Het realiseren van gendergelijkheid en gelijkheid wat betreft seksuele oriëntatie, genderidentiteit en geslachtskenmerken in de Nederlandse samenleving. Dit dient te geschieden op in ieder geval de terreinen: onderwijs, veiligheid, gezondheid, arbeidsmarkt, media, politiek, recht en leefvormen.
De rol van de Minister is primair het wegnemen van belemmeringen voor gender- en lhbtiq+ gelijkheid (lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgender en intersekse personen, en alle andere mogelijke manieren waarop mensen zichzelf, dus hun gender of seksualiteit kunnen benoemen) en het bevorderen dat relevante wet- en regelgeving waar nodig wordt aangepast. Daarnaast heeft de Minister, vaak samen met de maatschappelijke instellingen, een rol in het agenderen, coördineren, aanjagen en in het ontsluiten van kennis en expertise.
Financieren
De Minister biedt financiële ondersteuning aan maatschappelijke instellingen voor gender- en lhbtiq+ gelijkheid en het monitoren van ontwikkelingen in de samenleving.
Stimuleren
Het instrument dat de Minister ter beschikking heeft, is wet- en regelgeving, zoals de Subsidieregeling gender- en lhbti+-gelijkheid 2022-2027. Deze regeling voorziet in het verstrekken van subsidies aan strategische partnerschappen voor de realisering van de doelstellingen op gender- en lhbtiq+ gelijkheid. Daarnaast verstrekt de Minister projectsubsidies aan het maatschappelijk middenveld.
Regisseren
Gemeenten ontvingen in 2024 via decentralisatie-uitkeringen een bijdrage voor de uitvoering van de samenwerkingsafspraken over versterking en uitvoering van het lokale beleid op het gebied van gendergelijkheid en lhbtiq+ gelijkheid. Daarnaast draagt de Minister bij aan internationale samenwerking met organisaties als Europese Unie, de Raad van Europa en de Verenigde Naties.
Het Ministerie van OCW zet zich in op drie samenhangende thema’s waarop zich stevige knelpunten voordoen: arbeid, sociale veiligheid en genderdiversiteit en gelijke behandeling. Het bestaande beleid daarop is in 2024 voortgezet. Uitgangspunt voor emancipatiebeleid is de Emancipatienota 2022-2025 (Kamerstukken II 2022/23, 30420, nr. 374) die eind 2022 is gepubliceerd. De belangrijkste beleidsconclusies op deze thema’s zijn genoemd in het onderdeel Beleidsprioriteiten.
Aanvullend kunnen nog de volgende ontwikkelingen worden gemeld:
Arbeid
Om de financiële onafhankelijkheid van vrouwen met een praktische opleiding te stimuleren, steunt het Ministerie van OCW de alliantie «Financieel Sterk door Werk». Deze alliantie richt zich op de sectoren zorg, schoonmaak en kinderopvang en werkt daarbij onder andere aan urenuitbreiding en goede werkomstandigheden. Verder werkt het Ministerie van OCW samen met het Ministerie van SZW aan de aanpak van vrouwen aan de basiskant van de arbeidsmarkt. Hiervoor lopen nog verschillende pilots binnen het programma Economische Veerkracht, waaronder projecten gericht op vrouwen in de bijstand of op vrouwen zonder werk en zonder uitkering. Binnen de subsidieronde ‘Economische Zelfstandigheid’ van het programma ‘Vakkundig aan het werk’ richtte het project Zelfie! zich op de doorontwikkeling van een cultuur- en gendersensitieve begeleiding van laagopgeleide vrouwelijke statushouders. De financiering vanuit het ministerie liep in 2024 af, maar de gemeente 's-Hertogenbosch heeft besloten dit verder voort te zetten, omdat het project succesvol was.
Sociale Veiligheid en gelijke behandeling
In 2024 is het programma Veilige Steden uitgebreid met vijf extra gemeenten, waardoor nu 24 gemeenten deelnemen aan het programma.
Het Nationaal actieprogramma Aanpak Seksueel grensoverschrijdend gedrag en Seksueel geweld is in 2024 verlengd tot eind 2026. Tevens is de aanstelling van de regeringscommissaris voor deze problematiek verlengd tot eind 2026. In maart 2024 heeft het kabinet de Tweede Kamer over de voortgang van het programma en de verschillende maatregelen geïnformeerd Kamerstukken II 2023/24, 34843, nr. 109). Een tweede voortgangsrapportage volgt in 2025.
Tot slot, in november 2024 zijn de Emancipatiemonitor en de Lhbtiqa+ monitor verschenen. In de Kamerbrief over Emancipatiebeleid van 18 november 2024 zijn de prioriteiten en uitgangspunten van het emancipatiebeleid van dit kabinet uiteengezet. De data van de Emancipatiemonitor en de Lhbtiqa+ monitor dienen ter uitwerking van nader beleid op de prioriteiten veiligheid en volwaardig meedoen. Hierover zal in de Emancipatienota van 2025 verder worden gerapporteerd.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | |
Verplichtingen | 3.764 | 5.662 | 69.628 | 15.160 | 8.421 | 7.835 | 586 |
Uitgaven | 12.014 | 14.057 | 15.328 | 19.953 | 20.822 | 20.965 | ‒ 143 |
Bekostiging | 8.447 | 8.685 | 7.109 | 13.263 | 13.962 | 13.263 | 699 |
Kennisinfrastructuur: Gender- en LHBTI- gelijkheid | 8.447 | 8.685 | 7.109 | 13.263 | 13.962 | 13.263 | 699 |
Subsidies (regelingen) | 2.333 | 4.631 | 6.929 | 4.680 | 3.912 | 4.874 | ‒ 962 |
Vrouwenemancipatie | 41 | 11 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
LHBTI | 52 | 0 | 6 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Gender- en LHBTI- gelijkheid 2022-2027 | 2.240 | 4.620 | 6.923 | 4.680 | 3.912 | 4.874 | ‒ 962 |
Opdrachten | 1.234 | 741 | 1.290 | 2.010 | 2.948 | 1.947 | 1.001 |
Opdrachten | 1.234 | 741 | 1.290 | 2.010 | 2.948 | 1.947 | 1.001 |
Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 881 | ‒ 881 |
Gemeentefonds gender- en LHBTI-gelijkeid | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 881 | ‒ 881 |
Ontvangsten | 35 | 0 | 355 | 183 | 70 | 0 | 70 |
Indien mutaties al bij de Eerste en Tweede Suppletoire Begroting zijn toegelicht, worden deze hier niet herhaald.
De realisatie van de uitgaven en ontvangsten in 2024 is nagenoeg gelijk aan de oorspronkelijk begrote uitgaven.