Artikel 1 Duurzame handel en investeringen
DGGF
Het DGGF is een revolverend fonds dat financiering verschaft voor ontwikkelingsrelevante en risicodragende investeringen en exporttransacties en bestaat uit drie onderdelen. Binnen alle drie de onderdelen van het DGGF is het mogelijk om garanties te verstrekken. Voor onderdeel 2 houdt de fondsbeheerder zelf een reserve aan ter grootte van de verstrekte garanties, waardoor het begrotingsrisico voor BHO beperkt is.
Daarnaast is de fondsbeheerder in de gelegenheid gesteld om het toegekende budget volledig in te kunnen zetten en is bepaald dat de fondsbeheerder voor een hoger bedrag dan het beschikbare budget aan contracten/committeringen kan aangaan met intermediaire fondsen. Het gaat hier om een overcommitteringsruimte, in de vorm van een garantie van BHO aan de fondsbeheerder van maximaal EUR 100 miljoen. Eventuele verliezen zullen ten laste van het investeringskapitaal worden gebracht, waardoor er geen extra begrotingsrisico voor BHO is.
Daarom wordt hieronder alleen ingegaan op onderdeel 1 en 3 van het DGGF. Door het verstrekken van garanties kan het DGGF onverwachts geconfronteerd worden met onvoorziene uitgaven indien de garantieverstrekking leidt tot claims. Er kan een flinke mismatch in de tijd optreden tussen inkomsten en uitgaven. Om een buffer op te kunnen bouwen en de schommelingen in de tijd op te kunnen vangen wordt voor onderdeel 1 en 3 van het DGGF, ingevolge artikel 5, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001, gebruik gemaakt van het instrument «interne begrotingsreserve». De huidige omvang van de begrotingsreserve is gerelateerd aan de uitstaande garantieverplichtingen en de verwachte groei van de portefeuille in 2025.
Per saldo is in 2024 voor EUR 108,2 miljoen aan garanties en/of wisselfinancieringen verstrekt. In 2024 is de begrotingsreserve per saldo met EUR 5,3 miljoen toegenomen. Dit saldo bestaat uit een storting van ontvangen premies en aflossingen van wisselfinancieringen ad EUR 9,6 miljoen en een onttrekking van EUR 4,3 miljoen. De begrotingsreserve komt daarmee per 31 december 2024 op EUR 48,9 miljoen. Voor het DGGF is een garantieplafond ingesteld in lijn met het garantiekader. Het cumulatieve bedrag dat op enig moment aan garanties binnen het DGGF kan uitstaan is gemaximeerd op EUR 675 miljoen. De hoogte van het garantieplafond is in de beleidsevaluatie DGGF in 2020 geëvalueerd.
FOM
Voor Nederlandse bedrijven die actief zijn op buitenlandse markten is een effectief functionerend bedrijfsleveninstrumentarium evenals goede economische diplomatie van groot belang. In 2016 is gewerkt aan een herziening van het bestaande non-ODA financieringsinstrumentarium. Door deze herziening is – op basis van additionaliteit van de overheid – optimaal ingespeeld op veranderende marktomstandigheden en financie ringsbehoeftes.
De Faciliteit Opkomende Markten (FOM) en Finance for International Business (FIB) zijn afgebouwd. De karakteristieken van deze regelingen zijn gecombineerd in het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) met als doel meer maatwerk te kunnen bieden, alsmede een meer homogene bediening aan het NL-bedrijfsleven, waardoor de doelgroep beter kan worden bereikt. De middelen die vrijkomen uit de bestaande begrotingsreserve voor de FOM worden ingezet voor DTIF. In 2024 is de portefeuille volledig afgebouwd.
DTIF
Het DTIF is een revolverend fonds dat financiering verschaft voor risicodragende investeringen en exporttransacties en bestaat uit twee onderdelen. Binnen beide onderdelen is het mogelijk om garanties te verstrekken. Binnen onderdeel twee worden garanties verstrekt in de vorm van wisselfinancieringen. Door het verstrekken van garanties kan het DTIF onverwachts geconfronteerd worden met onvoorziene uitgaven indien de garantieverstrekking leidt tot claims. Er kan een flinke mismatch in de tijd optreden tussen inkomsten en uitgaven. Om een buffer op te kunnen bouwen en de schommelingen in de tijd op te kunnen vangen wordt voor beide onderdelen van het DTIF, ingevolge artikel 5, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001, gebruik gemaakt van het instrument «interne begrotingsreserve». De uiteindelijke hoogte van de begrotingsreserve is gerelateerd aan de hoogte van de garantieplafonds die voor de onderdelen van het DTIF zijn vastgesteld. Er is besloten een initiële storting van EUR 5,0 miljoen in de begrotingsreserve te doen bij de start van het DTIF ter dekking van het extra financiële risico dat de Staat kan gaan lopen door het verstrekken van garanties en wisselfinancieringen.
