Base description which applies to whole site

3.8 Artikel 20 Lucht en Geluid

Het bevorderen van een solide en gezonde leefomgeving door de luchtkwaliteit te verbeteren en door geluidhinder te voorkomen of te beperken.

Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid

In onderstaande tabel is een samenvatting opgenomen van de totale verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van dit artikel. De onderverdeling naar de financiële instrumenten is opgenomen in de totaal tabel van de budgettaire gevolgen van beleid.

Tabel 76 Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid artikel 20 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

51.204

66.718

56.708

65.764

55.300

57.152

56.625

        

Uitgaven

55.722

61.584

59.400

68.564

57.996

57.152

56.625

        

Uitgaven onderverdeeld per artikelonderdeel

       

1 Gezonde lucht en tegengaan geluidshinder

55.722

61.584

59.400

68.564

57.996

57.152

56.625

        

Ontvangsten

368

1.000

0

0

0

0

0

In onderstaande tabel is een overzicht en toelichting opgenomen op de rol en verantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat bij Lucht en Geluid. Voor een nadere toelichting op de verschillende typologieën stimuleren, regisseren, financieren en (doen) uitvoeren wordt verwezen naar de leeswijzer.

Tabel 77 Rol en verantwoordelijkheden

Rol

Toelichting

Stimuleren

Het aangaan en organiseren van allianties met en tussen bedrijven, branches, overheden en kennisorganisaties om het Schone Lucht Akkoord, de monitoring van nationale omgevingswaarden, en SWUNG (geluid) tot een succesvolle uitvoering te brengen;een permanente verbetering van de luchtkwaliteit om zo te komen tot een vermindering van gezondheidsrisico’s door luchtverontreiniging. Hiermee werkt het kabinet – conform het advies van de Gezondheidsraad – toe naar de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie in 2030.Ten slotte is de Minister verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van (een deel van) de wet- en regelgeving door de ILT op dit beleidsterrein (zie beleidsartikel 24 Inspectie Leefomgeving en Transport).

Regisseren

Inhoudelijke lijn voor de nationale inbreng in de ontwikkeling van het Europese luchtkwaliteits- en geluidbeleid. Specifieker:- Stimuleren gezonde leefomgeving door vermindering luchtverontreinigende emissies en het voorkomen en verminderen van geluidhinder. Coördinatie van de Nederlandse inzet in internationaal kader bij de vaststelling van grenswaarden en plafonds voor emissies van luchtverontreinigende stoffen, de vertaling daarvan naar Nederlandse wet- en regelgeving en (zo nodig) de verdeling van doelstellingen over sectoren en milieuthema’s- Ondersteuning gemeenten en provincies bij het toezicht op de naleving van algemene regels en bij de vergunningverlening ter vermindering van luchtemissies bij de industrie en bij een juiste toepassing van de geluidregelgeving.

Samenhang doelstelling en meetbare gegevens

Onderstaande beleidsinformatie voor Lucht en Geluid geeft inzicht in de voortgang van het beleid gericht op het verbeteren van de luchtkwaliteit en het beperken van geluidhinder. Deze informatie kan aanleiding geven om het beleid bij te sturen.

In aanvulling op onderstaande gegevens wordt jaarlijks de monitoringsrapportage Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Deze informatie is beschikbaar op Kenniscentrum InfoMil.

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet zal het NSL eindigen. Daarmee vervalt de wettelijke programmaplicht inclusief het monitoren van de voortgang van projecten en maatregelen uit het NSL. De luchtkwaliteit in NL zal gemonitord blijven worden om te om te bepalen of Nederland aan de EU-grenswaarden voor luchtkwaliteit voldoet. De minister van IenW blijft onder de Omgevingswet verantwoordelijk voor het monitoren van, en rapporteren over de Rijks omgevingswaarden voor luchtkwaliteit in Nederland. De monitoring onder de Omgevingswet zal in grote lijnen een voortzetting zijn van de huidige monitoring onder het NSL, waarbij aandacht blijft voor het zo snel mogelijk oplossen van de nog resterende overschrijdingen in enkele gebieden met intensieve veehouderij (fijnstof).

