Base description which applies to whole site

16. Jaarverantwoording agentschap Dienst van de Huurcommissie (DHC) per 31 december 2022

Inleiding

De Huurcommissie is een onpartijdige organisatie gericht op het oplossen van geschillen tussen huurder en verhuurder. Het werkterrein wordt vooral gevormd door het gereguleerde deel van de huurmarkt voor woonruimte. Als huurders en verhuurders er onderling niet uitkomen, doet de Huurcommissie op verzoek uitspraken in het geschil omtrent voornamelijk de hoogte van huurprijzen, het onderhoud en de servicekosten.

Duidelijke informatie over de huurprijswetgeving kan verschillen van mening tussen huurders en verhuurders in een vroeg stadium oplossen en zo procedures bij de Huurcommissie voorkomen. Via verbeterde verzoekformulieren, een nieuwe website met klantportaal, de daarop te vinden huurprijscheck en de vormgeving van een nieuw klantcontactcentrum, heeft de Huurcommissie grote stappen gezet om de informatievoorziening richting huurder en verhuurder te verbeteren.

De organisatie is opgebouwd uit een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO), de Huurcommissie, en een agentschap, de Dienst van de Huurcommissie. De Dienst ondersteunt het ZBO. In deze jaarverantwoording van de Dienst zijn ook de uitgaven van het ZBO opgenomen. Jaarlijks verstrekt het ministerie van BZK een opdracht aan de Huurcommissie voor de uitvoering van de huurgeschillenbeslechting- en overige werkzaamheden op basis van een uitgebrachte offerte. Naast deze bijdrage vanuit het moederdepartement wordt een bijdrage van de verhuurders ontvangen via de verhuurderbijdrage en worden voor huurder en verhuurder leges geheven als zij in het ongelijk worden gesteld.

In 2021 is met succes het actieplan Aanpak achterstanden afgerond en is de werkvoorraad teruggebracht naar acceptabel niveau. Dit maakte de weg vrij om in het jaar 2022 in te zetten op een verdere verkorting van de doorlooptijden vanuit het adagium ‘justice delayed is justice denied’. Met succes. Over de gehele linie bij elk geschil is de doorlooptijd substantieel gedaald met als gevolg dat veel meer zaken binnen de wettelijke termijn zijn afgehandeld. Dit werd bewerkstelligd door vaker gebruik te maken van een voorzittersuitspraak bij geschillen die kennelijk zijn. Dit maakt ruimte vrij voor de commissies om zich te richten op gevallen waarbij het van belang is dat beide partijen op zitting gehoord worden. Daarnaast is het intakeproces verder verbeterd en zijn procedures verder gestroomlijnd, mede door ingebruikname van het nieuwe zaaksysteem. De werkvoorraad is verder afgenomen naar circa 3.000 zaken, in lijn met het gewenste niveau op basis van de personele bezetting en de instroomverwachting van de Dienst.

Staat van baten en lasten

Tabel 84 Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap DHC 2022 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

Realisatie 2021 (4)

Baten

    

- Omzet

13.925

21.272

7.347

17.170

waarvan omzet moederdepartement

7.261

14.614

7.353

9.697

waarvan omzet overige departementen

0

0

0

0

waarvan omzet derden

6.664

6.658

‒ 6

7.473

Rentebaten

0

4

4

0

Vrijval voorzieningen

0

9

9

768

Bijzondere baten

0

6

6

8

Totaal baten

13.925

21.291

7.366

17.946

     

Lasten

    

Apparaatskosten

14.394

20.946

6.552

17.713

- Personele kosten

11.376

16.008

4.632

14.401

waarvan eigen personeel

7.762

9.241

1.479

7.864

waarvan inhuur externen

2.958

6.269

3.311

6.152

waarvan overige personele kosten

656

498

‒ 158

385

- Materiële kosten

3.018

4.938

1.920

3.312

waarvan apparaat ICT

960

2.354

1.394

1.139

waarvan bijdrage aan SSO's

0

0

0

0

waarvan overige materiële kosten

2.058

2.584

526

2.173

Rentelasten

0

0

0

0

Afschrijvingskosten

18

101

83

62

- Materieel

18

101

83

62

waarvan apparaat ICT

18

93

75

54

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

0

8

8

8

- Immaterieel

0

0

0

0

Overige lasten

560

31

‒ 529

871

waarvan dotaties voorzieningen

0

30

30

46

waarvan bijzondere lasten

560

1

‒ 559

825

Totaal lasten

14.972

21.078

6.106

18.646

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

‒ 1.047

213

1.260

‒ 700

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

‒ 1.047

213

1.260

‒ 700

Mutatie POK/WaU gelden*

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten na resultaatbestemming *