Per saldo is in 2024 voor EUR 10,5 miljoen aan garanties en/of wisselfinancieringen verstrekt. In 2024 is de begrotingsreserve per saldo met EUR 10,1 miljoen toegenomen. Dit saldo bestaat uit een storting van ontvangen premies en aflossingen van wisselfinancieringen ad EUR 12,2 miljoen en een onttrekking van EUR 2,1 miljoen. De stand van de begrotingsreserve komt per 31 december 2024 op EUR 29,99 miljoen. De huidige omvang van de begrotingsreserve is gerelateerd aan de uitstaande garantieverplichtingen en de verwachte groei van de portefeuille in 2025. Voor het DTIF is een garantieplafond ingesteld in lijn met het garantiekader. Het cumulatieve bedrag dat op enig moment aan garanties binnen het DTIF kan uitstaan is gemaximeerd op EUR 140 miljoen.
DRIVE
Met DRIVE faciliteert de minister voor BHO investeringen in publieke infrastructuurprojecten die bijdragen aan een goed ondernemingsklimaat en de ontwikkeling van de private sector in lage- en middeninkomenslanden. DRIVE doet dit middels het verstrekken van subsidies met of zonder terugbetalingsverplichting (lening of à fonds perdu) aan het bedrijfsleven. Ook kunnen garanties worden verstrekt en is er aanvullende EKV beschikbaar. Het garantieplafond voor DRIVE is vastgesteld op EUR 55 miljoen per jaar. Ter afdekking van de risico’s en ter compensatie van de mismatch in de tijd tussen (premie)inkomsten en uitgaven (ten behoeve van schades), is afgesproken een interne begrotingsreserve aan te houden. Bij de herziening van het toetsingskader risicoregelingen is in 2022 besloten de hefboom voor nieuwe transacties aan te passen naar de verhouding 1:3. Bij de start van DRIVE is besloten een initiële storting van EUR 12,5 miljoen in de begrotingsreserve te doen ter dekking van het extra financiële risico dat de Staat kan gaan lopen door het verstrekken van garanties en verzekeringen. Er is in 2019 een garantie verstrekt vanuit DRIVE. Deze garantie is in 2024 geherwaardeerd tot een bedrag van EUR 45,66 miljoen. Er is in 2024 geen premie ontvangen of een schade uitgekeerd. De stand van de begrotingsreserve komt per 31 december 2024 op EUR 18,4 miljoen.
Artikel 5 Multilaterale samenwerking en overige inzet
African Development Bank
De African Development Bank Group (AfDB) heeft als centrale doelstelling het bestrijden van armoede in Afrika door het bevorderen van duurzame economische groei en sociale ontwikkeling. De Bank verstrekt daartoe financiering, beleidsadvies en technische ondersteuning aan Afrikaanse landen. De focus ligt hierbij op grote infrastructuurprojecten. De AfDB is een belangrijke partner voor Nederland op het Afrikaans continent die grote legitimiteit geniet bij de Afrikaanse overheden vanwege het sterke Afrikaanse eigenaarschap (de Afrikaanse landen bezitten samen 60% van de aandelen van de AfDB). De focus van de Bank is in lijn met de Nederlandse prioriteiten voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, vooral op het gebied van voedselzekerheid en private sectorontwikkeling. Aandeelhouderschap van de AfDB verschaft Nederland daarnaast toegang tot een groot aantal aanbestedingen op het Afrikaans continent. Hier hebben Nederlandse bedrijven al veelvuldig baat bij gehad.
