Artikel 1 beoogt twee, met elkaar samenhangende, doelen ter bevordering van duurzame inclusieve groei wereldwijd, waarbij wordt ingespeeld op mondiale transities.
Enerzijds wordt ingezet op een versterkt internationaal verdienvermogen van Nederland, nu en in de toekomst. Hiervoor werkt Nederland, ook met het oog op het grote aantal banen dat hierbij relevant is, aan een toekomstbestendig handels- en investeringssysteem dat gebaseerd is op hoge standaarden en Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO), aan vergroening van het handelsinstrumentarium, uitvoering van exportcontrole en het ontwikkelen en het uitvoeren en houden van toezicht op sancties op technologie en goederen.
Anderzijds wordt ingezet op verminderde armoede en maatschappelijke ongelijkheid. Door versterking van het ondernemingsklimaat, handel voor ontwikkeling en financiële sector ontwikkeling, met een focus op vrouwelijke en jonge ondernemers, wordt de economische weerbaarheid en de private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden versterkt.
Het vergt een kabinetsbrede inspanning om deze doelstellingen te verwezenlijken. De minister voor BHO werkt hiertoe in het bijzonder samen met de minister van Financiën, de staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst, de minister van Economische Zaken, de minister van Klimaat en Groene Groei, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de minister en staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselkwaliteit, en Natuur, de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de minister voor Rechtsbescherming, de minister en staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de AIVD en MIVD.
De minister is verantwoordelijk voor:
Financieren
– Het financieren van de jaarlijkse verdragscontributie van het Koninkrijk aan de WTO en de OESO en daarnaast enkele programma’s binnen de WTO gericht op een betere integratie van ontwikkelingslanden.
– Het voeren van een op maat gesneden en onderling samenhangend financieel instrumentarium gericht op export- en investeringsbevordering voor het Nederlands bedrijfsleven en het bedrijfsleven in ontwikkelingslanden, handelsfacilitatie en markttoegang.
– In het licht van internationale ontwikkelingen en toenemende concurrentie internationaal inzetten op een verbetering van het gelijk speelveld in het financieel instrumentarium gericht op export- en investeringsbevordering en banengroei in Nederland.
– Het financieel ondersteunen van het Nederlandse en lokale midden- en kleinbedrijf en startups om met eigentijdse oplossingen bij te dragen aan wereldwijde maatschappelijke vraagstukken en de Nederlandse economie.
– Het financieren van diverse bilaterale en internationale programma’s die bijdragen aan een gunstig ondernemingsklimaat en innovatief ondernemerschap in lage- en middeninkomenslanden, inclusief ketenverduurzaming in deze landen, met in het bijzonder aandacht voor (jeugd)werkgelegenheid en innovatie.
– Het financieren van het National Contact Punt (NCP) voor de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen belast met voorlichting over de OESO-richtlijnen, en het behandelen van klachten met betrekking tot het nakomen van de OESO-richtlijnen door Nederlandse bedrijven.
– Het financieren van de opzet van een IMVO-steunpunt voor het bedrijfsleven, van een nieuw instrument voor het bevorderen van sectorale samenwerking op het gebied van IMVO, en van aanloopkosten voor IMVO-wetgeving die in de EU en nationaal wordt uitgewerkt.
Stimuleren
– Het bevorderen van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen door het Nederlandse bedrijfsleven met een doordachte mix van verplichtende en vrijwillige maatregelen, waaronder (de ontwikkeling van) Europese en nationale IMVO-wetgeving, het opzetten van een IMVO-steunpunt voor het bedrijfsleven, het stimuleren van sectorale samenwerking en het stellen van IMVO-voorwaarden in het kader van het BHO-bedrijfsleveninstrumentarium en het inkoopbeleid van de overheid.
– Het bevorderen van werkgelegenheid en ondernemerschap in lage- en middeninkomenslanden, vooral voor jongeren en vrouwen.
– Stimuleren van ketenverduurzaming in lage- en middeninkomenslanden. Het versterken en monitoren van de impact van IMVO-beleid.