‒ 1.047

213

1.260

‒ 700

Toelichting

Baten

Omzet

Omzet moederdepartement

De omzet moederdepartement bestaat uit de vergoeding van de opdrachtgever. Deze bijdrage wordt jaarlijks vastgesteld op basis van een afgestemde offerte waarin de te verwachte zaaklast en de daarmee samenhangende financiele consequenties zijn opgenomen. Deze offerte lag hoger dan oorspronkelijk begroot door meer inzet van mensen en middelen om de doorlooptijden beter te kunnen behalen. Daarnaast is een extra bijdrage ontvangen voor de uitgaven in het kader van het programma ‘Werk aan Uitvoering’. Met dit meerjarig programma wordt ingezet op een verdere verbetering van de publieke dienstverlening.

Omzet derden

De omzet derden bestaat uit de verhuurderbijdrage die aan de verhuurders in rekening is gebracht en uit de ontvangen leges. De in rekening gebrachte verhuurderbijdrage is dit jaar gelijk aan eerdere jaren en vastgesteld op € 5,5 miljoen. De circa 800 verhuurders met meer dan 50 woningen in beheer hebben in november een beschikking ontvangen waarna het CJIB voor de inning zal zorgdragen middels een te versturen factuur.

De te ontvangen leges liggen in lijn met de raming en bedragen € 1,2 mln. In 2.800 gevallen is de verzoeker in het ongelijk gesteld met een totale legesveroordeling van € 130.000. In 6.300 gevallen is de wederpartij in het ongelijk gesteld met een legesveroordeling van € 1,1 mln. Bij de overige geschillen is geen legesveroordeling opgelegd.

Lasten

Personele kosten

Eigen personeel

In lijn met de hogere zaaklast zijn de personeelsuitgaven gestegen tot ruim € 9 mln. Dit hangt ook samen met een verambtelijking van externe medewerkers medio dit jaar.

Inhuur externen

De Huurcommissie heeft in het jaar 2022 nog sterk moeten leunen op externen om twee redenen. Allereerst door krapte op de arbeidsmarkt waardoor invulling op bestaande formatie moeizaam was en veelal niet mogelijk bleek. Verder is de zaaksoort Huurverhoging sterk aan fluctuaties onderhevig, medio het jaar stroomden circa 3.500 zaken in en deze dienen binnen wettelijke termijn afgewikkeld te worden. Dit vraagt elk jaar tijdelijk om een forse inzet van externen. De Huurcommissie heeft net als in 2021 sterk ingezet op het verder terugdringen van structurele externe inhuur. Aan de start van 2022 waren 54 externen werkzaam bij de huurcommissie en aan het einde van 2022 is dit aantal teruggebracht naar 36. Ultimo de maand december heeft wederom een verdere verambtelijking plaatsgevonden en zijn nog eens 20 externen uitgestroomd met als gevolg dat aan de start van het nieuwe jaar slechts 16 externe krachten werkzaam zijn bij de Huurcommissie.

Overige personele kosten

De overige personele kosten zijn lager met name als gevolg van het niet geheel uitputten van de scholingsmiddelen geraamd bij de Ontwerpbegroting.

Materiele kosten

Apparaat ICT

In 2022 is het nieuwe zaaksysteem ontwikkeld waar ten tijde van de opstelling van de ontwerpbegroting nog geen rekening mee is gehouden. De materiële component van de kosten voor deze ICT sprong bedraagt in totaal € 0,9 mln. Het beheer en onderhoud van de software en hardware is gestegen van € 0,8 naar € 1,2 mln. Tenslotte zijn ook de kosten voor P-Direkt gestegen als gevolg van het hoger aantal ambtelijke werknemers in dienst.

Overige materiële kosten

De overige materiële kosten zijn € 0,5 mln hoger uitgevallen door een hogere zaaklast en daarmee gemoeide kosten zoals huur zittingslocaties en vacatiegelden.

