Base description which applies to whole site

Beleidsartikel 5 Een veilig Groningen met perspectief

Inwoners van het aardbevingsgebied in Groningen hebben nog dagelijks te maken met de gevolgen van de gaswinning. Dit brengt gevoelens van angst, frustratie en onzekerheid met zich mee. Voor het kabinet staan de veiligheid, het goed afhandelen van schade en het creëren van perspectief voor de inwoners voorop. Het kabinet werkt aan perspectief en duidelijkheid voor mensen in Groningen langs vier sporen:

– Het stimuleren van een snelle, begrijpelijke en ruimhartige afhandeling van de schade door het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG);

– Het versnellen van de uitvoering van de versterkingsoperatie door de Nationaal Coördinator Groningen (NCG), zodat elk gebouw aan de veiligheidsnorm voldoet;

– Het bieden van psychosociaal herstel om de mentale én sociale gevolgen van de gaswinning te verminderen;

– Het bieden van perspectief, met zowel een sociale als een economische agenda voor de regio, via het Nationaal Programma Groningen (NPG), een kwartiermaker sociale agenda en programma’s voor verduurzaming van woningen.

Op grond van de Mijnbouwwet neemt de Staatssecretaris alle maatregelen die redelijkerwijs gevergd kunnen worden om te voorkomen dat de veiligheid wordt geschaad als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld.

Naast het Ministerie van EZK zijn enkele andere organisaties betrokken bij de gaswinning in Groningen en het aanpakken van de gevolgen daarvan. In 2019 is het IMG opgericht. Het IMG is een zbo en voert de afhandeling van schademeldingen uit. De Staatssecretaris is verantwoordelijk voor het beleid dat het IMG uitvoert en voor het toezicht daarop. Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) adviseert over de veiligheid in Groningen als gevolg van de gaswinning. Het Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) adviseert over kaders en normen voor de veiligheid van gebouwen en beoordeelt de typologieën die in de versterking worden gebruikt. De versterkingsopgave wordt uitgevoerd door de uitvoeringsorganisatie NCG.

De Staatssecretaris heeft de volgende rollen en verantwoordelijkheden:

Uitvoeren

  • Tot 19 april 2024 het vaststellen van het gaswinningsniveau uit het Groningenveld en het inwinnen van advies hierover bij het SodM en de Nederlandse organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO);

  • Het aan de exploitant van het mijnbouwnetwerk doorbelasten van de kosten voor de schadeafhandeling als gevolg van de gaswinning in Groningen en de gasopslag in Norg en het doorbelasten van de kosten van de versterkingsoperatie;

  • Het vaststellen van veiligheidskaders voor gebouwen in het aardbevingsgebied en het inwinnen van advies hierover bij het ACVG;

  • Het doen uitvoeren van de versterkingsoperatie door de NCG conform de planning en prioritering in het Meerjarenversterkingsplan (MJVP).

Financieren

  • Het ter beschikking stellen van voldoende financiële middelen aan het IMG ter uitoefening van zijn taken en bevoegdheden op het gebied van de afhandeling van mijnbouwschade;

  • Het ter beschikking stellen van voldoende financiële middelen aan de NCG ter uitoefening van zijn taken en bevoegdheden op het gebied van de versterkingsoperatie;

  • Het financieren van de gemaakte afspraken met provincie en gemeenten in het kader van het verbeteren van het toekomstperspectief van de regio, met inbegrip van programma’s voor speciale doelgroepen zoals het mkb, agrariërs en erfgoedpartijen.

Regisseren

  • Het in stand houden van een systeem van publiekrechtelijke schadeafhandeling door het IMG;

  • Het creëren van de randvoorwaarden voor de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld, met behoud van leveringszekerheid;

  • Het creëren van mogelijkheden voor gebruik van geïmporteerd hoogcalorisch gas in Nederland;

  • Het met de regio opstellen en uitvoeren van de Sociale en Economische Agenda's; twee aparte agenda's die elkaar zullen versterken.

Stimuleren

Het stimuleren van een rechtvaardige, ruimhartige en doelmatige afhandeling van alle vormen van schade als gevolg van de gaswinning in Groningen en de gasopslag in Norg.

Beëindiging van gaswinning uit het Groningenveld

De gaswinning uit het Groningenveld is definitief beëindigd. Het wetsvoorstel sluiting Groningenveld is op 12 maart 2024 door Tweede Kamer aangenomen, en op 16 april 2024 door de Eerste Kamer. Het voorstel regelt een wijziging van de Gaswet en de Mijnbouwwet, waarmee gaswinning uit het Groningenveld wordt verboden. De wetswijziging is per 19 april 2024 in werking getreden. (Kamerstukken II, 2023-2024, 36441, nr. 2). Gaswinning uit het Groningenveld is sinds de inwerkingtreding niet meer mogelijk en de productielocaties worden ontmanteld. Ook na sluiting van de productielocaties kunnen nog aardbevingen voorkomen. De monitoring van de veiligheidsrisico’s blijft, en de NAM behoudt haar zorgplicht in dit verband.