– Het stimuleren van het bedrijfsleven en kennisinstellingen, Nederlands en in ontwikkelingslanden, om met hun internationale activiteiten bij te dragen aan oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen, waaronder de SDG’s van de VN.
– Het bevorderen van handel in gevestigde en opkomende markten en het wereldwijd faciliteren en ondersteunen van Nederlandse bedrijven om zaken te doen op buitenlandse markten, met behulp van kennis en informatie, contacten en netwerken, positionering en belangenbehartiging (inclusief financiering). Hierbij is speciale aandacht voor het Nederlandse midden- en kleinbedrijf, startups/scaleups, vrouwelijke ondernemers en clustergewijze samenwerking van bedrijven op buitenlandse markten.
– Mede via samenwerking op EU-niveau, in geselecteerde landen circulaire migratie bevorderen die zich richt op zowel professionalisering van de arbeidsmarkt als het wederzijds bevorderen van handel/economie.
– Bijdragen aan het stimuleren van een aantrekkelijk internationaal vestigingsklimaat voor buitenlandse investeringen in Nederland via economische diplomatie, ten behoeve van een versterkt internationaal verdienvermogen van Nederland.
– Het stimuleren van goed bestuur in de vorm van goede wet- en regelgeving, betrouwbare instituties en actoren en verbeterde belastingregimes in lage- en middeninkomenslanden.
– Het stimuleren van de kennis en expertise bij bedrijven op het terrein van exportcontrole via voorlichtingsactiviteiten.
Regisseren
– Een actieve bijdrage leveren aan het ondersteunen en bevorderen van een op regels gebaseerd mondiaal handels- en investeringssysteem, met oog voor het gelijke speelveld, open markten, open strategische autonomie, economische weerbaarheid en veiligheid en de thema’s digitalisering en verduurzaming, onder meer via de WTO, OESO en G20.
– Het bevorderen van duurzame, inclusieve bilaterale handelsakkoorden van de EU met derde landen en effectieve implementatie van deze handelsakkoorden.
– Het bevorderen van internationale kaders voor IMVO via de VN, OESO en EU.
– Het vorm en inhoud geven aan economische diplomatie, economische missies en inkomende en uitgaande bezoeken, en het opstellen en bewaken van de afgestemde economische reisagenda van het kabinet.
– Het bevorderen en optimaliseren van publiek-private samenwerking op het terrein van internationaal ondernemen.
– Het invulling geven aan de internationale kant van het topsectorenbeleid.
– Het inhoud geven aan de mede-beleidsverantwoordelijkheid voor de Exportkredietverzekering (EKV) met de minister van Financiën.
– Het afstemmen van Nederlandse inspanningen op het gebied van private sectorontwikkeling en duurzame en inclusieve groei met die van andere multilaterale en bilaterale donoren, met bijzondere aandacht voor programma’s van de Europese Commissie en EU-lidstaten.
– Het inzetten nationaal en in internationale exportcontroleregimes op het controleren en waar nodig beheersen van sensitieve technologieën. Versterken van de adviesrol ten aanzien van andere departementen op het gebied van exportcontrole, bijvoorbeeld op het thema kennisveiligheid.
Uitvoeren
– Het behandelen van klachten van Nederlandse bedrijven in het buitenland, onder andere over oneerlijke concurrentie.
– Het uitvoeren van controle op de export van strategische goederen, zoals in de EU en internationale kaders overeengekomen.
– Nationale implementatie en uitvoering van internationale sancties op goederen en technologie.
– Het aansturen en vormgeven van de inzet van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) op het gebied van handelsbevordering en private sectorontwikkeling; het strategisch aansturen van de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO; en het direct aansturen van de regelingentaak van Invest International en de beleidsmatige aansturing op afstand van de investeringstaak van Invest International.
– Het aansturen van Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) met als oogmerk het aantrekken van buitenlandse investeerders naar Nederland, samen met de minister van Economische Zaken (EZ).