Net zoals bij andere ontwikkelingsbanken bestaat het aandelenkapitaal van de AfDB uit twee delen; een volgestort deel: het ‘ingelegde kapitaal’ (paid-in capital) en een niet volgestort deel: het ‘garantiekapitaal’ (callable capital). In 2024 heeft Nederland het garantiekapitaal bij de AfDB verhoogd met EUR 915 miljoen om een afwaardering van de AAA-kredietstatus van de AfDB te voorkomen. De verhoging van het garantiekapitaal door Nederland speelde een belangrijke rol aangezien Nederland één van de slechts zeven aandeelhouders in de Bank is met een AAA kredietbeoordeling. Dit stelt de AfDB in staat om aantrekkelijk geprijsde leningen te verstrekken aan Afrikaanse lidstaten van de AfDB ten behoeve van hun economische ontwikkeling. Het garantiekapitaal vormt geen uitgave en zal alleen in een zeer uitzonderlijke situatie, zoals het faillissement van de AfDB, leiden tot financiële consequenties. Dit risico is echter minuscuul. Zo heeft nog nooit een uitkering plaatsgevonden onder deze garantieregeling in de bestaansgeschiedenis van multilaterale ontwikkelingsbanken. Dit komt doordat de Banken beschikken over een preferred creditor status, zeer prudent beleid voeren waar aandeelhouders op toezien, en over een scala van mitigatiemaatregelen beschikken die eerst worden ingezet voordat het garantiekapitaal zou worden ingeroepen. De kans dat de garantstelling leidt tot een financiële verplichting voor de Nederlandse staat is verwaarloosbaar. Door het verhogen van het garantiekapitaal in lijn met het aandeel van Nederland in de Bank is het stemrecht van Nederland op peil gebleven. Het toetsingskader risicoregelingen Afrikaanse Ontwikkelingsbank is met uw Kamer gedeeld (Kamerstuk II, 2023/24, 29237 nr. 204).
Asian Development Bank
De AsDB heeft een kernmandaat gericht op armoedebestrijding en het verbeteren van leefomstandigheden in Azië en de Pacific. De meerwaarde van de AsDB ligt onder meer in haar focus op grootschalige infrastructuurprojecten, regionale integratie en nauwe partnerschappen met de klantlanden. In 2023 heeft de bank USD 23,5 miljard gecommitteerd aan projecten en technische assistentie. De focus van de Bank sluit aan bij de Nederlandse prioriteiten op het gebied van water, voedselzekerheid en private sectorontwikkeling. Daarnaast zijn beleidseisen die horen bij ADB-leningen goed voor het economische- en ondernemingsklimaat en daarmee voor Nederlandse handel en bedrijven. Onze participatie in de AsDB stelt hun tenders open voor inschrijvingen van het Nederlandse bedrijfsleven, waar in het verleden al meerdere water-gerelateerde bedrijven van hebben geprofiteerd. Nederland ervaart goede samenwerking met de AsDB en ziet de Bank als een belangrijke partner op het Aziatische continent.
Net zoals bij andere ontwikkelingsbanken bestaat het aandelenkapitaal van de AsDB uit twee delen; een volgestort deel: het ‘ingelegde kapitaal’ (paid-in capital) en een niet volgestort deel: het ‘garantiekapitaal’ (callable capital). Het garantiekapitaal van Nederland bij de AsDB bedraagt EUR 1.252 miljoen. Het garantie kapitaal kan ingeroepen worden mocht een ontwikkelingsbank grootschalige, plotselinge problemen ondervinden bij terugbetalingen van leningen van klantlanden. Dit risico is echter minuscuul. Zo heeft nog nooit een uitkering plaatsgevonden onder deze garantieregeling in de bestaansgeschiedenis van multilaterale ontwikkelingsbanken. Dit komt doordat de Banken beschikken over een preferred creditor status, zeer prudent beleid voeren waar aandeelhouders op toezien, en over een scala van mitigatiemaatregelen beschikken die eerst worden ingezet voordat het garantiekapitaal zou worden ingeroepen. De kans dat de garantstelling leidt tot een financiële verplichting voor de Nederlandse staat is verwaarloosbaar.
