Base description which applies to whole site

2.1. Overzicht belangrijkste mutaties

In de onderstaande tabel worden de belangrijkste beleidsrelevante mutaties, welke de mutaties in de rentebaten en rentelasten omvatten, weergegeven. De mutatie in deze beleidsrelevante posten is ook opgenomen in de tabellen in paragraaf 2.2. In deze tabellen, welke de budgettaire gevolgen van beleid weergeven, worden ook de overige, niet-beleidsrelevante mutaties weergegeven. Hieronder vallen de aflossing en uitgifte van schuld, de apparaatsuitgaven en de mutaties in rekeningen-courant en deposito’s.

Tabel 1 Overzicht belangrijkste mutaties in de netto rentekosten (x € 1 mln.)
 

2010

Stand ontwerpbegroting 20101

12 335

1. Renteswaps

– 25

2. Bijstelling kassaldo

30

3. Bijstelling rekenrente

– 515

4. Effect van schulduitgifte (incl doorwerking vorig jaar)

– 172

5. Bijstelling rente interne schuldverhoudingen

– 137

  

Stand 1e Suppletore begroting 2010

11 516

1

Stand ontwerpbegroting betreft in deze tabel het saldo van de rente uitgaven en -ontvangsten vermeerderd met het saldo van de overige apparaatsuitgaven en -ontvangsten (uitgaven en ontvangsten voortijdige beëindiging en overige kosten schulduitgifte).

Hieronder worden de verschillende mutaties toegelicht:

  • 1. Bij de tot nu toe afgesloten EONIA swaps zijn netto (per saldo) rentebaten gerealiseerd. Financiering op de geldmarkt gebeurt door middel van uitgifte van kort schuldpapier zoals commercial paper (CP) en schatkistpapier (DTC, Dutch Treasury Certificates). Het streven is het korte geld te financieren tegen eonia-tarief (overnight). Daarom worden er eonia swaps afgesloten. Hierbij worden de rentetarieven van de CP’s en DTC’s geruild tegen het overnight tarief eonia.

  • 2. De raming voor het kassaldo is naar beneden bijgesteld. Dit leidt tot een groter beroep op de geldmarkt en dus hogere rentelasten.

  • 3. De korte en lange rekenrente zijn lager geworden. Daarom dalen de rentelasten.

  • 4. De effectieve rente op leningen die zijn uitgegeven na het opstellen van de ontwerpbegroting is lager dan de rekenrente. Dit effect wordt verwerkt in de raming voor de rentelasten. Daarnaast is hier het effect van het Financieringsplan 2010 meegenomen. Dit leidt tot een hoger geldmarktberoep en een lager kapitaalmarktberoep.

  • 5. De rentekosten vanwege de interne schuldverhoudingen betreffen de netto-rentekosten en zijn gelijk aan het verschil tussen de rente-uitgaven en rente-ontvangsten het Rijk. vanwege de interne schuldverhouding met de deelnemers aan het schatkistbankieren. De rentelasten dalen naar verwachting vanwege lagere rente en omdat minder middelen worden aangehouden. Met name de saldi rekening courant van de sociale fondsen komen lager uit dan eerder geraamd is. Ook de rentebaten zijn lager dan geraamd. De reden hiervoor is de lagere rente. De mutatie van de rentebaten is naar verwachting minder groot dan de mutatie van de rentelasten. De belangrijkste reden hiervoor is dat het leeuwendeel van de rentebaten betrekking heeft op leningen die voor 2010 zijn afgesloten. De rentebaten liggen daarom grotendeels vast. Ook is van belang dat prorail een aantal leningen vervroegd heeft afgelost. Het resultaat hiervan wordt meegerekend bij de rentekosten interne schuldverhoudingen.

Licence