Deze paragraaf gaat in op de bedrijfsvoeringvraagstukken die zich gedurende het begrotingsjaar 2024 hebben voorgedaan en waarvan de informatieverstrekking voor het inzicht en de oordeelsvorming door de Tweede Kamer van belang is. Op basis van de Rijksbegrotingsvoorschriften informeren wij u over onder meer risico’s van misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O), fraude en corruptie, verduurzaming van de BZ-organisatie en informatiebeveiliging.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) besteedt op een gestructureerde wijze aandacht aan de bedrijfsvoering. Via de interne planning- en controlcyclus waaronder de begrotings- en jaarplancyclus en de Integrale Monitor Bedrijfsvoering bewaakt BZ of de doelstellingen op doelmatige en rechtmatige wijze worden gerealiseerd. Waar nodig wordt bijgestuurd.
Paragraaf 1: Uitzonderingsrapportage
(1) Rapporteringstolerantie | (2) Verantwoord bedrag in € (omvangsbasis) | (3) Rapporterings-tolerantie voor fouten en onzekerheden in € | (4) Bedrag aan fouten in € | (5) Bedrag aan onzekerheden in € | (6) Bedrag aan fouten en onzekerheden in € | (7) Percentage aan fouten en onzekerheden t.o.v. verantwoord bedrag = (6)/(2)*100% |
---|---|---|---|---|---|---|
Artikel 4 verplichtingen | 64.052 | 6.405 | 1.080 | 1.800 | 2.880 | * |
Artikel 7 verplichtingen | 1.120.899 | 56.045 | 32.869 | 31.036 | 63.905 | 5,7% |
Artikel 1 uitgaven/ontvangsten | 148.688 | 14.869 | 11.517 | 0 | 11.517 | ** |
* Verplichtingen artikel 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden
De ‘meest waarschijnlijke fout’ (kolom 4) is lager dan de rapporteringstolerantie. De gepresenteerde bedragen worden toegelicht in de tabel omdat het ‘maximale bedrag aan fouten en onzekerheden’ de rapporteringstolerantie heeft overschreden door toepassing van de gehanteerde steekproeftechniek. De bevindingen betreffen het volgende:
In één geval was het dossier onvolledig, bij één casus sloot het verleende subsidiebedrag niet aan op de geleverde begroting en bij één casus was er sprake van een onrechtmatige verlenging van een overeenkomst voor een applicatie welke vanuit overwegingen over de bedrijf continuïteit moest worden verlengd.
Verplichtingen artikel 7 Apparaat
De overschrijding van de rapporteringstolerantie wordt veroorzaakt door een aantal onrechtmatigheden. De belangrijkste betreffen de volgende:
– In enkele gevallen bevatten de overeenkomsten, welke waren aangegaan in 2023 of eerder, een open -einde formuleringen bij externe inhuur. Sinds het najaar 2023 gebeurt dit niet meer;
– Een verplichting in het kader van de onrechtmatige Rijksbrede tussenovereenkomst Interim-Management (IMOA),
– Een geïmporteerde rechtmatigheidsfout voor een EU aanbesteding waarin de geschiktheidseisen niet (zichtbaar) zijn beoordeeld en de gunningsbeslissing onvoldoende is onderbouwd;
– Voor twee verplichtingen is geen onderbouwing aangetroffen waardoor de rechtmatigheid niet kon worden aangetoond.
** Uitgaven/ontvangsten Artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde
De ‘meest waarschijnlijke fout’ (kolom 4) is lager dan de rapporteringstolerantie. De gepresenteerde bedragen worden toegelicht in de tabel omdat het ‘maximale bedrag aan fouten en onzekerheden’ de rapporteringstolerantie heeft overschreden door toepassing van de gehanteerde steekproeftechniek. De bevindingen betreffen het volgende:
Voor drie bijdragen verstrekt door respectievelijk de posten Dakar, San José en Khartoem is niet tijdig een liquiditeitsprognose verstrekt door de ontvanger waardoor de verstrekking van middelen als onrechtmatig is aangemerkt.
Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering
Inkopen
De Algemene Rekenkamer merkte het inkoopbeheer over 2023 aan als aandachtspunt, omdat het oude IT-systeem voor visumverlening onrechtmatig moest worden verlengd en bij inhuur van externen de verlengingsopties niet altijd voorzien waren van een einddatum. Deze zaken zijn opgelost. Het vernieuwde visumsysteem wordt dit jaar geïntroduceerd. Sinds het najaar van 2023 zijn bij inhuur van externen de verlengingsopties voorzien van een einddatum. Het ministerie van Buitenlandse Zaken maakt gebruik van Rijksbrede raamovereenkomsten die in beheer zijn van andere ministeries. Deze ministeries hebben melding gemaakt van enkele onrechtmatigheden, waarover in de bedrijfsvoeringparagraaf van de betreffende ministeries een toelichting is opgenomen. Als gevolg daarvan zijn de verplichtingen die op deze nadere overeenkomsten onder deze overbruggingsovereenkomsten zijn aangegaan als onrechtmatig bestempeld. In het verslagjaar gaat het bij het ministerie van Buitenlandse Zaken om circa 535.000 euro.
Vastleggen verplichtingen
Over 2023 was geconstateerd dat het Ministerie de regel ‘verplichting=kas’, (ref. regeling financieel beheer van het Rijk, art. 21) te breed toepaste. In 2024 zijn acties ondernomen om de naleving van de regel te verbeteren en te herstellen. Hier is voortgang op geboekt, maar deze zijn nog niet voltooid. Medio 2024 is het project ‘verbetering van het verplichtingenbeheer’ gestart met als doel structurele verbetering van het verplichtingenbeheer door verdere waarborgen in te bouwen in het proces van de registratie van verplichtingen. Een aantal aanbevelingen vanuit het project is nog in 2024 afgerond. Vervolgacties staan gepland in 2025 met als streven aantoonbaar structurele en daarmee duurzame verbetering van het verplichtingenbeheer per medio 2025.
Beheer vastgoed en huisvesting
De directie Huisvesting en Facilitaire Zaken (DHF) heeft in 2024 verder gewerkt aan de implementatie van de huisvestingsvisie en aan de versterking van de interne organisatie. DHF werkt aan de afronding van het ingezette verbetertraject en staat daarover in nauw contact met de Algemene Rekenkamer. Een belangrijke mijlpaal in dit verband is de ontwikkeling door DHF van het zogenaamde huisvesting-dashboard voor BZ dat integraal zicht geeft op de voortgang van de implementatie van de huisvestingsvisie in zijn wereldwijde vastgoedportefeuille. Daarnaast is de jaarlijkse huisvesting-meerjarenprogrammering vastgesteld en is daarbij opnieuw gebruik gemaakt van het, verder doorontwikkelde, vastgoed-wegingsmodel. In dit model worden alle vastgoedprojecten langs een meetlat gelegd op basis van de vier strategische speerpunten uit de huisvestingsvisie. Voorts is verder gewerkt aan grote (nieuwbouw) projecten in een zestal steden en zijn op basis van een kosten-baten analyse twee nieuwe residenties gekocht.
In het kader van de masterplannen Rijkskantoorhuisvesting is in het voorjaar van 2024 door de minister van BZK het besluit genomen over de toekomstige unilocatie van het ministerie van BZ in de Hoftoren. Het parlement is over de masterplannen geïnformeerd.
Misbruik en oneigenlijk gebruik
Misbruik en oneigenlijk gebruik (externe fraude)
In deze rapportage wordt onder misbruik en oneigenlijk gebruik (hierna: externe fraude) verstaan het opzettelijk handelen van externe partijen in de activiteitencyclus waarbij gebruik wordt gemaakt van misleiding om een onrechtmatig of onwettig voordeel te verkrijgen. BZ beschikt over beleid en procedurebeschrijvingen bij vermoedens van externe fraude binnen de activiteitencyclus. Volgens afspraak worden deze vermoedens en gevallen van fraude en corruptie gemeld bij het Expertisecentrum Malversaties (ECM) van het ministerie. De activiteitencyclus wordt zowel binnen Buitenlandse Zaken als Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (BHO) gebruikt. Meer informatie ten aanzien van (vermoedens van) misbruik en oneigenlijk gebruik rond BHO-activiteiten is opgenomen in de bijlage ‘misbruik en oneigenlijk gebruik’ van het jaarverslag van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2024.