Uitwerking kabinetsreactie Nij Begun

In 2024 zijn de meeste maatregelen in werking getreden uit de kabinetsreactie op het rapport ‘Groningers boven gas’ van de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen. De voortgang en effecten van het maatregelenpakket worden gemonitord in de zogenaamde «Staat van Groningen». Op 26 juni 2024 heeft het kabinet bij wijze van eerste Staat van Groningen de Kamer geïnformeerd over de voortgang bij de uitwerking van alle 50 maatregelen (Kamerstukken II, 2023-2024, 35 529, nr. 1241). Het kabinet werkt ondertussen aan een wetsvoorstel waarmee het jaarlijks uitbrengen van de Staat van Groningen een wettelijke verplichting wordt. Het wetsvoorstel waarin dit wordt geregeld is van 17 juni 2024 tot en met 10 september 2024 in internetconsultatie geweest en is op 20 december 2024 aan de Raad van State voor advisering aangeboden.

Verbeteringen schadeafhandeling

In de reactie op het rapport van de parlementaire enquêtecommissie heeft het kabinet aangegeven de schadeafhandeling fundamenteel te willen verbeteren zodat deze milder, makkelijker en menselijker wordt. In oktober 2023 is de Kamer geïnformeerd over de uitwerking van de maatregelen die hieraan moet bijdragen (Kamerstukken II, 2022-2023, 35 529, nr. 1175). Op 1 juli 2024 is het IMG gestart met de nieuwe werkwijze om daadwerkelijk herstel aan te bieden van schades aan woningen, waarbij tot herstelkosten van € 60.000 niet wordt gekeken naar de schadeoorzaak. Voor inwoners die niet kiezen voor deze vorm van daadwerkelijk herstel blijft het mogelijk om een financiële vergoeding te ontvangen, via een vaste eenmalige vergoeding van € 10.000, of een maatwerkprocedure met onderzoek naar de schadeoorzaak.

Eind 2024 startte het IMG ook met het uitkeren van de aanvullende vaste vergoeding tot € 10.000. Op adressen waar eerder een schadevergoeding was toegekend die lager was dan € 10.000, kunnen bewoners nu een aanvullende vergoeding aanvragen tot € 10.000. Zo wordt gerealiseerd dat op elk adres met schade tenminste € 10.000 wordt vergoed, en worden verschillen tussen huishoudens verkleind. Ruim 39.000 bewoners toonden hun interesse in deze regeling via een voorinschrijving, die op 13 oktober 2024 sloot. Hun aanvragen worden door het IMG als eerste in behandeling genomen. Vanaf de tweede helft van 2025 kunnen overige bewoners zich melden.

Verder is het IMG in 2024 begonnen met het openstellen van een regeling voor waardedaling voor eigenaren van bedrijfspanden. In september 2024 is het IMG ook gestart met een automatische aanvulling voor immateriële schadevergoedingen voor volwassenen. 1.590 aanvragers die eerder een vergoeding hadden ontvangen, kregen een automatische aanvulling, omdat zij te maken hebben met versterking of omdat er wijzigingen in vergoedingen binnen hun huishouden zijn. Later in het jaar ontvingen ook kinderen een automatische aanvulling omdat de situatie van hun ouders was gewijzigd. Zo worden bewoners zoveel mogelijk ontzorgd.

In totaal keerde het IMG in 2024 € 469 mln uit aan vergoedingen voor fysieke schade. Verder is er € 18,6 mln uitgekeerd aan vergoedingen voor waardedaling van woningen en bedrijfspanden. Voor immateriële schade is € 103,3 mln uitgekeerd.

Versterkingsoperatie

In 2024 is voor bijna 4.800 adressen vastgesteld dat ze voldoen aan de veiligheidsnorm. Daarmee voldoet nu bijna 60% van de versterkingsopgave aan de veiligheidsnorm. Deels bleek de veiligheid uit de beoordeling van een woning of een ander gebouw; deels leverde de NCG woningen versterkt of nieuw gebouwd op. Uit de jaarcijfers van 2024 blijkt dat het aantal adressen dat versterkt of nieuw gebouwd wordt opgeleverd elk jaar licht stijgt.

Op 10 september 2024 is de diepteanalyse naar de haalbaarheid van de einddatum van de versterkingsoperatie aan de Kamer gestuurd (Kamerstukken II 2024/2025, 33 529, nr. 1241). Uit deze analyse bleek dat het merendeel van de versterkingsoperatie weliswaar in 2028 zal zijn afgerond, maar dat de beoogde einddatum niet voor alle gebouwen zal lukken. Om de veiligheid van bewoners te garanderen, is het cruciaal om vaart in de uitvoering te houden. Daarom kiest het kabinet niet voor nieuwe systeemwijzigingen, maar voor verbeteringen in de bestaande aanpak. Verbeteringen in de communicatie met bewoners door de NCG, zodat bewoners meer grip ervaren op het versterkingsproces, is daarin een belangrijk element. 

