Base description which applies to whole site

8. Saldibalans

Tabel 102 Saldibalans per 31 december 2022 van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) (bedragen x € 1.000)

Activa

31-12-2022

 

31-12-2021

 

Passiva

31-12-2022

 

31-12-2021

          

Intra-comptabele posten

   

Intra-comptabele posten

   

1a

Uitgaven ten laste van de begroting

46.013.332

 

57.702.846

2a

Ontvangsten ten gunste van de begroting

6.244.471

 

3.804.357

3

Liquide middelen

0

 

0

     

4

Rekening-courant RHB

0

 

0

4a

Rekening-courant RHB

39.802.361

 

53.953.530

5

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

0

 

0

5a

Begrotingsreserves

0

 

0

6

Vorderingen buiten begrotingsverband

46.118

 

61.915

7

Schulden buiten begrotingsverband

12.618

 

6.873

8

Kas-transverschillen

0

 

0

     
          

Subtotaal intra-comptabel

46.059.450

 

57.764.761

Subtotaal intra-comptabel

46.059.450

 

57.764.761

          

Extra-comptabele posten

   

Extra-comptabele posten

   

9

Openstaande rechten

0

 

0

9a

Tegenrekening openstaande rechten

0

 

0

10

Vorderingen

877.663

 

892.792

10a

Tegenrekening vorderingen

877.663

 

892.792

11a

Tegenrekening schulden

0

 

0

11

Schulden

0

 

0

12

Voorschotten

20.837.561

 

28.543.236

12a

Tegenrekening voorschotten

20.837.561

 

28.543.236

13a

Tegenrekening garantieverplichtingen

0

 

0

13

Garantieverplichtingen

0

 

0

14a

Tegenrekening andere verplichtingen

810.001

 

645.626

14

Andere verplichtingen

810.001

 

645.626

15

Deelnemingen

0

 

0

15a

Tegenrekening deelnemingen

0

 

0

          

Subtotaal extra-comptabel

22.525.225

 

30.081.654

Subtotaal extra-comptabel

22.525.225

 

30.081.654

          

Totaal

68.584.675

 

87.846.415

Totaal

 

68.584.675

 

87.846.415

Toelichting bij de saldibalans

Het intracomptabele deel van de saldibalans (financiële posten 1 t/m 8) bevat het resultaat van de financiële transacties in de departementale administratie die een directe relatie hebben met de kasstromen. Deze kasstromen worden via de rekening-courant met het Ministerie van Financiën bijgehouden.

Het extracomptabele deel bevat het saldo van de overige rekeningen die met tegenrekeningen in evenwicht worden gehouden.

De cijfers in de saldibalans zijn vermeld in duizendtallen en afgerond naar boven. Hierdoor kunnen bij het subtotaal en het totaal afrondingsverschillen optreden.

Ad 1 en 2) Begrotingsuitgaven en -ontvangsten

Onder de post Uitgaven en ontvangsten ten laste van de begroting worden de gerealiseerde begrotingsuitgaven en -ontvangsten van het jaar opgenomen. De bedragen komen overeen met de bedragen uit de verantwoordingsstaat. Door een verschillende afrondingssystematiek kunnen kleine afrondingsverschillen ontstaan (maximaal aantal begrotingsartikelen * 1 (in duizenden)) tussen de posten ‘Uitgaven en ontvangsten ten laste van de begroting’ en de bedragen in de Verantwoordingsstaat.

Ad 3) Liquide middelen

De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo van de banken en de contante gelden. Het Ministerie van SZW heeft geen contante gelden en geen saldo op haar bankrekeningen.

Ad 4 en 4a) Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding wordt de financiële verhouding met de schatkist van het Rijk geadministreerd. Het bedrag per 31 december 2022 is in overeenstemming met de opgave van de Rijkshoofdboekhouding.

Ad 5 en 5a) Begrotingsreserves

Een begrotingsreserve op basis van artikel 2.21 van de Comptabiliteitswet 2016 is een geoormerkte meerjarige budgettaire voorziening die door een ministerie op een afzonderlijke rekening-courant bij het Ministerie van Financiën wordt aangehouden. Het gaat om een budgettaire voorziening of reserve binnen de rijksbegroting. De reserve blijft meerjarig beschikbaar voor het doen van uitgaven in latere jaren. Het Ministerie van SZW heeft geen begrotingsreserves.

