Base description which applies to whole site

4.8 Artikel 20 Lucht en Geluid

Het bevorderen van een solide en gezonde leefomgeving door de luchtkwaliteit te verbeteren en door geluidhinder te voorkomen of te beperken.

Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid

In onderstaande tabel is een samenvatting opgenomen van de totale verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van dit artikel. De onderverdeling naar de financiële instrumenten is opgenomen in de totaal tabel van de budgettaire gevolgen van beleid.

Tabel 62 Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid artikel 20 (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

Verplichtingen

31.647

34.247

51.204

69.552

62.429

56.708

5.721

        

Uitgaven

34.056

30.712

55.722

59.611

63.254

59.400

3.854

        

1 Gezonde lucht en tegengaan geluidhinder

34.056

30.712

55.723

59.611

63.254

59.400

3.854

        

Ontvangsten

1.891

2.038

368

2.072

895

0

895

In onderstaande tabel is een overzicht en toelichting opgenomen op de rol en verantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat bij lucht en geluid. Voor een nadere toelichting op de verschillende typologieën stimuleren, regisseren, financieren en (doen) uitvoeren wordt verwezen naar de leeswijzer.

Tabel 63 Rol en verantwoordelijkheden

Rol

Toelichting

Stimuleren

Het aangaan en organiseren van allianties met en tussen bedrijven, branches, overheden en kennisorganisaties om het Schone Lucht Akkoord, de monitoring van nationale omgevingswaarden, en SWUNG (geluid) tot een succesvolle uitvoering te brengen;een permanente verbetering van de luchtkwaliteit om zo te komen tot een vermindering van gezondheidsrisico’s door luchtverontreiniging. Hiermee werkt het kabinet – conform het advies van de Gezondheidsraad – toe naar de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie in 2030.Ten slotte is de Minister verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van (een deel van) de wet- en regelgeving door de ILT op dit beleidsterrein (zie beleidsartikel 24 Inspectie Leefomgeving en Transport).

Regisseren

Inhoudelijke lijn voor de nationale inbreng in de ontwikkeling van het Europese luchtkwaliteits- en geluidbeleid. Specifieker:- Stimuleren gezonde leefomgeving door vermindering luchtverontreinigende emissies en het voorkomen en verminderen van geluidhinder. Coördinatie van de Nederlandse inzet in internationaal kader bij de vaststelling van grenswaarden en plafonds voor emissies van luchtverontreinigende stoffen, de vertaling daarvan naar Nederlandse wet- en regelgeving en (zo nodig) de verdeling van doelstellingen over sectoren en milieuthema’s- Ondersteuning gemeenten en provincies bij het toezicht op de naleving van algemene regels en bij de vergunningverlening ter vermindering van luchtemissies bij de industrie en bij een juiste toepassing van de geluidregelgeving.

Onderstaande beleidsinformatie voor Lucht en Geluid geeft inzicht in de voortgang van het beleid gericht op het verbeteren van de luchtkwaliteit en het beperken van geluidhinder. Deze informatie kan aanleiding geven om het beleid bij te sturen.

In aanvulling op onderstaande gegevens wordt jaarlijks de Nationale monitoringsrapportage Luchtkwaliteit aan de Tweede Kamer aangeboden. Deze informatie is beschikbaar op Kenniscentrum InfoMil. Met deze monitoring wordt beoordeeld of Nederland voldoet aan de EU-grenswaarden voor luchtkwaliteit. De minister van IenW is onder de Omgevingswet verantwoordelijk voor het monitoren van, en rapporteren over de Rijksomgevingswaarden voor luchtkwaliteit in Nederland. De monitoring onder de Omgevingswet is daarmee in grote lijnen een voortzetting van de monitoring onder het per 1 januari 2024 beëindigde NSL, waarbij aandacht blijft voor het zo snel mogelijk oplossen van de nog resterende overschrijdingen in enkele gebieden met intensieve veehouderij (fijnstof).