Op 6 maart 2024 is de Kamer geïnformeerd over de uitwerking en uitvoerbaarheid van de adviezen die de Commissie Van Geel in 2023 deed over het tegengaan van onuitlegbare verschillen bij de afhandeling van schade en uitvoering van de versterking (Kamerstukken II 2023/2024, 33 529, nr. 1165, Kamerstukken II 2023/2024, 33 529, nr. 1165). Hierbij is aangegeven dat een nadere analyse nodig was om te beoordelen of het combineren van verduurzamingsmaatregelen met de versterking invloed zou hebben op de doorlooptijd van de versterkingsoperatie. Daarvoor heeft NCG bij 185 woningen een proef uitgevoerd voor het combineren van lichte versterkingsmaatregelen en isoleren. Eerder werden verduurzamingsmaatregelen enkel bij (middel)zware versterkingstrajecten toegepast. De resultaten van de proef waren positief. Vanaf 2025 biedt NCG deze combinatie ook aan andere woningeigenaren aan van wie de woning lichte versterking behoeft.

Perspectief

Met de kabinetsreactie Nij Begun zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor het economisch en sociaal perspectief van de regio. Met deze middelen stelt het kabinet zich tot doel dat Groningen en Noord-Drenthe zich ontwikkelen tot een regio die binnen één generatie tenminste op het nationaal gemiddelde scoort op belangrijke indicatoren van brede welvaart. Zowel voor het economisch als het sociaal perspectief wordt een generatie lang € 100 mln per jaar beschikbaar gesteld, evenals een eenmalige impuls van € 250 mln voor de economische agenda en € 500 mln voor de sociale agenda. In 2024 is door vertegenwoordigers van de regionale overheden en verschillende ministeries werk gemaakt van een sociale en een economische agenda voor de besteding van deze middelen. Hierbij is de inbreng van bewoners, ondernemers en maatschappelijke partijen nadrukkelijk betrokken. Zo deden ruim 700 inwoners in het voorjaar van 2024 mee aan bijeenkomsten om ideeën in te brengen voor de sociale agenda en waren zo’n 150 experts aanwezig bij sessies om inhoud op te halen voor de economische agenda. De lat moet hoog liggen: de sociale en economische agenda moeten grote, structurele en zichtbare verbeteringen realiseren waarvan alle bewoners in Groningen en Noord-Drenthe gaan profiteren.

Op 14 juni 2024 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de vastgestelde doelen voor de sociale agenda (Kamerstukken II 2023/2024, 35 561, nr. 62). In december 2024 is de Tweede Kamer geïnformeerd dat de opdracht voor de aangestelde kwartiermaker voor de sociale agenda Henk Nijboer is verlengd tot eind 2025 om de nadere uitwerking en monitoring van de verschillende maatregelen verder te brengen (Kamerstukken II 2024/2025, 35 561, nr. 64). Daarbij werken vertegenwoordigers van verschillende departementen en de regionale overheden nauw samen. De sociale agenda is op 23 januari 2025 gepresenteerd en die dag ook aan de Tweede Kamer toegestuurd (Kamerstukken II 2024/2025, 35 561, nr. 65). Specifiek aandacht heeft de samenhang met de economische agenda. De Tweede Kamer heeft op 19 januari 2024 een brief ontvangen met de uitgangspunten van de economische agenda (het zogenaamde startdocument). Jakob Klompien is aangesteld als kwartiermaker en heeft op 6 maart 2025 de economische agenda gepresenteerd. Deze is tegelijk ook aan de Tweede kamer gestuurd (Kamerstukken II 2024/2025, 35 561, nr. 68). De komende tijd wordt de economische agenda nader uitgewerkt en wordt gewerkt aan de inrichting van een uitvoeringsorganisatie en een uitvoeringsprogramma.

Tabel 25 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting1

Verschil

 

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

Verplichtingen

726.384

1.056.576

10.924.819

2.630.163

2.951.213

3.032.159

‒ 80.946

        

Uitgaven

717.746

1.036.547

11.139.678

2.507.998

2.178.255

3.046.594

‒ 868.339

        

Subsidies

33.597

138.100

716.536

559.841

133.989

253.480

‒ 119.491

Waardevermeerderingsregeling

33.517

138.020

116.016

46.612

62.642

104.000

‒ 41.358

Geestelijke bijstand

80

80

40

574

1.100

550

550

Uitgaven Nadeelcompensatie

0

0

0

51

 