Inter-American Development Bank
De Inter-American Development Bank (IDB) is de grootste ontwikkelingsbank voor Latijns-Amerika en het Caribisch (LAC) gebied. Door middel van financiële en technische steun draagt de bank bij aan het bestrijden van armoede en ongelijkheid in de regio en helpt het bij het verbeteren van de gezondheidszorg, onderwijs en infrastructuur. Een van de sterke punten van de IDB is de hoge mate van regionaal eigenaarschap: de landen uit de LAC-regio beschikken over meer dan 50% van het stemaandeel van de bank. De IDB is onderdeel van de IDB Group, waar ook de private sector tak ‘IDB Invest’ en het innovatieplatform ‘IDB Lab’ onder vallen. In 2023 heeft de IDB Group voor in totaal USD 24,3 miljard gefinancierd in de LAC-regio. De IDB is een belangrijke partner voor Nederland in de LAC-regio vanwege het sterke regionale eigenaarschap. Ook weet de Nederlandse financiële sector (Rabobank, ILX en FMO) onderdelen van de bank, zoals IDB Invest, goed te vinden. De bank is actief in vele sectoren en heeft zodoende projecten die bijdragen aan alle 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen. De bank is met name actief op het gebied van eerlijk werk en economische groei (#8), industrie, innovatie en infrastructuur (#9), ongelijkheid verminderen (#10) en klimaatactie (#13).
Net zoals bij andere ontwikkelingsbanken bestaat het aandelenkapitaal van de IDB uit twee delen; een volgestort deel: het ‘ingelegde kapitaal’ (paid-in capital) en een niet volgestort deel: het ‘garantiekapitaal’ (callable capital). In 2010 keurde de Raad van Gouverneurs de negende, en meest recente, middelenaanvulling van de IDB goed. Het ging in totaal om USD 70 miljard aan volgestort en niet volgestort kapitaal dat werd toegevoegd aan de bestaande kapitaalbasis van USD 100 miljard. Nederland heeft hiervoor een USD-garantie verstrekt waarvan het uitstaande garantiekapitaal per 31 december 2024 EUR 291,4 miljoen bedraagt. Dit kapitaal kan ingeroepen worden mocht een ontwikkelingsbank grootschalige, plotselinge problemen ondervinden bij terugbetalingen van leningen van klantlanden. Dit risico is echter minuscuul. Zo heeft nog nooit een uitkering plaatsgevonden onder deze garantieregeling in de bestaansgeschiedenis van multilaterale ontwikkelingsbanken. Dit komt doordat de Banken beschikken over een preferred creditor status, zeer prudent beleid voeren waar aandeelhouders op toezien, en over een scala van mitigatiemaatregelen beschikken die eerst worden ingezet voordat het garantiekapitaal zou worden ingeroepen. De kans dat de garantstelling leidt tot een financiële verplichting voor de Nederlandse staat is verwaarloosbaar.
Artikel | Omschrijving | Uitstaande garanties 2023 | Verleend 2024 | Vervallen 2024 | Uitstaande garanties 2024 | Garantieplafond | Totaal plafond | Totaalstand risicovoorziening |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel 1 Duurzame handel en investering | Garantie FOM | 1.594 | 0 | 1.594 | 0 | 0 | 0 | 16.422 |
Artikel 1 Duurzame handel en investering | Garantie DTIF | 10.816 | 10.158 | 10.463 | 10.511 | 140.000 | 29.993 | |
Artikel 1 Duurzame handel en investering | Garantie DRIVE | 43.773 | 1.890 | 0 | 45.663 | 55.000 | 18.368 | |
Artikel 1 Duurzame handel en investering | Garantie DGGF | 100.955 | 19.872 | 12.611 | 108.216 | 675.000 | 48.999 | |
Artikel 5 Multilaterale samenwerking en overige inzet | Garantie Inter American Development Bank (IDB) | 301.217 | 9.769 | 291.448 | 291.448 | |||
Artikel 5 Multilaterale samenwerking en overige inzet | Garantie African Development Bank (AfDB) | 1.478.853 | 914.997 | 38.924 | 2.354.926 | 2.354.926 | ||
Artikel 5 Multilaterale samenwerking en overige inzet | Garantie Asian Development Bank (AsDB) | 1.272.275 | 20.687 | 1.251.588 | 1.251.588 | |||
Artikel 5 Multilaterale samenwerking en overige inzet | Garantie IS-NIO | 70.867 | 6.921 | 63.946 | 63.946 | 37.512 | ||
Totaal | 3.280.350 | 946.917 | 100.969 | 4.126.298 | 55.000 | 4.776.908 | 151.294 |
Artikel | Omschrijving | Uitgaven 2023 | Ontvangsten 2023 | Saldo 2023 | Uitgaven 2024 | Ontvangsten 2024 | Saldo 2024 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel 1 Duurzame handel en investeringen | Garantie FOM | 1.331 | 0 | ‒ 1.331 | 0 | 0 | 0 |
Artikel 1 Duurzame handel en investeringen | Garantie DTIF | 11.514 | 8.417 | ‒ 3.097 | ‒ 2.077 | 12.171 | 10.094 |
Artikel 1 Duurzame handel en investeringen | Garantie DRIVE | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Artikel 1 Duurzame handel en investeringen | Garantie DGGF | 14.491 | 11.099 | ‒ 3.392 | ‒ 4.360 | 9.637 | 5.277 |
Artikel 5 Multilaterale samenwerking en overige inzet | Garantie IS-NIO | 5.582 | 1.406 | ‒ 4.176 | 0 | 1.581 | 1.581 |
Totaal | 32.918 | 20.922 | ‒ 11.996 | ‒ 6.437 | 23.389 | 16.952 |
[1] De omvang van het fonds betreft de waarderingsgrondslag zoals die bij de uitvoerder in de balans wordt gerapporteerd volgens de meest recente beschikbare gegevens. Voor enkele fondsen (DGGF, DTIF, GAFSP, PIDG) zijn de (meest recente) gegevens per 31 december 2023 opgenomen.