Kengetal luchtverontreinigde stoffen

In december 2016 zijn de nieuwe doelstellingen voor luchtverontreinigende stoffen vastgesteld. Het betreft een aanpassing van de National Emission Ceilings (NEC) (richtlijn (EU) 2016/2284). In onderstaande tabel zijn de reductiepercentages uit de richtlijn omgerekend naar vrachten, met 2005 als basisjaar. Elk jaar wordt een nieuwe analyse uitgevoerd en door nieuwe kennis kan dat betekenen dat ook eerdere cijfers soms nog enigszins worden aangepast doordat deze nieuwe inzichten met terugwerkende kracht ook worden meegenomen in de emissiecijfers van voorgaande jaren.

Tabel 78 Kengetal: Emissies luchtverontreinigende stoffen (in kton/jr.)
 

1990

2000

2005

2010

2015

2020

2021 [1]

2020 ‒ 2029

2030

Vanaf 2030

        

Doel NEC-Richtlijn

Raming

Doel NEC-Richtlijn

SO2

198

79

68

36

31

20

21

49

15-22

32

NOx

629

454

405

327

248

182

178

223

125-157

154

NH3

345

173

154

134

129

123

122

134

108-122

121

VOS[2]

510

268

208

198

163

183

190

191

141-159

177

PM2,5 [3]

57

35

29

23

18

15

14

18

12,3-13,7

15

Bron: www.emissieregistratie.nl. De ramingen komen uit het PBL-rapport «Emissieramingen luchtverontreinigende stoffen» van februari 2023. Het PBL brengt de emissieramingen tweejaarlijks uit.

Toelichting

Deze raming ligt 1 kton/jr boven het NEC-doel voor 2030. De raming bevat vastgesteld en voorgenomen beleid tot 1 mei 2020. Later aangekondigd beleid om de uitstoot van ammoniak (NH3) te verminderen, zoals onder meer opgenomen in het Regeerakkoord valt, hier buiten.

Kengetal sanering verkeerslawaai

Onderstaande gegevens geven inzicht in de voortgang van geluidsanering langs zowel gemeentelijke, provinciale en Rijkswegen. De sanering langs gemeentelijke en provinciale wegen wordt uitgevoerd door gemeenten en provincies onder het regime van de Wet geluidhinder. De sanering langs de Rijksinfrastructuur wordt door RWS en ProRail uitgevoerd onder de Wet milieubeheer.

Tabel 79 Overzichtstabel sanering verkeerslawaai

Sanering Wet Geluidhinder

aantal woningen

Lokale infrastructuur

A-lijst

Overig

Totaal

Totaal

77.355

335.800

413.155

Gereed 1980–1990 (schatting)

0

40.000

40.000

Gereed 1990–2022

68.178

105.423

173.601

verwachte realisatie 2023

200

2.500

2.700

Verwacht restant per einde 2023

8.977

187.877

196.854

verwachte realisatie 2024

200

2.500

2.700

Verwacht restant per einde 2024

8.777

185.377

194.154

    

Sanering Wet Geluidhinder

aantal woningen

Rijksinfrastructuur

Rijks-wegen

Spoor-wegen

Totaal

Opgave cf Bijlage 5 Bgm

775

5.255

6.030

Gereed t/m 2022

680

4.575

5.255

verwachte realisatie 2023

0

125

125

Restant einde 2023

95

555

650

verwachte realisatie 2024

95

435

530

Verwacht restant per einde 2024

0

120

120

Bron: Bureau Sanering Verkeerslawaai, 2023

Lokale infrastructuur

De tabel betreft de sanering van woningen vanwege gemeentelijke en provinciale wegen, zoals die door gemeenten worden uitgevoerd onder het regime van de Wet geluidhinder. De A-lijst betreft woningen met de hoogste geluidsbelastingen. Voor het jaar 2024 is gepland dat in totaal 2.700 woningen als gesaneerd kunnen worden aangemerkt.

Rijksinfrastructuur

De tabel heeft betrekking op de sanering Rijksinfrastructuur zoals die op grond van overgangsrecht (Bijlage 5 bij het Besluit geluid milieubeheer) nog onder het regime van de Wet geluidhinder wordt afgerond. Deze sanering kent een ander normenkader dan de sanering vanwege Rijksinfrastructuur die momenteel door RWS en ProRail wordt uitgevoerd onder de Wet milieubeheer. Deze sanering is opgenomen onder beleidsartikel 14.