Overige lasten

Dotaties voorzieningen

Zie de toelichting op de balanspost 'Voorzieningen'. De dotatie was niet begroot.

Bijzondere lasten

Er zijn geen bijzondere lasten geweest.

Saldo van baten en lasten

Per saldo is in tegenstelling tot de raming een positief resultaat behaald van € 0,2 mln. Dit resultaat wordt toegevoegd aan het eigen vermogen van de Dienst.

Balans

Tabel 85 Balans per 31 december 2022 (bedragen x € 1.000)
 

Balans 2022

Balans 2021

Activa

  

Vaste activa

198

180

Materiële vaste activa

198

180

waarvan grond en gebouwen

0

0

waarvan installaties en inventarissen

7

15

waarvan projecten in uitvoering

0

0

waarvan overige materiële vaste activa

191

165

Immateriële vaste activa

0

0

Vlottende activa

6.258

3.973

Voorraden en onderhanden projecten

0

0

Debiteuren

6.113

1.414

Overige vorderingen en overlopende activa

145

55

Liquide middelen

0

2.504

Totaal activa:

6.456

4.153

   

Passiva

  

Eigen Vermogen

213

‒ 159

Exploitatiereserve

0

541

Onverdeeld resultaat

213

‒ 700

Voorzieningen

352

445

Langlopende schulden

0

0

Leningen bij het Ministerie van Financiën

0

0

Kortlopende schulden

5.891

3.867

Crediteuren

1.150

1.535

Belastingen en premies sociale lasten

0

0

Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

0

0

Overige schulden en overlopende passiva

4.741

2.332

Totaal passiva

6.456

4.153

Toelichting

Activa

Vaste activa

Materiële vaste activa

De Dienst van de Huurcommissie huurt zijn kantoorruimten, deze panden staan daarom niet op de balans.

Waarvan installaties en inventarissen

De inventaris van de Huurcommissie bestaat uit gereedschappen voor de onderzoekers, een elektrische fiets en een scooter die in gebruik zijn bij de onderzoekers.

Waarvan overige materiële vaste activa

De overige materiële vaste activa bestaat uit laptops, beeldschermen, telefoons en hardware om digitale zittingen te kunnen houden. In 2022 zijn investeringen gedaan in laptops, beeldschermen en telefoons.

Vlottende activa

Debiteuren

In november 2022 zijn 800 beschikkingen door de Huurcommissie over de verhuurderbijdrage verzonden. Door een technische storing konden de facturen niet ingelezen worden bij het CJIB waardoor de integrale vordering richting verhuurders eind 2022 nog open staat.

Overige vorderingen en overlopende activa

Dit zijn de vooruitbetaalde kosten aan derden in 2022 voor het jaar 2023 en betaalde waarborgsommen.

Liquide middelen

Door de grote vordering die nog open staat (zie debiteuren) is het rekening courant saldo van de Huurcommissie bij de Rijkshoofdboekhouding (RHB) € 1,4 mln negatief geworden.

Passiva

Eigen vermogen

Exploitatiereserve

In 2022 is het verloop van het eigen vermogen als volgt:

Tabel 86 Omschrijving exploitatiereserve (bedragen x € 1.000)

Omschrijving (bedragen x € 1.000)

Exploitatiereserve

Onverdeeld resultaat

Totaal eigen vermogen

Stand 1 januari 2022

541

‒ 700

‒ 159

Verwerking onverdeeld resultaat 2021

‒ 700

700

0

Eenmalige storting moederdepartement

159

 

159

Resultaat 2022

 

213

213

Stand 31 december 2022

0

213

213

Het eigen vermogen wordt gevormd door enerzijds de exploitatiereserve en anderzijds het onverdeeld negatieve resultaat over 2022. De exploitatiereserve is in 2022 gemuteerd door verwerking van het onverdeeld resultaat 2021. In 2022 heeft het moederdepartement het negatieve eigen vermogen aangevuld.

Onverdeeld resultaat

Het positieve exploitatieresultaat over 2022 wordt ten gunste gebracht aan het eigen vermogen van de Dienst. Het eigen vermogen was door het negatieve exploitatiesaldo in 2021 en de bijdrage van het moederdepartement op de ondergrens.