0

0

Duurzaam Herstel

0

0

0

0

15.914

111.000

‒ 95.086

Woonbedrijf

0

0

3.523

1.330

1.330

0

1.330

Diverse subsidies versterken

0

0

71.254

151.202

47.719

0

47.719

Subsidieregelingen bestuurlijke afspraken

0

0

521.277

203.833

25

5.000

‒ 4.975

Huurderscompensatie

0

0

112

473

0

0

0

Nieuwbouwregeling

0

0

4.314

2.766

2.259

4.930

‒ 2.671

Economische bedrijvigheid

0

0

0

0

3.000

28.000

‒ 25.000

Uitbreiding bereik woningsverbeteringssubsidie

0

0

0

153.000

0

0

0

        

(Schade)vergoeding

0

0

367.875

330.657

699.524

679.580

19.944

Vergoeding fysieke schade

0

0

269.101

167.744

507.263

603.446

‒ 96.183

Vergoeding waardedaling

0

0

38.435

20.865

18.657

10.000

8.657

Vergoeding immateriële schade

0

0

55.775

100.620

103.385

35.000

68.385

Commissie Bijzondere Situaties

0

0

435

1.527

2.533

3.000

‒ 467

Herbeoordeling waardedaling

0

0

0

21.150

297

0

297

Vastgelopen dossiers

0

0

206

24

580

10.000

‒ 9.420

Vergoeding zelf aangebrachte voorzieningen

0

0

1.072

5.516

0

2.334

‒ 2.334

Vergoeding schade door versterkingsmaatregelen

0

0

2.851

8.311

33.531

0

33.531

Knelpunten (bestuurlijke afspraken)

0

0

0

3.081

6.778

0

6.778

Versterken industrie

0

0

0

99

459

800

‒ 341

Knelpunten IMG

0

0

0

0

43

15.000

‒ 14.957

Versterken in eigen beheer

0

0

0

1.720

25.998

0

25.998

Duurzaam herstel

0

0

0

0

0

0

0

        

Opdrachten

2.418

1.805

9.654.904

1.144.833

749.982

1.620.531

‒ 870.549

Werkbudgetten

2.418

1.805

5.187

3.005

6.152

22.691

‒ 16.539

Versterkingsoperatie

0

0

312.398

377.947

488.413

776.457

‒ 288.044

Knelpunten (bestuurlijke afspraken)

0

0

1.867

4.915

13.153

20.000

‒ 6.847

Versterken industrie

0

0

50

101

1.791

241

1.550

Vergoeding Norg akkoord

0

0

9.335.402

756.647

233.448

786.142

‒ 552.694

Vastgelopen dossiers

0

0

0

2.185

1.191

0

1.191

Verduurzaming bij versterken

0

0

0

33

5.795

15.000

‒ 9.205

Duurzaam Herstel

0

0

0

 

39

 

39

        

Bijdrage aan agentschappen

180.968

283.206

254.799

229.986

275.252

300.049

‒ 24.797

Bijdrage RVO.nl

179.148

281.256

252.551

227.416

273.252

297.479

‒ 24.227

Bijdrage aan bestuur Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG)

1.820

1.950

2.248

2.570

2.000

2.570

‒ 570

        

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

0

977

1.438

1.461

1.462

1.400

62

TNO publieke SDRA

0

977

1.438

1.461

1.462

1.400

62

        

Bijdrage aan medeoverheden

0

2.200

142.117

241.220

318.046

185.956

132.090

MKB-programma (bestuurlijke afspraken)

0

2.200

0

4.400

5.880

2.200

3.680

Nationaal Programma Groningen

0

0

19.693

100.284

77.657

52.290

25.367

Compensatie gemeenten en provincie (bestuurlijke afspraken)

0

0

122.424

35.670

112.015

8.097

103.918

Clustering en gebiedsfonds (bestuurlijke afspraken)

0

0

0

93.782

68.806

121.369

‒ 52.563

Sociaal-emotionele ondersteuning door gemeenten (bestuurlijke afspraken)

0

0

0

6.584

8.167

2.000

6.167

NCG bijdrage aan medeoverheden

0

0

0

500

6.200

0

6.200

Knelpunten gemeenten sociaal domein

0

0

0

0

14.320

0

14.320

Leefbaarheid en wijkontwikkeling

0

0

0

0

11.681

0

11.681

Sociale agenda

0

0

0

0

0

0

0

Erfgoedprogramma

0

0

0

0

13.320

0

13.320

        

Bijdrage aan (internationale) organisaties

3.532

2.485

2.009

0

0

5.598

‒ 5.598

Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG)

3.532

2.485

2.009

0

0

3.098

‒ 3.098

Raad voor Rechtspraak

0

0

0

0

0

2.500

‒ 2.500

        

