Vastgestelde begroting 2024 (1) | Realisatie 2024 (2) | Verschil (3) = (2) - (1) | Realisatie 2023(4) | |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
- Omzet | 670.300 | 687.397 | 17.097 | 715.664 |
waarvan omzet moederdepartement | 531.700 | 526.635 | ‒ 5.065 | 565.282 |
waarvan omzet overige departementen | 110.200 | 127.680 | 17.480 | 109.371 |
waarvan omzet derden | 28.400 | 33.082 | 4.682 | 41.011 |
Rentebaten | ‒ | 15.865 | 15.865 | 10.363 |
Vrijval voorzieningen | ‒ | 631 | 631 | 1.130 |
Bijzondere baten | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Totaal baten | 670.300 | 703.893 | 33.593 | 727.157 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 662.100 | 611.855 | ‒ 50.245 | 627.911 |
- Personele kosten | 293.100 | 332.953 | 39.853 | 298.605 |
waarvan eigen personeel | 238.500 | 243.586 | 5.086 | 208.194 |
waarvan inhuur externen | 43.300 | 76.580 | 33.280 | 78.055 |
waarvan overige personele kosten | 11.300 | 12.787 | 1.487 | 12.356 |
- Materiële kosten | 369.000 | 278.902 | ‒ 90.098 | 329.306 |
waarvan apparaat ICT | 48.800 | 39.169 | ‒ 9.631 | 38.790 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 7.500 | 8.620 | 1.120 | 10.581 |
waarvan overige materiële kosten | 312.700 | 231.113 | ‒ 81.587 | 279.935 |
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten | ‒ | 67.238 | 67.238 | 77.145 |
Rentelasten | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Afschrijvingskosten | 8.200 | 6.572 | ‒ 1.628 | 6.416 |
- Materieel | 8.200 | 6.568 | ‒ 1.632 | 6.414 |
waarvan apparaat ICT | 5.700 | 4.672 | ‒ 1.028 | 4.529 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 2.500 | 1.896 | ‒ 604 | 1.885 |
- Immaterieel | ‒ | 4 | 4 | 2 |
Overige lasten | ‒ | 7.502 | 7.502 | 2.066 |
waarvan dotaties voorzieningen | ‒ | 7.502 | 7.502 | 2.066 |
waarvan bijzondere lasten | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Totaal lasten | 670.300 | 693.167 | 22.867 | 713.538 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | ‒ | 10.726 | 10.726 | 13.619 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | ‒ | 27 | 27 | 57 |
Saldo van baten en lasten | ‒ | 10.699 | 10.699 | 13.562 |
Voorgestelde resultaatbestemming | Vastgestelde begroting 2024 | Realisatie 2024 | Verschil | Realisatie 2023 |
---|---|---|---|---|
(Voorgesteld het resultaat als volgt te verdelen) | ||||
Toevoeging/ onttrekking: | ||||
- Pok/ Wau * | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
- Exploitatiereserve | ‒ | 10.699 | 10.699 | 13.562 |
Saldo van baten en lasten | ‒ | 10.699 | 10.699 | 13.562 |
Toelichting op de staat van baten en lasten over 2024
Bedragen in duizenden euro’s, tenzij anders aangegeven.
Resultaat
Over 2024 heeft het RIVM een positief resultaat behaald van € 10,7 miljoen. Dit positieve resultaat is gerelateerd aan:
– Een per saldo positief resultaat (+) van € 1,7 miljoen uit reguliere bedrijfsvoering, waaronder het uitvoeren van opdrachten;
– Een per saldo negatieve impact door een toevoeging (-/-) van € 6,9 miljoen op de voorzieningen; en
– Rentebaten (+) van € 15,9 miljoen op de rekening courant van het RIVM.
Het positieve resultaat na belastingen wordt toegevoegd aan de exploitatiereserve als onderdeel van het eigen vermogen. Het eigen vermogen van een baten-lastenagentschap is gebonden aan een maximumomvang van 5% van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar. De overschrijding van de maximaal toegestane omvang van het eigen vermogen zal worden teruggestort naar het moederdepartement.
Baten
De totale baten van het RIVM zijn € 33,6 miljoen hoger dan begroot. De belangrijkste reden voor deze hoger dan verwachte baten zijn aanvullende uitvoerings- en onderzoekstaken binnen overige departementen en een rentebate op de rekening courant van het RIVM van € 15,9 miljoen.
De totale baten van het RIVM zijn € 23,3 miljoen lager ten opzichte van de realisatie 2023. De belangrijkste reden hiervoor is een terugloop van de omzet op uitvoerings- en onderzoeksopdrachten binnen het moederdepartement. Onderstaand worden deze baten verder toegelicht.