Voorzieningen

De voorzieningen die op de balans staan betreffen kosten in verband met de reorganisaties van de Dienst van de Huurcommissie in 2012 en 2018. Deze post is gedaald door de reguliere onttrekkingen.

Kortlopende schulden

Crediteuren

Dit betreft in 2022 ontvangen maar per ultimo 2022 nog niet betaalde facturen voor gemaakte kosten die betrekking hebben op 2022. 

Overige schulden en overlopende passiva

De overlopende passiva bestaan met uit de nog te ontvangen facturen, legesvoorschotten, reserveringen IKB-uren, enkele vooruit ontvangen bedragen en het negatieve rekening courant saldo. Met name deze laatste zorgt voor een grote stijging van deze post ten opzichte van 2021.

Kasstroomoverzicht

Tabel 87 Kasstroomoverzicht over 2022 (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

1.

Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen

343

2.504

2.161

 

totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

13.925

16.493

2.568

 

totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 14.954

‒ 20.449

‒ 5.495

2.

Totaal operationele kasstroom

‒ 1.029

‒ 3.956

‒ 2.927

 

totaal investeringen (-/-)

0

‒ 119

‒ 119

 

totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

0

‒ 119

‒ 119

 

eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

 

eenmalige storting door moederdepartement (+)

1.029

159

‒ 870

 

aflossingen op leningen (-/-)

0

0

0

 

beroep op leenfaciliteit (+)

0

0

0

4.

Totaal financieringskasstroom

1.029

159

‒ 870

5.

Rekening courant RHB 31 december + stand  depositorekeningen (=1+2+3+4)

343

‒ 1.412

‒ 1.755

Toelichting

Operationele Kasstroom

De verkregen opdracht voor 2022 heeft geleid tot een hogere operationele kasstroom. Mede door de ontwikkelingen van een nieuw informatiesysteem zijn zowel de ontvangsten als de uitgaven hoger dan oorspronkelijk begroot. Een substantiële toename van de kortlopende vorderingen leiden tot lagere operationele ontvangsten ten opzichte van de operationele uitgaven met als gevolg dat het totale operationele kasstroom circa € 4 mln. negatief is geworden.

Investeringskasstroom

In 2022 zijn investeringen gedaan in onder andere laptops, beeldschermen en telefoons voor € 0,1 mln.

Financieringskasstroom

In 2022 heeft het moederdepartement het negatieve eigen vermogen van de Dienst van de Huurcommissie aangevuld met € 0,2 mln. Van de leenfaciliteit wordt geen gebruik gemaakt.

Rekening courant RHB

Door de negatieve operationele kasstroom is het rekening courantsaldo ultimo 2022 gedaald naar € 1,4 mln. negatief. Aan het begin van 2023 zal dit met de te ontvangen verhuurderbijdrage weer zijn aangevuld (zie ook de toelichting bij de post debiteuren op de balans).

Doelmatigheidsindicatoren

Tabel 88 Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2022
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

 

2019

2020

2021

2022

2022

Omschrijving Generiek Deel

     

Gemiddeld integraal tarief/uur

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

129

Fte-totaal (excl. externe inhuur)

60

76

91

135

97

Saldo van baten en lasten (%)

‒ 3%

‒ 15%

‒ 4%

1%

‒ 8%

      

Productie per geschilsoort

     

Huurprijsgeschillen (punten)

1.937

1.434

2.859

1.953

1.620

Huurprijsgeschillen (gebreken)

2.886

2.152

5.361

3.795

3.214

Servicekostengeschillen

1.611

1.490

5.030

2.960

2.201

Huurverhogingsgeschillen

3.083

3.220

574

3.515

5.846

Subtotaal

9.517

8.296

13.824

12.223

12.881

Verzetzaken

275

278

2.792

2.548

0

      

Totaal

9.792

8.574

16.616

14.771

12.881

      

Omschrijving Specifiek Deel

     

% Huurprijsgeschillen afgerond binnen 4 maanden

45%

59%

30%

65%

90%

% Servicekostengeschillen afgerond binnen 4 maanden

49%

50%

21%

57%

90%

% Huurverhogingsgeschillen afgerond binnen 4 maanden

94%

99%

29%

97%

90%

% ADR-geschillen afgerond binnen 90 dagen

86%

80%

59%

94%

> 90%

Gemiddeld integraal tarief/uur

Er worden geen uren geschreven binnen de Huurcommissie. Dit maakt dat een gemiddeld integraal tarief per uur niet te geven is en om deze reden is een nieuwe indicator ontwikkeld die in de begroting van het jaar 2023 is opgenomen.

