Base description which applies to whole site

10. Saldibalans

Tabel 110 Saldibalans per 31 december 2022 van het Ministerie van IenW (bedragen x € 1.000)
 

Activa

31-12-2022

31-12-2021

 

Passiva

31-12-2022

31-12-2021

        

Intra-comptabele posten

  

Intra-comptabele posten

  

1)

Uitgaven ten laste van de begroting

12.078.472

11.761.303

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting

64.057

35.444

3)

Liquide middelen

0

0

  

0

0

4)

Rekening-courant RHB (Rijkshoofdboekhouding)

0

0

4a)

Rekening-courant RHB

12.006.847

11.737.378

5)

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

0

0

5a)

Begrotingsreserves

0

0

6)

Vorderingen buiten begrotingsverband

4.199

21.116

7)

Schulden buiten begrotingsverband

11.767

9.597

8)

Kas-transverschillen

0

0

  

0

0

 

Afrondingsverschil

0

0

 

Afrondingsverschil

0

0

Subtotaal intra-comptabel

12.082.671

11.782.419

Subtotaal intra-comptabel

12.082.671

11.782.419

        

Extra-comptabele posten

     

9)

Openstaande rechten

0

0

9a)

Tegenrekening openstaande rechten

0

0

10)

Vorderingen

10.858

12.501

10a)

Tegenrekening vorderingen

10.858

12.501

11a)

Tegenrekening schulden

0

0

11)

Schulden

0

0

12)

Voorschotten

4.185.122

4.752.201

12a)

Tegenrekening voorschotten

4.185.122

4.752.201

13a)

Tegenrekening garantieverplichtingen

713.334

663.845

13)

Garantieverplichtingen

713.334

663.845

14a)

Tegenrekening andere verplichtingen

2.059.227

2.108.266

14)

Andere verplichtingen

2.059.227

2.108.266

15)

Deelnemingen

0

0

15a)

Tegenrekening deelnemingen

0

0

        

Subtotaal extra-comptabele

6.968.541

7.536.813

Subtotaal extra comptabel

6.968.541

7.536.813

        

Totaal

19.051.212

19.319.232

Totaal

19.051.212

19.319.232

Toelichting samenstelling saldibalans

Als een minister meer dan één begroting beheert, in dit geval Infrastructuur en Waterstaat (XII), het Infrastructuurfonds en het Deltafonds, wordt per begroting een saldibalans opgesteld. Voor de begroting van Hoofdstuk XII, het Infrastructuurfonds en het Deltafonds worden geen gescheiden administraties gevoerd waardoor posten die niet zonder meer toewijsbaar zijn aan een bepaalde begroting, zijn opgenomen in de saldibalans van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII).

Wat betreft de toelichtingen zijn de volgende uitgangspunten toegepast. Een post, welke in verhouding tot de totale omvang van de balansregel een grote omvang heeft of de grens van € 25 miljoen overschrijdt, is tekstueel toegelicht.

Alle bedragen in de Saldibalans zijn, conform de regelgeving, naar boven afgerond. Als gevolg hiervan kunnen kleine verschillen ontstaan met de overige tabellen waarbij de reguliere afrondingsregels zijn gebruikt.

4) Rekening-courantverhouding Rijkshoofdboekhouding

Deze balansregel geeft de financiële verhouding met de Rijksschatkist weer.

6) Vorderingen buiten begrotingsverband

Tabel 111 Specificatie vorderingen (bedragen x € 1.000)

Verrekenposten personeel HRM

390

Te vorderen BTW

3.267

Overig

542

Totaal

4.199

De te vorderen BTW betreft de BTW vooraftrek met betrekking tot de Zuidasdok (€ 2,7 miljoen ) en de DBFM projecten (€ 0,6 miljoen) van RWS.

De openstaande verrekenposten personeel HRM betreffen verstrekte voorschotten in het kader van onderwijskosten, verhuiskosten en aanloopkosten. Daarnaast worden nog enkele bedragen ingehouden op salarissen van personeelsleden, omdat aan hen een voorschot op het salaris is verstrekt. Onder overig vallen o.a. de vorderingen die de Inspectie Leefomgeving en Transport op derden zijn ingesteld voor de vergunningen/leges. 