Voor de BZ-activiteiten zijn in 2024 geen vermoedens van externe fraude en corruptie gemeld bij ECM. Sinds het eerste kwartaal van 2024 is een meldpagina online die toegankelijk is via de Rijksoverheidspagina van BZ. Via het e-mailadres dat vermeld staat op deze pagina kan een vermoeden eenvoudig (anoniem) worden gemeld door externe melders.
Overige aspecten van de bedrijfsvoering
Implementatie SAP BZ, IMPACT en MIBZ
In de interim rapportage heeft de Auditdienst Rijk geconstateerd dat er assurance afspraken ontbreken omtrent de cloudomgeving van beide applicaties. BZ heeft in 2024 een assurance plan voor het bedrijfsvoeringsysteem (SAP) opgesteld welke in 2025 zal worden geïmplementeerd. In 2025 zal dit ook voor IMPACT gebeuren.
De verdere ontwikkeling van IMPACT, SAP en het Managementinformatiesysteem (MI-BZ) vergde meer inspanning dan vooraf was voorzien. Deze systemen moeten de kwaliteit van het beheer van de activiteitencyclus op een hoger niveau tillen en moeten bijdragen aan meer efficiëntie.
Ter ondersteuning van de jaarafsluiting is IMPACT in de 2e helft van 2024 functioneel aangepast. Voor het ontsluiten van specifieke data voor de controle van de bestedingen was het nodig om een managementinformatie overzicht op te stellen omdat deze niet eenvoudig uit SAP BZ te halen waren. Deze zaken hebben geleid tot een vertraging in de controles en een late oplevering van de jaarverslagen van BZ en BHOS.
Informatiehuishouding
Als onderdeel van het rijksbrede programma Open Overheid is, conform het actieplan Verbetering Informatiehuishouding BZ 2023-2024, in 2024 door BZ verder gewerkt aan de verbetering van de informatiehuishouding (IHH). In het kader van het project Kwaliteitsverbetering IHH worden dienstonderdelen (10 in 2024) door een multidisciplinair team bijgestaan om de informatiehuishouding op orde te brengen. Het team van adviseurs is in 2024 uitgebreid, hetgeen structurele ondersteuning mogelijk maakt.
Via het project Digitale Infrastructuur Woo (DWoo) verbetert BZ de openbaarmaking van overheidsinformatie. Dit project is in 2024 deels uitgevoerd en wordt in 2025 voortgezet. Verder heeft BZ geparticipeerd in de rijksbrede implementatietrajecten voor e-mailarchivering en chatarchivering. Implementatie van de hiervoor op te leveren generieke voorzieningen binnen de BZ-organisatie vindt naar verwachting plaats in 2025.
In het kader van eenduidige communicatie over informatiehuishouding is in 2024 gestart met een communicatiecampagne IHH, gevolgd in 2025 door een bewustwordings- en gedragscampagne IHH gericht op medewerkers en leidinggevenden.
Voor de informatievoorziening van BZ is SSC/ICT een belangrijke dienstverlener. Na vaststelling in 2023 dat specifieke behoeften van BZ niet goed kunnen worden ingevuld in een shared-service-achtige setting en het besluit om de huidige inrichting van de IT-dienstverlening te heroverwegen is in 2024 hiertoe een onderzoek gestart.
Informatiebeveiliging
Informatiebeveiliging (IB) heeft in 2024 in het teken gestaan van het op orde brengen van de formatie, grotendeels door inhuur van externen. De continuïteit is hierdoor nog niet gewaarborgd. Desondanks is het Ministerie in staat geweest om stappen te zetten op het gebied van bewustwording en de rol van informatiebeveiliging binnen BZ. Het optimaliseren van processen en de voortgang van de projecten hebben centraal gestaan.
In 2024 zijn de IB-dashboards met daarin de status van alle kritieke en niet-kritieke informatiesystemen verder ontwikkeld. Daarmee is het proces van opstellen, afstemmen en bespreken verbeterd. Meer risicogericht rapporteren over het beveiligingsbeeld per ambassade is ingezet met een daartoe in 2024 vastgestelde vragenlijst waarvan uitwerking, uitvraag en analyse doorlopen in 2025.