Ad 6) Vorderingen buiten begrotingsverband

Bij de vorderingen onder de post vorderingen buiten begrotingsverband worden de saldi van de betreffende grootboekrekeningen uitgaven buiten begrotingsverband uit de begrotingsboekhouding van het Ministerie van SZW opgenomen. Een uitgavensaldo op 31 december zal nog van derden ontvangen moeten worden (is dus een saldo van openstaande vorderingen).

Tabel 103 Vorderingen buiten begrotingsverband (bedragen x € 1.000)
 

Openstaand ultimo 2022

Europese gelden

40.462

RSO doorbelasting

5.583

derden

66

omzetbelasting

7

  

Totaal

46.118

Ad 7) Schulden buiten begrotingsverband

Bij de schulden onder de post schulden buiten begrotingsverband worden de saldi van de betreffende grootboekrekeningen ontvangsten buiten begrotingsverband uit de begrotingsboekhouding van het Ministerie van SZW opgenomen. Een ontvangstensaldo op 31 december zal nog aan derden afgedragen moeten (is dus een saldo van openstaande schulden).

Tabel 104 Schulden buiten begrotingsverband (bedragen x € 1.000)
 

Openstaand ultimo 2022

Frictiekosten RWI

966

Europese gelden

11.540

Derdenrekeningen

24

Diversen

88

  

Totaal

12.618

Ad 8) Kas-transverschillen

Op deze post worden bedragen opgenomen die zijn verantwoord in de uitgaven en ontvangsten, maar nog niet daadwerkelijk in de kas zijn uitgegeven en ontvangen. Het Ministerie van SZW heeft geen kas-transverschillen.

Ad 9 en 9a) Openstaande rechten

Openstaande rechten zijn vorderingen die niet voortvloeien uit met derden te verrekenen begrotingsuitgaven, maar die op andere wijze zijn ontstaan. Rechten kunnen ontstaan doordat op grond van wettelijke regelingen, in de toekomst aanspraak bestaat op gelden van derden (bijvoorbeeld belastingen, college- en schoolgelden). Het Ministerie van SZW heeft geen openstaande rechten.

Ad 10 en 10a) Vorderingen

Het saldo per 31 december 2022 kan als volgt worden gespecificeerd: 

Tabel 105 Vorderingen totaal (bedragen x € 1.000)
 

Ministerie

UVB

Nederlandse Arbeidsinspectie

S&I

RSO

OpenstaandUltimo 2022

Vorderingen

585.031

6.705

29.693

250.553

5.681

877.663

Tabel 106 Vorderingen naar opeisbaarheid (bedragen x € 1.000)
 

Ministerie

UVB

Nederlandse Arbeidsinspectie

S&I

RSO

OpenstaandUltimo 2022

Direct opeisbaar

585.031

6.705

29.693

1.554

5.681

628.664

Op termijn opeisbaar

0

0

0

0

0

0

Geconditioneerde vorderingen

0

0

0

248.999

0

248.999

 

585.031

6.705

29.693

250.553

5.681

877.663

Van de opeisbare vorderingen (niet de geconditioneerde vorderingen) worden onderstaand de specificaties gegeven naar ouderdom.

Tabel 107 Opeisbare vorderingen naar ouderdom (exclusief toeslagen)(bedragen x € 1.000)

Insteljaar

Ministerieexclusief toeslagen

UVB

Nederlandse Arbeidsinspectie

S&I

RSO

OpenstaandUltimo 2022

t/m 2019

377

4.409

13.576

69.594

0

87.956

2020

2

25

3.518

32.379

0

35.924

2021

0

0

3.966

53.714

160

57.840

2022

757

2.271

8.633

94.866

5.521

112.048

 

1.136

6.705

29.693

250.553

5.681

293.767

Tabel 108 Opeisbare vorderingen naar ouderdom (toeslagen) (bedragen x € 1.000)

