De Justitiële Informatiedienst (Justid) verzamelt, verwerkt, beheert en ontsluit cruciale justitiële informatie over personen aan overheidsinstanties. Het gaat hierbij om belangrijke en strikt vertrouwelijke informatie, die cruciaal kan zijn voor het verloop van gebeurtenissen en impact kan hebben op mensenlevens. Die informatie verbinden is wat Justid doet, op het juiste moment en voor de juiste medewerker binnen de strafrecht-, jeugd- en migratieketen.
2024 was een boeiend jaar, met veel (externe) dynamiek. Daarin is door alle medewerkers volop uitvoering gegeven aan de reguliere opdrachten en ontwikkelingen. Voor en achter de schermen. Het samenspel van alle activiteiten hebben een constante dienstverlening en performance van de applicaties mogelijk gemaakt.
Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3 = 2 - 1) | Realisatie t-1 | |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
- Omzet | 78.710 | 90.311 | 11.602 | 82.271 |
waarvan omzet moederdepartement | 69.619 | 82.426 | 12.807 | 74.959 |
waarvan omzet overige departementen | 3.610 | 3.411 | ‒ 199 | 3.032 |
waarvan omzet derden | 5.480 | 4.474 | ‒ 1.006 | 4.280 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 78.710 | 90.311 | 11.602 | 82.271 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 77.070 | 87.615 | 10.545 | 82.726 |
-Personele kosten | 58.173 | 66.070 | 7.897 | 62.751 |
waarvan eigen personeel | 46.866 | 46.585 | ‒ 281 | 39.844 |
waarvan inhuur externen | 8.449 | 15.551 | 7.102 | 19.688 |
waarvan overige personele kosten | 2.858 | 3.934 | 1.076 | 3.219 |
-Materiële kosten | 18.897 | 21.545 | 2.648 | 19.975 |
Waarvan apparaat ICT | 10.800 | 14.019 | 3.219 | 12.071 |
Waarvan bijdrage aan SSO's | 63 | 367 | 304 | 437 |
Waarvan overige materiële kosten | 8.033 | 7.159 | ‒ 874 | 7.467 |
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rentelasten | 0 | 347 | 347 | 251 |
Afschrijvingskosten | 1.640 | 2.495 | 855 | 2.625 |
-Materieel | 1.640 | 2.114 | 474 | 2.197 |
waarvan apparaat ICT | 1.640 | 2.114 | 474 | 2.197 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 0 | 0 | 0 | 0 |
-Immaterieel | 0 | 381 | 381 | 428 |
Overige lasten | 0 | 330 | 330 | 177 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 330 | 330 | 177 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 78.710 | 90.787 | 12.076 | 85.779 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | ‒ 476 | ‒ 476 | ‒ 3.508 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | ‒ 476 | ‒ 476 | ‒ 3.508 |
Toelichting
Conform de mogelijkheid in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2025 is voor de agentschapsverantwoording over boekjaar 2024 gebruikgemaakt van het ‘oude’ model uit de Rijksbegrotingsvoorschriften 2024. Met ingang van het volgende boekjaar zal het nieuwe model worden toegepast in de verantwoording. Op grond van artikel 19 lid 2 Regeling agentschappen 2024, wordt in deze jaarrekening verwezen naar de oude Regeling agentschappen.
Voorgestelde resultaatbestemming | Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3 = 2 - 1) | Realisatie t-1 |
---|---|---|---|---|
Toevoeging/ onttrekking: | ||||
- Pok/Wau* | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Exploitatiereserve | 0 | ‒ 476 | ‒ 476 | ‒ 3.508 |
Saldo van baten en lasten | 0 | ‒ 476 | ‒ 476 | ‒ 3.508 |
Toelichting
In vergelijking met de begroting zijn de baten en lasten hoger dan begroot.
– De totale opbrengsten zijn ca € 11,6 hoger dan begroot. Dit is met name gerealiseerd door een hoger dan verwachte indexatie voor loon- en prijsbijstelling op de beheeropdrachten, die niet was begroot. Daarnaast is er aanvullende omzet gerealiseerd bij het Centraal Digitaal Depot en viel de omzet uit projecten hoger uit.