Kengetal luchtverontreinigde stoffen

In december 2016 zijn de nieuwe doelstellingen voor luchtverontreinigende stoffen vastgesteld. Het betreft een aanpassing van de National Emission Ceilings (NEC) (richtlijn (EU) 2016/2284). In onderstaande tabel zijn de reductiepercentages uit de richtlijn omgerekend naar vrachten[HL2], met 2005 als basisjaar. Elk jaar wordt een nieuwe analyse uitgevoerd en door nieuwe kennis kan dat betekenen dat ook eerdere cijfers soms nog enigszins worden aangepast doordat deze nieuwe inzichten met terugwerkende kracht ook worden meegenomen in de emissiecijfers van voorgaande jaren.

Tabel 64 Kengetal: Emissieluchtverontreinigende stoffen (kton/jr.)
 

1990

2000

2005

2010

2015

2020

2022

2023

2020 ‒ 2029

2030

Vanaf 2030

         

Doel NEC-Richtlijn

Raming

Doel NEC-Richtlijn

SO2

197,5

78,5

67,9

36,1

31

19,6

19,6

17,9

48,9

15-22

32

NOx

630,3

451,8

395,2

310,1

238,4

177,7

162,2

154,4

217,4

125-157

154

NH3

346,6

174,9

155

135,1

130,3

125

121,2

121,7

134,8

108-122

121

VOS[2]

508,5

266,5

204

192,9

168,4

162,1

154,5

149,1

187,7

141-159

177

PM2,5 [3]

57,3

35

28,5

22,2

17,8

14,4

14,3

14,1

18

12,3-13,7

15

Bron: PBL 2024, «Geraamde ontwikkelingen in nationale emissies van luchtverontreinigende stoffen.»

Toelichting

Conclusie is dat Nederland op dit moment voor nagenoeg alle NEC stoffen reeds voldoet aan de 2030 plafonds.

Kengetal sanering verkeerslawaai

Onderstaande gegevens geven inzicht in de voortgang van geluidsanering langs zowel gemeentelijke, provinciale en Rijkswegen. De sanering langs gemeentelijke en provinciale wegen wordt uitgevoerd door gemeenten en provincies onder het regime van de Wet geluidhinder. De sanering langs de Rijksinfrastructuur wordt door RWS en ProRail uitgevoerd onder de Wet milieubeheer.

Tabel 65 Kengetal: Overzicht Sanering Verkeerslawaai

NH3

346,6

174,9

155

VOS[2]

508,5

266,5

204

PM2,5 [3]

57,3

35

28,5

Bron 1990 t/m 2023 cijfers: RIVM National Emission Ceilings (NEC) | Emissieregistratie (Wijzigingsdatum 23-08-2024 | 12:39)

   

Bron 2030 cijfers: PBL (2023), «Geraamde ontwikkelingen in nationale emissies van luchtverontreinigende stoffen.»

   

Toelichting

   

Deze raming ligt 1 kton/jr boven het NEC-doel voor 2030. De raming bevat vastgesteld en voorgenomen beleid tot 1 mei 2020.

   

Later aangekondigd beleid om de uitstoot van ammoniak (NH3) te verminderen, zoals onder meer opgenomen in het Regeerakkoord valt, hier buiten.

   

Het rapport concludeert dat Nederland op schema ligt om de doelen in 2030 te halen. Klimaatbeleid leidt tot elektrificatie, energiebesparing en een overstap naar

   

hernieuwbare elektriciteitsproductie uit wind en zon, waardoor als neveneffect ook emissies van luchtvervuilende stoffen verminderen.

   

Ook de sterke daling van de verkoop van dieselauto’s draagt bij aan een verdere emissiereductie van met name stikstofoxiden en fijnstof.

   

De gegevens voor dit kengetal zijn gebaseerd op een tweejaarlijkse rapportage van het PBL over luchtverontreinigende stoffen. .

   

De Europese richtlijn voor vermindering van luchtverontreinigende stoffen verplicht landen om tweejaarlijks emissieramingen (conform NEC-definitie) op te stellen en deze

   

aan de Europese Commissie te rapporteren. Het eerst volgende rapport wordt begin 2025 verwacht. Op basis daarvan zullen de gegevens voor dit kengetal

   

in de verantwoording 2024 worden geactualiseerd.