Omzet per productgroep
In onderstaande tabel wordt de gerealiseerde omzet (baten exclusief vrijval voorzieningen en rentebaten) per productgroep weergegeven.
2024 | 2023 | |
---|---|---|
Strategisch Programma RIVM | 11.712 | 12.152 |
Onderzoeken o.b.v. uren x tarief en bijbehorende materiële kosten | 474.696 | 492.704 |
Uitvoeringskosten preventieprogramma's | 182.715 | 195.832 |
ICT-dienstverlening voor andere organisaties dan het RIVM (SSC-Campus) | 18.274 | 14.976 |
Totaal | 687.397 | 715.664 |
Omzet moederdepartement
2024 | 2023 | |
---|---|---|
Omzet moederdepartement | 526.635 | 565.282 |
- waarvan direct gerelateerd aan geleverde producten/diensten: | 526.635 | 565.282 |
- Strategisch Programma RIVM | 11.712 | 12.152 |
- Cofinanciering voor EU projecten via eigenaarsbijdrage | 2.021 | 1.308 |
- Opdrachten beleidsdirecties (opdrachtgever) VWS | 512.902 | 551.822 |
- waarvan overige ontvangsten/bijdragen van het moederdepartement | - | - |
- Bijdrage ten behoeve van de dekking van de voorbereidingskosten voor de verhuizing | - | -- |
Totaal | 526.635 | 565.282 |
De gerealiseerde omzet moederdepartement omvat de bijdrage van VWS als eigenaar (€ 17,4 miljoen) en de bijdrage van de VWS-opdrachtgevers (€ 509,2 miljoen). De bijdrage van eigenaar VWS bestaat voor € 11,7 miljoen uit baten ten behoeve van het SPR-programma, voor € 2,0 miljoen uit cofinanciering voor het realiseren van internationale projecten en voor € 3,7 miljoen uit wetenschapsbudget uit het OCW Fonds.
Omzet overige departementen
In de opbrengst van overige departementen is inbegrepen de bijdrage voor de reguliere onderzoeks- en adviesprogramma’s en de bijdrage voor additionele opdrachten voor de volgende ministeries
2024 | 2023 | |
---|---|---|
I&W | 80.439 | 68.124 |
KGG | 2.621 | 2.322 |
LVVN | 30.960 | 27.817 |
SZW | 11.768 | 9.709 |
Overige departementen (o.a. J&V, BuZa, OCW, BZK, DEF) | 1.892 | 1.399 |
Totaal | 127.680 | 109.371 |
De totale omzet van overige departementen is € 17,5 miljoen hoger dan de begroting 2024 en € 18,3 miljoen hoger ten opzichte van 2023. Dit is met name door een stijging van werkzaamheden binnen programma’s van IenW.
Omzet derden
Naast werkzaamheden in opdracht van het moederdepartement en overige departementen worden projecten en opdrachten uitgevoerd ten behoeve van derden. Bijvoorbeeld projecten voor en gefinancierd door andere nationale en internationale opdrachtgevers zoals de Europese Commissie, de WHO, Europese vrijgifte, Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) en overige projecten uitgevoerd door derden. De omzet derden is € 4,7 miljoen hoger dan begroot en € 7,9 miljoen lager ten opzichte van 2023. Een daling van de omzet derden ten opzichte van 2023 werd verwacht, zoals ook is gepresenteerd in de begroting. In de begroting is deze omzet derden conservatief ingeschat. Deze baten zijn daarmee meer in lijn der verwachting.
Vrijval voorzieningen
De vrijval van de voorzieningen heeft voor € 0,5 miljoen betrekking op het vrijvallen van de verplichting voor personeel en voor € 0,1 miljoen betrekking op het vrijvallen van de verplichting voor verlieslatende projecten. De vrijval voorzieningen is niet begroot in verband met het incidentele karakter van de betreffende posten.
Rentebaten
De rentebaten zijn niet begroot gezien de onzekerheid over de toekomstige rentestand. De rentebaten van € 15,9 miljoen hebben betrekking op ontvangen rente op de rekening courant van het RIVM.