Toeslagjaar

Openstaand1 januari 2022

Bijstelling

Ingesteldevorderingen

Ontvangsten

Afboekingen

OpenstaandUltimo 2022

t/m 2019

400.339

0

15.517

62.785

68.577

284.494

2020

138.879

0

102.434

109.873

6.687

124.753

2021

62.008

0

189.735

140.087

3.049

108.607

2022

0

0

130.090

62.875

1.133

66.081

2023

0

0

‒ 40

0

0

‒ 40

 

601.226

0

437.736

375.620

79.446

583.896

Deze toeslagen hebben betrekking op kinderopvangtoeslag en kindgebonden budget.

Onderstaand wordt per onderdeel een toelichting gegeven.

Ministerie

Van de openstaande vorderingen is een bedrag van ruim € 18.000 toe te wijzen aan niet-bestuurlijke boetes. De inning van de bestuurlijke boetes die na 2006 zijn opgelegd wordt door het CJIB verricht (zie onder Nederlandse Arbeidsinspectie).

Kwijtschelding vorderingen toeslagen

Begin 2021 deelde de staatssecretaris van Financiën – Toeslagen dat zij nader ingaat op de plannen om gedupeerden in de toeslagenaffaire met een schone lei te laten beginnen. De toeslag- en belastingschulden van de gedupeerde ouders en eventuele partner over berekeningsjaren 2020 en eerder worden kwijtgescholden. Deze kwijtschelding raakt de stand op de saldibalans SZW voor de toeslagen kindgebonden budget en kinderopvangtoeslag. In 2021 is een aanvang genomen met beoordeling en kwijtschelding van schulden. Op basis van cijfers van Financiën - Toeslagen blijkt dat vanaf 1 juli 2021 in totaal circa € 9 miljoen aan vorderingen kindgebonden budget is kwijtgescholden en circa € 129 miljoen aan vorderingen kinderopvangtoeslag. Het betreft in totaal circa 16 duizend vorderingen kindgebonden budget en circa 22 duizend vorderingen kinderopvangtoeslag. Gedurende 2022 gaat het daarbij om kwijtschelding van circa € 3 miljoen aan vorderingen kindgebonden budget (circa 5 duizend vorderingen) en circa € 36 miljoen aan vorderingen kinderopvangtoeslag (circa 6 duizend vorderingen).

Per 20 januari 2023 zijn ruim 32 duizend nog openstaande vorderingen kindgebonden budget (circa € 21 miljoen) en ruim 29 duizend nog openstaande vorderingen kinderopvangtoeslag (circa € 113 miljoen) in beeld die mogelijk kwijtgescholden worden. Het aantal ouders dat in aanmerking komt en de totale openstaande vorderingen die het betreft staan nog niet definitief vast. Nog tot eind 2023 kunnen burgers zich melden bij Toeslagen voor een aanvraag in de hersteloperatie toeslagen. Indien nog openstaande vorderingen uiteindelijk zijn kwijtgescholden, zal dit ook in de post vorderingen in de saldibalans worden verwerkt.

Het totaal aan openstaande vorderingen per 31 december 2022 bedraagt voor KOT € 379,4 miljoen en voor WKB € 204,5 miljoen.

UVB

Alle openstaande vorderingen bij UVB hebben betrekking op subsidies, inclusief de vorderingen uit hoofde van Europese gelden.

Nederlandse Arbeidsinspectie

Deze vorderingen bestaan uit de door de Nederlandse Arbeidsinspectie opgelegde boetes vanaf 2007.

S&I

DUO voert de administratie uit voor de directie Samenleving en Integratie ten behoeve van de Wet Inburgering. Het openstaande bedrag van € 250,5 miljoen bestaat voor € 249,0 miljoen uit leningen en € 1,5 miljoen uit openstaande aflossingstermijnen. De vorderingen bij DUO betreffen de openstaande aflossingstermijnen welke aan de leningen onttrokken zijn.