Overzicht revolverende fondsen
Revolverende fondsen zijn belangrijk voor BHO. Met ingang van het jaarverslag 2019 geeft BHO meer inzicht in de revolverende fondsen door de beschikbare informatie aangaande deze fondsen op een meer overzichtelijke manier te presenteren. Het betreft de fondsen die in het rapport van de Algemene Rekenkamer zijn onderzocht in 2019 en de nieuwe fondsen Dutch Fund for Climate and Development (DFCD), FarmFit, One Acre Fund en AGRI3.
Begrotingsartikel | Revolverend Fonds | Uitvoerende organisatie | Omvang fonds[1] 31-12-2024; Beoogde totale omvang fonds | Bijdrage NL t/m 31-12-2024; beoogde totale bijdrage NL | Uitgangspunt revolveerbaarheid | Uitvoering evaluatie gepland; beleids-doorlichting gepland | Looptijd |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1.2 | DTIF (onderdeel 1) | Invest International | 56,8 | 66,2: 79,0 | 100% nominaal | 2025; uitgevoerd in 2021 | 2016 – Onbepaald |
Dutch Trade & Investment Fund | |||||||
1.3 | DGGF | Invest International | 150,5 | 182,2; 280,0 | 100% nominaal | Evaluatie uitgevoerd in 2020; uitgevoerd in 2021 | 2014 – Onbepaald |
Dutch Good Growth Fund onderdeel 1 | |||||||
1.3 | DGGF | Triple Jump/PWC | 284,7 | 355,0; 409,0 | 100% nominaal | Evaluatie uitgevoerd in 2020; uitgevoerd 2021 | 2014 –Onbepaald |
Dutch Good Growth Fund onderdeel 2 | |||||||
1.3 | Massif | FMO | 457,6 | 334,4; 414,0 | n.v.t. | Evaluatie uitgevoerd in 2020; uitgevoerd in 2021 | 2006-2036 |
1.3 | Building Prospects (IDF) | FMO | 397,2 | 424,5; 472,0 | 100% | 2023; uitgevoerd in 2021 | 2001-2028 |
1.3 | PIDG | PIDG | 942,4 (USD 1.053,0) | 10,0 en 170,1 (10,0 en USD 190,0); 10,0 en 198,7 (10,0 en USD 222,0) | n.v.t. | n.v.t.; uitgevoerd in 2021 | 2002 - Onbepaald |
Private Infrastructure Development Group | |||||||
1.3 | One Acre Fund | One Acre Fund | 14,9 (USD 16,7) | 26,9 (USD 30,0); 26,9 (USD 30,0) | 100% | n.v.t.; uitgevoerd in 2021 | 2018–2032 |
1.3 | Farm Fit | IDH | 26,7 | 26,7; 50,0 | 100% | n.v.t.; uitgevoerd in 2021 | 2019–2034 |
2.1 | GAFSP | IFC | 139,3 (USD 155,6) | 86,7 (USD 96,9 Investment); 108,7 (USD 121,4 investment) | 100% nominaal | Mid-term evaluatie 2018, geen afspraken over volgende evaluatie | Tot 2026 |
Global Agricultural and Food Security Programme | |||||||
2.3 | AGRI3 Fund | Stichting Title Holder Agri3 | 55,5 (USD 62) | 31,3 (USD 35,0 Finance Fund); 31,3 (USD 35,0 Finance Fund) | Finance Fund 100% | 2022 (uitgevoerd); 2025 | 2020-2039 |
2.3 | AEF | FMO | 142,9 | 138,2; 190,0 | EUR 190 mln. is 75% ‒ 100% revolveerbaar | Iedere 5 jaar, in 2024 is een evaluatie uitgevoerd. Impact evaluatie 2029/2030 | 2006-2030 |
Access to Energy Fund | |||||||
2.3 | CIO / AEF II Climate Investor One | FMO | 28,0 | 49,8 (USD 55,6); 49,8 (USD 55,6) | 75% ‒ 100% | Iedere 5 jaar. De evaluatie over de periode 2017-2021 is uitgevoerd in 2023 | 2012-2037 |
2.3 | DFCD | FMO | 114,4 | 168,9; 200,0 | Maximaal 200,0 (= 100%) | Iedere 5 jaar. De eerste heeft plaatsgevonden eind 2023. Het rapport is ontvangen begin 2024 | 2019-2037 |
Dutch Fund for Climate and Development |