– De personele lasten zijn hoger dan begroot. De inzet in fte’s was lager, dit wordt echter grotendeels gecompenseerd door hogere kosten uit gemaakte cao-afspraken. Daarnaast is er sprake van een hoge reservering voor verlofuren. De inzet van externen laat gedurende 2024 een dalende trend zien, echter is over heel 2024 sprake van een fors hogere last dan begroot. Deze hogere last komt doordat er meer vraag naar projecten was waarop externe inhuur is ingezet. Hier staat een hogere projectopbrengst dan begroot tegenover waardoor het effect op het resultaat minimaal is. De stijging in de materiële kosten wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere lasten voor automatisering, licenties en abonnementen. We zien hierbij een verschuiving van investeringen naar licenties en subscripties (abonnementen).
Baten
Omzet moederdepartement
De baten komen voort uit dienstverlening tegen vastgestelde tarieven op basis van het kostprijsmodel, welke Justid in 2021 heeft ontwikkeld. De gerealiseerde omzet moederdepartement in 2024 bedraagt € 82 miljoen en is als volgt opgebouwd:
Omschrijving | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
---|---|---|
- Waarvan direct gerelateerd aan geleverde producten | 82.426 | 74.959 |
Departement JenV | 73.366 | 65.612 |
Openbaar Ministerie | 2.924 | 3.651 |
Overige onderdelen (binnen J&V) | 6.136 | 5.696 |
- Waarvan overige ontvangsten/bijdragen van het moederdepartement | 0 | 0 |
Subtotaal: | 82.426 | 74.959 |
- Waarvan omzet gecorrigeerd voor leges | 0 | 0 |
- Waarvan omzet gecorrigeerd voor diversen | 0 | 0 |
Totaal omzet moederdepartement | 82.426 | 74.959 |
Naast omzet moederdepartement heeft Justid voor € 3,4 miljoen diensten verleend aan overige departementen en voor € 4,5 mijoen aan derden. Totale omzet van Justid komt daarmee uit op € 90,3 miljoen.
Lasten
Apparaatskosten
De apparaatskosten zijn onderverdeeld in 2 categorieën.
- personele kosten,
- materiële kosten.
Personele kosten
De vaste ambtelijke bezetting van Justid bedraagt ultimo 2024 508,4 FTE, in vergelijking met ultimo 2023 een stijging van 42,7 FTE. Het gemiddelde aantal FTE’s ambtelijk personeel over 2024 bedraagt 482,10. De bijbehorende gemiddelde loonsom per FTE bedraagt € 96.649. Voor deze berekening is uitsluitend de loonsom meegenomen en niet de overige personele kosten. De overige personele kosten omvatten onder andere de reservering IKB-uren, die niet is begroot.
Materiële kosten
De materiële kosten bestaan uit, apparaat ICT, bijdrage SSO’s en overige materiële kosten. De totale materiële kosten zijn ca. € 1,0 miljoen hoger dan begroot. Dit komt met name door hogere automatisering, licentiekosten en abonnementskosten, waarbij Justid een verschuiving ziet van investeringen naar licenties en subscripties (abonnementen), maar ook zijn er extra kosten gemaakt voor de extra projecten.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten zijn als volgt opgebouwd:
Omschrijving | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
---|---|---|
Materiele vaste activa | 2.114 | 2.197 |
waarvan apparaat ICT | 2.114 | 2.197 |
Waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 0 | 0 |
Immaterieel vaste activa | 381 | 428 |
Totaal | 2.495 | 2.625 |
Overige lasten
De overige lasten bestaan uit dotaties aan de voorzieningen, waaronder een voorziening voor Regeling Vervroegd Uittreden en een reorganisatievoorziening.
