Base description which applies to whole site

10.6 Justitiële Informatiedienst (Justid)

De Justitiële Informatiedienst (Justid) verzamelt, verwerkt, beheert en ontsluit cruciale justitiële informatie over personen aan overheidsinstanties. Het gaat hierbij om belangrijke en strikt vertrouwelijke informatie, die cruciaal kan zijn voor het verloop van gebeurtenissen en impact kan hebben op mensenlevens. Die informatie verbinden is wat Justid doet, op het juiste moment en voor de juiste medewerker binnen de strafrecht-, jeugd- en migratieketen.

2024 was een boeiend jaar, met veel (externe) dynamiek. Daarin is door alle medewerkers volop uitvoering gegeven aan de reguliere opdrachten en ontwikkelingen. Voor en achter de schermen. Het samenspel van alle activiteiten hebben een constante dienstverlening en performance van de applicaties mogelijk gemaakt.

Tabel 122 Staat van baten en lasten (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3 = 2 - 1)

Realisatie t-1

     

Baten

    

- Omzet

78.710

90.311

11.602

82.271

waarvan omzet moederdepartement

69.619

82.426

12.807

74.959

waarvan omzet overige departementen

3.610

3.411

‒ 199

3.032

waarvan omzet derden

5.480

4.474

‒ 1.006

4.280

Rentebaten

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

Totaal baten

78.710

90.311

11.602

82.271

     

Lasten

    

Apparaatskosten

77.070

87.615

10.545

82.726

-Personele kosten

58.173

66.070

7.897

62.751

waarvan eigen personeel

46.866

46.585

‒ 281

39.844

waarvan inhuur externen

8.449

15.551

7.102

19.688

waarvan overige personele kosten

2.858

3.934

1.076

3.219

-Materiële kosten

18.897

21.545

2.648

19.975

Waarvan apparaat ICT

10.800

14.019

3.219

12.071

Waarvan bijdrage aan SSO's

63

367

304

437

Waarvan overige materiële kosten

8.033

7.159

‒ 874

7.467

Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten

0

0

0

0

Rentelasten

0

347

347

251

Afschrijvingskosten

1.640

2.495

855

2.625

-Materieel

1.640

2.114

474

2.197

waarvan apparaat ICT

1.640

2.114

474

2.197

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

0

0

0

0

-Immaterieel

0

381

381

428

Overige lasten

0

330

330

177

waarvan dotaties voorzieningen

0

330

330

177

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

0

Totaal lasten

78.710

90.787

12.076

85.779

     

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

‒ 476

‒ 476

‒ 3.508

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

‒ 476

‒ 476

‒ 3.508

Toelichting

Conform de mogelijkheid in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2025 is voor de agentschapsverantwoording over boekjaar 2024 gebruikgemaakt van het ‘oude’ model uit de Rijksbegrotingsvoorschriften 2024. Met ingang van het volgende boekjaar zal het nieuwe model worden toegepast in de verantwoording. Op grond van artikel 19 lid 2 Regeling agentschappen 2024, wordt in deze jaarrekening verwezen naar de oude Regeling agentschappen.

Tabel 123 Voorgestelde resultaatbestemming

Voorgestelde resultaatbestemming

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3 = 2 - 1)

Realisatie t-1

Toevoeging/ onttrekking:

    

- Pok/Wau*

0

0

0

0

- Exploitatiereserve

0

‒ 476

‒ 476

‒ 3.508

Saldo van baten en lasten

0

‒ 476

‒ 476

‒ 3.508

Toelichting

In vergelijking met de begroting zijn de baten en lasten hoger dan begroot.

  • De totale opbrengsten zijn ca € 11,6 hoger dan begroot. Dit is met name gerealiseerd door een hoger dan verwachte indexatie voor loon- en prijsbijstelling op de beheeropdrachten, die niet was begroot. Daarnaast is er aanvullende omzet gerealiseerd bij het Centraal Digitaal Depot en viel de omzet uit projecten hoger uit.