Lasten
Personele kosten
De personele kosten van € 333,0 miljoen komen in 2024 € 40,0 miljoen hoger uit dan opgenomen in de begroting 2024. Om aan de blijvend hoge vraag in uren ten behoeve van uitvoerings- en onderzoekstaken te voldoen, is het personeelsbestand verder gegroeid met 195 fte in dienstbetrekking bij het RIVM. De externe inhuur is gedurende 2024 met € 1,5 miljoen gedaald ten opzichte van 2023. Het percentage externe inhuur in 2024 bedraagt 22,9%. Dit is 2,9% boven de RIVM norm van 20%, maar een daling ten opzichte van vorig jaar (26,0%). Naast de personele invulling op tijdelijke opdrachten, zijn aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt, behoefte aan (tijdelijke) specifieke specialisten en vervanging tijdens ziekte belangrijke redenen voor het hoge aantal externen. Vooral bij de IV-organisatie en Preventieprogramma's en Opschaling voor de Publieke Gezondheid (PPG) is de inhuur blijvend hoog. Het RIVM heeft eerder aangegeven, gezien bovenstaande redenen, de Rijksnorm van 10% als onhaalbaar te zien. We streven ernaar om de externe inhuur tot 20% te beperken.
Daarnaast zijn de personeelskosten gestegen als gevolg van aanpassingen in de CAO en is een niet-begrote toekenning van IKB-verlofrecht van € 1,8 miljoen verwerkt. Hiervoor is deels compensatie ontvangen vanuit de opdrachtgevers, welke is verantwoord onder de omzet.
Materiële kosten
De materiële kosten van € 278,9 miljoen zijn € 90,1 miljoen lager ten opzichte van de begroting 2024 en € 50,4 miljoen lager dan 2023. De daling ten opzichte van de begroting komt met name doordat in de begroting de kosten uitbesteed werk en andere externe kosten van € 67,2 miljoen in de materiële kosten zijn verantwoord.
De resterende daling wordt veroorzaakt door lagere materiaalkosten rondom de aankoop- en donatie van COVID-19 vaccins en een lager verbruik van vaccins binnen het Rijksvaccinatieprogramma (RVP).
De ICT-kosten van € 39,2 miljoen zijn in 2024 € 9.6 miljoen lager dan begroot en € 0,4 miljoen hoger dan 2023. De lagere ICT-kosten dan begroot zijn het gevolg van lagere exploitatiekosten voor hardware en software.
Voorheen werden de kosten met betrekking tot uitbesteed werk aan externe kosten binnen deze lastenpost gepresenteerd met een saldo van € 77,1 miljoen, bestaande uit € 0,6 miljoen aan kosten apparaat ICT en € 76,5 miljoen aan overige materiële kosten. Deze worden apart gepresenteerd en toegelicht.
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten
De kosten uitbesteed werk en andere externe kosten van € 67,2 miljoen zien toe op onderzoek- en advieskosten van € 33,0 miljoen en overige uitbestedingsopdrachten van € 34,2 miljoen. De onderzoek- en advieskosten zijn € 0,6 miljoen lager en de overige uitbestedingsopdrachten zijn € 9,3 miljoen lager ten opzichte van 2023.
Voorheen werd deze lastenpost gepresenteerd binnen de materiële kosten, met een saldo van € 77,1 miljoen, bestaande uit € 0,6 miljoen aan kosten apparaat ICT en € 76,5 miljoen aan overige materiële kosten.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten zijn € 1,6 miljoen lager dan de begroting 2024 en € 0,2 miljoen hoger dan de realisatie 2023. De lager dan begrote afschrijvingskosten zijn met name een gevolg van uitblijven en uitstellen van investeringen in verband met grote ICT projecten en de aanstaande verhuizing van het RIVM.
Dotaties voorzieningen
De dotatie voorzieningen heeft betrekking op aangegane en herberekende verplichtingen voor (voormalige) werknemers van € 2,9 miljoen, op ingeschatte toekomstige verliezen op projecten van € 2,7 miljoen, op de gevormde voorziening voor mitigerende maatregelen van € 0,8 miljoen, op de voorziening leegstand gebouwen in Bilthoven van € 0,6 miljoen, op de gevormde voorziening voor uitkeringen aan personeel bij het behalen van een dienstjubileum van € 0,3 miljoen en op de indexatie van de voorziening herstelkosten Bilthoven van € 0,1 miljoen en. De dotatie voorzieningen is niet begroot in verband met het incidentele karakter van de betreffende posten.
Balans per 31 december 2024
Na verwerking van het resultaat. De balans is opgesteld in duizenden euro’s.