31-12-2024 | 31-12-2023 | |
---|---|---|
Activa | ||
Vaste activa | 5.206 | 6.168 |
Immateriële activa | 220 | 601 |
Materiële vaste activa | 4.986 | 5.566 |
waarvan grond en gebouwen | 0 | 0 |
waarvan installaties en inventarissen | 72 | 94 |
waarvan projecten in uitvoering | 0 | 0 |
waarvan overige materiële vaste activa | 4.914 | 5.472 |
Vlottende activa | 24.079 | 21.924 |
Voorraden en onderhanden projecten | 0 | 0 |
Debiteuren | 1.234 | 3.222 |
Overige vorderingen en overlopende activa | 7.620 | 10.498 |
Liquide middelen | 15.225 | 8.204 |
Totaal Activa | 29.285 | 28.091 |
Passiva | ||
Eigen vermogen | 2.426 | 1.787 |
Pok/Wau reserve | 0 | 0 |
Exploitatiereserve | 1.787 | 3.653 |
Overige reserve | 1.115 | 1.642 |
Onverdeeld resultaat | ‒ 476 | ‒ 3.508 |
Voorzieningen | 486 | 290 |
Langlopende schulden | 3.700 | 3.993 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 3.700 | 3.993 |
Kortlopende schulden | 22.673 | 22.021 |
Crediteuren | 1.215 | 2.339 |
Belastingen en premies sociale lasten | 25 | 4 |
Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën | 2.253 | 2.249 |
Overige schulden en overlopende passiva | 19.180 | 17.429 |
Totaal Passiva | 29.285 | 28.091 |
Toelichting op de debetzijde van de balans
De post debiteuren betreft de vorderingen met betrekking tot meerjarige opdrachten en tijdelijke projecten. Omdat er inmiddels één factuur langer dan een jaar openstaat, is er aanleiding om een voorziening voor dubieuze debiteuren te vormen.
Omschrijving | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
---|---|---|
Debiteuren | 1.377 | 3.222 |
-/- Voorziening dubieuze debiteuren | ‒ 143 | 0 |
Totaal | 1.234 | 3.222 |
Nadere specificatie | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
Debiteuren moederdepartement | 708 | 1.805 |
Debiteuren andere ministeries | 263 | 957 |
Debiteuren derden | 263 | 460 |
Totaal | 1.234 | 3.222 |
Omschrijving | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
---|---|---|
Vooruitbetaalde bedragen | 6.806 | 8.829 |
Personele (salaris)voorschotten | 0 | 0 |
Overige vorderingen en overlopende activa | 814 | 1.669 |
Te vorderen BTW | 0 | 0 |
Totaal | 7.620 | 10.498 |
Nadere specificatie | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
Overige vorderingen en overlopende activa van moederdepartement | 523 | 1.087 |
Overige vorderingen en overlopende activa van andere ministeries | 183 | 47 |
Overige vorderingen en overlopende activa van derden (buiten het Rijk) | 6.914 | 9.364 |
Totaal | 7.620 | 10.498 |
Toelichting op de creditzijde van de balans
Eigen vermogen
Exploitatiereserve | POK/WAU reserve | Overige reserves | Onverdeeld resultaat | Totaal | |
---|---|---|---|---|---|
Stand 01-01-2024 | 5.295 | 0 | 0 | ‒ 3.508 | 1.787 |
Onverdeeld resultaat 2023 (+/-) | ‒ 3.508 | 0 | 0 | 3.508 | 0 |
Toevoeging door moederdepartement 2024 (+) | 0 | 0 | 1.115 | 0 | 1.115 |
Storting aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onverdeeld resultaat 2024 (+/-) | 0 | 0 | 0 | ‒ 476 | ‒ 476 |
Stand 31-12-2024 | 1.787 | 0 | 1.115 | ‒ 476 | 2.426 |
Het eigen vermogen bestaat uit de exploitatiereserve en het onverdeelde resultaat uit het verslagjaar.
De berekening van het maximale eigen vermogen is gebonden aan een maximumomvang van 5% van de gemiddelde jaaromzet berekend over de laatste drie jaar (artikel 27 lid 4 c van de Regeling agentschappen). Voor Justid is het afgelopen jaar tot nu toe het derde jaar als Agentschap.
In onderstaand overzicht is de ontwikkeling van het eigen vermogen in relatie tot de gemiddelde omzet in de afgelopen drie jaar opgenomen. Op basis van de vermelde bedragen bedraagt het maximaal toegestane stand van het eigen vermogen € 4,078 miljoen.
