Base description which applies to whole site

B3. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Voor het verklaren van verschillen tussen de gerealiseerde bedragen en de standen in de tweede suppletoire begroting 2011 is een norm gehanteerd. Op het niveau van (beleids)artikel worden in principe alleen de verschillen toegelicht die groter zijn dan, dan wel gelijk zijn aan, 5 procent (van het begrotingsartikelbedrag) of € 5 miljoen.

Beleidsartikel 20. Uitvoeren Crisisbeheersingsoperaties

Verplichtingen

De verhoging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011 bedraagt € 41,2 miljoen en houdt voornamelijk verband met de verplichtingen voor het uitvoeren van crisisbeheersingsoperaties. De redeployment ISAF leidt in 2012 tot uitgaven.

Uitgaven

Diverse operaties

De realisatie is uitgekomen op een bedrag van € 186,1 miljoen. Het verschil ten opzichte van de tweede suppletoire begroting bedraagt € 3,8 miljoen. Dit verschil is opgetreden in de uitgaven bij de diverse operaties (€ 6 miljoen) en houdt met name verband met de Redeployment Task Force (RDTF / ISAF) en de Geïntegreerde Politiemissie. Daartegenover vallen de bijdrage aan contributies € 2,2 miljoen lager uit.

Ontvangsten

De ontvangsten komen € 1,8 miljoen hoger uit ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011. Het betreft voornamelijk vorderingen op de partnerlanden voor de door Nederland verrichte diensten.

Beleidsartikel 21. Commando zeestrijdkrachten (CZSK)

Verplichtingen

De verlaging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011 bedraagt € 4,3 miljoen en worden veroorzaakt door de lagere uitgaven ten opzichte van de tweede suppletoire begroting.

Uitgaven

De uitgaven ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011 zijn € 6,7 miljoen lager dan verwacht. Het betreft de formatie en personeelsgebonden uitgaven.

Ontvangsten

De lagere ontvangsten van € 3,7 miljoen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011 zijn voornamelijk het gevolg van lagere personele ontvangsten en diverse overige ontvangsten.

Beleidsartikel 22. Commando landstrijdkrachten (CLAS)

Verplichtingen

De verlaging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011 bedraagt € 31,4 miljoen. De posten die bij de uitgaven worden genoemd zorgen mede voor lagere verplichtingen. Daarnaast zijn minder verplichtingen aangegaan voor huisvesting en infra en overige exploitatie.

Uitgaven

De uitgaven ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011 zijn € 11,9 miljoen lager dan verwacht. Dit betreft personele uitgaven en de gevolgen van terughoudendheid binnen de CLAS bij het uitvoeren van activiteiten, vooruitlopend op de besluitvorming in de beleidsbrief.

Ontvangsten

De hogere ontvangsten van € 5,6 miljoen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011 betreffen voornamelijk extra ontvangsten voor materiële ontvangsten en brandstof.

Beleidsartikel 23. Commando luchtstrijdkrachten (CLSK)

Verplichtingen

De verlaging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011 bedraagt € 74,3 miljoen. De aangegane verplichtingen 2011 zijn met name neerwaarts bijgesteld bij overige exploitatie (€ 64,0 miljoen) en bij instandhouding (€ 10,3 miljoen).

Uitgaven

De uitgaven ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011 zijn € 18,0 miljoen lager dan verwacht. Dit wordt veroorzaakt door daling personeelsterkte met de daarbij behoorde persoonsgebonden uitgaven en exploitatie, waaronder minder interne verhuizingen en huisvestingskosten (€ 12,1 miljoen) en minder uitgaven voor gereedstelling en instandhouding (€ 6,0 miljoen) als gevolg van versobering van oefeningen en niet in 2011 doorgaan van oefeningen in verband met inzet in Libië.

Ontvangsten

De hogere ontvangsten van € 4,4 miljoen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011 hebben voornamelijk betrekking op extra ontvangsten voor geneeskundige zaken.

Beleidsartikel 24. Commando Koninklijke marechaussee (CKmar)

Verplichtingen

De lagere verplichtingen van € 3,3 miljoen worden veroorzaakt door diverse kleinere contracten binnen met name overige exploitatie (€ 1,3 miljoen) en op het gebied van informatievoorziening (€ 2,0 miljoen).

Uitgaven

De lagere realisatie (€ 1,5 miljoen) op dit artikelonderdeel is toe te schrijven aan een lagere personeelsvulling dan verwacht.

Ontvangsten

De hogere ontvangsten van € 1,6 miljoen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011 zijn voornamelijk het gevolg van hogere verrekeningen van geleverde diensten aan andere ministeries.

Beleidsartikel 25. Defensie Materieel Organisatie (DMO)

Verplichtingen

De realisatie van het verplichtingenbudget blijft € 394,0 miljoen achter bij de tweede suppletoire begroting. Dit wordt veroorzaakt door terughoudendheid met het aangaan van nieuwe verplichtingen in de eerste helft van 2011 vooruitlopend op de besluitvorming in de beleidsbrief. Het betreft onder meer de grote projecten Vervanging deelsystemen TITAAN (€ 87,6 miljoen), Herintroductie mijnenveegcapaciteit (€ 91,3 miljoen), Verbetering Mk 48 torpedo (€ 67,5 miljoen), Vervanging mortier opsporingsradar (MOR) (€ 85,0); AH-64 Zelfbescherming (ASE) (€ 89,6 miljoen) en Patriot modificatie SD7 en IFF mode 5 (€ 20,8 miljoen). Per saldo zijn € 27 miljoen ook diverse kleinere projecten eerder aangegaan dan gepland.