Rijksschoonmaakorganisatie (RSO)

Vanaf 2016 valt de RSO onder budgettaire verantwoordelijkheid van SZW. De administratie is uitbesteed aan de Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR). De RSO is verantwoordelijk voor de schoonmaak van de Rijkspanden van de aangesloten departementen. Het totaalbedrag van de openstaande vorderingen ad € 5,7 miljoen bestaat uit in rekening gebrachte bedragen voor verrichte schoonmaakwerkzaamheden.

Ad 11 en 11a Schulden

Onder de post Schulden wordt het totaalbedrag van de saldi opgenomen van de betreffende grootboekrekening(en) uit de administratie. Het totaalsaldo betreft de per 31 december openstaande schulden. Het Ministerie van SZW heeft geen schulden.

Ad 12 en 12a) Voorschotten

Voorschotten zijn bedragen die aan derden zijn betaald vooruitlopend op later definitief vast te stellen of af te rekenen bedragen. Onder de post Voorschotten wordt het totaalbedrag van de saldi opgenomen van de betreffende (grootboek)rekeningen uit de administratie. Het totaalsaldo betreft de per 31 december openstaande voorschotten.

Tabel 109 Voorschotten incl. UVB (bedragen x € 1.000)
   

Ministerie

UVB

Openstaand ultimo 2022

Voorschotten

  

20.565.720

271.841

20.837.561

Ministerie

In de onderstaande specificaties worden de openstaande voorschotten van het Ministerie verantwoord naar ouderdom en artikel. Hiervan is een totaalbedrag van € 8.171,1 miljoen toe te wijzen aan voorschotten toeslagregelingen. De uitgaven die hiermee samenhangen zijn verantwoord onder de post uitgaven van artikel 7 en 10. In totaal gaat het om respectievelijk KOT ad € 3.108,7 miljoen en WKB € 5.062,4 miljoen.

Tabel 110 Voorschotten naar ouderdom (exclusief toeslagen, exclusief UVB) (bedragen x € 1.000)

Ontstaansjaar

 

Saldo 1-1-2022

Verstrekt

Afgerekend

Openstaand ultimo 2022

t/m 2019

 

71.954

0

11.754

60.200

2020

 

2.317.501

0

2.285.049

32.452

2021

 

18.539.397

0

17.584.361

955.036

2022

 

0

11.354.465

7.514

11.346.951

Totaal

 

20.928.852

11.354.465

19.888.677

12.394.640

De openstaande voorschotten (exclusief toeslagen en exclusief UVB) waren ultimo 2021 € 20,9 miljard. Ultimo 2022 zijn de openstaande voorschotten € 12,4 miljard. De afname in 2022 wordt voornamelijk veroorzaakt door de afname van de voorschotten die verstrekt zijn in verband met de coronacrisis ter ondersteuning van ondernemers en zzp-ers via respectievelijk de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (NOW) met € 6,6 miljard aan voorschot. Ook de ondersteuning aan burgers als gevolg van de coronacrisis is in 2022 afgenomen.

Tabel 111 Voorschotten naar ouderdom (toeslagen) (bedragen x € 1.000)

Toeslagjaar

 

Saldo 1-1-2022

Verstrekt

Afgerekend

Openstaand ultimo 2022

t/m 2019

 

142.809

0

83.401

59.408

2020

 

770.456

0

644.278

126.178

2021

 

5.972.135

32.695

4.878.221

1.126.609

2022

 

510.519

5.754.321

0

6.264.839

2023

 

0

594.045

0

594.045

Totaal

 

7.395.919

6.381.060

5.605.900

8.171.080

De voorschotten van het toeslagjaar 2023 betreffen de eerste maandelijkse voorschottermijn, die in december 2022 is uitbetaald.

