Base description which applies to whole site

Bijlage 2: Afgerond evaluatie- en overig onderzoek

In het kader van operatie Inzicht in Kwaliteit van het kabinet is het overzicht met beleidsdoorlichtingen omgevormd tot een Strategische Evaluatie Agenda (SEA). 2021 betrof een overgangs- en leerjaar met een eerste uitwerking van de SEA, waarbij ook nog een enkele traditionele beleidsdoorlichting is uitgevoerd.

In deze ‘Bijlage afgerond evaluatie- en overig onderzoek’ wordt eerst ingegaan op afgeronde onderdelen van de SEA. Aanvullend volgt een overzicht met afgeronde overige evaluaties per artikel.

Tabel 112 Strategische Evaluatie Agenda

Thema/subthema

Type onderzoek

Afronding

Toelichting

Artikel

Vindplaats

Monitor Coronamaatregelen ter ondersteuning bedrijfsleven

Ex-durante

2020 e.v.

Monitor om inzicht te krijgen in gebruikers van steunmaatregelen en een traject om de databronnen op microniveau van alle ondersteuningsmaatregelen voor bedrijven te koppelen aan het ABR van het CBS voor impact-analyses (B&I, RvO, CBS). Deze data-infrastructuur biedt de basis voor een evaluatie van het noodpakket (verwacht vanaf 2023), waarvan betrokken departementen (FIN, SZW en EZK) gebruik kunnen maken.

2 en 3

zie: Monitor Coronamaatregelen

Expertcommissie evaluatiemethoden (Theeuwes 2.0)

Overig: Ontwikkeling evaluatie-aanpak

2021

Als vervolg op de aanbevelingen van de beleidsdoorlichting van het bedrijvenbeleid. Onderzoek staat in het teken van een doorontwikkeling en aanvulling van bestaande evaluatiepraktijk met evaluatieaanpakken die kunnen worden benut voor systeem- en transitie-evaluaties, zoals het missiegedreven innovatiebeleid (inclusief de bijdrage hieraan van de topsectoren) en het CO2-reductiebeleid.

1/2/3/4

Afronding wordt begin 2022 verwacht.

Monitor Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid

Ex-durante

Eerste resultaten in 2021

De Monitoring en effectmeting (M&E) van het innovatiebeleid (Innovatiehelix, voorheen het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid) is in opbouw. Op deze wijze zullen eerste data verzameld worden. Dit kan later input vormen voor de evaluatie-aanpak die nog in de «Expertcommissie Evaluatiemethoden» nader uitgewerkt dient te worden.

2

zie: Monitor Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid

Monitor Klimaatbeleid

Ex-durante

2020 e.v.

Bij de Klimaatnota 2021 verscheen voor de tweede keer de Monitor Klimaatbeleid en werd het Dashboard Klimaatbeleid gelanceerd. Het Dashboard en de Monitor bieden jaarlijks een objectief inzicht, zowel kwalitatief als kwantitatief, in de voortgang van het beleid in het Klimaatplan (dat voor een belangrijk deel is bepaald door het Klimaatakkoord).

2 en 4

Kamerstuk 32 813, nr. 901

SDE++

Ex-post

2023

Bij de SDE++ staat het doel van 49 procent emissiereductie in 2030 en kosteneffectiviteit om dit doel te bereiken centraal. De SDE++ is het belangrijkste subsidie-instrument om dit klimaatdoel te halen.

4

 

Lerende evaluatie Klimaatbeleid

Synthese

2024

De Klimaatwet bepaalt dat iedere vijf jaar een herijking van de opgave plaatsvindt op basis van een evaluatie. Er is voor gekozen om dit te doen via een «lerende evaluatie» (zie: Kamerstuk 32 813, nr. 901). In deze lerende evaluatie worden in 2022 in samenspraak met de betrokken partijen de scope en de evaluatievragen gespecificeerd en wordt dit vervolgens uitgevoerd. De lerende evaluatie is een aanvulling op de monitor, de specifieke instrumentevaluaties van betrokken departementen en de meer ex ante ingerichte analyses zoals de KEV van PBL. Uitkomsten van de monitor, specifieke instrumentevaluaties en analyses worden indien relevant meegenomen in de lerende evaluatie. Jaarlijks wordt bij de Klimaatnota gerapporteerd over de uitvoering van de lerende evaluatie.