– Het doen uitvoeren van het toezicht op de naleving van de Conflictmineralenverordening.
Combinatiebeleid
De resultaten van het combinatiebeleid zijn conform de verwachtingen zoals opgenomen in de begroting. De betrokken bedrijven en partners zijn positief over de Nederlandse inzet om, in de vorm van zogeheten combitracks, de synergie tussen de inzet voor ontwikkeling en Nederlands verdienvermogen te verbeteren in opkomende markten. Enkele bedrijven zijn er reeds in geslaagd eerste orders en investeringen te realiseren. Voor het behalen van duurzame resultaten, die bijdragen aan het toekomstbestendig verdienvermogen van Nederland en het versterken van economische groei en werkgelegenheid in de combinatielanden, is echter een lange adem nodig. Komend jaar zal het kabinet de investeringen in deze beloftevolle samenwerking dan ook voortzetten.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | ||
Art. | Verplichtingen | 467.946 | 499.364 | 663.825 | 826.341 | 449.774 | 411.111 | 38.663 |
Uitgaven | 569.149 | 549.655 | 579.628 | 639.144 | 644.580 | 601.497 | 43.083 | |
1.1 | Duurzaam handels- en investeringssysteem, inclusief MVO | 24.590 | 28.939 | 28.056 | 28.571 | 31.927 | 35.114 | ‒ 3.187 |
Subsidies (regelingen) | 12.013 | 13.578 | 16.658 | 12.823 | 11.683 | 19.729 | ‒ 8.046 | |
MVO en beleidsondersteuning (ODA) | 11.685 | 12.908 | 15.946 | 12.287 | 9.422 | 15.506 | ‒ 6.084 | |
MVO en beleidsondersteuning (non-ODA) | 328 | 670 | 712 | 536 | 2.261 | 4.223 | ‒ 1.962 | |
Opdrachten | 1.619 | 1.932 | 1.613 | 2.425 | 1.192 | 2.281 | ‒ 1.089 | |
MVO en beleidsondersteuning (non-ODA) | 1.619 | 1.932 | 1.613 | 2.425 | 1.192 | 2.281 | ‒ 1.089 | |
Bijdrage aan agentschappen | 1.227 | 1.498 | 2.652 | 2.563 | 2.681 | 1.909 | 772 | |
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 1.227 | 1.498 | 2.652 | 2.563 | 2.681 | 1.909 | 772 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 9.731 | 11.931 | 7.133 | 10.760 | 16.371 | 11.195 | 5.176 | |
MVO en beleidsondersteuning (ODA) | 4.439 | 6.563 | 1.768 | 4.750 | 10.508 | 5.000 | 5.508 | |
Contributies internationaal ondernemen (non-ODA) | 5.292 | 5.368 | 5.365 | 6.010 | 5.863 | 6.195 | ‒ 332 | |
1.2 | Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie | 127.922 | 105.214 | 100.284 | 127.480 | 113.250 | 98.273 | 14.977 |
Subsidies (regelingen) | 34.584 | 30.242 | 20.307 | 39.743 | 21.030 | 30.781 | ‒ 9.751 | |
Programma's internationaal ondernemen | 16.100 | 15.732 | 9.107 | 7.744 | 7.203 | 10.000 | ‒ 2.797 | |
Versterking concurrentiepositie Nederland | 5.000 | 6.950 | 4.000 | 6.000 | 2.000 | 6.502 | ‒ 4.502 | |
Invest Internationaal | 275 | 60 | 7.200 | 8.999 | 6.827 | 9.780 | ‒ 2.953 | |
Dutch Trade and Investment Fund | 13.209 | 7.500 | 0 | 17.000 | 5.000 | 4.499 | 501 | |
Garanties | 28.217 | 15.238 | 15.007 | 21.263 | 14.505 | 1.500 | 13.005 | |
Dutch Trade and Investment Fund | 28.217 | 15.238 | 15.007 | 21.263 | 14.505 | 1.500 | 13.005 | |
Opdrachten | 15.836 | 15.976 | 18.228 | 19.345 | 20.703 | 20.752 | ‒ 49 | |
Programma's internationaal ondernemen | 11.697 | 10.972 | 13.214 | 15.467 | 12.761 | 10.566 | 2.195 | |
Dutch Trade and Investment Fund | 814 | 1.022 | 1.014 | 544 | 586 | 4.186 | ‒ 3.600 | |
Wereldtentoonstelling Dubai | 3.325 | 3.982 | 4.000 | 7 | 0 | 0 | 0 | |