   
    
    
    

Begrotingsartikel 20 - Kengetal: Tegengaan geluidhinder

   

(kengetallen sanering verkeerslawaai, aantal woningen)

   

Bron: Bureau Sanering Verkeerslawaai (BSV) 2025

Toelichting

De eerste tabel betreft de sanering vanwege gemeentelijke en provinciale wegen, zoals die door gemeenten wordt uitgevoerd onder regime van de Wet geluidhinder.

In 2024 konden meer woningen als gesaneerd worden aangemerkt dan was verwacht. De reden daarvoor is de volgende. Met het oog op de sanering die onder de Omgevingswet zal worden voortgezet is medio 2024 aan de gemeenten een overzicht verstrekt van de woningen die onder de Omgevingswet niet meer voor sanering in aanmerking komen omdat deze al zijn gesaneerd of onder overgangsrecht nog zullen worden gesaneerd onder de Wet geluidhinder. Naar aanleiding daarvan hebben diverse gemeenten aan het Bureau Sanering Verkeerslawaai (BSV), als uitvoerder van de regeling sanering verkeerslawaai, laten weten dat er woningen op dit overzicht ontbreken omdat die niet meer voor sanering in aanmerking komen of al zijn gesaneerd, bijvoorbeeld door het instellen van een 30km/u als maximum snelheid.

De tweede tabel heeft betrekking op de sanering Rijksinfrastructuur zoals die op grond van overgangsrecht (Bijlage 5 bij het Besluit geluidhinder milieubeheer) nog onder regime van de Wet geluidhinder wordt afgerond. Deze sanering kent een ander normenkader dan de sanering vanwege Rijksinfrastructuur die momenteel door RWS en ProRail wordt uitgevoerd onder de Wet milieubeheer. Deze sanering is opgenomen onder beleidsartikel 14.

Het aantal gesaneerde woningen wijkt af van de prognose als gevolg van vertraging in de aanbesteding en uitvoering van de geplande projecten. Als gevolg van deze vertraging is ook de prognose voor 2025 bijgesteld ten opzichte van de begroting voor dat jaar.

Het totaal aantal te saneren woningen vanwege spoorweglawaai is met 24 afgenomen, doordat 24 woningen in Venlo zijn gesaneerd op grond van de Wet milieubeheer.

Onderstaand wordt ingegaan op de beleidsconclusies van lucht en geluid.

Het uitgevoerde beleid en de bijbehorende resultaten waren het afgelopen jaar conform de verwachtingen zoals opgenomen in de begroting 2024.

Luchtkwaliteit

Het kabinet werkt aan een gezonde, schone en veilige leefomgeving. De herziene Richtlijn Luchtkwaliteit stelt voor Nederland strengere grenswaarden waaraan in 2030 zal moeten worden voldaan. Daarna zal Nederland verder doorwerken om te voldoen aan zero pollution in 2050, zoals gesteld in het European Action Plan. Voor de verbetering van de luchtkwaliteit werkt het kabinet samen met medeoverheden aan de uitvoering van het Schone Lucht Akkoord. Het Schone Lucht Akkoord is gericht op een permanente verbetering van de luchtkwaliteit om gezondheidswinst voor iedereen in Nederland te realiseren. Het streven is 50% gezondheidswinst in 2030 ten opzichte van 2016. Het kabinet werkt samen met medeoverheden aan maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren en de gezondheidswinst te realiseren. Het betreft onder andere maatregelen gericht op emissiereductie in de sectoren wegverkeer en mobiele werktuigen, binnenvaart en havens, industrie, houtstook en landbouw. Maatregelen uit het Schone Lucht Akkoord dragen ook bij aan reductie van stikstof.