Ook is het proces van risicomanagement aangepast. In 2025 moet het risicomanagement verder worden uitgewerkt opdat het IB-team beter in staat is om directies te ondersteunen en te prioriteren en rapporteren.
Projecten voor toegang tot BZ-informatie, de vervanging van het VPN-netwerk, de inrichting van het centraal beveiligingscentrum CSOC en de vernieuwing van de hoog beveiligde omgeving lopen grotendeels volgens planning en zullen ook 2025 nog tijd vergen.
Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)
De tweedelijnswerkzaamheden konden door capaciteitsgebrek aanvankelijk niet volledig worden uitgevoerd, maar in 2024 is het Privacy team op volle sterkte gebracht en bij het merendeel van de directies. Daarmee is de functie van AVG-coördinator nu ingevuld.
In 2024 heeft de Auditdienst Rijk een rijksbreed AVG-onderzoek uitgevoerd bij de directies Financieel-Economische Zaken (FEZ) en Protocol en Gastlandzaken (DPG). Het onderzoek richtte zich op naleving van maatregelen vanuit Data Protection Impact Assessments (DPIA’s) (art. 35 AVG) en het hanteren van Privacy by Design (art. 25 AVG). De BZ-brede aanbevelingen uit het onderzoek betreffen het maken van een update van het privacy beleid eens in de vier jaar, het aanscherpen van de DPIA-procedure op uitvoering en controle en voor FEZ en DPG specifiek tijdige herziening van DPIA’s.
Eind 2024 is er door de Auditdienst Rijk een vraag gestuurd onderzoek gestart (ingegeven door de functionaris gegevensbescherming van BZ) naar de organisatie en het beheer van de AVG binnen BZ. Zodra de resultaten bekend zijn, zullen de aanbevelingen tegen het licht worden gehouden. In 2024 is zowel aandacht besteed aan het verhogen van het kennisniveau van Informatiebeveiliging en Privacy (IB&P) als aan het op orde brengen van de basis met betrekking tot instructies. In 2025 wordt de effectiviteit van de genomen maatregelen beoordeeld aan de hand van de IB&P-vragenlijst.
In september 2023 is de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) een onderzoek gestart naar de rechtmatigheid van de verwerking van persoonsgegevens in het beoordelingsproces bij aanvragen voor visa kort verblijf. Dit onderzoek was ingegeven door zorgen van de AP ten aanzien van het gebruik van het aspect nationaliteit bij de profilering van aanvragers door middel van een algoritme in de ‘Buitenlandse Zaken Analyse Omgeving’ (BAO) in het kader van het ‘Informatie Ondersteund Beslissen’ (IOB). Op 11 september 2024 is het voorlopige rapport van bevindingen van de AP ontvangen. Naar aanleiding hiervan heeft BZ een zienswijze opgesteld, die inmiddels met de AP is gedeeld.
Ten behoeve van een adequate coördinatie en monitoring van de processen op het gebied van privacy en informatiebeveiliging bij de hoofddirectie Consulaire en Visumzaken, alsmede de rapportering hierover aan het management, is een nieuwe database ontwikkeld waarin de voortgang m.b.t. verschillende activiteiten en verbetermaatregelen worden opgenomen.
Voorschottenbeheer
In 2024 is een stelstelwijziging doorgevoerd met betrekking tot voorschottenbeheer. Besloten is om niet meer na ontvangst van jaarlijkse verantwoordingen af te boeken, maar alleen nog op basis van de eindrapportage. De voorschottenstand zal hierdoor de komende jaren oplopen. Nieuwe KPI’s om de voorschottenstand actueel te houden worden ontwikkeld.
Risico-afweging
In de huidige systematiek ten behoeve van de interne beheersing worden er op operationeel niveau risicoanalyses opgesteld per budgethouder. In 2024 is een eerste verkenning geweest om de risico-afweging meer op verantwoordingsniveau in te steken, op land, thema of uitvoerder. Dit is enerzijds ingegeven door de komende taakstelling en de behoefte tot een meer overkoepelende risicoanalyse te komen en anderzijds om beter aan te kunnen sluiten op de werkwijze van de Auditdienst Rijk. Dit traject zal in 2025 verder worden opgepakt.