Voor 2024 wordt verwacht dat de uitvoering van de maatregelen van een drietal spoor-projecten met in totaal 435 woningen gereed zal komen. Tevens zal naar verwachting het laatste rijksweg-project met 95 woningen in 2024 gereed komen

Luchtkwaliteit

Het kabinet werkt aan een gezonde, schone en veilige leefomgeving stelt daarvoor in 2030 tussendoelen om toe te werken naar zero pollution in 2050. Voor de verbetering van de luchtkwaliteit werkt het kabinet samen met medeoverheden aan de uitvoering van het Schone Lucht Akkoord. Het Schone Lucht Akkoord is gericht op een permanente verbetering van de luchtkwaliteit om gezondheidswinst voor iedereen in Nederland te realiseren. Het streven is 50% gezondheidswinst in 2030 ten opzichte van 2016. Het kabinet werkt samen met medeoverheden aan maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren en de gezondheidswinst te realiseren. Het betreft onder andere maatregelen gericht op emissiereductie in de sectoren wegverkeer en mobiele werktuigen, binnenvaart en havens, industrie, houtstook en landbouw. Maatregelen uit het Schone Lucht Akkoord dragen ook bij aan reductie van stikstof.

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet zal het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) eindigen. Daarmee vervalt de wettelijke programmaplicht inclusief het monitoren van de voortgang van projecten en maatregelen uit het NSL. De luchtkwaliteit in NL zal gemonitord blijven worden om te om te bepalen of Nederland aan de EU-grenswaarden voor luchtkwaliteit voldoet. De minister van IenW blijft onder de Omgevingswet verantwoordelijk voor het monitoren van, en rapporteren over de Rijks omgevingswaarden voor luchtkwaliteit in Nederland. De monitoring onder de Omgevingswet zal in grote lijnen een voortzetting zijn van de huidige monitoring onder het NSL, waarbij aandacht blijft voor het zo snel mogelijk oplossen van de nog resterende overschrijdingen in enkele gebieden met intensieve veehouderij (fijnstof).In 2024 worden de onderhandelingen over de herziening Europese richtlijn Industriële emissies en de Europese luchtkwaliteitsrichtlijnen naar verwachting afgerond. Naar alle waarschijnlijkheid zal deze herziening leiden tot strengere emissie eisen en scherpere EU-grenswaarden.

Geluid

In 2021 is de geluidregelgeving onder de Omgevingswet afgerond. De beoogde datum voor in werking treden van het nieuwe stelsel is 1 januari 2024. Voorafgaand aan de besluitvorming over de aanvullingswet in de Eerste Kamer (2020) heeft intensieve afstemming met de koepels plaatsgevonden, gericht op beperking van de uitvoeringslasten van de toekomstige geluidregels. De afspraken die hierbij gemaakt zijn, zijn verwerkt in de definitieve teksten van het aanvullingsbesluit en de aanvullingsregeling geluid zoals deze in 2021 zijn gepubliceerd. Waar het geluidsanering betreft, is het van belang dat de saneringsoperatie verder wordt afgerond. Ook wordt de operatie onder de Omgevingswet verbreed naar situaties met hoge geluidbelastingen die onder de Wet geluidhinder zijn ontstaan en wordt de efficiëntie van de uitvoering vergroot. Met betrekking tot het bezien van mogelijkheden van het versterken van geluidbeleid op basis van het advies van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) (Motie Schonis: Kamerstuk 35 000 A, nr. 60): voorzien is dat in 2023 tot besluitvorming over wijzigingen van de regelgeving wordt gekomen die gericht zijn op een aanpassing daarvan aan de nieuwe inzichten ten aanzien van hinderlijkheid van geluid van spoorverkeer. Waar het gaat om geluidhinder van windturbines is op basis van een planMER studie nieuwe regelgeving in voorbereiding. Rond de zomer van 2023 zal deze in consultatie gaan.

Geur

In 2024 zet IenW in op de uitwerking van een nieuw geurbeleid inclusief een aanpak waarbij op een andere manier geur gemeten wordt. Tevens wordt verder invulling gegeven aan de voorstellen van de WUR ter verbetering van de werking van emissiearme stalsystemen en technieken.