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) beëindigd. Daarmee is de wettelijke programmaplicht inclusief het monitoren van de voortgang van projecten en maatregelen uit het NSL vervallen. De luchtkwaliteit in NL zal gemonitord blijven worden om te bepalen of Nederland aan de EU-grenswaarden voor luchtkwaliteit voldoet. De minister van IenW blijft onder de Omgevingswet verantwoordelijk voor het monitoren van, en rapporteren over de Rijks­­omgevingswaarden voor luchtkwaliteit in Nederland. De monitoring onder de Omgevingswet zal in grote lijnen een voortzetting zijn van de huidige monitoring onder het NSL, waarbij aandacht blijft voor het zo snel mogelijk oplossen van de nog resterende overschrijdingen in enkele gebieden met intensieve veehouderij (fijnstof). In 2024 zijn de onderhandelingen over de herziening van de Europese Richtlijn industriële emissies en van de Europese Luchtkwaliteitsrichtlijnen afgerond, wat heeft geleid tot strengere emissie-eisen en scherpere EU-grenswaarden.

Geluid

Voorafgaand aan de besluitvorming over de aanvullingswet in de Eerste Kamer (2020) heeft intensieve afstemming met de koepels plaatsgevonden, gericht op beperking van de uitvoeringslasten van de toekomstige geluidregels. De afspraken die hierbij gemaakt zijn, zijn verwerkt in de definitieve teksten van het aanvullingsbesluit en de aanvullingsregeling geluid zoals deze in 2021 zijn gepubliceerd. Waar het geluidsanering betreft, is het van belang dat de saneringsoperatie verder wordt afgerond. Ook wordt de operatie onder de Omgevingswet verbreed naar situaties met hoge geluidbelastingen die onder het regiem van de Wet geluidhinder zijn ontstaan en wordt de efficiëntie van de uitvoering vergroot. Er zijn stappen gezet met betrekking tot het bezien van mogelijkheden voor het versterken van geluidbeleid op basis van het advies van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) (Motie Schonis: Kamerstuk 35 000 A, nr. 60). Zo is ter voorbereiding van de besluitvorming over aanpassing van de regelgeving voor spoorgeluid aan de nieuwe inzichten over de hinderlijkheid hiervan, in 2024 een impactanalyse opgeleverd. Waar het gaat om geluidhinder van windturbines is op basis van een planMER studie nieuwe regelgeving opgesteld, waarvoor in 2024 een zienswijzeprocedure is doorlopen

Geurhinder veehouderij en emissiearme stallen

Op 19 december 2024 is de Tweede Kamer, zoals aangekondigd in het regeerprogramma, door de Staatssecretaris samen met de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, geïnformeerd over de uitgangspunten voor het nieuwe stelsel van stalbeoordeling. Deze uitgangspunten zijn tot stand gekomen op basis van adviesrapporten en stakeholdergesprekken. Er wordt voortgebouwd op de hoofdlijnen die eerder met de Tweede Kamer zijn gedeeld: publiek-private verantwoordelijkheid voor stalbeoordeling; toevoegen van de mogelijkheid tot continue bedrijfsmetingen; en integrale beoordeling van stalinnovaties.

Op 11 september 2024 zijn in het Commissiedebat Leefomgeving de nieuwe uitgangspunten voor de aanpassing van de geurregelgeving voor veehouderijen met de Tweede Kamer besproken (naar aanleiding van de Kamerbrief over geurhinder en veehouderij van 7 juli 2023). Het herstel van de balans tussen economische en milieubelangen staat centraal. De Tweede Kamer is op 26 november 2024[2] door IenW geïnformeerd over de planning van de aanpassing van de geurregelgeving voor veehouderijen.

[1] Kamerstuk 29 383 nr. 405

[2] Kamerstuk 29383 nr. 419

Tabel 66 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 20 Lucht en Geluid (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 
 

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

 

Verplichtingen

31.647

34.247

51.204

69.552

62.429

56.708

5.721

1

         

Uitgaven

34.056

30.712

55.722

59.611

63.254

59.400

3.854

 
         

1 Gezonde lucht en tegengaan geluidhinder

34.056

30.712

55.723

59.611

63.254

59.400

3.854

 

Opdrachten

4.799

4.602

11.866

10.949

12.345

11.835

510

 

Geluid- en luchtsanering

4.514

4.241

3.135

4.969

5.206

6.603

‒ 1.397

 

Waarvan RWS

0

0

0

0

223

3.605

‒ 3.382

 

Waarvan RIVM

0

0

0

5.697

6.532

1.617

4.915

 

