Beleidsdoorlichtingen en Periodieke Rapportages voor Buitenlandse Zaken worden uitgevoerd door de Directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie IOB. Tot 2019 zijn beleidsdoorlichtingen uitgevoerd per beleidsthema. In de periode 2019-2022 zijn beleidsdoorlichtingen uitgevoerd per begrotingsartikel. Sinds 2023 worden periodieke rapportages uitgevoerd per beleidsthema conform de Strategische Evaluatie Agenda.
Voor het meest recente overzicht van de programmering van periodieke rapportages / beleidsdoorlichtingen, zie het overzicht ingepland en uitgevoerd onderzoek op evaluaties.rijksfinancien.nl.
Voor de realisatie van deze en andere grote (evaluatie)onderzoeken, zie Bijlage 3: Afgerond evaluatie- en overig onderzoek.
Thema | Artikel(en) | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | Kamerstuk |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Nederland als gastland voor Internationale Organisaties | 1.3 | X | |||||||
Veiligheid en stabiliteit | 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5 | x | |||||||
Wapenbeheersing, non-proliferatie | 2.3 | X | |||||||
Europees nabuurschapsbeleid | 2.5, 3.2 | X | |||||||
Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden | 4.1, 4.2, 4.3, 1.3 | X | |||||||
Nederlandse samenwerking met de ontwikkelingsorganisaties van de Verenigde Naties | 5 | X | |||||||
Periodieke Rapportage Veiligheid en stabiliteit – conclusies & aanbevelingen
Conclusies:
– Nederland heeft resultaten behaald, samen met bondgenoten en in breder internationaal verband.
– Overkoepelende strategieën behoeven verdere uitwerking om resultaatgerichter te kunnen werken.
– Er wordt, met name voor missies, steeds meer aandacht gegeven aan het dichten van de kloof tussen de beleidsambities en de invloedssfeer van het ministerie.
– Zorgdragen voor coherent beleid vormt een continue uitdaging.
– De binnen BZ aanwezige kennis en menskracht is wisselend.
– Er is onvoldoende aandacht voor monitoring, evaluaties en leren.
Aanbevelingen:
Aanbeveling 1: Breng in de geplande Buitenland en Veiligheidsvisie (BVV) en andere strategieën de oorzaak-gevolgketen tussen activiteiten en einddoelstellingen beter in kaart.
Aanbeveling 2: Blijf realistische doelstellingen formuleren die binnen de invloedssfeer van Nederland liggen en zorg voor realistische rapportages over de voortgang.
Aanbeveling 3: Directies en departementen moeten gezamenlijk constant aandacht blijven besteden aan de coherentie van beleid en de wijze waarop daar organisatorisch zo effectief mogelijk sturing op wordt gegeven.
Aanbeveling 4: In de relatie met andere departementen is het van belang dat BZ duidelijk uitdraagt wat de meerwaarde van BZ is. Daarbij moet BZ aansluiting zoeken bij de belangen van andere departementen.
Aanbeveling 5: Zoek naar manieren om het personeelsbeleid van BZ beter aan te laten sluiten bij de specialistische kennis die nodig is op verschillende deelterreinen van veiligheid en stabiliteit. Dit kan bijvoorbeeld door lopende pilots op het gebied van kennisopbouw en domeinsturing – als deze succesvol zijn – formeel vast te leggen en uit te breiden.
Aanbeveling 6: Geef meer aandacht aan monitoring en evaluatie om resultaatgericht werken te versterken. Het in kaart brengen van de verwachte oorzaak-gevolgketen tussen activiteiten en doelstellingen is daarvoor noodzakelijk.
Aanbeveling 7: Geef invulling aan de in deze rapportage genoemde thema’s (NAVO, hybride dreigingen, economische veiligheid en staatsopbouw) in de komende Strategische Evaluatie Agenda (SEA) en zoek daarvoor – waar relevant – samenwerking met andere betrokken ministeries.