Tabel 112 Voorschotten naar artikel (bedragen x € 1.000)

Art

Omschrijving

Openstaand ultimo 2022

1

Arbeidsmarkt

1.398.659

2

Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet

1.918.400

3

Arbeidsongeschiktheid

0

4

Jonggehandicapten

3.709.300

5

Werkloosheid

168.392

6

Ziekte en verlofregelingen

7.148

7

Kinderopvang

5.162.639

8

Oudedagsvoorziening

919

9

Nabestaanden

0

10

Tegemoetkoming ouders

7.048.688

11

Uitvoering

648.358

12

Rijksbijdragen

255.700

13

Integratie en maatschappelijke samenhang

238.375

96

Apparaatsuitgaven kerndepartement

9.140

Totaal

 

20.565.720

Tabel 113 Voorschotten UVB (bedragen x € 1.000)
   

ESF/EGF/EUSF

Subsidies departement

Totaal 2022

Saldo 1 januari

  

128.551

89.914

218.466

Verstrekt

  

53.325

55.723

109.048

Subtotaal

  

181.876

145.637

327.513

Afgerekend

  

35.604

20.068

55.672

Saldo 31 december

  

146.272

125.569

271.841

Tabel 114 Voorschotten UVB naar ouderdom (bedragen x € 1.000)

Ontstaansjaar

 

Saldo 1-1

Verstrekt

Afgerekend

Openstaand

  

2022

  

ultimo 2022

t/m 2019

 

21.889

0

10.271

11.618

2020

 

70.781

0

28.459

42.322

2021

 

125.796

0

16.941

108.855

2022

 

0

109.048

1

109.046

Totaal

 

218.466

109.048

55.672

271.841

Ad 13 en 13a) Garantieverplichtingen

Een garantieverplichting is een voorwaardelijke financiële verplichting, die pas tot uitbetaling komt als zich bij de wederpartij een bepaalde omstandigheid (realisatie van een risico) voordoet. Garantieverplichtingen worden administratief volledig verwerkt als verplichting. Er is dus geen verschil in de vastlegging van garantieverplichtingen en «gewone» verplichtingen. In het algemeen leiden garantieverplichtingen niet of slechts voor een bepaald (meestal klein) percentage tot betaling. Het Ministerie van SZW heeft geen garantieverplichtingen.

Ad 14 en 14a) Andere verplichtingen

Met andere verplichtingen worden alle verplichtingen exclusief de garantieverplichtingen, bedoeld. Financiële verplichtingen zijn (toekomstige) betalingsverplichtingen en hebben veelal een voorwaardelijk karakter. De financiële verplichting ontstaat wanneer met een derde of andere partij is overeengekomen tot het voldoen van een (contra)verplichting (bijvoorbeeld levering of subsidievoorwaarde). Nadat de andere partij, ten gunste waarvan de (betalings)verplichting is aangegaan, aan de afgesproken voorwaarden heeft voldaan, leidt dit tot een kasuitgave.

Tabel 115 Opbouw andere verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Ministerie

UVB

Totaal 2022

Saldo 1 januari

415.385

230.241

645.626

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar inclusief negatieve bijstellingen

46.160.617

76.996

46.237.613

Subtotaal (A)

46.576.002

307.237

46.883.239

Tot betaling gekomen in het verslagjaar

46.013.341

59.898

46.073.239

Subtotaal (B)

46.013.341

59.898

46.073.239

Saldo 31 december (A - B)

562.661

247.339

810.001

Tabel 116 Andere verplichtingen UVB (bedragen x € 1.000)
 

ESF 2

EGF

EFMB

EUSF

Totaal 2022

Saldo 1 januari

0

4.819

354

225.068

230.241

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar inclusief negatieve bijstellingen

15.000

‒ 4.659

0

66.655

76.996

Subtotaal (A)

15.000

160

354

291.723

307.237

Tot betaling gekomen in verslagjaar

0

160

354

59.384

59.898

Subtotaal (B)

0

160

354

59.384

59.898

Saldo 31 december (A - B)

15.000

0

0

232.339

247.339

Tabel 117 Andere verplichtingen Ministerie naar artikel (bedragen x € 1.000)

Art

Omschrijving

Openstaand 1 januari 2022

Correcties

Aangegaan 2022 (incl. negatieve bijstelling)