4

 

Evaluaties van herziening in regelgevend kader (o.a. Energiewet en Warmtewet)

Synthese

2027

Betreft synthese van evaluaties van gewijzigde Elektriciteit- en gaswet en Warmtewet.1

4

 

Studiegroep Invulling Klimaatopgave Green Deal

Ex-ante/Ex-durante

2021

Ambtelijke studiegroep die vanuit een brede blik analyseert wat de gevolgen van een aangescherpte Europese reductiedoelstelling is voor 2030 en wat vanuit Nederland mogelijke strategieën zijn om hier invulling aan te geven.

4

Kamerstuk 32 813, nr. 664

1

Indien het wetsvoorstel begin 2022 in werking treedt.

In aansluiting op voorgaande beleidsthema's zijn ook de volgende Interdepartementale Beleidsonderzoeken (IBO's) van belang:

  • IBO Financiering Energietransitie (gericht op betaalbaarheid); afgerond 2021; Kamerstuk 32 813, nr. 689;

  • IBO Ruimtelijke Ordening (gericht op interactie tussen energiebeleid en het ruimtelijk domein); afgerond 2021; Kamerstuk 34 682, nr. 82.

Overige afgeronde evaluaties per artikel:

Tabel 113 Artikel 1 Goed functionerende economie en markten

Soort onderzoek

Titel/onderwerp

Jaar van afronding

Vindplaats

1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

1a. Beleidsdoorlichtingen

   
 

Goed functionerende economie en markten

2022

Doorlichting is afgerond en zal naar verwachting in de eerste helft van 2022 naar de Tweede Kamer worden gestuurd.

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

 

Raad voor de Accreditatie

2022

Kamerstuk 25 268, nr. 203

 

Autoriteit Consument en Markt (ACM)

2020

Kamerstuk 25 268, nr. 195

 

Adviesgroep Gids Proportionaliteit

2022

Evaluatie is afgerond en zal naar verwachting in de eerste helft van 2022 naar de Tweede Kamer worden gestuurd.

 

De doelmatigheid en doeltreffendheid van het functioneren van het CBS

2022

Evaluatie is gestart en zal naar verwachting in 2022 worden afgerond.

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

2a. MKBA's

   
    

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

    

3. Overig onderzoek

   
 

Agentschap Telecom

2020

Doorlichting Agentschap Telecom

 

Cyberweerbaarheid

2020

Cyberweerbaarheid onder zzp'ers

Samenvatting afgeronde evaluaties 2021 artikel 1

Evaluatie Raad voor de Accreditatie

Het ministerie van EZK heeft als stelselverantwoordelijke een wettelijke ZBO-evaluatie laten uitvoeren van de Raad voor Accreditatie (RvA). De evaluatie richt zich op de doelmatigheid en doeltreffendheid. De wettelijke taak van de RvA bestaat uit het beoordelen van conformiteitverklarende organisaties. Het onderzoekrapport concludeert dat de RvA doeltreffend en doelmatig invulling heeft gegeven aan zijn wettelijke taak. Er is een viertal aanbevelingen meegegeven: 1. Blijf investeren in digitaliseren en risicogebaseerd werken en hou daarbij oog voor andere veranderkundige aspecten. 2. Investeer in communicatie met gebruikers en beoordelaars. 3. Blijf samen met beleidspartners zoeken naar manieren om de maatschappelijke waarde van accreditatie te vergroten. 4. Verken (met gebruikers) de mogelijkheden om doorlooptijden te verkorten.

Tabel 114 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

Soort onderzoek

Titel/onderwerp

Jaar van afronding

Vindplaats

1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

1a. Beleidsdoorlichtingen

   
 

Doorlichting artikel 2 Bedrijvenbeleid: Innovatief en duurzaam ondernemen1

2020

Kamerstuk 32 359, nr. 4 - bijlage Innovatieve Samenleving

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

 

Eureka / Eurostars / JTI’s

2020

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1711

 

Garantie Ondernemingsfinanciering

2020

Kamerstuk 35 420, nr. 154

 

Groene Groei

2020

Kamerstuk 33 043, nr. 103

 

Evaluatie NFIA

2020

Kamerstuk 32 637, nr. 415

 

NWO-TTW

2020

Kamerstuk 29 338, nr. 221

 

Fiscale regelingen startups

2022

Is verzet naar 2022.

 

BMKB

2022

Evaluatie is gestart. Oplevering verwacht in 2022.