Balans 31-12-2024 | Balans 31-12-2023 | |
---|---|---|
Activa | ||
Vaste activa | 17.955 | 15.264 |
Immateriële vaste activa | 6 | 10 |
Materiële vaste activa | 17.949 | 15.254 |
waarvan grond en gebouwen | ‒ | ‒ |
waarvan machines en installaties | 88 | 196 |
waarvan vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetaald op materiële vaste activa | 14.666 | 15.058 |
waarvan overige materiële vaste activa | 3.195 | ‒ |
Vlottende activa | 520.996 | 459.616 |
Voorraden en onderhanden projecten | 51.376 | 70.060 |
Vorderingen | 40.038 | 44.916 |
waarvan debiteuren | 6.221 | 12.776 |
waarvan overige vorderingen en overlopende activa | 33.817 | 32.140 |
Liquide middelen | 429.582 | 344.640 |
Totaal activa: | 538.951 | 474.880 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | 43.742 | 35.411 |
Bestemmingsfonds(en) | ‒ | ‒ |
Pok/ Wau reserve | ‒ | ‒ |
Exploitatiereserve | 33.043 | 21.849 |
Onverdeeld resultaat | 10.699 | 13.562 |
Voorzieningen | 25.592 | 20.085 |
Langlopende schulden | ‒ | ‒ |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | ‒ | ‒ |
Kortlopende schulden | 469.617 | 419.384 |
Crediteuren | 18.120 | 28.796 |
Belastingen en premies sociale lasten | 1.424 | 1.599 |
Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën | ‒ | ‒ |
Overige schulden en overlopende passiva | 450.073 | 388.989 |
Totaal passiva | 538.951 | 474.880 |
Toelichting op de balans per 31 december 2024
Bedragen in duizenden euro’s, tenzij anders aangegeven.
Activa
De vaste activa zijn ten opzichte van 2023 per saldo gestegen met € 2,7 miljoen, met name door investeringen bestaande uit € 3,5 miljoen aan ICT middelen, € 2,5 miljoen aan laboratorium apparatuur en € 3,2 aan activa welke nog niet in gebruik genomen kunnen worden, omdat de installatie nog niet gereed is, maar welke al wel (deels) in ontvangst zijn genomen. Ook dit betreft met name investeringen in ICT middelen en laboratorium apparatuur. Daarnaast is een afschrijvingslast verantwoord van € 6,6 miljoen.
De voorraden betreffen de voorraad vaccins en materialen (naalden en registratiekaarten) binnen RIVM ten behoeve van het uitvoeren van het Rijksvaccinatieprogramma (€ 49,5 miljoen, 2023: € 61,3 miljoen) en het uitvoeren van het Griepprogramma (€ 3,0 miljoen, 2023: € 0,0 miljoen), het aanhouden van voorraden in het kader van de overige nationale vaccinvoorziening (€ 2,3 miljoen, 2023: € 8,2 miljoen), de aangekochte geneesmiddelen in het kader van COVID-19 (€ 0,5 miljoen, 2023: € 0,9 miljoen) en voorziening van de expirerende voorraad (€ 3,9 miljoen negatief, 2023: € 0,3 miljoen negatief).
De debetpositie van de onderhanden projecten van € 10,4 miljoen betreft de nog te factureren omzet aan het moederdepartement voor € 1,6 miljoen, aan overige ministeries voor € 2,7 miljoen en aan derden voor € 6,1 miljoen.
De debiteurenpositie per balansdatum daalt met € 6,6 miljoen. Het saldo per balansdatum bestaat voor € 0,2 miljoen aan vorderingen op het moederdepartement, € 1,3 miljoen uit vorderingen op overige ministeries en € 4,7 miljoen uit vorderingen op derden (internationale organisaties, ziekenhuizen en diverse overige opdrachtgevers in de publieke sector).
De overige vorderingen betreffen verleende voorschotten aan medewerkers in het kader van opleidingen.
De overlopende activa zijn ten opzichte van 2023 gestegen met € 3,0 miljoen en bestaan per balansdatum met name uit nog te ontvangen rente (€ 15,9 miljoen) en vooruitbetaalde kosten voor onder andere licenties, onderhoudscontracten, huren en abonnementen (€ 7,1 miljoen).
Het saldo per balansdatum bestaat voor € 15,7 miljoen uit vorderingen op ministeries en € 7,3 miljoen uit vorderingen op derden.
De analyse van de liquide middelen is opgenomen in het kasstroomoverzicht 2024.
Passiva
Het verloop van het eigen vermogen is als volgt:
31-12-2024 | 31-12-2023 | |
---|---|---|
Exploitatiereserve | 35.411 | 21.849 |
Directe vermogensmutaties | ‒ 2.368 | 0 |
Onverdeeld resultaat | 10.699 | 13.562 |
Totaal | 43.742 | 35.411 |
Het positieve saldo van baten en lasten over 2024 wordt toegevoegd aan de exploitatiereserve. Daarnaast is in 2024 € 2,4 miljoen teruggestort aan het moederdepartement, omdat de exploitatiereserve per balansdatum 2023 met dit bedrag boven de norm uitkwam. Hiermee wordt het eigen vermogen € 43,7 miljoen positief.