  • De personele lasten zijn hoger dan begroot. De inzet in fte’s was lager, dit wordt echter grotendeels gecompenseerd door hogere kosten uit gemaakte cao-afspraken. Daarnaast is er sprake van een hoge reservering voor verlofuren. De inzet van externen laat gedurende 2024 een dalende trend zien, echter is over heel 2024 sprake van een fors hogere last dan begroot. Deze hogere last komt doordat er meer vraag naar projecten was waarop externe inhuur is ingezet. Hier staat een hogere projectopbrengst dan begroot tegenover waardoor het effect op het resultaat minimaal is. De stijging in de materiële kosten wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere lasten voor automatisering, licenties en abonnementen. We zien hierbij een verschuiving van investeringen naar licenties en subscripties (abonnementen).

Baten

Omzet moederdepartement

De baten komen voort uit dienstverlening tegen vastgestelde tarieven op basis van het kostprijsmodel, welke Justid in 2021 heeft ontwikkeld. De gerealiseerde omzet moederdepartement in 2024 bedraagt € 82 miljoen en is als volgt opgebouwd:

Tabel 124 Omzet moederdepartement (x € 1.000)

Omschrijving

31-12-2024

31-12-2023

- Waarvan direct gerelateerd aan geleverde producten

82.426

74.959

Departement JenV

73.366

65.612

Openbaar Ministerie

2.924

3.651

Overige onderdelen (binnen J&V)

6.136

5.696

- Waarvan overige ontvangsten/bijdragen van het moederdepartement

0

0

   

Subtotaal:

82.426

74.959

- Waarvan omzet gecorrigeerd voor leges

0

0

- Waarvan omzet gecorrigeerd voor diversen

0

0

Totaal omzet moederdepartement

82.426

74.959

Naast omzet moederdepartement heeft Justid voor € 3,4 miljoen diensten verleend aan overige departementen en voor € 4,5 mijoen aan derden. Totale omzet van Justid komt daarmee uit op € 90,3 miljoen.

Lasten

Apparaatskosten

De apparaatskosten zijn onderverdeeld in 2 categorieën.

- personele kosten,

- materiële kosten.

Personele kosten

De vaste ambtelijke bezetting van Justid bedraagt ultimo 2024 508,4 FTE, in vergelijking met ultimo 2023 een stijging van 42,7 FTE. Het gemiddelde aantal FTE’s ambtelijk personeel over 2024 bedraagt 482,10. De bijbehorende gemiddelde loonsom per FTE bedraagt € 96.649. Voor deze berekening is uitsluitend de loonsom meegenomen en niet de overige personele kosten. De overige personele kosten omvatten onder andere de reservering IKB-uren, die niet is begroot.

Materiële kosten

De materiële kosten bestaan uit, apparaat ICT, bijdrage SSO’s en overige materiële kosten. De totale materiële kosten zijn ca. € 1,0 miljoen hoger dan begroot. Dit komt met name door hogere automatisering, licentiekosten en abonnementskosten, waarbij Justid een verschuiving ziet van investeringen naar licenties en subscripties (abonnementen), maar ook zijn er extra kosten gemaakt voor de extra projecten.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten zijn als volgt opgebouwd:

Tabel 125 Afschrijvingkosten (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

31-12-2024

31-12-2023

Materiele vaste activa

2.114

2.197

waarvan apparaat ICT

2.114

2.197

Waarvan overige materiële afschrijvingskosten

0

0

Immaterieel vaste activa

381

428

Totaal

2.495

2.625

Overige lasten

De overige lasten bestaan uit dotaties aan de voorzieningen, waaronder een voorziening voor Regeling Vervroegd Uittreden en een reorganisatievoorziening.