Ontvangsten

0

191.193

3.025.192

4.779.961

3.127.290

3.184.287

‒ 56.996

Ontvangsten NAM fysieke schade

0

110.034

422.333

0

471.850

329.091

142.759

Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade

0

46.333

278.425

236

406.232

194.152

212.080

Dividenduitkering EBN

0

2.789

0

2.159.391

1.328.593

1.613.000

‒ 284.407

Dividenduitkering GasTerra

0

3.600

3.600

3.600

3.600

3.600

0

Ontvangsten Mijnbouwwet

0

25.816

1.614.617

2.429.474

292.712

480.000

‒ 187.288

Ontvangsten NAM waardedaling

0

948

471.174

118

62.822

67.500

‒ 4.678

Ontvangsten NAM immateriële schade

0

0

545

17

166.268

70.000

96.268

Ontvangsten NAM publieke SDRA

0

618

482

602

375

1.400

‒ 1.025

Ontvangsten NAM versterken industrie

0

440

238

359

0

1.430

‒ 1.430

Diverse Ontvangsten

0

615

36.301

39.725

5.481

0

5.481

Ontvangsten NAM versterkingsoperatie

0

0

172.477

146.439

369.746

394.184

‒ 24.438

Nationaal Programma Groningen (bijdrage NAM)

0

0

25.000

0

19.612

25.000

‒ 5.388

Ontvangsten NAM Nieuwbouwregeling

0

0

0

0

0

4.930

‒ 4.930

Ontvangsten NAM juridische bijstand

0

0

0

0

0

0

0

1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

Tabel 26 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting1

Verschil

 

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

Verplichtingen

726.384

1.056.576

10.924.819

2.630.163

2.951.213

3.032.159

‒ 80.946

waarvan garantieverplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen

726.384

1.056.576

10.924.819

2.630.163

2.951.213

3.032.159

‒ 80.946

1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

Verplichtingen

In 2024 zijn er per saldo € 80,9 mln minder verplichtingen aangegaan dan begroot. Dit heeft grotendeels dezelfde oorzaken als de hieronder toegelichte verschillen op de uitgaven. Uitzonderingen hierop zijn de volgende:

  • Versterkingsoperatie: in 2024 is er per saldo € 271,5 mln minder aan verplichtingen aangegaan dan was begroot. Dit komt enerzijds omdat er minder adressen zijn versterkt dan bij Ontwerpbegroting 2024 verwacht. Daarnaast zijn er bij de eerste suppletoire begroting middelen overgeheveld naar de categorie subsidies (zie toelichting bij Diverse subsidies versterken).

  • Versterken in eigen beheer: bij de eerste suppletoire begroting zijn middelen voor versterken in eigen beheer toegevoegd aan de EZK begroting en later in het jaar verplicht. Hierdoor is er in 2024 € 49,9 mln meer verplicht dan begroot.

  • MKB-programma: bij de eerste suppletoire begroting zijn middelen voor het MKB-programma toegevoegd aan de EZK begroting en later in het jaar verplicht in een meerjarige SPUK naar de regio. Hierdoor zijn de aangegane verplichtingen in 2024 € 27,1 mln hoger dan begroot.

  • In 2024 zijn er meer verplichtingen aangegaan dan was begroot voor Compensatie gemeenten en provincie (€ 229,4 mln), clustering en gebiedsfonds (€ 210,5 mln), sociaal-emotionele ondersteuning door gemeenten (€ 57,8 mln), knelpunten gemeenten sociaal domein (€ 43 mln), leefbaarheid en wijkontwikkeling (€ 193,6 mln) en erfgoedprogramma (€ 73 mln). Dit komt door de publicatie van de Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen 2024–2030, waarbij de aardbevingsgerelateerde kosten aan de provincie en gemeenten zijn verplicht in 2024. Na uitvoerige afstemming met de regio is de regeling gepubliceerd, waarna het benodigde budget is opgenomen in de eerste suppletoire begroting.

  • Vergoeding NORG akkoord: In 2024 zijn er minder verplichtingen aangegaan dan was begroot (€ 552,7 mln); zie toelichting onder uitgaven.

Uitgaven

Subsidies

Waardevermeerderingsregeling

Er zijn in 2024 per saldo € 41 mln minder verplichtingen en kasuitgaven gerealiseerd dan was begroot. In de eerste suppletoire begroting is het budget t.b.v. de waardevermeerderingsregeling met € 40 mln. opgehoogd, vanwege nieuwe doelgroepen die aan de regeling zijn toegevoegd (maatschappelijke organisaties, kerken en ondernemers). In 2024 heeft slechts een klein gedeelte van deze doelgroep een aanvraag ingediend.

Duurzaam herstel

In 2024 is € 95 mln minder gerealiseerd dan was begroot. Duurzaam schadeherstel is in 2024 deel gaan uitmaken van de versterkings- en hersteloperatie (Kamerstukken II, 2021-2022, 33 529, nr. 948). Vanwege de opstartfase van de pilot van duurzaam herstel zijn er in 2024 minder uitgaven gedaan dan was verwacht.

Diverse subsidies versterken

Er is in 2024 € 47,7 mln meer gerealiseerd dan begroot. Dit verschil wordt met name veroorzaakt door een overheveling van categorie opdrachten naar categorie subsidies. Er is bij de eerste suppletoire begroting € 50 mln overgeheveld omdat een deel van de versterkingsoperatie wordt uitgekeerd in de vorm van een subsidie in plaats van een opdracht. Dit bleek meer te zijn dan verwacht bij de ontwerpbegroting.