De omvang van het eigen vermogen per balansdatum overschrijdt de grens van 5% van de gemiddelde omzet over 2022 tot en met 2024. De maximaal toegestane omvang van het eigen vermogen bedraagt € 33,8 miljoen. Het surplus van € 10,0 miljoen zal uiterlijk bij de 1e suppletoire begrotingswijziging 2025 worden teruggestort naar het moederdepartement.
Het verloop van de post voorzieningen is als volgt:
Personeel | Jubilea | Reorganisatie | Projecten | Subtotaal | |
---|---|---|---|---|---|
Stand voorzieningen per 31-12-2023 | |||||
Waarvan kortlopend | 1.891 | - | - | - | 1.891 |
Waarvan langlopend | 1.052 | - | 199 | 3.041 | 4.292 |
Totaal | 2.943 | - | 199 | 3.041 | 6.183 |
Dotatie | 2.871 | 330 | - | 2.672 | 5.873 |
Onttrekkingen | ‒ 545 | - | - | ‒ 819 | ‒ 1.364 |
Vrijval | ‒ 482 | - | - | ‒ 149 | ‒ 631 |
Mutaties | 1.844 | 330 | - | 1.704 | 3.878 |
Stand voorziening per 31-12-2024 | 4.787 | 330 | 199 | 4.745 | 10.061 |
Waarvan kortlopend | 2.622 | 330 | - | - | 2.952 |
Waarvan langlopend | 2.165 | - | 199 | 4.745 | 7.109 |
Stand voorzieningen per 31-12-2024 | 4.787 | 330 | 199 | 4.745 | 10.061 |
Subtotaal | Leegstand Bilthoven | Mitigerende maatregelen | Herstelkosten Bilthoven | Totaal | |
---|---|---|---|---|---|
Stand voorzieningen per 31-12-2023 | |||||
Waarvan kortlopend | 1.891 | - | - | - | 1.891 |
Waarvan langlopend | 4.292 | 9.519 | - | 4.383 | 18.194 |
Totaal | 6.183 | 9.519 | - | 4.383 | 20.085 |
Dotatie | 5.873 | 647 | 837 | 145 | 7.502 |
Onttrekkingen | ‒ 1.364 | - | - | - | ‒ 1.364 |
Vrijval | ‒ 631 | - | - | - | ‒ 631 |
Mutaties | 3.878 | 647 | 837 | 145 | 5.507 |
Stand voorziening per 31-12-2024 | 10.061 | 10.166 | 837 | 4.528 | 25.592 |
Waarvan kortlopend | 2.952 | 6.306 | - | - | 9.258 |
Waarvan langlopend | 7.109 | 3.860 | 837 | 4.528 | 16.334 |
Stand voorzieningen per 31-12-2024 | 10.061 | 10.166 | 837 | 4.528 | 25.592 |
– De voorziening voor personeel omvat de toekomstige verplichtingen als gevolg van rechten (zoals werkloosheidswet en pensioentoelagen) op balansdatum van voormalige werknemers.
– De voorziening voor uitkeringen aan personeel bij het behalen van een dienstjubileum wordt gevormd door een dotatie van € 0,3 miljoen. Verwacht wordt dat dit in het komend kalenderjaar uitgekeerd wordt aan personeelsleden.
– Voor overdracht van pensioenrechten van overgenomen medewerkers van de voormalige ent-administraties is in 2008 een voorziening getroffen. Vanwege ontoereikende dekkingsgraden van de betrokken pensioenfondsen in het verleden, een langdurig verwerkingstraject en het besluit in 2024 van pensioenuitvoerders om voorlopig met collectieve waardeoverdrachten te wachten tot na de overgang naar de nieuwe pensioenregeling, heeft tot op heden geen overdracht en afrekening kunnen plaatsvinden. De collectieve waardeoverdrachten worden weer opgestart wanneer beide pensioenfondsen over zijn gegaan naar de nieuwe pensioenregeling, wat naar verwachting zal zijn vanaf 2027. Daarmee is de voorziening verantwoord als langlopende verplichting.
– De voorziening ten behoeve van projecten betreft het bedrag aan voorziene nog te produceren verliezen op in uitvoering zijnde projecten.