 

Fiscale regelingen gericht op bedrijfsopvolging

2022

Is verzet naar 2022.

 

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

2022

Evaluatie is gestart. Oplevering verwacht in de eerste helft van 2022.

 

Qredits

2022

Is verzet naar 2022.

 

Evaluatie Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR)

2020

Evaluatie ATR

 

Evaluatie MKB-toets

2021

Kamerstuk 32 637, nr. 476

 

Innovatieprestatiecontracten (IPC)

2022

Is verzet naar 2022.

 

Toegepast onderzoek; TO2-instellingen (TNO, Deltares, Marin, NLR, Wageningen Research)

2021

Kamerstuk 32 637, nr. 453

 

PPS-toeslag (voorheen TKI-toeslag)

2021

Kamerstuk 33 009, nr. 101

    

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

2a. MKBA's

   
    

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

    

3. Overig onderzoek

   
 

CPB-analyse overkoepelende macro-economische effecten steunpakket 2020

2021

Kamerstuk 35 420, nr. 453

 

Agentschapsdoorlichting RVO

2022

De doorlichting is gestart. Oplevering verwacht in 2022.

1

De beleidsdoorlichting van artikel 2 liep mee in de taakopdracht «Innovatieve Samenleving» van de «Brede Maatschappelijke Heroverwegingen», waarin de RPE-vragen 11 t/m 14 ook zijn beantwoord. Hierdoor kwam de geplande reguliere beleidsdoorlichting in 2020 te vervallen.

Samenvatting afgeronde evaluaties 2021 artikel 2

Evaluatie Adviescollege Toetsing Regeldruk (1)

Eind 2020 is het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) geëvalueerd. ATR heeft met EZK een vijftal prestatie-indicatoren afgesproken: tijdigheid, volledigheid, proportionaliteit, werkwijze en kwaliteit van het wetgevingsdossier. Uit de evaluatie door Bureau Berenschot blijkt dat het ATR aan de criteria van de evaluatie heeft voldaan ten aanzien van zijn kerntaak. Circa 80% van de adviespunten word t opgevolgd. Volgens de evaluatie bestaat er brede consensus dat een onafhankelijk adviescollege bijdraagt aan een hogere kwaliteit van wetgevingsdossiers, voor wat betreft de regeldruk. Zonder ATR zou de kwaliteit van wetgevingsdossiers volgens de respondenten lager zijn voor wat betreft de regeldruk. Meer dan 70% van de respondenten beoordeelt de werkwijze van ATR als (1) inhoudelijk goed, (2) procesmatig zorgvuldig en (3) efficiënt. Het onderzoeksbureau stelt dat ATR een geoliede organisatie is. ATR heeft een relatief klein secretariaat met een hoge productiviteit. Er zijn 880 dossiers behandeld in 2,5 jaar. De beschikbare capaciteit volstaat om te adviseren bij voorgenomen regelgeving. Als het gaat om advisering bij bestaande regelgeving, dan is de beschikbare capaciteit beperkt.

(1) Zowel het adviescollege Toetsing Regeldruk als MKB-toets zijn twee belangrijke onderdelen van het programma Merkbaar betere regelgeving en dienstverlening 2018-2021.

Evaluatie MKB-toets

In de zomer van 2021 is de MKB-toets geëvalueerd door Decisio, gebruikmakend van interviews en een steekproef. De MKB-toets moet er voor zorgen dat de kleine bedrijven - in geval van nieuwe wet- en regelgeving met naar verwachting substantiële regeldruk voor het MKB - in een vroeg stadium betrokken worden bij de invulling hiervan. De MKB-toets heeft in de praktijk de vorm van een panelgesprek met individuele MKB-ondernemers. De belangrijkste conclusie uit de evaluatie is dat het nut en de noodzaak van de toets door alle betrokken partijen wordt onderschreven. Verder blijkt dat in meer dan 80% van de gevallen dat de toets noodzakelijk was, die ook is uitgevoerd. Decisio kon geen uitspraak doen over de doelmatigheid. Op basis van de aanbevelingen worden organisatorische aanpassingen doorgevoerd om de aandacht voor de MKB-toets en procedure daar omheen verder te borgen. Dit betekent o.a. extra aandacht voor het terugkoppelen van de resultaten van de toets door de dossierhouders naar de paneldeelnemers, het uniformeren van de verslagen van de panelbijeenkomsten en het scheppen van voorwaarden voor het vinden van voldoende paneldeelnemers vanuit het MKB.