Tabel 126 Balans per 31 december 2024 (x € 1.000)
 

31-12-2024

31-12-2023

Activa

  

Vaste activa

5.206

6.168

Immateriële activa

220

601

Materiële vaste activa

4.986

5.566

waarvan grond en gebouwen

0

0

waarvan installaties en inventarissen

72

94

waarvan projecten in uitvoering

0

0

waarvan overige materiële vaste activa

4.914

5.472

   

Vlottende activa

24.079

21.924

Voorraden en onderhanden projecten

0

0

Debiteuren

1.234

3.222

Overige vorderingen en overlopende activa

7.620

10.498

Liquide middelen

15.225

8.204

Totaal Activa

29.285

28.091

   

Passiva

  

Eigen vermogen

2.426

1.787

Pok/Wau reserve

0

0

Exploitatiereserve

1.787

3.653

Overige reserve

1.115

1.642

Onverdeeld resultaat

‒ 476

‒ 3.508

Voorzieningen

486

290

Langlopende schulden

3.700

3.993

Leningen bij het Ministerie van Financiën

3.700

3.993

Kortlopende schulden

22.673

22.021

Crediteuren

1.215

2.339

Belastingen en premies sociale lasten

25

4

Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

2.253

2.249

Overige schulden en overlopende passiva

19.180

17.429

Totaal Passiva

29.285

28.091

Toelichting op de debetzijde van de balans

De post debiteuren betreft de vorderingen met betrekking tot meerjarige opdrachten en tijdelijke projecten. Omdat er inmiddels één factuur langer dan een jaar openstaat, is er aanleiding om een voorziening voor dubieuze debiteuren te vormen.

Tabel 127 Debiteuren (x € 1.000)

Omschrijving

31-12-2024

31-12-2023

Debiteuren

1.377

3.222

-/- Voorziening dubieuze debiteuren

‒ 143

0

Totaal

1.234

3.222

   

Nadere specificatie

31-12-2024

31-12-2023

Debiteuren moederdepartement

708

1.805

Debiteuren andere ministeries

263

957

Debiteuren derden

263

460

Totaal

1.234

3.222

Tabel 128 Overige vorderingen (x € 1.000)

Omschrijving

31-12-2024

31-12-2023

Vooruitbetaalde bedragen

6.806

8.829

Personele (salaris)voorschotten

0

0

Overige vorderingen en overlopende activa

814

1.669

Te vorderen BTW

0

0

Totaal

7.620

10.498

   

Nadere specificatie

31-12-2024

31-12-2023

Overige vorderingen en overlopende activa van moederdepartement

523

1.087

Overige vorderingen en overlopende activa van andere ministeries

183

47

Overige vorderingen en overlopende activa van derden (buiten het Rijk)

6.914

9.364

Totaal

7.620

10.498

Toelichting op de creditzijde van de balans

Eigen vermogen

Tabel 129 Overzicht Eigen Vermogen (x € 1.000)
 

Exploitatiereserve

POK/WAU reserve

Overige reserves

Onverdeeld resultaat

Totaal

Stand 01-01-2024

5.295

0

0

‒ 3.508

1.787

Onverdeeld resultaat 2023 (+/-)

‒ 3.508

0

0

3.508

0

Toevoeging door moederdepartement 2024 (+)

0

0

1.115

0

1.115

Storting aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

0

0

Onverdeeld resultaat 2024 (+/-)

0

0

0

‒ 476

‒ 476

Stand 31-12-2024

1.787

0

1.115

‒ 476

2.426

Het eigen vermogen bestaat uit de exploitatiereserve en het onverdeelde resultaat uit het verslagjaar.

De berekening van het maximale eigen vermogen is gebonden aan een maximumomvang van 5% van de gemiddelde jaaromzet berekend over de laatste drie jaar (artikel 27 lid 4 c van de Regeling agentschappen). Voor Justid is het afgelopen jaar tot nu toe het derde jaar als Agentschap.

In onderstaand overzicht is de ontwikkeling van het eigen vermogen in relatie tot de gemiddelde omzet in de afgelopen drie jaar opgenomen. Op basis van de vermelde bedragen bedraagt het maximaal toegestane stand van het eigen vermogen € 4,078 miljoen.