Wereldtentoonstelling | 0 | 0 | 0 | 3.327 | 7.356 | 6.000 | 1.356 | |
Bijdrage aan agentschappen | 48.137 | 43.716 | 46.742 | 47.095 | 56.945 | 45.240 | 11.705 | |
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 48.137 | 43.716 | 46.742 | 47.095 | 56.945 | 45.240 | 11.705 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 1.148 | 42 | 0 | 34 | 67 | 0 | 67 | |
Programma's internationaal ondernemen | 1.148 | 42 | 0 | 34 | 67 | 0 | 67 | |
1.3 | Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden | 416.637 | 415.502 | 451.288 | 483.093 | 499.403 | 468.110 | 31.293 |
Subsidies (regelingen) | 164.726 | 162.025 | 156.591 | 189.798 | 206.648 | 169.690 | 36.958 | |
Marktontwikkeling en markttoegang | 11.834 | 32.572 | 5.659 | 26.327 | 29.800 | 15.450 | 14.350 | |
Economic governance and institutions | 36.089 | 28.834 | 16.992 | 9.856 | 32.868 | 19.900 | 12.968 | |
Financiële sector ontwikkeling | 12.824 | 34.561 | 35.563 | 51.633 | 48.923 | 36.105 | 12.818 | |
Infrastructuurontwikkeling | 30.254 | 15.607 | 33.583 | 23.866 | 48.107 | 32.300 | 15.807 | |
Duurzame productie en handel | 52.214 | 39.010 | 47.726 | 62.130 | 31.850 | 44.890 | ‒ 13.040 | |
(Jeugd)werkgelegenheid | 9.735 | 8.341 | 10.704 | 4.365 | 775 | 9.000 | ‒ 8.225 | |
Dutch Good Growth Fund | 11.776 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nexus onderwijs en werk | 0 | 3.100 | 4.741 | 5.788 | 1.894 | 7.065 | ‒ 5.171 | |
Lokale private sector ontwikkeling | 0 | 0 | 1.623 | 5.833 | 12.431 | 4.980 | 7.451 | |
Leningen | 39.560 | 14.530 | 81.825 | 49.200 | 40.800 | 38.873 | 1.927 | |
Infrastructuurontwikkeling | 12.460 | 11.830 | 27.525 | 15.200 | 14.800 | 8.873 | 5.927 | |
Dutch Good Growth Fund | 27.100 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Financiële sector ontwikkeling | 0 | 2.700 | 54.300 | 34.000 | 26.000 | 30.000 | ‒ 4.000 | |
Garanties | 7.257 | 20.594 | 22.342 | 25.590 | 13.997 | 10.000 | 3.997 | |
Dutch Good Growth Fund | 7.257 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Financiële sector ontwikkeling | 0 | 20.594 | 16.474 | 25.590 | 13.997 | 10.000 | 3.997 | |
Infrastructuurontwikkeling | 0 | 0 | 5.868 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 43.350 | 40.570 | 59.320 | 84.531 | 57.921 | 58.000 | ‒ 79 | |
Marktontwikkeling en markttoegang | 9.625 | 9.018 | 9.015 | 12.184 | 7.526 | 12.000 | ‒ 4.474 | |
Economic governance and institutions | 19.038 | 15.971 | 17.635 | 23.740 | 7.948 | 17.000 | ‒ 9.052 | |
Financiële sector ontwikkeling | 13.470 | 4.549 | 5.752 | 7.878 | 3.279 | 1.000 | 2.279 | |
Infrastructuurontwikkeling | 0 | 2.354 | 9.213 | 11.270 | 11.911 | 1.750 | 10.161 | |
(Jeugd)werkgelegenheid | 0 | 8.678 | 17.705 | 29.459 | 27.257 | 26.250 | 1.007 | |
Dutch Good Growth Fund | 1.217 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | 33.259 | 31.282 | 25.434 | 27.512 | 35.579 | 24.000 | 11.579 | |
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 33.259 | 31.282 | 25.434 | 27.512 | 35.579 | 24.000 | 11.579 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 128.485 | 146.501 | 105.776 | 106.462 | 144.458 | 167.547 | ‒ 23.089 | |
International Labour Organisation | 4.925 | 4.994 | 4.551 | 4.979 | 5.768 | 5.700 | 68 | |
Lokale private sector ontwikkeling | 20.531 | 27.130 | 27.968 | 30.168 | 37.403 | 39.341 | ‒ 1.938 | |