Betaald 2022

Openstaand ultimo 2022

1

Arbeidsmarkt

234.178

15

2.152.533

2.022.690

364.036

2

Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet

54.549

9.491

7.183.029

7.184.756

62.313

3

Arbeidsongeschiktheid

0

0

1.083

1.083

0

4

Jonggehandicapten

0

0

3.717.894

3.717.894

0

5

Werkloosheid

13.458

0

155.470

162.714

6.214

6

Ziekte en verlofregelingen

0

0

15.277

15.277

0

7

Kinderopvang

14.286

0

4.217.155

4.206.526

24.914

8

Oudedagsvoorziening

0

559

29.515

29.673

401

9

Nabestaanden

0

0

1.600

1.600

0

10

Tegemoetkoming ouders

0

0

6.850.451

6.850.451

0

11

Uitvoering

0

245

700.110

699.830

525

12

Rijksbijdragen

0

0

20.291.413

20.291.413

0

13

Integratie en maatschappelijke samenhang

27.097

0

342.975

343.489

26.583

96

Apparaatsuitgaven kerndepartement

61.450

‒ 72

502.241

485.945

77.675

98

Algemeen

10.367

‒ 10.367

0

0

0

99

Nog onverdeeld

0

0

0

0

0

Totaal

 

415.385

‒ 129

46.160.746

46.013.341

562.661

Vanwege het opheffen van artikel 98 in 2022 is het bedrag openstaande verplichtingen van € 10.367 verdeeld over andere artikelen.

Het saldo van € -129 heeft betrekking op correcties die nog moeten worden uitgevoerd in eerdere jaren.

In 2022 hebben geen omvangrijke negatieve bijstellingen plaatsgevonden op een eerder aangegane verplichting. Substantiële omvangswijzigingen die hierdoor ontstaan, moeten worden toegelicht. Substantieel is het algemeen bedrag van € 25 miljoen of meer. Een kleiner bedrag is substantieel als het 10% of meer van het (totaal)bedrag van de openstaande verplichtingen betreft.

Niet uit de saldibalans blijkende bestuurlijke verplichtingen

Soms is er sprake van niet uit de saldibalans blijkende financiële verplichtingen, bijvoorbeeld in geval van door het Rijk gesloten bestuursovereenkomsten of bestuursconvenanten met decentrale overheden of met functionele overheden (ZBO's/RWT’s, bijvoorbeeld scholen).

Met ingang van 2012 is de bekostiging van de rijksgefinancierde wetten en regelingen, waarvan de uitvoering is opgedragen aan de SVB en UWV, gewijzigd van kasbasis naar transactiebasis. Om budgettaire redenen is ervoor gekozen de per 1 januari 2012 door SZW op transactiebasis nog verschuldigde bedragen niet aan de SVB en UWV uit te betalen. Deze permanente schulden bedragen ultimo 2022 € 848,3 miljoen aan de SVB en € 162,6 miljoen aan UWV. Deze schulden worden niet eerder door SZW voldaan dan dat het desbetreffende fonds, wet of regeling is opgeheven c.q. beëindigd. Daarnaast is er in dit verband sprake van een permanente vordering op de SVB ter grootte van € 1,3 miljoen. De genoemde bedragen hebben in 2022 geen wijziging ondergaan.

Verplichting Kwijtschelden gemeentelijke schulden KOT-gedupeerden

Vanaf 1 juli 2021 zijn gemeenten gestart met het kwijtschelden van gemeentelijke schulden aan KOT-gedupeerden. Hierover is de Kamer op 17 juni 2021 geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21, 31 066, nr. 848). In november 2021 is een specifieke uitkering gerealiseerd om gemeenten te compenseren voor de kwijtscheldingen en uitvoeringskosten (Stcrt. 2021, nr. 47169). Naast volledige compensatie van de kwijtscheldingen, ontvangen gemeenten € 275 per erkend gedupeerde die woonachtig is in de betreffende gemeente. Gemeenten ontvangen deze compensatie met een vertraging, vanaf 2023 zullen de eerste middelen door SZW worden betaald.

Ad 15 en 15a) Deelnemingen

Onder de post Deelnemingen worden alle deelnemingen inclusief deelnemingspercentage opgenomen, zoals in een Besloten of Naamloze Vennootschap, internationale instellingen of C.V. Het Ministerie van SZW heeft geen deelnemingen.

Licence