7) Schulden buiten begrotingsverband

Tabel 112 Specificatie schulden (bedragen x € 1.000)

Gelden in Depot

6.415

Bijdragen

3.652

Vooruitontvangen bedragen

1.157

Te betalen BTW

184

Overig

359

Totaal

11.767

Gelden in depot: De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) en de Inspectie voor de Leefomgeving (ILT) in het kader van de EVOA hebben van derden respectievelijk ruim € 0,3 miljoen en € 6 miljoen aan bedragen ontvangen als vorm van zekerheid. Deze gelden worden teruggestort indien de voorwaarden zijn komen te vervalle.

De bijdragen betreffen de rekening-courant verplichtingen van de Inspectieraad, Paris MOU en de SBR Wonen. De uitgaven worden rechtstreeks vanuit de bank naar de grootboekrekeningen geboekt. Deze raken de begroting niet. De uitgaven van de projecten worden ook hier geboekt. Tevens bevat de bijdragen het toezicht op de woningcorporaties voor zover deze uit de heffing op de woningcorporaties is gefinancierd.

De vooruitvangen bedragen hebben betrekking op de aan de afnemers van producten op het gebied van vergunningverlening vooraf in rekening gebrachte tarieven.

10 en 10a) Vorderingen en Tegenrekening vorderingen

Extra-comptabele vorderingen zijn vorderingen die zijn voortgevloeid uit uitgaven ten laste van de begroting.

Tabel 113 Opeisbaarheid (bedragen x € 1.000)

Direct opeisbaar

1.305

Op termijn opeisbaar

9.553

Geconditioneerd

0

Totaal

10.858

Tabel 114 Specificatie (bedragen x € 1.000)

Artikel 17 Luchtvaart

9.597

Artikel 98 Apparaatsuitgaven Kerndepartement

679

Overig

582

Totaal

10.858

Artikel 17 luchtvaart

Bij de verzelfstandiging van de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) in 1993 is het verschil tussen de taxatiewaarde en de boekwaarde van gebouwen en terreinen als vordering op LVNL (€ 6,6 miljoen) opgenomen. Deze vordering is niet rentedragend, niet aflosbaar en direct opeisbaar bij een voorgenomen opheffing, overname of fusie van LVNL.

In 2021 is een hypothecaire lening van in totaal USD 4,5 miljoen aan luchtvaartmaatschappij Winair die verbindingen verzorgt in de Caribische delen van het Koninkrijk verstrekt. Met het verstekken van deze lening wordt de interinsulaire connectiviteit van Saba, Sint-Eustatius met Sint Maarten en Bonaire op de korte termijn gewaarborgd (Kamerstukken II, 2020-2021, 31936 nr. 830). In 2022 heeft Winair een deel afgelost (€ 865.824,05) en een bedrag van € 61.403,29 aan rente betaald. Met de aflossing moet er nog een € 2.907.500,43 worden afgelost. De looptijd van de lening is te rekenen vanaf 31 december 2020 36 maanden, de termijn kan met wederzijds goedvinden verlengd worden tot 72 maanden.

12 en 12a) Voorschotten en Tegenrekening voorschotten

Voorschotten zijn bedragen die aan derden zijn betaald vooruitlopend op later definitief vast te stellen of af te rekenen bedragen.

Tabel 115 Openstaand naar jaar van betaling (bedragen x € 1.000)

Tot en met 2020

873.456

2021

699.558

2022

2.612.108

Totaal

4.185.122

Tabel 116 Specificatie (bedragen x € 1.000)