Overige opdrachten

285

361

8.731

283

384

10

374

 

Bijdragen aan agentschappen

2.111

2.575

14.994

17.304

20.820

16.528

4.292

2

Waarvan bijdrage aan RWS

2.111

2.565

2.681

2.816

3.695

3.128

567

 

Waarvan bijdrage aan RIVM

0

0

11.994

14.254

16.020

12.769

3.251

 

Overige bijdragen aan agentschappen

0

10

319

234

1.105

631

474

 

Bijdragen aan medeoverheden

26.794

23.180

28.550

30.958

29.602

30.574

‒ 972

 

Programma NSL en SLA

0

6.928

6.793

5.547

4.183

5.000

‒ 817

 

Uitvoering geluidsanering

26.794

16.252

21.757

25.411

25.419

25.574

‒ 155

 

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

0

0

0

0

89

0

89

 

Waarvan overige bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

0

0

0

0

89

0

89

 

Bekostiging

352

355

312

400

398

463

‒ 65

 

Overige bekostiging

352

355

312

400

398

463

‒ 65

 
         

Ontvangsten

1.891

2.038

368

2.072

895

0

895

 

Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument, de verplichtingen en ontvangsten een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.

  • 1. De hogere verplichtingen realisatie van € 5,9 miljoen is het gevolg van een overboeking van € 3,1 miljoen vanuit het Mobiliteitsfonds naar dit artikel voor de opdrachtverstrekking aan RIVM. Dit stond als reserve op het mobiliteitsfonds geraamd tijdens de begroting 2024. Voorts is de hogere realisatie het gevolg van de ontvangen Loon- en prijs bijstelling ad € 1,8 miljoen. Verder zijn er hogere ontvangsten voor € 1,0 miljoen van Bureau Sanering Verkeerslawaai welke zijn ingezet; zie ook toelichting onder 2.

  • 2. De hogere realisatie van € 4,3 miljoen op de bijdragen aan agentschappen wordt veroorzaakt door de opdrachten voor capaciteitsinzet van KNMI, RIVM, RVO en RWS inzake de uitvoering van het Schone Lucht Akkoord en overige activiteiten ter bevordering van een duurzame en gezonde leefomgeving. De uitgaven zijn gefinancierd vanuit een herschikking binnen dit artikel, het Mobiliteitsfonds en de ontvangsten van het Bureau Sanering Verkeerslawaai naar aanleiding van de afwikkeling van subsidietoekenningen inzake de subsidieregeling Sanering Verkeerslawaai. De werkelijke uitgaven zijn lager uitgevallen dan de verleende voorschotten.

Onderstaand is per artikelonderdeel, zoals opgenomen in de budgettaire tabel, voor de financiële instrumenten zoveel mogelijk aangegeven waarvoor middelen in het jaar 2024 zijn aangewend.

1. Gezonde lucht en tegengaan geluidshinder (€ 63,3 miljoen)

De volgende financiële instrumenten zijn ingezet:

1. Opdrachten (€ 12,3 miljoen).

  • RIVM (€ 6,5 miljoen), RVO (€ 0,23 miljoen) en RWS (€ 0,22 miljoen). In 2024 zijn opdrachten verstrekt aan RIVM, RVO en RWS op het gebied van luchtkwaliteit, geuroverlast en geluidhinder in relatie tot gezondheid en de bevordering van een gezonde en duurzame leefomgeving.

  • Uitvoering geluid en lucht (€ 5,2 miljoen). In 2024 zijn diverse opdrachten verstrekt en betalingen gedaan in het kader van beleidsonderbouwend onderzoek als uitvoeringswerkzaamheden op onderstaande beleidsterreinen.

    • Uitvoering Geluid ( € 4,6 miljoen). Hierbij betreft het onder andere de opdracht aan het Bureau Sanering Verkeerslawaai voor de uitvoering van de subsidieregeling Sanering Wegverkeerslawaai.

      Hiernaast zijn er diverse opdrachten verstrekt gericht op het reduceren van geluidshinder en zijn er o.a. uitgaven gerealiseerd voor een kwalitatief onderzoek naar de rol van spoortrillingen bij de ontwikkeling en realisatie van nieuwbouw en de ontwikkeling van een tool voor de integratie van databestanden van windturbines in de Centrale voorziening geluidgegevens (Cvgg).