Evaluatie Toegepast onderzoek; TO2-instellingen (TNO, Deltares, Marin, NLR, Wageningen Research)

In 2021 is de evaluatie van de TO2-instellingen over de periode 2016-2019 afgerond. Het onderzoek is uitgevoerd door een evaluatiecommissie onder voorzitterschap van prof. dr. ir. W. van Saarloos, daarbij ondersteund door de onderzoeksbureaus Technopolis, Dialogic en SEO Economisch Onderzoek. De evaluatiecommissie heeft geconstateerd dat de Rijksbijdrage aan de TO2 een zeer belangrijke bijdrage levert aan het realiseren van de doelstellingen van TO2-instellingen, onder andere ten aanzien van het tegemoetkomen aan maatschappelijke uitdagingen en in de breedte het versterken van de innovatiekracht en concurrentiepositie van Nederland. Bovendien blijkt uit de effectmeting dat samenwerken door bedrijven met TO2-instellingen positieve effecten heeft op de toegevoegde waarde van de betrokken bedrijven. De commissie stelt verder vast dat de publieke middelen die aan de TO2-instellingen ter beschikking worden gesteld doelmatig worden ingezet. Met beperkte middelen wordt relatief (in internationale vergelijking) veel bereikt.

Evaluatie PPS-toeslag (voorheen TKI-toeslag)

In 2021 is de evaluatie van de PPS-toeslagregeling over de periode 2016-2020 afgerond. Het onderzoek is uitgevoerd door Dialogic in samenwerking met UNU-MERIT. Uit de evaluatie blijkt dat de PPS-toeslag doeltreffend is in het bevorderen van onderzoek in publiek-privaat samenwerkingsverband. De regeling heeft in de periode 2017-2019 naar schatting geleid tot circa € 83 mln aan additionele private bijdrage in R&D in publiek-privaat samenwerkingsverband gemiddeld per jaar. Hier lag een bedrag van gemiddeld € 133 mln per jaar aan PPS-toeslag aan ten grondslag. De uitvoeringskosten en administratieve lasten zijn met 6 procent relatief hoog ten opzichte van het budgettaire belang. Dit leidt tot het oordeel van de onderzoekers dat de regeling redelijk tot matig microdoelmatig is. De onderzoekers concluderen verder dat de regeling macrodoelmatig is. De baten zijn tegen relatief redelijke kosten tot stand gekomen. De regeling is in staat gebleken de inzet op publiek-private samenwerking te versterken en de private bijdrage hierin te vergroten.

CPB-analyse overkoepelende macro-economische effecten steunpakket 2020

Het CPB concludeert dat het coronasteunpakket van 2020 effectief was in het realiseren van de drie doelstellingen van het steunbeleid: 1) het behoud van werk en het voorkomen van een oploop van de werkloosheid, 2) het overeind houden van bedrijven en 3) het beperken van vraaguitval en de negatieve gevolgen voor sectoren die niet door sluiting zijn getroffen. Het blijkt dat de omvang van het Nederlandse steunpakket (de grootste waren NOW, TVL en Tozo) weliswaar iets boven het Europese gemiddelde lag, maar uit deze analyse blijkt ook dat de daling van het Nederlandse bbp kleiner was dan in de meeste andere Europese landen. Ook de werkloosheid steeg in Nederland minder hard dan in de rest van Europa. De Nederlandse steun was voor een relatief groot gedeelte gericht op baanbehoud (via de NOW-regeling) en ze was ruimhartiger dan vergelijkbare regelingen in Europa. Het CPB merkt op dat het steunbeleid bedrijven overeind heeft gehouden, maar dat dit ten koste is gegaan van de economische dynamiek. Het CPB geeft ook aan dat dit onvermijdelijk was gezien de omstandigheden. Het CPB concludeert voorts dat de kosten van het generieke steunbeleid naarmate de tijd verstreek stegen terwijl de baten ervan afnamen. Het CPB stelt dat aanvullende analyses van het steunpakket in 2021 nodig zijn, omdat het steunbeleid in de loop van de tijd van samenstelling en karakter is veranderd.