Tabel 130 Ontwikkeling Eigen Vermogen (x € 1.000)

Jaar

Omzet

Eigen vermogen

%

2024

90.311

2.426

3%

2023

82.271

1.787

2%

2022

72.094

3.653

5%

2021

 

0

0%

Onverdeeld resultaat

Het onverdeelde saldo van baten en lasten over 2024 bedraagt € 0,5 miljoen negatief. Dit is inclusief afschrijvingskosten betrekking hebbende op de openingsbalans maar exclusief de € 1,1 miljoen betreffende de vergoeding vanuit JenV voor de afschrijving op overgenomen activa (afwikkeling openingsbalans). In werkelijkheid wordt deze verwerkt in het eigen vermogen als directe vermogensmutatie, mede op aangeven van de ADR. Wanneer deze bijzondere baat (ad. € 1,1 miljoen) wordt meegenomen, bedraagt het resultaat € 0,6 miljoen positief.

In het resultaat zijn de kosten verwerkt voor ongebruikte verlofuren ad. € 2 miljoen. Deze verplichting komt voort uit de rijks brede richtlijn voor alle agentschappen met een baten- en lastenstelsel. Met deze post was geen rekening gehouden in de begroting 2024.

Het negatieve resultaat van € 0,5 miljoen wordt gedekt uit het Eigen Vermogen. Justid hoeft hiervoor geen beroep te doen op dekking vanuit de eigenaar op grond van artikel 27 van de Regeling agentschappen. Het eigen vermogen draagt – zoals bedoeld – bij aan stabiliteit in de tarieven.

Voorzieningen

Voorzieningen zijn overeenkomstig BW 2, Titel 9 opgenomen. In onderstaande tabel is van de gevormde voorziening de vrijval, dotatie en onttrekking vermeld. Zo nodig is een verdere toelichting opgenomen en wordt de aard van het risico toegelicht.

Tabel 131 Voorzieningen (x € 1.000)

Omschrijving voorziening

Stand per

Vrijval

Dotatie

Onttrekking

Stand per

 

1-1-2024

in 2024

in 2024

in 2024

31-12-2024

Vaststellingsovereenkomst herplaatsing

0

0

0

0

0

Reorganisatie voorziening (VSO)

90

‒ 19

97

‒ 29

139

Voorziening RVU

200

0

233

‒ 86

347

Totaal

290

‒ 19

330

‒ 115

486

De voorzieningen zijn als volgt opgebouwd:

Reorganisatievoorzieningen:

Het saldo van de reorganisatie voorzieningen bestaat uit het saldo van meerdere vaststellingsovereenkomsten.

Voorziening voor Regeling Vervroegde Uittreding:

Met de RVU-regeling kunnen medewerkers vervroegd uittreden voor de AOW gerechtigde leeftijd. De medewerker zal uitdienst treden en ontvangt maximaal 24 tot 36 maanden een RVU uitkering tot het bereiken van de AOW gerechtigde leeftijd. Voorwaarde voor de RVU regeling is dat de betreffende medewerker op 31 december 2025 maximaal drie jaar voor AOW gerechtigde leeftijd is en in 2026 de vereiste 43 dienstjaren behaald. Deelname aan de RVU regeling dient vastgelegd te worden voor 31 december 2025. Het saldo van de voorziening RVU bestaat uit acht lopende regelingen die respectievelijk aflopen in 2026, 2027 en 2028.

Crediteuren en overige schulden

Tabel 132 Crediteuren (x € 1.000)

Omschrijving

31-12-2024

31-12-2023

Crediteuren

1.215

2.339

Totaal

1.215

2.339

   
   

Openstaande crediteuren per jaar

31-12-2024

31-12-2023

2024

1.215

0

2023

0

2.339

Totaal

1.215

2.339

   

Nadere specificatie

  

Crediteuren moederdepartement

181

499

Crediteuren andere ministeries

374

43

Crediteuren derden

660

1.797

Totaal

1.215

2.339

Het saldo crediteuren bedraag per 31-12-2024 € 1,2 miljoen. Het saldo van deze post heeft betrekking op de op 31 december 2024 nog te betalen facturen.