Fte-totaal

Gezien de hoge productie en de forse verambtelijking die heeft plaatsgevonden is het aantal fte’s in dienst van de Huurcommissie gestegen naar 127. Hier tegenover staat een substantiële verlaging van het aantal ingehuurde externe krachten. Bij de start van 2022 waren dit er 54 externen werkzaam bij de Huurcommissie waar aan de start van 2023 nog slechts 16 externen werkzaam zullen zijn.

Saldo van baten en lasten

Het saldo is dit jaar omgeslagen van negatief in eerdere jaren naar positief in 2022. De lasten zijn in overeenstemming gebracht met de baten. Het saldo wordt toegevoegd aan het eigen vermogen dat na het negatieve saldo van 2021 en de dotatie vanuit het moederdepartement is teruggebracht naar de ondergrens van € 0.

Productie

In totaal zijn ruim 12.200 zaken afgewikkeld door de Huurcommissie in 2022 plus circa 2.500 verzetzaken. Deze productie ligt, net als het voorgaand jaar, hoger dan de instroom met als gevolg dat de voorraad geschillen verder is afgenomen. In onderstaande tabel wordt dit inzichtelijk gemaakt waarbij de beginvoorraad is afgezet tegen de instroom en productie. Hieruit is op te maken dat ultimo 2022 een eindvoorraad van circa 3.000 resteert hetgeen in overeenstemming is met de gewenste werkvoorraad op basis van de huidige instroom.

Tabel 89 Voorraadontwikkeling 2022

Voorraadontwikkeling

1-jan-22

instroom

productie

31-dec-22

Huurprijsgeschillen (punten)

541

2.154

1.953

742

Huurprijsgeschillen (gebreken)

963

3.961

3.795

1.129

Servicekosten

1.253

2.389

2.960

682

Huurverhoging

28

3.571

3.515

84

Subtotaal

2.785

12.075

12.223

2.637

Verzet

601

2.318

2.548

371

Totaal:

3.386

14.393

14.771

3.008

Voor een beter inzicht te bieden in de afhandeling van soorten geschillen zijn de huurprijsgeschillen onderverdeeld in geschillen over de puntentelling en geschillen over gebreken. De overige categorie is tevens toebedeeld aan de geschillen waarop zij betrekking hebben. Dit tezamen biedt een beter beeld van de soorten geschillen die zijn afgehandeld en de doorlooptijden van deze geschillen.

De hoge productie is mede tot stand gekomen door het hoger aantal kennelijke voorzittersuitspraken. Eenvoudige zaken komen met een dergelijke uitspraak niet meer op zitting zodat zittingscommissies zich kunnen richten op de meer complexe zaken. Tegen een voorzittersuitspraak kan verzet worden aangetekend, het aantal verzetzaken is dan ook navenant gestegen maar is minder dan het aantal in het voorgaand jaar.

Specifiek deel

Waar in het jaar 2021 de nadruk lag op het wegwerken van de oude voorraad met als gevolg dat het percentage van zaken die op tijd zijn afgewikkeld sterk was gedaald, lag nu de nadruk op het behalen van de ons gestelde wettelijke doorlooptijden. Hier zijn grote stappen gezet. Over de gehele linie zijn de percentages verbeterd en liggen deze fors hoger dan eerdere jaren. Het achterliggende doel van het actieplan zoals vorig jaar is afgerond is hiermee gehaald en in het nieuwe jaar met het nieuwe systeem en verdere verbetering van de processen zullen de percentages naar verwachting verder de juiste richting op tenderen om de doelstelling zoals opgenomen in de begroting te behalen.

De wettelijke doorlooptijd, die vanuit de Alternative Dispute Resolution (ADR) voor ADR-instanties als de Huurcommissie geldt, wordt anders gemeten. De doorlooptijd start nadat het dossier compleet is. Deze doorlooptijd is door de Huurcommissie gehaald. In 94% van de gevallen was afronding binnen 90 dagen na gereed zijn van het dossier, hetgeen betekent dat voor het eerst sinds 2019 de doelstelling van >90% is behaald.

Licence