Economische bedrijvigheid

Er is in 2024 € 28 mln begroot voor het aantrekken van strategische (inter)nationale acquisitie voor de provincies Groningen en Noord-Drenthe. Het is in 2024 helaas niet gelukt om vanuit dit budget relevante projecten binnen te halen voor de provincies.

Schade(vergoedingen)

Vergoeding fysieke schade

Sinds 1 juli 2020 besluit het IMG over (fysieke) schadevergoedingen aan bewoners uit Groningen die aardbevingsschade hebben als gevolg van de gaswinning. Het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) heeft in 2024 circa € 95 mln meer uitgegeven aan vergoedingen voor fysieke schade dan begroot. Dit heeft als reden dat de raming met de 1e suppletoire begroting 2024 naar beneden is bijgesteld. Ook heeft het IMG meer schadeaanvragen afgehandeld dan in eerste instantie werd verwacht. De schadevergoedingen worden via een wettelijke heffing op de NAM verhaald. Meer gedetailleerde informatie over de regeling voor fysieke schade is te vinden in het jaarverslag van het IMG.

Vergoeding immateriële schade

Er is in 2024 per saldo € 68 mln meer gerealiseerd dan was begroot, zoals verwerkt in de 2e suppletoire begroting. Dit is veroorzaakt doordat het IMG meer schadeaanvragen heeft afgehandeld dan in eerste instantie werd verwacht.

Vergoeding schade door versterkingsmaatregelen

Er is in 2024 € 33,5 mln meer gerealiseerd dan was begroot, omdat de middelen voor vergoeding schade door versterkingsmaatregelen pas bij de eerste suppletoire begroting zijn toegevoegd aan de EZK begroting.

Knelpunten IMG

Er is in 2024 per saldo circa € 14 mln minder gerealiseerd dan was begroot. Dit is veroorzaakt doordat meer knelpunten zijn behandeld dan in eerste instantie werd verwacht.

Versterken in eigen beheer

Er is in 2024 € 26 mln meer gerealiseerd dan was begroot, omdat de middelen voor versterken in eigen beheer pas bij de eerste suppletoire begroting zijn toegevoegd aan de EZK begroting.

Opdrachten

Werkbudgetten

In 2024 is er per saldo € 16,5 mln minder besteed op de werkbudgetten van de beleidsdirecties en de NCG. Dit komt voornamelijk doordat eerder verwachte onderzoeken en projecten uitgesteld zijn.

Versterkingsoperatie

In 2024 is er per saldo € 288 mln minder besteed aan kasuitgaven op de opdrachten voor de versterkingsoperatie dan was begroot. Dit heeft een aantal oorzaken. Zo zijn er minder adressen versterkt dan in eerste instantie verwacht omdat de aankondiging en implementatie van de Nij Begun Maatregelen zorgde voor vertraging van het versterkingsproces. Daarnaast zijn er bij de eerste suppletoire begroting overhevelingen gedaan van de categorie opdrachten naar de categorie subsidies (zie toelichting bij Diverse subsidies versterken) en naar de categorie schade(vergoedingen).

Vergoeding Norg akkoord

In het Norg akkoord (Kamerstuk 33 529, nr. 850) is afgesproken dat de Staat een vergoeding betaalt voor de inzet van gasopslag Norg, waardoor de gaswinning in Groningen sneller naar nul kan. De vergoeding is lager dan begroot (€ 552,7 mln). De te betalen vergoeding wordt aan het einde van het betreffende gasjaar bepaald aan de hand van de werkelijke marktprijzen, die lager waren dan waar op voorhand rekening mee was gehouden. In 2024 is daardoor € 295,2 mln minder verplichtingen en uitgaven gerealiseerd dan was begroot. Daarnaast heeft dit jaar de laatste betaling plaatsgevonden voor de vergoeding. Er resteerde nog een voorschot van een eerdere betaling uit 2019. Dit is met de laatste betaling voor de vergoeding Norg verrekend. Hierdoor ontstaat een meevaller van € 2.57,5 mln. Conform de afspraken in het Norg akkoord betaalt de Staat een vergoeding aan NAM. De berekeningswijze van de vergoeding is vastgesteld in arbitrage, de hoogte van de vergoeding is afhankelijk van de gasprijs. Over de vergoeding moet btw worden betaald (Kamerstuk 33 529, nr. 997).

Bijdragen aan agentschappen

Rijksdienst voor ondernemend Nederland

Met de bijdrage aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) wordt de uitvoering van de schadeafhandeling door het IMG bekostigd. In 2024 kwam deze bijdrage neer op ca. € 272 mln, wat circa € 25 mln. hoger is dan begroot. Omdat dit bedrag slechts een voorschot betreft, biedt dit geen inzicht in de daadwerkelijke uitvoeringskosten van het IMG. De uitvoeringskosten van het IMG worden via een wettelijke heffing op de NAM verhaald. Meer gedetailleerde informatie over de uitvoeringskosten van het IMG is te vinden in het jaarverslag van het IMG.