Tabel 115 Artikel 3 Toekomstfonds

Soort onderzoek

Titel/onderwerp

Jaar van afronding

Vindplaats

1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

1a. Beleidsdoorlichtingen

   
 

Doorlichting artikel 3 Toekomstfonds1

2020

Kamerstuk 32 359, nr. 4 - bijlage Innovatieve Samenleving

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

    

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

2a. MKBA's

   
    

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

    

3. Overig onderzoek

    
1

De beleidsdoorlichting van artikel 3 liep mee in de taakopdracht «Innovatieve Samenleving» van de «Brede Maatschappelijke Heroverwegingen», waarin de RPE-vragen 11 t/m 14 ook zijn beantwoord. Hierdoor kwam de geplande reguliere beleidsdoorlichting in 2020 te vervallen.

Tabel 116 Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

Soort onderzoek

Titel/onderwerp

Jaar van afronding

Vindplaats

1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

1a. Beleidsdoorlichtingen/synthese

   
 

Lerende evaluatie Klimaatbeleid1

2024

 

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

 

Evaluatie Regeling Gebiedsaanwijzing Gasaansluitplicht

2020

Kamerstuk 34 627, nr. 51

 

Fiscale regelingen Energiebelasting

2021

Kamerstuk 31 239, nr. 330

 

Evaluatie Opslag Duurzame Energie

2021

Kamerstuk 30 196, nr. 752

 

Evaluatie SDE +

2022

De evaluatie is gestart en zal naar verwachting in de 1e helft van 2022 worden afgerond.

    

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

2a. MKBA's

   
    

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

 

Studiegroeprapport Invulling Klimaatopgave Green Deal

2021

Kamerstuk 32 813, nr. 664

 

Sectorevaluatie CO2-reductieaanpak energie-intensieve Industrie

2021

Policies for a climate-neutral industry; lessons from the Netherlands

3. Overig onderzoek

 

Derde structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV III)

2020

Kamerstuk 31 239, nr. 317

 

Evaluatie Besluit experiment afwijken van de Elektriciteitswet 1998 voor decentrale opwekking van duurzame elektriciteit

2021

Kamerstuk 31 239, nr. 335

 

Voortzetting gaswinning uit kleine velden op zee en op land

2020

Kamerstuk 35 462, nr. 3

 

Evaluatie Rekenmeesterfunctie en Socio-economisch Energieonderzoek

2020

Evaluatie Rekenmeesterfunctie en Socio-economisch Energieonderzoek

 

MKB-impacttoets

2020

Kamerstuk 32 637, nr. 423

1

De opzet van een evaluatiestructuur voor het (nationaal) klimaatbeleid in het kader van de Operatie Inzicht in Kwaliteit komt in de plaats van de geplande beleidsdoorlichting van artikel 4 in 2021 (zie: Kamerstuk 31 865, nr. 126 en Kamerstuk 32 813, nr. 901).

Samenvatting afgeronde evaluaties 2021 artikel 4

Evaluatie Fiscale regelingen Energiebelasting

Deze evaluatie is aangekondigd in bijlage 10 van de Miljoenennota 2020 (Kamerstuk 35 300, nr. 2) en is in opdracht van het Ministerie van Financiën uitgevoerd door het onderzoeksbureau CE Delft. Doel van de evaluatie is het beoordelen van de doeltreffendheid en doelmatigheid van fiscale regelingen in de Energiebelasting (EB), een evaluatie van de EB als geheel, de tariefstructuur en het onderzoeken van de interactie van de EB met de energietransitie. De evaluatie richt zich op de periode van de introductie (1996) tot en met 2019. Voor de relatie van de EB met de energietransitie wordt de zichtperiode 2020–2030 gehanteerd.

Evaluatie Opslag Duurzame Energie

In de evaluatie van de Opslag Duurzame Energie- en klimaattransitie (ODE) is de doeltreffendheid en doelmatigheid van het instrument onderzocht. Daarbij is in kaart gebracht in hoeverre de ODE heeft bijgedragen aan transparantie over de bijdrage van huishoudens en bedrijven aan de stimulering van hernieuwbare energie. De evaluatie is uitgevoerd door het onderzoeksinstituut CE Delft.

De toekomstverkenning ODE betreft een ambtelijke verkenning van knelpunten die voortvloeien uit het oorspronkelijke doel van de ODE en de randvoorwaarden die aan het instrument gekoppeld zijn in de loop der jaren. In dit rapport worden oplossingsrichtingen geschetst om de gevonden knelpunten zoveel mogelijk te verminderen binnen de huidige vormgeving van de ODE.