Artikel 11 Integraal Waterbeleid

33.927

Artikel 13 Bodem en Ondergrond

220.679

Artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid

420.932

Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor

1.303.372

Artikel 17 Luchtvaart

34.466

Artikel 18 Scheepvaart en Havens

160.355

Artikel 19 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal

12.664

Artikel 20 Lucht en Geluid

158.975

Artikel 21 Duurzaamheid

57.891

Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's

95.543

Artikel 24 Inspectie Leefomgeving en Transport

4.102

Artikel 25 Brede Doeluitkering

1.485.718

Artikel 97 Algemeen Departement

157.475

Artikel 98 Apparaatsuitgaven Kerndepartement

39.023

Totaal

4.185.122

Toelichtingen

Artikel 11 Integraal Waterbeleid

In het kader van integraal waterbeleid staan voorschotten open voor ruim € 32 miljoen om de doeltreffendheid en doelmatigheid van de bestuurlijke organisatie en het instrumentarium van het waterbeleid te verbeteren. Zo zijn aan onder andere de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voor het programma Partners voor Water ca. € 7 miljoen, aan Waterschap Schelderstromen ten behoeve van het project Restopgave Vooroeverbestortingen ruim € 10 miljoen en aan het ministerie van BuZa voor het programma Blue Deal dat door de Unie van Waterschappen wordt uitgevoerd ca € 6 miljoen aan voorschotten verstrekt. Deze voorschotten worden in de jaren 2023 tot en met 2026 afgerekend. In het kader van de specifieke uitkering uitvoeringspilots Ruimtelijke Adaptatie 2e tranche zijn aan diverse gemeenten voorschotten verstrekt van circa € 4 miljoen. Afrekening van deze voorschotten is verwacht in jaren 2023 tot en met 2030.

Artikel 13 Bodem en Ondergrond

In het kader van bodem en ondergrond zijn voorschotten verstrekt aan Bosatex, Bodemcentrum en Bodembeheer NL ten behoeve van bodemsanering voor een bedrag van circa € 54 miljoen. Verder zijn er voorschotten van circa € 21 miljoen verstrekt aan de BES-eilanden ten behoeve van diverse watervoorzieningen. De afrekeningen van deze voorschotten worden in de jaren 2023 tot en met 2028 verwacht. Tenslotte zijn in het kader van de specifieke uitkering Bodem 2021 en 2022 aan diverse gemeenten en provincies voorschotten verstrekt van € 131 miljoen. Afrekening van deze voorschotten wordt verwacht in 2025 tot en met 2027.

Artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid

Voorschotten van ruim € 9 miljoen zijn verstrekt aan maatschappelijke organisaties zoals Veilig Verkeer Nederland (VVN), Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV), Fietsersbond en aan TeamAlert ten behoeve van verkeersveiligheid. Aan de BES-eilanden zijn voorschotten in het kader van de bijzondere uitkering van circa € 53 miljoen voor het beheer en onderhoud aan de infrastructuur en in het bijzonder de wegen, verstrekt. Verder zijn voorschotten van circa € 151 miljoen aan de RVO verstrekt voor de uitvoering van diverse programma’s. Aan het CBR zijn voorschotten verstrekt van € 19 miljoen als bijdrage op het gebied van rijvaardigheid en aan de RDW zijn voorschotten verstrekt van € 11 miljoen als bijdrage voor veilig en geordend wegverkeer. Tenslotte zijn in het kader van specifieke uitkeringen voorschotten aan diverse gemeenten en provincies voor o.a. de realisatie van slimme laadpleinen, laadinfra, snelfietsroutes, MAAS-pilots, veilig fietsen, MIRT, IVRI en veilig, doelmatig en duurzaam gebruik verkeersinfrastructuur voorschotten verstrekt van circa € 98 miljoen, aan de provicie Noord Brabant voor SmartwayZ.nl innovatief mobiliteitsprogramma een voorschot van circa € 32 miljoen en aan de gemeente Eindhoven voor de realisatie van de challengevariant een voorschot van € 23 miljoen. De afrekeningen van deze voorschotten worden in de jaren 2022 tot en met 2025 verwacht.

Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor

Voorschotten zijn onder andere verstrekt aan ProRail in het kader van de Tijdelijke subsidieregeling stimulering goederenvervoer per spoor ad circa € 65 miljoen en aan de NS een beschikbaarheidvergoeding in verband met inkomstenderving als gevolg van onderbezetting van treinen door coronamaatregelen van het kabinet (zie brief TK 2019/2021, 23 645, nr. 723) van circa € 212 miljoen. Tevens zijn in het kader van de beschikbaarheidsvergoeding OV voorschotten aan Metropool Rotterdam Den Haag (circa € 289 miljoen), Vervoerregio Amsterdam (circa € 291 miljoen) en aan de provinciën en gemeenten (ruim € 317 miljoen) verstrekt. Verder zijn voorschotten verstrekt van in totaal € 46 miljoen aan diverse provincies m.b.t de specifieke uitkering Decentraal Spoor. Er zijn voorschotten verstrekt van in totaal € 64 miljoen aan gemeenten en provincies voor diverse incidentele specifieke uitkeringen. De afrekeningen van openstaande voorschotten op dit artikel worden in de jaren 2023 tot en met 2026 verwacht.