– De voorziening leegstand Bilthoven is gevormd als gevolg van het lopende contract met betrekking tot huur en exploitatie van de gebouwen en terreinen te Bilthoven. De verhuizing naar het Utrecht Science Park zal gefaseerd plaatsvinden vanaf 2025. Hierdoor zullen dubbele huur- en exploitatielasten ontstaan. Ter dekking van deze dubbele verplichting is een voorziening gevormd. In 2024 is een bedrag ad € 0,6 miljoen gedoteerd aan de voorziening naar aanleiding van indexatie van de huurkosten en bijstelling in verband met de definitieve opzegging van de overeenkomst.
– De voorziening herstelkosten Bilthoven is gevormd voor de toekomstige verplichting om bij het verlaten van het terrein en de gebouwen te Bilthoven, de huisvesting in oorspronkelijke staat en bezemschoon op te leveren. Met de eigenaar van terrein en gebouwen is overeenstemming bereikt over het niet verwijderen van gebouwgebonden installaties op het moment van verhuizen. Als gevolg van inflatie is de voorziening met € 0,1 miljoen gedoteerd.
– De voorziening mitigerende maatregelen ziet toe op de investeringen die in 2024 zijn gedaan door de verhuurder in door het RIVM-gehuurde panden op Utrecht Science Park Bilthoven. De dotatie van € 0,8 miljoen betreft de verwachte vergoeding voor de resterende boekwaarde van de gebouwgebonden installaties bij het verlaten van het terrein.
De crediteuren zijn met € 10,7 miljoen lager ten opzichte van 2023. Het saldo bestaat voor € 0,2 miljoen uit schulden aan het moederdepartement, € 0,5 miljoen uit schulden aan overige ministeries en voor € 17,4 miljoen uit schulden aan derden.
Het saldo onderhanden projecten (voorheen projecten in uitvoering) heeft voor € 326,6 miljoen betrekking op uitvoering van projecten voor het moederdepartement, voor € 28,4 miljoen op uitvoering van projecten voor overige ministeries en voor € 28,6 miljoen uit uitvoering van projecten voor derden.
De overige schulden zijn ten opzichte van 2023 met € 11,7 miljoen gestegen. De stijging wordt voornamelijk verklaard door de stijging van het opgebouwd verlofrecht met € 9,3 miljoen, met name door een gemiddelde stijging van het uurloon en het aantal verlofuren vanuit het Individueel Keuzebudget (IKB). Vanuit het IKB heeft personeel het recht om additionele verlofuren te sparen, waarbij personeel tevens een deel van het maandinkomen kan omzetten in verlofuren.
De overlopende passiva betreffen nog te ontvangen facturen en zijn met € 28,0 miljoen lager ten opzichte van 2023, met name door afwikkeling van oude balansposities, mede door additioneel sturen op afloop en vrijval van verplichtingen ouder dan een jaar. De overlopende passiva bestaan voor € 0,7 miljoen aan nog te betalen kosten aan het moederdepartement, € 1,8 miljoen aan nog te betalen kosten aan overige departementen en voor € 21,9 miljoen aan nog te betalen kosten aan derden en eigen personeel.
Kasstroomoverzicht 2024
Vastgestelde begroting 2024 (1) | Realisatie 2024 (2) | Verschil (3) = (2) - (1) | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 40.225 | 344.640 | 304.415 |
totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 670.300 | 820.695 | 150.395 | |
totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 662.100 | ‒ 724.122 | ‒ 62.022 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 8.200 | 96.573 | 88.373 |
totaal investeringen (-/-) | ‒ 4.500 | ‒ 9.263 | ‒ 4.763 | |
totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | ‒ | ‒ | ‒ | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 4.500 | ‒ 9.263 | ‒ 4.763 |
eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | ‒ | ‒ 2.368 | ‒ 2.368 | |
eenmalige storting door moederdepartement (+) | ‒ | ‒ | ‒ | |
aflossingen op leningen (-/-) | ‒ | ‒ | ‒ | |
beroep op leenfaciliteit (+) | ‒ | ‒ | ‒ | |
4. | Totaal financieringskasstroom | ‒ | ‒ 2.368 | ‒ 2.368 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 43.925 | 429.582 | 385.657 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht 2024
Standen Rijkshoofdboekhouding
Opgenomen zijn de standen van de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) van het ministerie van Financiën.
Operationele kasstroom
De kasstroom van de vrije liquide middelen bedraagt in 2024 € 96,6 miljoen positief. Deze wordt met name gedreven door een resultaat van € 10,7 miljoen en een daling van het netto werkkapitaal van € 80,0 miljoen. De kasstromen uit het positieve resultaat zijn het gevolg van het uitvoeren van opdrachten binnen de reguliere bedrijfsvoering. De mutatie in het werkkapitaal komt voornamelijk voort uit een gestegen onderhandenwerkpositie onder de kortlopende schulden.
