekomen op de raming in de begroting 2020. De rijksbijdrage Wlz is € 2,9 miljard hoger vastgesteld dan geraamd in de begroting 2020, omdat in de begroting 2021 al werd voorzien dat de Wlz- uitgaven hoger en de premie-inkomsten lager zouden uitvallen in 2020 en 2019. Per saldo zijn de inkomsten van het Flz hierdoor € 1,0 miljard hoger uitgekomen dan geraamd in de begroting 2020. Vanwege de € 0,8 miljard hogere uitgaven en de € 1,0 miljard hogere inkomsten is het saldo van het Flz € 0,2 miljard hoger uitgekomen dan de raming (op € 0,1 miljard). Dit saldo van € 0,1 miljard telt mee in het EMU-saldo.

Het vermogen van het Flz is per ultimo 2019 blijkens het Zorginstituut-Financieel Jaarverslag Fonds langdurige zorg 2019 uitgekomen op € -1,3 miljard. Dit is € 1,3 miljard lager dan geraamd in de begroting 2020. Deze verslechtering is vooral het gevolg van neerwaartse bijstellingen bij de premie-inkomsten in 2018 en 2019 (samen € 0,9 miljard). De netto uitgaven zijn in zowel 2018 als 2019 hoger uitgekomen (samen 0,3 miljard). Het vermogen van het Flz komt naar huidige inschatting per ultimo 2020 € 1,1 miljard lager uit dan geraamd in de begroting 2020 (op ‒ € 1,2 miljard in plaats van € 0,0 miljard). Deze € -1,1 miljard is de som van het € 1,3 miljard lagere vermogen per ultimo 2019 en het € 0,2 miljard hogere saldo 2020.

Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ)

Met ingang van 2015 verlopen de uitgaven in het kader van de langdurige zorg via de Wlz. Daarom komen er met ingang van 2015 geen nieuwe uitgaven en inkomsten ten gunste of ten laste van het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ)27. Het vermogen van het AFBZ wordt nog wel beïnvloed door bijstellingen bij de uitgaven en inkomsten van de jaren vóór 2015. Uit informatie van het Zorginstituut blijkt dat het vermogen van het AFBZ thans vrijwel even hoog wordt ingeschat als in het VWS-jaarverslag 2019.

Tabel 20 Vermogen Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (bedragen x € 1 miljard)1
 

Jaarverslag

Bijstelling

Jaarverslag

 

2019

 

2020

 

A

b

c=a+b

Vermogen

‒ 14,5

0,0

‒ 14,5

1 Door afrondingsverschillen kan de som van de delen afwijken van het totaal.

Bron: Zorginstituut.

In het jaarverslag 2019 werd het vermogen van het AFBZ geraamd op

€ -14,5 miljard. In de recente Zorginstituut Rapportage financiële afwikkeling AFBZ 2019 wordt het eveneens ingeschat op € -14,5 miljard. Het Zorginstituut meldt in zijn rapportage bijstellingen voor een bedrag van € 15,9 miljoen. Deze bijstellingen vallen echter binnen de afrondingen van het vermogen van € -14,5 miljard in het jaarverslag 2020 en zijn hierin dus niet zichtbaar.

25

In het najaar van 2021 komt hier voor het eerst zicht op met de voorlopige afrekening 2020.

26

Dit betreft het saldo van baten en lasten voor wanbetalers, onverzekerden, gemoedsbezwaarden en rente en de premie van verdragsgerechtigden.

27

De uitzondering betreft de rente die het fonds moet betalen aan de schatkist.

Licence