Studiegroeprapport Invulling Klimaatopgave Green Deal

In december 2020 bereikte de Europese Raad overeenstemming over ophoging van het 2030 broeikasgasreductiedoel van de EU naar tenminste netto 55% ten opzichte van 1990. Deze ophoging leidt ook tot een aanvullende reductieopgave in Nederland. De studiegroep Invulling klimaatopgave Green Deal werd door het kabinet ingesteld om een analyse uit te voeren van de gevolgen van het hogere Europese reductiedoel voor het nationale klimaatbeleid en om bouwstenen uit te werken voor de invulling van de aanvullende reductieopgave. Het eindrapport bevat een analyse voor het klimaatbeleid voor een nieuw kabinet met uitwerking van concrete beleidsopties en illustratieve varianten. De studiegroep geeft geen advies, maar maakt (de consequenties van) de belangrijkste overwegingen inzichtelijk. Het rapport is in januari 2021 opgeleverd en naar de Tweede Kamer gezonden. Het is benut voor beleidsvorming en politieke besluitvorming, onder andere door formerende partijen bij de totstandkoming van het Coalitieakkoord.

Sectorevaluatie CO2-reductieaanpak energie-intensieve Industrie

In 2020-2021 heeft de OESO een onderzoek uitgevoerd (in opdracht van de Europese Commissie, DG Reform) naar de ex-ante effecten van het Nederlandse klimaatbeleid gericht op de industrie. De onderzoekers richten zich daarbij op de consistentie en efficiëntie van alle beleidsmaatregelen met oog op het bereiken van klimaatneutraliteit in 2050. Het onderzoek mondde uit in lessen voor andere landen en twaalf aanbevelingen voor aanpassing en aanvulling van het Nederlandse instrumentarium. Als lessen voor andere landen noemt de OESO de kracht van een gecombineerde aanpak van broeikasgasbeprijzing en subsidies voor innovatie, opschaling en uitrol. De nationale CO2-heffing verschaft door zijn vormgeving een sterke prikkel voor investeringen in emissiereductie, terwijl die ook weglekrisico’s mitigeert. Als aanbeveling wijst de OESO op mogelijkheden om meer emissies te beprijzen via de energiebelasting, waar nu vrijstellingen gelden voor energie-intensieve industrie. Voorts adviseert de OESO om meer technieken onder de SDE++ te brengen, zodat meer innovatieve projecten voor de lange termijn worden gesubsidieerd. Tot slot vraagt de OESO aandacht voor betere randvoorwaarden: versnelde aanleg van infrastructuur, adaptieve regelgeving, ondersteuning van start-ups en beschikbaarheid van voldoende menselijk kapitaal.

Evaluatie Besluit experiment afwijken van de Elektriciteitswet 1998 voor decentrale opwekking van duurzame elektriciteit

Omdat de meeste projecten zich nog steeds in de opstartfase bevinden, is het niet goed mogelijk vast te stellen of de doelstellingen van AMvB gerealiseerd zijn. Een aantal conclusies kunnen volgens de onderzoekers worden getrokken, o.a.:

  • Het lijkt erop dat participatie in een vereniging of coöperatie heeft geleid tot meer betrokkenheid van afnemers bij hun energievoorziening. Wel past hierbij de kanttekening dat ontheffinghouders aangeven dat het moeilijk is om gebruikers daadwerkelijk te activeren. De meeste betrokkenen lijken vooral te willen worden «ontzorgd», zonder zichzelf actief met de energievoorziening bezig te hoeven houden. De projecten worden voornamelijk gedragen door een beperkte groep actieve burgers.

  • Door het geringe aantal lopende experimenten en de beperkte omvang daarvan is het niet mogelijk precieze uitspraken te doen over de toegevoegde waarde van de experimenten voor een beter netbeheer. Op kleine schaal lijken de projecten wel een bijdrage te kunnen leveren aan het voorkomen van netcongestie.

Tabel 117 Artikel 5 Een veilig Groningen met perspectief

Soort onderzoek

Titel/onderwerp

Jaar van afronding

Vindplaats

1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

1a. Beleidsdoorlichtingen

   
 

Doorlichting artikel 51

2023

 

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

    

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

2a. MKBA's

   
    

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

    

3. Overig onderzoek

    
1

Voor artikel 5 is in 2021 een parlementaire enquête gaswinning Groningen gestart waarmee de geplande beleidsdoorlichting komt te vervallen.

Licence