Artikel 17 Luchtvaart

In het kader van luchtvaart staan per 31 december 2022 voor circa €35 miljoen aan voorschotten open. De voorschotten zijn onder andere verstrekt aan de Stichting Bevordering Kwaliteit Leefomgeving Schipholregio voor een bedrag van € 10 miljoen in het kader van activiteiten - zijnde het beheren en (doen) bestemmen van de gelden, het beoordelen van aanvragen als ook het vaststellen en (doen) verstrekken van uitkeringen - voor gebiedsgerichte projecten ter bevordering van de kwaliteit van de woon-, werk- en leefomgeving in de Schipholregio. Verder is er een voorschot verstrekt aan Openbaar Lichaam Sint Eustatius van circa € 15 miljoen ten behoeve van aanpak erosie op het eiland en aan het Openbaar Lichaam Saba voor wederopbouw en compenserende maatregelen Luchthavan Saba een voorschot ruim € 1 miljoen. De afrekeningen van de voorschotten worden in 2023 verwacht.

Artikel 18 Scheepvaart en Havens

Voorschotten zijn aan onder andere de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) verstrekt voor een bedrag van ruim € 15 miljoen ten behoeve van de onderzoeksactiviteiten betreffende toegepast/industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling. Er zijn voorschotten verstrekt aan RVO voor een bedrag van € 23 miljoen voor uitvoering van de tijdelijke subsidieregelingen «Verduurzaming binnenvaartschepen» en 'Walstroom Zeevaart'. Er zijn voorschotten verstrekt aan de BES-eilanden in het kader van de bijzondere uitkeringen van circa € 48 miljoen ten behoeve van haveninfrastructuur. Aan Zero Emmisson Service BV zijn voorschotten verstrekt ten behoeve van toegekende subsidie Modular Energy Concept en subsidie laadstations en energycontainers van € 15 miljoen. Verder is aan Lenten Scheepvaart een voorschot verstrekt van € 4 miloen voor het bouwen van een waterstof-elektrisch binnenvaartschip. Tenslotte is aan de provincie Noord Holland een specifieke uitkering verstrekt voor het realiseren van de Energiehaven IJmond inclusief voorliggende diepzeekade een voorschot van circa € 28 miljoen. De voorschotten worden in de jaren 2023 tot en met 2027 afgerekend.

Artikel 19 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal

Voorschotten zijn verstrekt aan onder andere de RVO voor de uitvoering van diverse regelingen (€ 3,1 miljoen) en aan The Global Center on Adaptation te Rotterdam (circa € 3,3 miljoen). De afrekeningen van deze voorschotten wordt in 2023 verwacht.

Artikel 20 Lucht en Geluid

Voorschotten zijn verstrekt aan RVO van € 6 miljoen voor uitvoering specifieke uitkering Schone Lucht Akkoord, 1e en 2e tranche en aan RIVM van € 20 miljoen voor uitvoering werkzaamheden luchtkwaliteit. In het kader van de sanering van geluidslawaai zijn aan het Bureau Sanering Verkeerslawaai voorschotten verstrekt van circa € 133 miljoen om de geluidsbelasting veroorzaakt door verkeer (waaronder ook luchtvaart) en bedrijvigheid te verminderen. De uitvoerende organisaties verantwoorden hierover jaarlijks. Voorschotten worden bijgesteld.

Artikel 21 Duurzaamheid

Voorschotten zijn verstrekt aan RVO van € 24 miljoen voor uitvoering van diverse programma's. Er zijn aan diverse gemeenten voorschotten verstrekt van in totaal € 3 miljoen in het kader van de regeling specifieke uitkering circulaire ambachtscentra. Verder zijn er onder andere voorschotten aan de BES-eilanden verstrekt, ten behoeve van het milieubeheer op de eilanden, van circa € 16 miljoen. Tenslotte zijn aan de Stichting koninklijke Normalisatie Instituut voorschotten van € 3 miljoen verleend voor de kosten Publicatie Gevaarlijke Stoffen. De afrekeningen van de voorschotten worden in de jaren 2023 tot en met 2024 verwacht.

Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's

De voorschotten zijn verstrekt aan onder andere aan ZonMw ten behoeve van programma onderzoek naar elektromagnetische velden € 3 miljoen, aan Akzo-Nobel voor een bedrag van € 5 miljoen ten behoeve van het Convenant beëindiging chloortransporten, aan de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting voor het particulierfonds sanering asbestdaken € 10 miljoen, aan Omgevingsdienst NL voor een bedrag van € 6 miljoen voor versterking omgevingsveiligheid en interbestuurlijk programma Verbetering VTH-stelsel, aan diverse omgevingsdiensten een bedrag € 5 miljoen voor de regeling specifieke uitkeringen Interbestuurlijk Programma VTH, aan RVO voor een bedrag van € 26 miljoen ten behoeve van de uitvoering van diverse regelingen, aan RIVM voor een bedrag van € 22 miljoen voor werkzaamheden m.b.t. gevaarlijke stoffen, veiligheid en biotechnologie en tenslotte aan de Sociale Verzekeringsbank van € 4 miljoen ten behoeve van de uitvoering Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom en asbestose. Tevens zijn aan de Stichting voor de Technische Wetenschap te Utrecht voorschotten van ruim € 5 miljoen versterkt. Het betreft hier de kosten om het onderzoek in verband met veiligheid biotechnologie uit te kunnen voeren. De voorschotten worden na in de jaren 2023 tot en met 2025 afgerekend.

Artikel 24 Inspectie Leefomgeving en Transport

Aan KIWA NV zijn ter compensatie van de lagere tarieven vergunningen/certificaten voorschotten verleend van € 4 miljoen. Deze worden na ontvangsten van een accountantsverklaring afgewiikkeld.

Artikel 25 Brede Doeluitkering

Op grond van de Wet Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer, die als doel heeft om op decentraal niveau maatwerk oplossingen mogelijk te maken voor verkeer- en vervoervraagstukken, staan voorschotten open van ruim € 1.486 miljoen. Dit heeft onder andere betrekking op de provincies (€ 83 miljoen), Metropoolregio Rotterdam-Den Haag (€ 772 miljoen) en de Vervoersregio Amsterdam (€ 631 miljoen). Het eindsaldo van deze voorschotten wordt jaarlijks na ontvangst en goedkeuring van SISA-verantwoordingen bijgesteld.

Artikel 97 Algemeen Departement

Aan het NWO zijn voorschotten verstrekt ten behoeve het onderzoeksprogramma Smart Urban Regions of the Future (SURF) voor circa € 5 miljoen. De afrekening wordt in 2023 verwacht.

Op de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V. staan voorschotbetalingen voor de exploitatie kosten van het regeringsvliegtuig open van circa € 40 miljoen. Hiervoor is een 10-jarig contract afgesloten en jaarlijks worden de kosten verantwoord en afgerekend. Aan Fokker NV zijn voorschotten van € 2 miljoen voor de aanschaf van reserve-onderdelen van het regeringsvliegtuig . Tenslotte zijn voor de inklaringskosten voorschotten van € 2 miljoen verstrekt.

Artikel 98 Apparaatsuitgaven Kerndepartement

Voor diverse wachtgelduitkeringen zijn aan het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en aan het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) voorschotten verstrekt. Hiervan staat ruim € 38 miljoen open. Afwikkeling van deze voorschotten vindt plaats, nadat de goedkeurende controleverklaringen zijn ontvangen.

Tabel 117 Verloopoverzicht (bedragen € 1.000)

Stand per 1 januari 2022

 

4.752.201

In 2022 vastgelegde voorschotten

 

3.125.879

In 2022 afgerekende voorschotten

 

‒ 3.692.958

Verdeeld naar jaar van betalen:

  

‒ 2020 en verder

1.012.614

 

‒ 2021

2.166.573

 

‒ 2022

513.771

 

Openstaand per 31 december 2022

 

4.185.122

13 en 13a) Garantieverplichtingen en Tegenrekening garantieverplichtingen

Dit zijn verplichtingen waarvan betaling op een later moment afhankelijk is van een bepaalde omstandigheid (een bepaald risico of een bepaalde onzekere gebeurtenis) bij de partij die de garantie ontvangt. Dit zijn dus voorwaardelijke financiële verplichtingen.

Tabel 118 Verloopoverzicht (bedragen € 1.000)

Stand per 1 januari 2022

663.845

Correctie beginstand

14.823

Verstrekt in 2022

34.700

Afname risico 2022

‒ 34

Openstaand per 31 december 2022

713.334

De beginstand per 1 Januari is voor € 14,8 miljoen gecorrigeerd. Dit wordt verklaard door een verhoging van € 17,5 miljoen vanwege 3 leningen die onterecht aan het maximum leenplafond gekoppeld en een verlaging van € 2,2 miljoen vanwege een lening die onterecht niet aan het maximale leenplafond was gekoppeld.