In onderstaande tabel wordt een specificatie gegeven van de operationele kasstroom op basis van het resultaat.
2024 | 2023 | |
---|---|---|
Saldo van baten en lasten | 10.699 | 13.562 |
Afschrijving | 6.572 | 6.416 |
Vrijval voorzieningen | ‒ 631 | ‒ 48 |
Mutatie werkkapitaal | 79.732 | 77.112 |
Totaal operationele kasstroom | 96.573 | 97.042 |
Investeringskasstroom
De investeringen bedragen € 9,3 miljoen en zijn € 4,8 miljoen hoger dan de investeringen opgenomen in begroting 2024, maar € 0,9 miljoen hoger ten opzichte van 2023. Het gaat om investeringen op het gebied van ICT (€ 3,5 miljoen) en investeringen in laboratoriumapparatuur (€ 2,5 miljoen). Daarnaast is voor € 3,2 miljoen geïnvesteerd in activa welke nog niet in gebruik genomen kunnen worden, omdat de installatie nog niet gereed is, maar welke al wel (deels) in ontvangst zijn genomen. Ook dit betreft met name investeringen in ICT middelen en laboratorium apparatuur. De investeringen zijn groter dan in begroting 2024 en dan in 2023 als gevolg van eerder uitgestelde investeringen in verband met grote ICT projecten en de aanstaande verhuizing van het RIVM.
Financieringskasstroom
In 2024 is geen gebruik gemaakt van de begrote leenfaciliteit bij het ministerie van Financiën vanwege de goede liquiditeitspositie. De gedane investeringen zijn gedaan uit de beschikbare liquide middelen.
In 2024 is € 2,4 miljoen teruggestort aan het moederdepartement, omdat de exploitatiereserve per balansdatum 2023 boven de omvanggrens van het eigen vermogen uitkwam.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Realisatie | Vastgestelde begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | |
Omschrijving Generiek Deel | |||||
Kostprijzen per product (groep) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Tarieven/uur | 122,0 | 124,8 | 135,3 | 148,8 | 151,0 |
Omzet per productgroep (PxQ) | 643.760 | 623.156 | 715.664 | 687.397 | 670.300 |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 2.076 | 2.184 | 2.296 | 2.491 | 2.350 |
Saldo van baten en lasten (%) | 2,5% | ‒ 0,5% | 1,9% | 1,5% | 0,0% |
Omzet per productgroep | |||||
Strategisch Programma RIVM | 9.369 | 11.457 | 12.152 | 11.712 | Omzet per productgroep niet gesplitst afgegeven in begroting |
Onderzoekingen o.b.v. uren x tarief en bijbehorende materiële kosten | 392.544 | 397.113 | 492.704 | 474.696 | |
Uitvoeringskosten preventieprogramma’s | 227.799 | 200.221 | 195.832 | 182.715 | |
ICT-dienstverlening voor andere organisaties dan het RIVM (SSC-Campus) | 14.048 | 14.365 | 14.976 | 18.274 | |
Kwaliteitsindactoren | |||||
1. Liquiditeit (current ratio) | 1,1 | 1,1 | 1,1 | 1,1 | 1,0 |
2. Solvabiliteit (debt ratio) | 0,9 | 0,9 | 0,9 | 0,9 | 1,0 |
3. Rentabiliteit eigen vermogen | 72,8% | ‒ 12,0% | 47,4% | 27,0% | 0,0% |
4. Percentage externe inhuur t.o.v. totale personele kosten | 23,6% | 24,4% | 26,0% | 22,9% | 20,0% |
5. Percentage facturen betaald binnen 30 dagen | 91,4% | 93,2% | 86,3% | 92,3% | 95,0% |
6. Declarabiliteit % primair proces | 68,2% | 65,6% | 64,8% | 65,0% | 65,0% |
7. FTE overhead als % totaal aantal FTE | 13,9% | 16,2% | 16,5% | 16,7% | 20,0% |
8. Ziekteverzuim | 4,2% | 6,1% | 5,7% | 5,4% | 3,0% |
9. % medewerkers met minimaal één gesprek in de gesprekscyclus | 70,1% | 66,9% | 61,9% | 72,3% | 80,0% |
Toelichting doelmatigheidsindicatoren
Uurtarieven
De uurtarieven worden jaarlijks vastgesteld door de eigenaar. De tarieven zijn ten opzichte van 2023 gestegen met gemiddeld € 13,50 per uur om de ontwikkelingen in prijsstijgingen en in maatschappelijke en organisatorische ontwikkelingen op te kunnen vangen.