Uitgaven

De realisatie is € 42,0 miljoen hoger ten opzichte van de tweede suppletoire begroting. De opbouw hiervan is onderstaand beschreven.

Investeringen

Het verschil tussen de totale investeringsraming ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2011 en de realisatie bedraagt + € 19,7 miljoen. Enerzijds is dit het gevolg van het eerder realiseren van de projecten JSS, Chinook en JSF en anderzijds het gevolg van de vertraging van het project GPW Boxer.

Logistieke ondersteuning DMO bedrijven

Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2011 en de realisatie bedraagt + € 14,1 miljoen. Deze hogere realisatie is met name het gevolg van hogere uitgaven voor onderhoud wapensystemen en operationele zaken.

DMO STAF

Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2011 en de realisatie bedraagt + € 8,2 miljoen en komt met name door een hogere vullingsgraad personeel, huisvesting en infra en overige exploitatie.

Ontvangsten

Exploitatie

Het verschil tussen de raming van ontvangsten ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2011 en de realisatie bedraagt € 1,0 miljoen. De verkoopopbrengsten via Domeinen zijn € 1,7 miljoen lager uitgevallen, de overige materiële en personele ontvangsten zijn € 2,7 miljoen hoger.

Beleidsartikel 26. Commando DienstenCentra (CDC)

Verplichtingen

De verlaging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011 bedraagt per saldo € 171,7 miljoen en wordt met name veroorzaakt door een neerwaartse bijstelling van het meerjarige C-17 contract en lagere verplichtingenstand voor infra investeringen als gevolg van terughoudend met het aangaan van nieuwe verplichtingen 2011 vooruitlopend op de besluitvorming in de beleidsbrief.

Uitgaven

De totale realisatie van CDC is ten opzichte van de tweede suppletoire begroting € 2,2 miljoen hoger uitgevallen.

Investeringen Infra en Informatievoorziening

De lagere realisatie bij investeringen infra (€ 3,2 miljoen) en informatievoorziening (€ 5,6 miljoen) zijn bij diverse kleinere infra en IV projecten opgetreden.

Bedrijfsgroepen

Bij de bedrijfsgroepen is met name bij bedrijfsgroep Facility Services sprake van een hogere realisatie met € 6,9 miljoen als gevolg van het defensiebreed belasten van koersverschillen op dit artikel en verder bij bedrijfsgroep Transport (€ 4,1 miljoen) als gevolg van onder andere hogere uitgaven SAC C-17.

Ontvangsten

Domeinenopbrengsten en overige ontvangsten

Het verschil tussen de raming van ontvangsten ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2011 en de realisatie bedraagt – € 2,4 miljoen. De verkoopopbrengsten van de verkochten objecten zijn € 4, 1 miljoen lager uitgevallen dan was voorzien. De overige ontvangsten daarentegen vallen met € 1,7 miljoen hoger uit door ondermeer meerontvangsten voor psychologische keuringen en honorarium verwerving.

Niet-beleidsartikel 90. Algemeen

Verplichtingen

De per saldo verlaging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2011 bedraagt € 14,9 miljoen. De posten die bij de uitgaven worden genoemd zorgen mede voor lagere verplichtingen.

Uitgaven

Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2011 en de realisatie bedraagt – € 5,7 miljoen. Dit wordt onder andere veroorzaakt door € 4,0 miljoen minder uitgaven voor overig materieel, waaronder het project Digi-inkoop en ERP kenniscentrum en € 2,0 miljoen lagere personele uitgaven. Verder zijn er en lagere uitgaven bij wetenschappelijk onderzoek doordat er projecten naar 2012 doorschuiven (– € 5,8 miljoen) en diverse kleine bijstellingen (– € 5,6 miljoen) op de overige artikelonderdelen. Daartegenover staan meer uitgaven voor pensioenen en uitkeringen aan het ABP van + € 11,8 miljoen die door de latere kassluiting nog in 2011 konden worden betaald.

Ontvangsten

Het verschil tussen de raming van de tweede suppletoire begroting 2011 en de realisatie bedraagt € 1,3 miljoen. De hogere ontvangsten zijn het saldo van hebben in het bijzonder betrekking op € 2,6 miljoen extra ontvangsten uit de NAVO bijdragen en € 1,3 miljoen lagere overige personele en materiële ontvangsten.

Baten-lastendiensten

Defensie Telematica Organisatie, Dienst Vastgoed Defensie en Paresto

In de eerste en tweede suppletoire begroting 2011 zijn bij de baten-lastendiensten geen mutaties opgenomen. Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletoire begroting en de uiteindelijke realisatie, zijnde de zogenoemde slotwetmutaties, is derhalve gelijk te stellen aan het verschil tussen het niveau van de begroting en de eindrealisatie. Een nadere verklaring van de slotwetmutaties zou derhalve leiden tot een weergave van het jaarverslag 2011. Om deze reden wordt voor een toelichting op het verschil tussen het beschikbare bedrag na de tweede suppletoire begroting en de eindrealisatie verwezen naar eerder genoemd jaarverslag 2011.

Licence