Marktontwikkeling en markttoegang | 24.776 | 17.515 | 8.837 | 10.216 | 10.729 | 15.767 | ‒ 5.038 | |
Partnershipprogramma ILO | 5.028 | 4.901 | 4.218 | 6.500 | 6.450 | 6.500 | ‒ 50 | |
Economic governance and institutions | 2.901 | 5.944 | 1.462 | 4.910 | 12.874 | 6.000 | 6.874 | |
Financiële sector ontwikkeling | 11.078 | 25.639 | 11.396 | 3.551 | 21.103 | 16.000 | 5.103 | |
Infrastructuurontwikkeling | 49.831 | 45.838 | 29.204 | 32.875 | 42.852 | 68.499 | ‒ 25.647 | |
(Jeugd)werkgelegenheid | 3.560 | 3.380 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nexus onderwijs en werk | 5.855 | 11.160 | 16.360 | 12.028 | 7.279 | 9.740 | ‒ 2.461 | |
Duurzame productie en handel | 0 | 0 | 1.780 | 1.235 | 0 | 0 | 0 | |
Nog te verdelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nog te verdelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 33.025 | 19.230 | 38.583 | 59.153 | 29.089 | 14.000 | 15.089 | |
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | ||
Art. | Ontvangsten | 33.025 | 19.230 | 38.583 | 59.153 | 29.089 | 14.000 | 15.089 |
1.10 | Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen | 25.767 | 10.176 | 16.326 | 33.598 | 15.092 | 7.000 | 8.092 |
Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen | 25.767 | 10.176 | 16.326 | 33.598 | 15.092 | 7.000 | 8.092 | |
Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen | 25.767 | 10.176 | 16.326 | 33.598 | 15.092 | 7.000 | 8.092 | |
1.30 | Ontvangsten DGGF | 7.258 | 9.054 | 22.257 | 25.555 | 13.997 | 7.000 | 6.997 |
Ontvangsten DGGF | 7.258 | 9.054 | 22.257 | 25.555 | 13.997 | 7.000 | 6.997 | |
Ontvangsten DGGF | 7.258 | 9.054 | 22.257 | 25.555 | 13.997 | 7.000 | 6.997 |
Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Realisatie 2023 | Realisatie 2024 | Vastgestelde begroting 2024 | Verschil 2024 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 467 946 | 499 364 | 663 825 | 826 341 | 449 774 | 411 111 | 38 663 | |
garantieverplichtingen | ‒ 29 747 | 9 168 | ‒ 13 367 | 21 681 | 35 752 | 100 000 | ‒ 64 248 | |
overige verplichtingen | 497 693 | 490 196 | 677 192 | 804 660 | 414 022 | 311 111 | 102 911 |
Verplichtingen
De verplichtingenrealisatie op artikel 1 Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen valt ten opzichte van de vastgestelde begroting EUR 38,7 miljoen hoger uit. In de Eerste suppletoire begroting (Kamerstuk 36 550- XVII, nr. 2) is een stijging van EUR 36,8 miljoen toegelicht vanwege het uitvoeren van het toezicht op de IMVO-wetgeving (CSDDD richtlijn) en voor nieuwe programma's bij de ambassades. Een aanvullende stijging van EUR 42,5 miljoen is toegelicht in de Suppletoire begroting September (Kamerstuk 36 613 XVII, nr. 2), voor de Ukraine Partnership Facility (UPF) en ondersteuning van de Oekraïense private sector. In de Tweede suppletoire begroting (Kamerstuk 36 625 XVII, nr. 2) is vervolgens een verhoging toegelicht van EUR 7 miljoen voor bijdrage RVO ten behoeve van Private Sector Development (PSD). Het verplichtingenbudget is uiteindelijk EUR 47,6 miljoen lager uitgevallen dan voorzien in de Tweede suppletoire begroting. Deze daling wordt veroorzaakt door de lagere realisatie van de in 2024 aangegane verplichtingen voor programma’s die door RVO en Invest International worden uitgevoerd.