Jaar | Omzet | Eigen vermogen | % |
---|---|---|---|
2024 | 90.311 | 2.426 | 3% |
2023 | 82.271 | 1.787 | 2% |
2022 | 72.094 | 3.653 | 5% |
2021 | 0 | 0% |
Onverdeeld resultaat
Het onverdeelde saldo van baten en lasten over 2024 bedraagt € 0,5 miljoen negatief. Dit is inclusief afschrijvingskosten betrekking hebbende op de openingsbalans maar exclusief de € 1,1 miljoen betreffende de vergoeding vanuit JenV voor de afschrijving op overgenomen activa (afwikkeling openingsbalans). In werkelijkheid wordt deze verwerkt in het eigen vermogen als directe vermogensmutatie, mede op aangeven van de ADR. Wanneer deze bijzondere baat (ad. € 1,1 miljoen) wordt meegenomen, bedraagt het resultaat € 0,6 miljoen positief.
In het resultaat zijn de kosten verwerkt voor ongebruikte verlofuren ad. € 2 miljoen. Deze verplichting komt voort uit de rijks brede richtlijn voor alle agentschappen met een baten- en lastenstelsel. Met deze post was geen rekening gehouden in de begroting 2024.
Het negatieve resultaat van € 0,5 miljoen wordt gedekt uit het Eigen Vermogen. Justid hoeft hiervoor geen beroep te doen op dekking vanuit de eigenaar op grond van artikel 27 van de Regeling agentschappen. Het eigen vermogen draagt – zoals bedoeld – bij aan stabiliteit in de tarieven.
Voorzieningen
Voorzieningen zijn overeenkomstig BW 2, Titel 9 opgenomen. In onderstaande tabel is van de gevormde voorziening de vrijval, dotatie en onttrekking vermeld. Zo nodig is een verdere toelichting opgenomen en wordt de aard van het risico toegelicht.
Omschrijving voorziening | Stand per | Vrijval | Dotatie | Onttrekking | Stand per |
---|---|---|---|---|---|
1-1-2024 | in 2024 | in 2024 | in 2024 | 31-12-2024 | |
Vaststellingsovereenkomst herplaatsing | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Reorganisatie voorziening (VSO) | 90 | ‒ 19 | 97 | ‒ 29 | 139 |
Voorziening RVU | 200 | 0 | 233 | ‒ 86 | 347 |
Totaal | 290 | ‒ 19 | 330 | ‒ 115 | 486 |
De voorzieningen zijn als volgt opgebouwd:
Reorganisatievoorzieningen:
Het saldo van de reorganisatie voorzieningen bestaat uit het saldo van meerdere vaststellingsovereenkomsten.
Voorziening voor Regeling Vervroegde Uittreding:
Met de RVU-regeling kunnen medewerkers vervroegd uittreden voor de AOW gerechtigde leeftijd. De medewerker zal uitdienst treden en ontvangt maximaal 24 tot 36 maanden een RVU uitkering tot het bereiken van de AOW gerechtigde leeftijd. Voorwaarde voor de RVU regeling is dat de betreffende medewerker op 31 december 2025 maximaal drie jaar voor AOW gerechtigde leeftijd is en in 2026 de vereiste 43 dienstjaren behaald. Deelname aan de RVU regeling dient vastgelegd te worden voor 31 december 2025. Het saldo van de voorziening RVU bestaat uit acht lopende regelingen die respectievelijk aflopen in 2026, 2027 en 2028.
Crediteuren en overige schulden
Omschrijving | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
---|---|---|
Crediteuren | 1.215 | 2.339 |
Totaal | 1.215 | 2.339 |
Openstaande crediteuren per jaar | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
2024 | 1.215 | 0 |
2023 | 0 | 2.339 |
Totaal | 1.215 | 2.339 |
Nadere specificatie | ||
Crediteuren moederdepartement | 181 | 499 |
Crediteuren andere ministeries | 374 | 43 |
Crediteuren derden | 660 | 1.797 |
Totaal | 1.215 | 2.339 |
Het saldo crediteuren bedraag per 31-12-2024 € 1,2 miljoen. Het saldo van deze post heeft betrekking op de op 31 december 2024 nog te betalen facturen.