Specialistische kennis
Afgelopen jaren is het nodig geweest om voor een aantal kritische functies een beroep te doen op inhuurkrachten omdat de benodigde expertise binnen BZ niet vrij beschikbaar was. Dat is kwetsbaar en inefficiënt. In 2025 zal verbreding van de aanwezigheid van specialistische kennis met voorrang opgepakt worden.
Fraude en corruptie
Fraude- en corruptierisico’s
Naast fraude door derden (zie de eerdere passage ten aanzien van misbruik en oneigenlijk gebruik), hebben de eerste en tweede lijn van BZ een verantwoordelijkheid in het voorkomen en tijdig detecteren van interne fraude en corruptie, gepleegd door BZ-medewerkers. BZ spant zich dan ook in om malafide/niet-integer gedrag door medewerkers te voorkomen, waaronder de aanpak van corruptie en fraude. Deze aanpak is gestoeld op de «Gedragscode Integriteit Rijk voor BZ». De maatregelen die hierin zijn opgenomen liggen hoofdzakelijk in de preventieve sfeer. In de repressieve sfeer is er sprake van opvolging van klachten en meldingen van fraude en corruptie door de integriteitsonderzoekers. Hierbij wordt vaak samengewerkt met het expertisecentrum Malversaties (ECM). De beheersing van risico’s vraagt maatwerk per aandachtsgebied.
Inkoop:
– Functiescheidingen: de inkoopuitvoering door BZK/Rijksinkoopsamenwerking en BZ/FSO-Inkoop zijn apart georganiseerd ter ondersteuning van de opdrachtgevende directies en Posten van BZ.
– Zowel RIS als FSO volgt de aanbestedingsrichtlijn (AW 2012) en de gids proportionaliteit. Vanuit CDI zijn geen noemenswaardige onregelmatigheden waargenomen of signalen daarover van directies ontvangen.
Factuurverwerkingproces:
– Vier-ogen-principe: om te voorkomen dat ongeautoriseerde betalingen plaatsvinden, zoals bijvoorbeeld vanwege spookfacturen of opzettelijk dubbel aangeleverde facturen.
Consulaire processen:
– Visum/reisdocumenten: BZ voert op halfjaarlijkse basis een totaal omspannende verbandscontrole uit op de ontvangsten van reisdocumenten en visa;
– Functiescheiding in de consulaire systemen zodat alleen medewerkers die geautoriseerd zijn toegang hebben met de toegewezen rollen;
– Jaarlijkse controle op conflicterende rollen in de consulaire systemen;
– Door CSO wordt toegezien op evt. fraude met consulaire tarieven. Dit geschiedt onder andere door een functiescheiding van het frontoffice bij het innemen visa bij externe dienstverleners. Normaal controleert CSO ook of ‘gratis afgegeven visa’ conform de regelgeving worden afgegeven. Deze laatste maatregel heeft CSO in 2024 niet uitgevoerd. De ADR heeft deze controle gedaan;
– Jaarlijkse controle op waardedocumenten.
Vastgoed/(des)investeringsprojecten:
– Standaard onderdeel bij aan- en verkopen is de uitvoering van een legal due dilligence op de koper of de verkoper door een door BZ geselecteerde advocaat.
– Voorafgaand aan aan- en verkopen vinden o.a. de volgende onderzoeken plaats:
• Kredietwaardigheidscontrole;
• Bedrijfsstructuur onderzoek (ultimate benificial owners);
• Onderzoeken naar lopende procedures en geschillen, claim;
• Verificatie eigendomsrechten;
• Anti money laundering act (witwas wetgeving bij ontvangsten) door de huisbank;
• Daarnaast gebruiken we als afwegingskader voor aan- en verkopen dat de prijs binnen 10% van de getaxeerde waarde moet zijn (RICS-taxatie < 6mnd);
• Tot slot maakt een risicoanalyse (o.a. MVO-risico checker) onderdeel uit van investeringsbesluiten. Hierin wordt expliciet aandacht besteed aan risico op fraude en corruptie.
In 2024 heeft interne fraude zich in beperkte mate voorgedaan. Het betrof voor zover bekend minder dan vijf gevallen, waarmee een totaalbedrag van circa EUR 19.000 was gemoeid.