Bijdrage aan medeoverheden

Nationaal Programma Groningen

Met het Nationaal Programma Groningen (NPG) wordt geïnvesteerd in de leefbaarheid, economische ontwikkeling en energietransitie in Groningen. Het NPG is een samenwerkingsverband van het Rijk, de provincie en gemeenten. In 2024 zijn er per saldo € 25,4 mln meer kasuitgaven gerealiseerd dan was begroot. In de eerste suppletoire begroting zijn de in 2023 niet tot besteding gekomen middelen toegevoegd aan de EZK begroting voor 2024. De uitgaven voor het NPG worden gedaan op basis van aanvragen per ronde.

Compensatie gemeenten en provincie (bestuurlijke afspraken)

De versterkingsoperatie in Groningen vraagt personeelscapaciteit van de provincie Groningen en de aardbevingsgemeenten. Voor deze extra kosten worden zij gecompenseerd middels de Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen 2024–2030. Na uitvoerige afstemming met de regio is de regeling in 2024 gepubliceerd, waarna het benodigde budget is opgenomen in de eerste suppletoire begroting. Hierdoor sluiten de uitgaven nu beter aan bij het tempo van de uitvoering, wat heeft geleid tot een hogere realisatie in 2024 van € 103,9 mln dan oorspronkelijk was begroot.

Clustering en gebiedsfonds (bestuurlijke afspraken)

In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 worden uitkeringen gedaan aan medeoverheden voor clustering van woningen en het gebiedsfonds (blokken B en D uit de bestuurlijke afspraken). Sinds 2024 worden deze uitkeringen gedaan middels de Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen 2024–2030. Na uitvoerige afstemming met de regio is de regeling in 2024 gepubliceerd, waarna het benodigde budget meerjarig is aangepast in de eerste suppletoire begroting. Hierdoor sluiten de uitgaven nu beter aan bij het tempo van de uitvoering, wat heeft geleid tot een lagere realisatie in 2024 van € 52,6 mln dan oorspronkelijk was begroot. Deze middelen zullen in latere jaren tot besteding komen.

Knelpunten gemeenten sociaal domein

In opvolging van maatregel 31 uit Nij Begun krijgen gemeenten budget om in de uitvoering van de versterkingsoperatie en schadeafhandeling psychosociale en sociaaleconomische knelpunten bij inwoners op te lossen die met bestaande structuren en regelingen niet kunnen worden opgelost. Middels de Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen 2024–2030 worden middelen hiervoor aan de gemeenten uitgekeerd. Na uitvoerige afstemming met de regio is de regeling in 2024 gepubliceerd, waarna het benodigde budget is aangepast in de eerste suppletoire begroting. Hierdoor zijn de uitgaven per saldo € 14,3 mln hoger dan eerder begroot.

Leefbaarheid en wijkontwikkeling

Voor het verbeteren van de leefbaarheid in gebieden waar veel woningen worden versterkt is in Nij Begun budget beschikbaar gesteld (maatregel 14). Middels de Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen 2024–2030 word en middelen hiervoor aan de gemeenten uitgekeerd. Na uitvoerige afstemming met de regio is de regeling in 2024 gepubliceerd, waarna het benodigde budget is aangepast in de eerste suppletoire begroting. Hierdoor zijn de uitgaven per saldo € 11,7 mln hoger dan eerder begroot.

Erfgoedprogramma

In het Erfgoedprogramma wordt sinds 2017 samengewerkt aan de instandhouding, versterking en doorontwikkeling van erfgoedpanden in het aardbevingsgebied. Middels de Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen 2024–2030 worden middelen hiervoor aan de gemeenten uitgekeerd. Na uitvoerige afstemming met de regio is de regeling in 2024 gepubliceerd, waarna het benodigde budget is aangepast in de eerste suppletoire begroting. Hierdoor zijn de uitgaven per saldo € 13,3 mln hoger dan eerder begroot.

Ontvangsten

Ontvangsten NAM fysieke schade

Er zijn in 2024 per saldo € 142 mln meer aan ontvangsten gerealiseerd dan begroot. De uitgaven voor de schadeafhandeling worden via heffing bij de NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven zijn bij de eerste suppletoire begroting ook de geraamde ontvangsten van NAM opwaarts bijgesteld. Daarnaast zijn in 2024 het budget van de heffing 2023 ontvangen, omdat de heffing voor de in 2022 door het IMG gemaakte kosten van de schadeafhandeling later dan gepland is verstuurd.

Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade

Er zijn in 2024 per saldo € 212 mln meer aan ontvangsten gerealiseerd dan begroot. De uitgaven voor de uitvoeringskosten van de schadeafhandeling worden via een heffing bij de NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven zijn bij de eerste suppletoire begroting ook de geraamde ontvangsten van NAM opwaarts bijgesteld. Daarnaast worden de meer ontvangsten ook verklaard doordat in 2024 ontvangsten binnenkomen die aanvankelijk voor 2023 waren begroot.