IenW staat in 2022 garant voor een drietal leningen ter waarde van € 34,7 miljoen voor noodzakelijke investeringen in de infrastructuur waarmee effeciëntere capaciteitsbenutting wordt geborgd (zie begroting 2022).

14 en 14a) Andere verplichtingen en Tegenrekening andere verplichtingen

De post Andere verplichtingen vormt een saldo van de verplichtingen per 1 januari van het begrotingsjaar, de aangegane verplichtingen, de daarop verrichte betalingen en negatieve bijstellingen van in eerdere begrotingsjaren aangegane verplichtingen.

Tabel 119 Verloopoverzicht (bedragen € 1.000)

Stand per 1 januari 2022

2.108.266

Correctie beginstand

54.912

Aangegaan in 2022

12.035.859

Tot betaling gekomen in 2022

‒ 12.078.472

Negatieve bijstellingen in 2022

‒ 61.338

Openstaand per 31 december 2022

2.059.227

De beginstand per 1 januari is voor €55 miljoen gecorrigeerd. Dit is grotendeels veroorzaakt doordat de ILT per 1 januari 2022 onderdeel is van de kas verplichtingen administratie. De € 38 miljoen overlopende verplichtingen maken geen onderdeel uit van de saldibalans 2021 en moesten dus gecorrigeerd worden. Verder is er een technische correctie op de overlopende verplichtingen vennootschapsbelasting in de administratie ter waarde van € 17 miljoen.

Verder worden omvangrijke bijstellingen op de aangegane verplichtingen toegelicht bij de tabellen Budgettaire gevolgen van beleid van het beleidsartikel waar de bijstelling betrekking op heeft. Dit conform de norm zoals opgenomen in de leeswijzer.

Niet uit de saldibalans blijkende bestuurlijke verplichtingen

Ten aanzien van bestuurlijke verplichtingen worden in het kader van infrastructurele werken op het terrein van regionale en lokale infrastructuur, maar ook op het terrein van het waterbeheer, het hoofdwegen- en spoorwegennet bestuurlijke afspraken gemaakt. Deze bestuurlijke afspraken zijn zeer divers in aard en omvang. Deze afspraken worden jaarlijks inzichtelijk gemaakt in het MIRT overzicht (https://www.mirtoverzicht.nl/), welke jaarlijks als bijlage bij de begroting van het Infrastructuurfonds wordt uitgebracht.

Daarnaast is geïnventariseerd of sprake is van bestuurlijke afspraken voor zover al niet deel uitmakend van de juridische verplichtingen, zoals opgenomen in de financiële administratie (met name gesloten bestuursovereenkomsten of convenanten met decentrale overheden). Ultimo 2022 betreft het:

  • Op 19 juni 2020 is het Akkoord voor de Noordzee gesloten tussen het Rijk en een groot aantal stakeholderpartijen (Kamerstuk 33450-68). Uit dit akkoord volgen verplichtingen voor een bedrag van € 24 miljoen in de periode tot en met 2030.

  • Op 24 november 2022 zijn bestuurlijke afspraken over Bodem en ondergrond gemaakt tussen het IenW, IPO, VNG en de Unie van Waterschappen UvW voor de periode van 2023 tot en met 2030 (Kamerstuk 30015-111). Voor de uitvoering van de bestuurlijke afspraken is een totaalbudget beschikbaar van € 69,5 miljoen per jaar op de begroting van IenW (hoofdstuk 12, artikel 13).

  • Met RVO zijn in december 2022 verplichtingen aangegaan voor een bedrag van maximaal € 240,4 miljoen voor de uitvoering van subsidieregelingen vanaf 2023.

15 en 15a) Deelnemingen en Tegenrekening deelnemingen

Deze balansregel geeft de deelnemingen in besloten en naamloze vennootschappen en internationale instellingen weer.

Tabel 120 Specificatie (bedragen x € 1.000)

Dutch Caribbean Air Navigation Service Provider (DC ANSP)

0

Winair NV St. Maarten

0

Totaal per 31 december 2022

0

Het aandelenkapitaal van Winair NV St. Maarten bedraagt 560.000 US dollar en van Dutch Carribbean Air Navigation Service Provider (DC ANSP) 100 Antilliaanse guldens. Het deelnemingspercentage in beide ondernemingen bedraagt 7,95 en is «om niet» verkregen. In 2022 hebben er geen wijzigingen plaatsgevonden.

Licence