Paragraaf 2: Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen
ICT-projecten
I-portfolio2024 heeft in het teken gestaan van de herijking van het I-portfolio- en projecten proces. Daartoe is een Portfolio Advies Groep (PAG) gestart ter verbetering van advisering over de I-portfolio -en projecten. Verantwoording over grote ICT-projecten (> € 5 miljoen) vindt plaats via het Rijks ICT-dashboard, waar momenteel 4 projecten genoemd worden: in het consulaire domein Front Office Back Office (FOBO), in het financiële domein Vervanging Bedrijfsvoeringsysteem (VBS SAP), in het primaire proces Modernisering Activiteitencyclus (MAC/IMPACT) en in de informatiehuishouding de vernieuwing van SharePoint.
Open source – open standaarden ICT-projecten
De instructie rijksdienst inzake open standaarden en open source wordt over het algemeen gevolgd, maar is nog niet bij alle relevante inkoop- of verwervingsprocessen onderdeel van de standaard werkwijze. In de in het eerste kwartaal van 2025 vast te stellen Sourcingstrategie BZ zal deze instructie worden verwerkt. Met de implementatie van de Sourcingstrategie zal naleving van de instructie naar verwachting verder worden geborgd.
Evaluatie audit committee
Er staat een evaluatie gepland voor 2025. In 2024 heeft geen evaluatie plaatsgevonden.
Departementale checks and balances subsidieregelingen
BZ heeft in 2020 voor het laatst deze check uitgevoerd en zal deze in 2025 opnieuw uitvoeren.
Paragraaf 3: Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Bedrijfsvoeringsbeleid
De BZ-brede bedrijfsvoering is georganiseerd volgens het zogenaamde drie-lijnenmodel van rollen en verantwoordelijkheden. In 2024 is geïnvesteerd in het efficiënter maken van de dienstverlening vanuit de tweede lijn, waarbij de eerste lijn waar mogelijk wordt ontzorgd en begrijpelijke en goed uitvoerbare handreikingen krijgt en waarbij de mogelijkheden van digitalisering en robotisering maximaal worden benut. Daarbij is ook de apparaatstaakstelling, die rijksbreed tot 2029 oploopt tot 22% voor kerndepartementen en 10% voor het postennet, in ogenschouw genomen.
Personeelsbeleid
Naar aanleiding van het rapport ‘evaluatie HR-beleid’ van de Auditdienst Rijk in maart 2024, zijn de aanbevelingen door de hoofddirectie Personeel en Organisatie (HDPO) in 2024 vertaald in concrete actiepunten ter wijziging van het personeelsbeleid. De actiepunten zijn vastgelegd in de HR‑notitie zoals vastgesteld in mei 2024. Hoofdpunten van deze HR-notitie zijn onder andere:
– HDPO gaat meer aandacht en ondersteuning geven aan de medewerker;
– Verruiming van mogelijkheden van (P)SG en DG’s om P‑verantwoordelijkheden te mandateren aan directeuren en CdP’s;
– Versterking van objectiviteit en zorgvuldigheid in het plaatsingsproces en verbetering van selectieprocessen;
– D&I als extra kerndoelstelling van HR-beleid
Om de overzichtelijkheid en toegankelijkheid te verbeteren, zal BZ het nieuwe personeelsbeleid vatten in één hoofddocument, te beginnen met de regels voor de aanstaande zomerronde (Functiebekendstelling 2025).
Integriteit, veilige werkomgeving, diversiteit en inclusie
Een (sociaal) veilige werkomgeving, integer gedrag en diversiteit & inclusie (D&I) zijn voor BZ belangrijke waarden. Dit blijkt ook uit de handreiking ‘Respectvolle relaties’, waarin de missie, visie, kernwaarden, 1BZ en de Gedragscode Integriteit Rijk zijn samengevat. In 2024 is bij BZ opnieuw veel inzet geweest op deze onderwerpen. Zo werd de Gedragscode Integriteit Rijk voor BZ geïntroduceerd en is een duidelijk stijgende lijn waarneembaar voor de mate waarin posten en directies concreet de onderwerpen integriteit, veilige werkomgeving en D&I incorporeren.