[1] De omvang van het fonds betreft de waarderingsgrondslag zoals die bij de uitvoerder in de balans wordt gerapporteerd volgens de meest recente beschikbare gegevens. Voor enkele fondsen (DGGF, DTIF, GAFSP, PIDG, One Acre Fund, DFCD) zijn de (meest recente) gegevens per 31 december 2023 opgenomen.
Toelichting op overzicht revolverende fondsen
Revolverende fondsen hebben als kenmerk dat investeringen na enige tijd worden terugontvangen waarna deze middelen ingezet kunnen worden voor nieuwe investeringen passend binnen het doel van het fonds. Fondsbeheerders is benadrukt dat, waar mogelijk en verantwoord, bij nieuwe investeringen de nadruk op de focusregio’s ligt.
DTIF
Dutch Trade & Investment Fund richt zich op het ondersteunen van Nederlandse bedrijven die zaken willen doen met niet-ontwikkelingslanden en niet terecht kunnen bij reguliere banken.
DGGF
Dutch Good Growth Fund onderdeel 1 en 2. Onderdeel 1 en 2 van DGGF richt zich op het bevorderen van ondernemerschap in ontwikkelingslanden. De begunstigde van het DGGF zijn ondernemers.
MASSIF
MASSIF is gericht op het verbeteren van toegang tot financiering voor het MKB in ontwikkelingslanden.
Building Prospects
Het Building Prospects Fonds is een voortzetting van het Infrastructure Development Fund en richt zich op het (deels) financieren van infrastructuurprojecten in ontwikkelingsland
PIDG
De Private Infrastructure Development Group is gericht op het ontwikkelen en financieren van private infrastructuur in ontwikkelingslanden.
One Acre Fund
Het One Acre Fund ondersteunt kleine boeren in Afrika met de financiering van noodzakelijke activa.
Farmfit Fund
Het Farmfit Fund dient ter financiering van een programma voor versterking van en toegang tot financiële diensten voor kleine boeren en MKB in de agrarische sector in ontwikkelingslanden in samenwerking met het internationale bedrijfsleven.
GAFSP
Het Private Sector Window van dit fonds richt zich op innovatieve financiering met als doel commerciële mogelijkheden van het MKB en kleinere boerenbedrijven in de logica van lokale, nationale en internationale productketens te ontwikkelen.
AGRI3 Fund
Het AGRI3 Fund heeft tot doel banken, andere financiële instellingen en landbouwbedrijven te stimuleren zakenmodellen te ontwikkelen met bosbescherming, herbebossing en implementatie van innovatieve landbouwoplossingen terwijl de levensstandaard van lokale boeren wordt verbeterd.
AEF
Het Access to Energy Fund is opgericht met als doel energietoegang voor mensen in ontwikkelingslanden te vergroten. Met behulp van risicodragend kapitaal maakt AEF investeringen in hernieuwbare energie in ontwikkelingslanden «bankable».
CIO / AEF II
Climate Investor One is door FMO ontworpen om private investeringen in hernieuwbare energieprojecten in ontwikkelingslanden verder te versnellen.
DFCD
Het Dutch Fund for Climate and Development is een fonds voor klimaatactie in ontwikkelingslanden gericht op het tegengaan van klimaatverandering en versterking van de weerbaarheid tegen de gevolgen van klimaatverandering, als uitvloeisel van de Nederlandse toezeggingen onder de Overeenkomst van Parijs.