Aantal fte totaal (exclusief externe inhuur)
Het RIVM streeft naar een bezetting die in lijn ligt met het opdrachtenpakket. Door een aanhoudend hoog opdrachtenpakket is het RIVM in 2024 met 195 fte gegroeid naar 2.491 fte.
Saldo van baten en lasten (% van de baten)
Het positieve percentage ten opzichte van de vastgestelde begroting is volledig toe te schrijven aan het positieve saldo van baten en lasten over 2023.
Liquiditeit/Solvabiliteit/Rentabiliteit
Voor wat betreft de financiële doelmatigheidsindicatoren steunt het RIVM op de gangbare bedrijfseconomische indicatoren liquiditeit, solvabiliteit en de rentabiliteit van het eigen vermogen. De liquiditeit (current ratio) geeft aan in hoeverre de kortlopende schulden kunnen worden voldaan vanuit de kortlopende activa. Een waarde van boven de 1 wordt over het algemeen als gezond gekenmerkt. Het RIVM voldoet hier met een waarde van 1,1 aan. De solvabiliteit (debt ratio) is door een begrenst eigen vermogen relatief hoog. Ten opzichte van voorgaande jaren is deze nagenoeg niet gewijzigd. De positieve rentabiliteit op het eigen vermogen wordt veroorzaakt door het positieve saldo van baten en lasten.
Percentage inhuur externen ten opzichte van de totale personele kosten
De totale omvang van de inhuur externen bedroeg in 2024 € 76,6 miljoen. Het percentage externe inhuur komt hiermee uit op 23,0%. Dit is 3,0% boven de RIVM norm van 20%, maar een daling ten opzichte van vorig jaar (26,0%). Naast de personele invulling op tijdelijke opdrachten, zijn aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt, behoefte aan (tijdelijke) specifieke specialisten en vervanging tijdens ziekte belangrijke redenen voor het hoge aantal externen. Vooral bij de IV-organisatie en Preventieprogramma's en Opschaling voor de Publieke Gezondheid (PPG) is de inhuur blijvend hoog. Het RIVM heeft eerder aangegeven, gezien bovenstaande redenen, de Rijksnorm van 10% als onhaalbaar te zien. We streven ernaar om de externe inhuur tot 20% te beperken.
Percentage facturen betaald binnen 30 dagen
Het percentage facturen dat in 2024 is betaald binnen 30 dagen bedraagt 92,3%. Daarmee is het percentage gestegen ten opzichte van 2023 (86,3%), maar ligt nog onder de norm en begroting van 95%. Als gevolg van verbeterplannen en -acties in 2024 is met name het maandelijks percentage in het tweede half jaar van 2024 gestegen. Verbeteringen worden in 2025 verder doorgezet en de verwachting is dat het maandelijks gemiddelde weer binnen de norm zal vallen.
Declarabiliteit % primair proces
In 2024 bedraagt het percentage declarabiliteit primair proces 65,0%. Dit is een verhoging ten opzichte van het percentage 2023 (64,8%) en is in lijn met de norm van 65%.
FTE overhead als % totaal aantal FTE
Het percentage fte overhead ten opzichte van het totaal aantal fte in 2024 is 16,7%. Dit is een verhoging ten opzichte van het percentage 2023 (16,5%). Het percentage is de afgelopen jaren binnen de norm van 20% gebleven.
Ziekteverzuim
Het jaarlijks gemiddelde ziekteverzuim van 5,4% is gedaald ten opzichte van 2023 (5,7%). Het verzuim ligt boven de Verbaan norm van 2,6% en blijft relatief hoog. Naast het kortdurend verzuim, onder andere veroorzaakt door griepvirussen en COVID-19, heeft een relatief groot aantal medewerkers met long-COVID-klachten een aandeel in het langdurig verzuim. Daarnaast blijft het verzuimpercentage voor het RIVM een punt van aandacht en is extra aandacht voor de werkdruk.
% medewerkers met een volledig afgeronde P-gesprekscyclus
Het jaarlijks percentage medewerkers met minimaal één gesprek in de gesprekscyclus is 72,3%. Dit is gestegen ten opzichte van 2023, waar het percentage 71,9% was. In de agentschapsparagraaf 2023 werd dit percentage anders berekend en werd dit gepresenteerd als volledig afgeronde gesprekscyclus van 61,9%.