Tabel 133 Overige schulden en overlopende passiva (x € 1.000)

Omschrijving

31-12-2024

31-12-2023

Overige schulden

4.746

4.633

Niet opgenomen vakantiedagen

1.569

1.406

Opgebouwde IKB rechten

5.204

3.386

Vooruitontvangen projectgelden

7.661

8.004

Totaal

19.180

17.429

   

Nadere specificatie

31-12-2024

31-12-2023

Overlopende passiva aan moederdepartement

8.959

9.345

Overlopende passiva aan andere ministeries

938

673

Overlopende passiva aan derden (buiten het Rijk)

9.283

7.411

Totaal

19.180

17.429

Overige schulden

Deze post bestaat uit nog te betalen kosten over het boekjaar 2024. De kosten zijn als volgt gespecificeerd: externe inhuur € 1,3 miljoen, materiële kosten waaronder facilitaire dienstverlening, huren en licentiekosten, totaliseren € 2 miljoen, het saldo van de PIDS gelden is € 0,9 miljoen, rentelasten bedragen € 0,3 miljoen en overige kosten zijn € 0,3 miljoen.

Tabel 134 Kasstroomoverzicht per 31 december 2024 (x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3 = 2 - 1)

Rekening Courant RHB 1 januari 2024 +/+ stand depositorekeningen

10.831

8.204

‒ 2.627

Totaal ontvangsten operationele kasstroom(+/+)

78.710

72.363

‒ 6.347

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 77.070

‒ 63.419

13.651

Totaal operationele kasstroom

1.640

8.944

7.304

Totaal investeringen (-/-)

‒ 4.542

‒ 1.534

3.008

Totaal boekwaarden desinvesteringen (+/+)

0

0

0

Totaal investeringskasstroom

‒ 4.542

‒ 1.534

3.008

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

Eenmalige storting door het moederdepartement (+/+)

0

0

0

Aflossing op leningen (-/-)

‒ 2.305

‒ 2.425

‒ 120

Beroep op leenfaciliteit (+/+)

4.542

2.036

‒ 2.506

Totaal financieringskasstroom

2.237

‒ 389

‒ 2.626

Rekening-courant RHB 31 december 2024 +/+ stand depositorekeningen

10.165

15.225

5.059

Algemeen

De realisatiecijfers van het kasstroomoverzicht zijn opgesteld volgens de directe methode.

Investeringen

De investeringen hebben voor het grootste gedeelte betrekking op software/ licenties en hardware. Het bedrag aan gerealiseerde investeringen is minder dan hetgeen voor 2024 is begroot. Dit als gevolg van afnemende investeringen door onder andere verschuiving van aanschaf naar software subscripties en door (veel) langere levertijden bij leveranciers.

Aflossing op lening

De aflossing op de leningen is € 2,3 miljoen, waarvan € 1,1 miljoen betrekking heeft op de lening die is opgenomen op de openingsbalans en € 1,2 miljoen op leningen die zijn aangegaan in 2022, 2023 en 2024.

Beroep op leenfaciliteit

In 2024 is er een beroep gedaan op de leenfaciliteit van € 1,5 miljoen voor investeringen. Daarnaast is er een beroep gedaan op de leenfaciliteit van € 0,5 miljoen voor investeringen die betrekking hebben op 2023. Tezamen is dit € 2,0 miljoen.

Tabel 135 Doelmatigheidsindicatoren
 

realisatie

begroting

Omschrijving generiek deel

2024

2024

   

Kostprijzen per product (groep) (* € 1.000)

90.787

78.710

Tarieven/uur in €

111,82

98,20

Omzet per productgroep (pxq) (* € 1.000)

90.311

78.710

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

482,1

507,0

Saldo van baten en lasten (%)

0,6%

0,0%

Tabel 136 Verklarende indicatoren
 

realisatie

begroting

Verklarende indicatoren

2024

2024

   

Percentage overhead

20,0%

30,0%

Verhouding directe en indirecte kosten

nnb

nnb

Productiviteit

73,5%

67,0%

Ziekteverzuim

5,0%

5,5%

% Externe inhuur (t.o.v. intern personeel)

24,0%

20,0%

Toelichting doelmatigheidsindicatoren:

Het gemiddeld uurtarief is hoger dan begroot door een hogere omzet dan begroot.