Uitgaven
De uitgaven op beleidsartikel 1 Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen zijn ten opzichte van de vastgestelde begroting hoger uitgevallen. Dit heeft te maken met verschillende mutaties die lopende het jaar hebben plaatsgevonden en waarover het parlement is geïnformeerd middels de Eerste suppletoire begroting (Kamerstuk 36 550- XVII, nr. 2), de Suppletoire begroting September (Kamerstuk 36 613 XVII, nr. 2), de Tweede suppletoire begroting (Kamerstuk 36 625 XVII, nr. 2) en de Decemberbrief BHO (Kamerstuk 36 600 XVII, nr. 53).
Artikelonderdeel 1.1
De uitgavenrealisatie op artikelonderdeel 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem, inclusief MVO valt ten opzichte van de vastgestelde begroting 2024 EUR 3,2 miljoen lager uit. In de Tweede suppletoire begroting is een verlaging gemeld doordat binnen het programma voor Sectorale Samenwerking voor de IMVO convenanten minder subsidieaanvragen bij RVO zijn ingediend dan verwacht. Daarnaast vallen de uitgaven voor de overige beleidsondersteunende IMVO-activiteiten dit jaar lager uit dan gepland.
Artikelonderdeel 1.2
De uitgavenrealisatie op artikelonderdeel 1.2 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie valt ten opzichte van de vastgestelde begroting 2024 EUR 15 miljoen hoger uit. Deze stijging is onder anderen toe te schrijven aan hogere uitgaven voor het DTIF garanties door de verrekeningen met de begrotingsreserve en voor de DTIF subsidies. Tevens is de bijdrage aan RVO voor de uitvoeringskosten hoger uitgevallen dan begroot.
Artikelonderdeel 1.3
De uitgavenrealisatie op artikelonderdeel 1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden valt ten opzichte van de vastgestelde begroting 2024 EUR 31,3 miljoen hoger uit. In de Tweede suppletoire begroting is een verhoging van het budget op artikel 1.3 vermeld. Bij de Eerste suppletoire begroting 2024 was EUR 20 miljoen gereserveerd op artikel 5.2 voor wederopbouw voor o.a. Gaza. Dit bedrag is in 2024 niet tot besteding gekomen en is bij Tweede suppletoire begroting overgeheveld naar artikel 1.3 ten behoeve van reeds geplande uitgaven voor Private Sector Development (PSD) die in 2024 zijn gedaan in plaats van in 2025. Verder zijn er diverse andere mutaties. Zo vallen de uitgaven aan RVO ook hoger uit. Ook vallen de uitgaven aan programma’s voor infrastructurele ontwikkeling subsidies dit jaar hoger uit dan gepland, bijvoorbeeld voor DRIVE.
Ontvangsten
De ontvangstenrealisatie op artikel 1 valt ten opzichte van de vastgestelde begroting 2024 EUR 15 miljoen hoger uit, vanwege de onttrekkingen aan de begrotingsreserves DGGF en DTIF ten behoeve van de uitgekeerde wisselfinancieringen.