Dividenduitkering EBN

Voor de raming van de ontvangsten aan dividend EBN wordt gebruik gemaakt van de gasprijsraming van het CPB. De geraamde ontvangsten waren in 2024 € 284,4 mln lager dan bij Ontwerpbegroting geraamd. Dit is veroorzaakt door enerzijds lagere winning en prijzen, en anderzijds door een hogere voorziening die EBN heeft moeten treffen voor de uitvoer van de wettelijke taak ‘opruimverplichtingen’.

Ontvangsten Mijnbouwwet

Voor de raming van de ontvangsten Mijnbouwwet wordt gebruik gemaakt van de gasprijsraming van het CPB. De geraamde ontvangsten waren in 2023 € 187,3 mln lager dan bij Ontwerpbegroting geraamd. De oorzaak is dat deze ontvangsten naar aanleiding van de meest recente CPB gasprijsraming en de verwachte lagere winning neerwaarts is bijgesteld.

Ontvangsten NAM immateriële schade

Er is in 2024 per saldo € 96 mln meer aan ontvangsten gerealiseerd dan begroot. De uitgaven voor de uitvoeringskosten van de schadeafhandeling worden via een heffing bij de NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven zijn bij de eerste suppletoire begroting ook de geraamde ontvangsten van NAM opwaarts bijgesteld. Daarnaast worden de meer ontvangsten ook verklaard doordat in 2024 ontvangsten binnenkomen die aanvankelijk voor 2023 waren begroot.

Ontvangsten NAM Versterkingsoperatie

De uitgaven voor de versterkingskosten NCG tot 1 juli 2023 worden per kwartaal met een factuur bij NAM in rekening gebracht. Vanaf 1 juli 2023 is de Tijdelijke wet Groningen onderdeel versterken van kracht, waarna gewerkt wordt met een heffing. Er is in 2024 per saldo € 24,4 mln minder aan ontvangsten gerealiseerd dan begroot, omdat de NAM slechts 30% van de factuur heeft betaald.

Tabel 27 Kengetallen aardgasbaten

Kengetallen

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

1. Gewonnen volume aardgas kleine velden (in Nm3)1

24 mld Nm3

22 mld Nm3

20 mld Nm3

18 mld Nm3

16 mld Nm3

15 mld Nm3

13 mld Nm3

13 mld Nm3

11 mld Nm3

8,7 mld Nm3

8,5 mld Nm3

2. Aantal boringen exploratie onshore en offshore1

21

16

4

6

5

4

3

2

4

5

0

3. Aantal boringen productie onshore en offshore1

32

17

16

8

7

7

9

7

3

2

7

4. Gewonnen volume aardgas Groningenveld (in Nm3)2

42 mld Nm3

28 mld Nm3

28 mld Nm3

24 mld Nm3

19 mld Nm3

15 mld Nm3

8 mld Nm3

6 mld Nm3

5 mld Nm3

1,5 mld Nm3

0 mld Nm33

5. Gewonnen volume aardgas totaal (in Nm3)1

66 mld Nm3

50 mld Nm3

48 mld Nm3

42 mld Nm3

35 mld Nm3

30 mld Nm3

21 mld Nm3

19 mld Nm3

16 mld Nm3

10,2 Nm3

8,5 mld Nm3

6. Beursprijs van TTF-gas (eurocent/ m3)4

21,3

19,8

13,6

16,6

21,5

14,9

9,1

37,8

127,6

46,9

33,2

1

Bron: Voorlopige cijfers van TNO (NLOG).

2

Bron: Voorlopige cijfers van TNO (NLOG).

3

Er is in 2024 ongeveer 0,008 miljard Nm3 gewonnen uit het Groningenveld. Zie onderstaande verklaring.

4

Bron: Gasterra

Er is in 2024 ongeveer 0,008 miljard Nm3 gas gewonnen uit het Groningenveld. Deze productie is afkomstig uit januari 2024, toen twee productielocaties kortstondig op de waakvlam zijn gezet. Deze winning was in lijn met het vaststellingsbesluit voor gasjaar 2023-2024, welke voorschreef dat bestaande productielocaties op de waakvlam zouden worden gezet als er sprake was van een gemiddelde effectieve etmaaltemperatuur van ‒ 6,5 graden Celsius of lager binnen een tijdshorizon van drie dagen. Zo zou er snel kunnen worden gereageerd als in die omstandigheden belangrijke productiemiddelen zouden zijn uitgevallen. De Tweede Kamer is op 8 en 10 januari 2024 over deze winning geïnformeerd (Kamerstukken II, 2023-2024, 33 529, nr. 1206 en Kamerstukken II, 2023-2024, 33 529, nr. 1210).

Licence