Tabel 80 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 20 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

51.204

66.718

56.708

65.764

55.300

57.152

56.625

        

Uitgaven

55.722

61.584

59.400

68.564

57.996

57.152

56.625

        

1 Gezonde lucht en tegengaan geluidshinder

55.722

61.584

59.400

68.564

57.996

57.152

56.625

Opdrachten

11.866

12.212

11.835

13.512

10.148

9.321

8.805

Waarvan RIVM

7.790

5.380

1.617

3.117

3.117

3.117

3.117

Waarvan uitvoering geluid- en luchtsanering

3.745

6.569

6.603

6.780

4.916

4.089

3.573

Waarvan RWS

331

263

3.605

3.605

2.105

2.105

2.105

Overige opdrachten

0

0

10

10

10

10

10

Bijdragen aan agentschappen

14.994

16.608

16.528

16.994

14.654

14.637

14.626

Waarvan bijdragen aan RWS

2.681

2.816

3.128

3.128

3.128

3.128

3.128

Waarvan bijdragen aan RIVM

11.994

13.562

12.769

13.246

10.906

10.889

10.878

Overige bijdragen aan agentschappen

319

230

631

620

620

620

620

Bijdragen aan medeoverheden

28.550

32.301

30.574

37.595

32.730

32.730

32.730

Programma NSL en SLA

6.793

7.669

5.000

5.000

0

0

0

Uitvoering geluidsanering

21.757

24.632

25.574

32.595

32.730

32.730

32.730

Bekostiging

312

463

463

463

464

464

464

        

Ontvangsten

368

1.000

0

0

0

0

0

Onderstaand is per artikelonderdeel, zoals opgenomen in de budgettaire tabel, voor het jaar 2024 een toelichting gegeven waarvoor de financiële instrumenten worden ingezet en wie de middelen ontvangt.

1. Gezonde lucht en tegengaan geluidshinder (€ 59,4 miljoen)

De volgende financiële instrumenten worden ingezet:

  • 1. Opdrachten (€ 11,8 miljoen).

    • RIVM (€ 1,6 miljoen) en RWS (€ 3,6 miljoen). Er worden opdrachten verstrekt aan RIVM en RWS ter bevordering van een gezonde leefomgeving door de luchtkwaliteit te verbeteren, geuroverlast van stallen te reduceren en geluidhinder te voorkomen of te beperken.

    • Uitvoering geluid en luchtsanering (€ 6,6 miljoen). Het ministerie van IenW verstrekt uitvoerings- en onderzoeksopdrachten in het kader van het tegengaan van geluidhinder en het verbeteren van de luchtkwaliteit. Hierbij gaat het met name om de opdracht (€ 4,4 miljoen) aan het Bureau Sanering Verkeerslawaai (BSV), voor de uitvoering van de subsidieregeling Sanering Verkeerslawaai gericht op het saneren van geluidshindersituaties. Daarnaast worden er diverse opdrachten verstrekt (€ 2,2 miljoen) ter bevordering van een gezonde leefomgeving door de luchtkwaliteit te verbeteren, geuroverlast van stallen te reduceren en geluidhinder te voorkomen of te beperken.

  • 4. Bijdragen aan agentschappen (€ 16,5 miljoen).

    • Rijkswaterstaat (RWS) ( € 3,1 miljoen). Dit betreft de bijdrage aan RWS voor de capaciteitsinzet in het kader van de uitvoering van diverse werkzaamheden ten behoeve van het programma Lucht en Geluid en het bevorderen van een gezonde leefomgeving. Het gaat hierbij onder meer om de algemene ondersteuning en het voeren van het secretariaat, de monitoring van de voortgang en doelbereik in het kader van de uitvoering van het Schone Lucht Akkoord en overige vraagstukken in relatie tot het verbeteren van de luchtkwaliteit, het reduceren van geluidoverlast en geuroverlast uit stallen.

    • Rijks­instituut voor Volksgezondheid en Milieu (€ 12,8 miljoen). IenW heeft een deel van de beleidsuitvoering uitbesteed aan het Rijks­instituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het RIVM voert als kennisinstituut beleidsvoorbereidend en -onderbouwend onderzoek uit ter bevordering van een gezonde leefomgeving door de luchtkwaliteit te verbeteren en geluidhinder en geuroverlast van stallen te voorkomen of te beperken. Daarnaast ondersteunt het RIVM het beleid bij een groot aantal (vaak wettelijk vastgelegde) reguliere taken, zoals monitoring- en rapportage verplichtingen op het gebied van luchtkwaliteit, geluid en geur.

    • Overige bijdragen aan agentschappen (€ 0,6 miljoen). Dit betreft de bijdrage aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voor de uitvoering van de Specifieke uitkering Schone Lucht Akkoord en werkzaamheden gericht op het verminderen van emissies van fijnstof uit stallen naar de lucht en het beperken van geurbelasting voor omwonenden van nieuwe stallen of bij uitbreiding van bestaande stallen.