De overhead van Justid is afgenomen, mede door een scherpere afbakening conform de werkwijze in o.a. de Handleiding Overheidstarieven (HOT). Het totaal van de kosten is hiermee niet gedaald, maar wel de classificering en toerekening. In de praktijk betekent dit dat indirecte kosten die verband houden met de dienstverlening ook als zodanig worden toegerekend aan opdrachtgevers en afnemers. Tot de overhead worden nu alleen kosten gerekend die generiek zijn en/ of toe te rekenen zijn aan Justid als organisatie. Over het algemeen zijn dit de kosten die in de economische literatuur en modellen worden benoemd als PIOFACH (of SCOPAFIJTH). Daarmee is de omvang van de overhead van Justid een betere weerspiegeling van de werkelijkheid en vergelijkbaar met die van andere taakorganisaties. Deze herclassificering is tussen maart en juni 2024 afgestemd met DEA, DFEZ, DGRR, DGSenB en DIenI in de ambtelijke werkgroep over het kostenniveau 2025.

Het ziekteverzuim binnen Justid is 5% in 2024, een daling van 1% t.o.v. 6% in 2023. In de Handleiding Overheidstarieven (HOT) is rekening gehouden met 6,5%. Het streefpercentage verzuim wordt binnen Justid bepaald door het gemiddelde van de verbaannorm en het verzuimpercentage van voorgaand jaar. Over 2024 was het streefcijfer 4,3%. Het verzuimpercentage voor het ministerie van Justitie en Veiligheid in 2024 was 6,8%.

Het voortschrijdend gemiddelde percentage inhuur in T3 is sterk afgenomen en ligt nu met 24% (T1 30,41%, T2 26,99%) net boven de afgesproken 20%. De afgelopen maanden heeft Justid hierop consequent gestuurd – voor zover de afgesproken dienstverlening dit toelaat. Interne processen zijn aangescherpt voor het vergroten van de grip hierop. Ook de handhaving van de wet DBA in 2025 is debet aan de afname.

Overzicht kwaliteitsindicatoren per 31 december 2024

Tabel 137 Klanttevredenheid

Onderwerp

Uitkomst 2023

Algehele tevredenheid

Gemiddeld 7,4

Beeldvorming

Klantgerichtheid 7,5

 

Deskundig 85%

 

Betrouwbaar 82%

 

Diensten Justid 7,5

Toelichting:

In 2024 heeft er geen Klanttevredenheidsonderzoek (KTO) plaatsgevonden. Het laatste Klanttevredenheidsonderzoek (KTO) is gehouden in februari maart 2023. De belangrijkste resultaten zijn hierboven opgenomen. De volgende punten worden het best gewaardeerd (7+); klantgerichtheid, diensten die Justid levert en de systemen. Daarnaast heeft Justid de volgende verbeterpunten; het beter in beeld krijgen van de behoeften van klanten en het sneller inspelen op deze behoeften. Justid wordt gezien als professioneel, deskundig en betrouwbaar en mag flexibeler, toekomstgerichter en proactiever zijn.

Bereikbaarheid/beschikbaarheid

Justid levert haar diensten op basis van het document basisniveau dienstverlening (BND); dit document beschrijft de minimale service levels voor bereikbaarheid/beschikbaarheid van de dienstverlening en zegt iets over de combinatie van ingezette systemen en informatie die wordt verstrekt. Ingeval zich een verstoring voordoet met een hoge impact en urgentie, is er sprake van een zogenaamd prio 1 incident, dat binnen een afgesproken hersteltijd opgelost moet zijn. In meer specifieke Dienstenniveau Overeenkomsten (DNO’s) worden met afnemers hiervan afwijkende service levels afgesproken. Afnemers waarmee DNO’s zijn afgesproken hebben 4x per jaar een rapportage ontvangen waarin ondermeer de bereikbaarheid/beschikbaarheid en eventuele prio 1 incidenten zijn vermeld en toegelicht. Over 2024 is dit nog niet te vertalen in een gemiddelde totaalscore voor Justid, maar op basis van de individuele rapportages kan worden gesteld dat Justid zich voor alle diensten heeft gehouden aan de afgesproken service levels.

Licence