Omschrijving | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
---|---|---|
Overige schulden | 4.746 | 4.633 |
Niet opgenomen vakantiedagen | 1.569 | 1.406 |
Opgebouwde IKB rechten | 5.204 | 3.386 |
Vooruitontvangen projectgelden | 7.661 | 8.004 |
Totaal | 19.180 | 17.429 |
Nadere specificatie | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
Overlopende passiva aan moederdepartement | 8.959 | 9.345 |
Overlopende passiva aan andere ministeries | 938 | 673 |
Overlopende passiva aan derden (buiten het Rijk) | 9.283 | 7.411 |
Totaal | 19.180 | 17.429 |
Overige schulden
Deze post bestaat uit nog te betalen kosten over het boekjaar 2024. De kosten zijn als volgt gespecificeerd: externe inhuur € 1,3 miljoen, materiële kosten waaronder facilitaire dienstverlening, huren en licentiekosten, totaliseren € 2 miljoen, het saldo van de PIDS gelden is € 0,9 miljoen, rentelasten bedragen € 0,3 miljoen en overige kosten zijn € 0,3 miljoen.
Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3 = 2 - 1) | |
---|---|---|---|
Rekening Courant RHB 1 januari 2024 +/+ stand depositorekeningen | 10.831 | 8.204 | ‒ 2.627 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom(+/+) | 78.710 | 72.363 | ‒ 6.347 |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 77.070 | ‒ 63.419 | 13.651 |
Totaal operationele kasstroom | 1.640 | 8.944 | 7.304 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 4.542 | ‒ 1.534 | 3.008 |
Totaal boekwaarden desinvesteringen (+/+) | 0 | 0 | 0 |
Totaal investeringskasstroom | ‒ 4.542 | ‒ 1.534 | 3.008 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+/+) | 0 | 0 | 0 |
Aflossing op leningen (-/-) | ‒ 2.305 | ‒ 2.425 | ‒ 120 |
Beroep op leenfaciliteit (+/+) | 4.542 | 2.036 | ‒ 2.506 |
Totaal financieringskasstroom | 2.237 | ‒ 389 | ‒ 2.626 |
Rekening-courant RHB 31 december 2024 +/+ stand depositorekeningen | 10.165 | 15.225 | 5.059 |
Algemeen
De realisatiecijfers van het kasstroomoverzicht zijn opgesteld volgens de directe methode.
Investeringen
De investeringen hebben voor het grootste gedeelte betrekking op software/ licenties en hardware. Het bedrag aan gerealiseerde investeringen is minder dan hetgeen voor 2024 is begroot. Dit als gevolg van afnemende investeringen door onder andere verschuiving van aanschaf naar software subscripties en door (veel) langere levertijden bij leveranciers.
Aflossing op lening
De aflossing op de leningen is € 2,3 miljoen, waarvan € 1,1 miljoen betrekking heeft op de lening die is opgenomen op de openingsbalans en € 1,2 miljoen op leningen die zijn aangegaan in 2022, 2023 en 2024.
Beroep op leenfaciliteit
In 2024 is er een beroep gedaan op de leenfaciliteit van € 1,5 miljoen voor investeringen. Daarnaast is er een beroep gedaan op de leenfaciliteit van € 0,5 miljoen voor investeringen die betrekking hebben op 2023. Tezamen is dit € 2,0 miljoen.
realisatie | begroting | |
---|---|---|
Omschrijving generiek deel | 2024 | 2024 |
Kostprijzen per product (groep) (* € 1.000) | 90.787 | 78.710 |
Tarieven/uur in € | 111,82 | 98,20 |
Omzet per productgroep (pxq) (* € 1.000) | 90.311 | 78.710 |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 482,1 | 507,0 |
Saldo van baten en lasten (%) | 0,6% | 0,0% |
realisatie | begroting | |
---|---|---|
Verklarende indicatoren | 2024 | 2024 |
Percentage overhead | 20,0% | 30,0% |
Verhouding directe en indirecte kosten | nnb | nnb |
Productiviteit | 73,5% | 67,0% |
Ziekteverzuim | 5,0% | 5,5% |
% Externe inhuur (t.o.v. intern personeel) | 24,0% | 20,0% |
Toelichting doelmatigheidsindicatoren:
Het gemiddeld uurtarief is hoger dan begroot door een hogere omzet dan begroot.