Ook is gestart met een nieuwe manier van werken waarbij op integrale wijze wordt gekeken naar de juiste opvolging van signalen over onveiligheid. Dit is belegd bij een daartoe opgericht organisatieonderdeel (Organisatie & Ontwikkeling) bij HDPO waar de thema’s (sociaal) veilige werkomgeving en D&I zijn geclusterd. Tevens werd een aanvang gemaakt met de implementatie van de maatregelen uit de notitie «Breed werven en objectief Selecteren» door deze toe te passen in een aantal vacatures van de Commissie Topfuncties (CTF). Ter bevordering van inclusiviteit werd een enquête uitgezet waarmee beoogd wordt inzicht te krijgen in de fysieke toegankelijkheid van de posten, zodat collega’s met een (arbeids)beperking zelfstandig kunnen beoordelen wat de mogelijkheden zijn om op een specifieke post te werken of deze te bezoeken. Op de posten verkrijgt men op die manier nuttige informatie ten behoeve van het ontvangen van bezoekers.
In april 2024 publiceerde de Algemene Rekenkamer haar adviezen met betrekking tot het integriteitsbeleid van BZ waaruit blijkt dat BZ grotendeels voldoet aan de rijksbrede gestelde normen voor integriteitsbeleid. Aandachtspunten voor BZ zijn onder meer de bespreekcultuur, risicoanalyse en evaluatie. Hier wordt het komende jaar dan ook op ingezet vanuit de betrokken directies.
In juni werd het adviesrapport doorstroom vrouwen «Meer sturen, beter beoordelen en maatwerk bieden» met alle collega’s gedeeld. De Bestuursraad ziet dit advies als een positieve bijdrage aan de ingeslagen weg, en neemt alle gegeven adviezen serieus.
Crisiscoördinatie
Op het gebied van crisismanagement stond 2024 vooral in het teken van de regionale crisis in het Midden-Oosten, die soms verregaande consequenties had voor de Nederlandse posten Beiroet, Ramallah (vertegenwoordigerskantoor bij de Palestijnse Autoriteit), Tel Aviv, Amman, Teheran en Nicosia. Waar de focus de eerste helft van het jaar vooral lag op de situatie in Gaza, verschoof deze gaandeweg de crisis naar het conflict tussen Israël en Hezbollah, culminerend in de repatriëring van ruim 200 Nederlanders uit Libanon. Er is opnieuw veel aandacht geweest voor de situatie in de Sahel. Daarnaast is het Departementaal Crisiscentrum (DCC) erin geslaagd het postennet breed te ondersteunen met o.a. 12 ondersteuningsmissies op locatie, 30 (crisis)simulatie-oefeningen en 4 meerdaagse trainingen voor de beveiligingscoördinatoren (BVC’s) op posten wereldwijd. Voorts is gestart met de implementatie van geleerde lessen van de Soedan-crisis (april 2023), onder meer door de samenwerking met zowel het Ministerie van Defensie als het Nationaal Crisiscentrum verdere inkleuring te geven. Binnen BZ trekt het DCC sinds enige tijd nauw op met andere directies binnen BZ wat de rijksbrede weerbaarheidsagenda betreft. Tot slot heeft het DCC zich, naast de crisisgereedstelling van het postennet, sinds het najaar van 2024 meer toegelegd op de crisisgereedstelling van het departement zelf.
Verduurzaming van de BZ-organisatie: Mission Sustainable
In het kader van het programma BZ Mission Sustainable is er in 2024 vooruitgang geboekt voornamelijk met betrekking tot de doelstellingen 1) klimaat en 2) circulaire economie. Zo groeit het bewustzijn rondom vliegen en vanaf april 2024 hebben er sessies plaatsgevonden met 15 van de top-20 van de directies met de meeste vlieguren, waarbij de kansen van duurzaam reizen samen met medewerkers werden verkend. Bovendien is het elektriciteitsverbruik van het postennet verduurzaamd door voor het eerst internationale certificaten voor groene stroom in te kopen. Ook is in 2024 besloten tot het vaststellen van een nieuw CO2-reductiedoel aangezien het doel klimaatneutraal niet langer realiseerbaar is. Ter verduurzaming van het vastgoed is een klimaatzonestudie afgerond. In het kader van de derde doelstelling van Mission Sustainable (sociale ketenverantwoordelijkheid) is verder gewerkt aan een beleidskader voor het uitbetalen van een leefbaar loon aan ingehuurd personeel op de posten.