    • Uitvoering Lucht ( € 0,65 miljoen). In het kader van het Schone Lucht Akkoord (SLA) en de uitvoeringsagenda zijn o.a. opdrachten verstrekt voor de organisatie van congressen/ bijeenkomsten om de draagvlak, betrokkenheid, samenwerking en kennis deling van deelnemende partijen te versterken. Tevens zijn er uitgaven gedaan voor het opzetten en ondersteunen van scholieren -en jongeren participatie projecten om het bewustzijn van het belang van schone lucht en hun eigen invloed daarop bij jongeren en de omgeving te vergroten. Daarnaast zijn er diverse (onderzoeks) opdrachten verstrekt gericht op het actualiseren en implementeren van maatregelen om de lucht kwaliteit te verbeteren en meer gezondheidswinst te realiseren.

    • Bevoegd gezag MER (0,16 miljoen). In 2024 zijn opdrachten verstrekt aan de Stichting Bureau Commissie van de MER voor een advies inzake de wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit (LVB) Schiphol en Maastricht Aachen.

2. Bijdragen aan agentschappen (€ 20,8 miljoen).

  • Rijkswaterstaat (RWS) (€ 3,7 miljoen). In 2024 zijn middelen ingezet voor de capaciteitsinzet van RWS voor de uitvoering van diverse werkzaamheden ten behoeve van het programma Lucht en Geluid en het bevorderen van een gezonde leefomgeving. Het gaat hierbij onder meer om de algemene ondersteuning en het voeren van het secretariaat, de monitoring van de voortgang en doelbereik in het kader van de uitvoering van het Schone Lucht Akkoord en overige vraagstukken in relatie tot het verbeteren van de lucht kwaliteit en het reduceren van geluid overlast.

  • Rijks­instituut voor Volksgezondheid en Milieu (€16,0 miljoen). IenW heeft een deel van de beleidsuitvoering uitbesteed aan het Rijks­instituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het RIVM heeft als kennisinstituut beleidsvoorbereidend en -onderbouwend onderzoek uitgevoerd ter bevordering van een gezonde leefomgeving. Daarnaast zijn middelen ingezet voor de wettelijke taken die het RIVM uitvoert zoals monitoring- en rapportage- verplichtingen op het gebied van lucht kwaliteit en geluid.

  • Overige bijdragen aan agentschappen (€ 1,1 miljoen). IenW heeft in 2024 een deel van de beleidsuitvoering uitbesteed aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het gaat hierbij om de uitvoering van de Specifieke Uitkering Schone Lucht Akkoord (SPUK-SLA).

3. Bijdragen aan medeoverheden (€ 29,6 miljoen).

  • Programma NSL en SLA (€ 4,2 miljoen). In 2024 zijn bijdragen verstrekt aan provincies en gemeenten in het kader van de specifieke uitkering Schone Lucht Akkoord (Spuk SLA) voor het treffen van maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit en een gezonde leefomgeving. Daarnaast is een bijdrage verstrekt in het kader van de regeling «Oplossen fijnstofknelpunten rondom veehouderijen».

  • Uitvoering geluidsanering (€ 25,4 miljoen). In het kader van de bestrijding van geluidhinder zijn in 2024 bijdragen verstrekt aan provincies en gemeenten voor de kosten van geluidwerende maatregelen tegen wegverkeerslawaai aan woningen. Het gaat hierbij om de uitvoering van de subsidieregeling Sanering Verkeerslawaai.

4. Bekostiging (€ 0,4 miljoen).

In 2024 is een bijdrage verstrekt aan TNO in het kader van het Milieu onderzoeksprogramma voor het onderdeel lucht kwaliteit.

5. Ontvangsten (€ 0,89 miljoen).

In 2024 is € 0,89 miljoen ontvangen van het Bureau Sanering Verkeerslawaai naar aanleiding van de afwikkeling van subsidie- toekenningen in het kader van de subsidieregeling Sanering Verkeerslawaai.

Licence