De overhead van Justid is afgenomen, mede door een scherpere afbakening conform de werkwijze in o.a. de Handleiding Overheidstarieven (HOT). Het totaal van de kosten is hiermee niet gedaald, maar wel de classificering en toerekening. In de praktijk betekent dit dat indirecte kosten die verband houden met de dienstverlening ook als zodanig worden toegerekend aan opdrachtgevers en afnemers. Tot de overhead worden nu alleen kosten gerekend die generiek zijn en/ of toe te rekenen zijn aan Justid als organisatie. Over het algemeen zijn dit de kosten die in de economische literatuur en modellen worden benoemd als PIOFACH (of SCOPAFIJTH). Daarmee is de omvang van de overhead van Justid een betere weerspiegeling van de werkelijkheid en vergelijkbaar met die van andere taakorganisaties. Deze herclassificering is tussen maart en juni 2024 afgestemd met DEA, DFEZ, DGRR, DGSenB en DIenI in de ambtelijke werkgroep over het kostenniveau 2025.
Het ziekteverzuim binnen Justid is 5% in 2024, een daling van 1% t.o.v. 6% in 2023. In de Handleiding Overheidstarieven (HOT) is rekening gehouden met 6,5%. Het streefpercentage verzuim wordt binnen Justid bepaald door het gemiddelde van de verbaannorm en het verzuimpercentage van voorgaand jaar. Over 2024 was het streefcijfer 4,3%. Het verzuimpercentage voor het ministerie van Justitie en Veiligheid in 2024 was 6,8%.
Het voortschrijdend gemiddelde percentage inhuur in T3 is sterk afgenomen en ligt nu met 24% (T1 30,41%, T2 26,99%) net boven de afgesproken 20%. De afgelopen maanden heeft Justid hierop consequent gestuurd – voor zover de afgesproken dienstverlening dit toelaat. Interne processen zijn aangescherpt voor het vergroten van de grip hierop. Ook de handhaving van de wet DBA in 2025 is debet aan de afname.
Overzicht kwaliteitsindicatoren per 31 december 2024
Onderwerp | Uitkomst 2023 |
---|---|
Algehele tevredenheid | Gemiddeld 7,4 |
Beeldvorming | Klantgerichtheid 7,5 |
Deskundig 85% | |
Betrouwbaar 82% | |
Diensten Justid 7,5 |
Toelichting:
In 2024 heeft er geen Klanttevredenheidsonderzoek (KTO) plaatsgevonden. Het laatste Klanttevredenheidsonderzoek (KTO) is gehouden in februari maart 2023. De belangrijkste resultaten zijn hierboven opgenomen. De volgende punten worden het best gewaardeerd (7+); klantgerichtheid, diensten die Justid levert en de systemen. Daarnaast heeft Justid de volgende verbeterpunten; het beter in beeld krijgen van de behoeften van klanten en het sneller inspelen op deze behoeften. Justid wordt gezien als professioneel, deskundig en betrouwbaar en mag flexibeler, toekomstgerichter en proactiever zijn.
Bereikbaarheid/beschikbaarheid
Justid levert haar diensten op basis van het document basisniveau dienstverlening (BND); dit document beschrijft de minimale service levels voor bereikbaarheid/beschikbaarheid van de dienstverlening en zegt iets over de combinatie van ingezette systemen en informatie die wordt verstrekt. Ingeval zich een verstoring voordoet met een hoge impact en urgentie, is er sprake van een zogenaamd prio 1 incident, dat binnen een afgesproken hersteltijd opgelost moet zijn. In meer specifieke Dienstenniveau Overeenkomsten (DNO’s) worden met afnemers hiervan afwijkende service levels afgesproken. Afnemers waarmee DNO’s zijn afgesproken hebben 4x per jaar een rapportage ontvangen waarin ondermeer de bereikbaarheid/beschikbaarheid en eventuele prio 1 incidenten zijn vermeld en toegelicht. Over 2024 is dit nog niet te vertalen in een gemiddelde totaalscore voor Justid, maar op basis van de individuele rapportages kan worden gesteld dat Justid zich voor alle diensten heeft gehouden aan de afgesproken service levels.