  • 8. Bijdragen aan medeoverheden (€ 30,6 miljoen).

    • Programma NSL en SLA (€ 5,0 miljoen). Deze middelen zijn gereserveerd voor de Specifieke Uitkering Schone Lucht Akkoord (SPUK SLA) middels welke financiële steun wordt gegeven aan gemeentes en provincies voor projecten die zorgen voor schonere lucht en gezondheidswinst. Alleen provincies en gemeenten die het Schone Lucht Akkoord hebben ondertekend komen in aanmerking voor deze uitkering.

    • Uitvoering geluidsanering (€ 25,6 miljoen). Hierbij gaat het om de bijdragen aan provincies en gemeenten voor het uitvoeren van saneringsmaatregelen met betrekking tot geluid­ hinder door het verkeer. Dit in het kader van de subsidieregeling Sanering Verkeerslawaai waarvoor in totaal € 25,6 miljoen is gereserveerd.

  • 11. Bekostiging (€ 0,5 miljoen). In de tabel budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van € 0,463 miljoen aan subsidie verplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen. Dit bedrag heeft betrekking op de verlening van een subsidie aan TNO voor het Milieu onderzoeksprogramma. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht. Over de invulling van dit programma worden afspraken gemaakt met TNO, mede om te borgen dat het onderzoek en de resultaten dienstbaar zijn aan de beleidsontwikkeling en -onderbouwing door IenW.

In onderstaande tabel is van het totaal van de geraamde programma uitgaven inzicht gegeven in het geschatte aandeel juridisch verplicht, bestuurlijk gebonden, beleidsmatig gereserveerd en nog niet ingevuld/vrij te besteden. In lijn met de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften is voor de juridisch verplichte uitgaven op het niveau van een Financieel Instrument als geheel van het totale artikel een kwalitatieve toelichting opgenomen.

Tabel 81 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 20
 

2024

juridisch verplicht

99%

bestuurlijk gebonden

0%

beleidsmatig gereserveerd

1%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Toelichting

Van de totale in 2024 beschikbare programma uitgaven (€ 59,4 miljoen) is 99% juridisch verplicht. Per financieel instrument wordt dit onderstaand toegelicht.

  • 1. Opdrachten. Van het opdrachtenbudget is circa 97 % juridisch verplicht op grond van lopende verplichtingen. Het gaat hierbij om een meerjarige opdracht (2024-2025) aan het Bureau Sanering Verkeerslawaai voor de uitvoering van de subsidieregeling Sanering Verkeerslawaai. Daarnaast zijn ook de opdrachten aan RIVM en RWS juridisch verplicht.

  • 2. Bijdragen aan agentschappen. Het RIVM voert als kennisinstituut beleidsvoorbereidend en -onderbouwend onderzoek uit ter bevordering van een gezonde leefomgeving door de luchtkwaliteit te verbeteren en geluidhinder te voorkomen of te beperken. De bijdrage aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) betreft de uitvoering van de specifieke uitkering Schone Lucht Akkoord en overige werkzaamheden gericht op het reduceren van emmissie van fijnstof en het verminderen van geuroverlast uit stallen .

    De uitgaven voor de agentschapsbijdragen RWS, RIVM en RVO zijn volledig juridisch verplicht en hebben een structureel karakter. De bijdrage aan RWS heeft betrekking op beleidsondersteuning en advies (BOA) op het gebied van luchtkwaliteit en geluid.

  • 3. Bijdragen aan Medeoverheden. De bijdrage aan medeoverheden is voor 100 % juridisch verplicht. Het betreft de subsidieregeling Sanering verkeerslawaai voor 2024 (wordt elk jaar 100% uitgeput) en de Specifieke Uitkering Schone Lucht Akkoord. Voor laatstgenoemde gaat het om middelen die zijn gereserveerd voor de subsidieregeling 2024 en de afwikkeling (de laatste 20%) van reeds toegekende subsidies in 2021, 2022 en 2023.

  • 4. Bekostiging. De middelen op het financieel instrument bekostiging zijn 100% juridisch verplicht en worden aangewend voor het onderzoeksprogramma van TNO in 2024 op de beleidsterreinen lucht en geluid.

Licence